Huisbezoek

Standard

Aangezien het kerstvakantie is op school, zijn er geen kinderen.
Dat wil echter niet zeggen dat er niet gewerkt wordt!

De voormiddagen deze week worden gevuld met computerles voor enkele leerkrachten, de namiddagen worden gebruikt om kinderen thuis te bezoeken.
Op die manier kennen de leerkrachten de thuissituatie van de leerlingen en kunnen ze hier op inspelen en eventueel helpen waar nodig.
En ik, ik mag mee.

Ik ben nog niet in Vizhinjam zelf geweest, alleen de grote straten heb ik gezien.
En gelukkig heb ik een gids mee, want de wirwar van straatjes (hoop en al een meter breed) is een doolhof waar ik m’n weg echt niet in zou vinden. Straatnamen zijn sowieso niet aan de orde in India, huisnummers al evenmin.

Ik vind het allemaal een beetje schrijnend. Waar ik de voorbije dagen vooral de toeristische kant van het leven heb geproefd, wordt m’n wereld nu weer volledig gekleurd door de harde realiteit.
Families met problemen op alle gebied: geen geld, geen werk, geen huis zoals je dat zou verwachten. De gang van ons appartement in Antwerpen is ongeveer even groot als een huisje waar we op bezoek gaan. Een televisiekamer. een kastkamer en een plaatsje waar gekookt wordt.
Geen badkamer, die is buiten en wordt gedeeld. Hoewel, gedeeld. Er moeten harde contanten op tafel komen voor er gebadkamerd kan worden. Een rupee per keer. Onvoorstelbaar.

Als een van de moeder shaar verhaal doet aan Preetha, is dit de eerste keer dat ik iemand hoor fluisteren. Gesprekken gaan hier meestal op een toon die westerlingen als ruziemakend ervaren hoewel dat er geen ruzie gemaakt wordt.
Nu is het bijna toonloos. De tranen staan de moeder dan ook bijna in de ogen als ze de problemen met haar oudste zoon uitlegt. De muren hebben, net als in ieder dorp over de hele wereld, ook hier oren.
En aangezien dit een vissersdorp is met alle spreekwoordelijke viswijven van dienst, kan je je voorstellen hoe er geroddeld wordt over alles en iedereen.

Mensen zijn basisgedragsrechtelijk overal hetzelfde: Meer of Vizhinjam, er is niet zoveel verschil. Alleen hebben de mensen in Meer een matras om op te slapen. En meer dan een bed per gezin. En een huis waar iedereen in past bij nacht en ontij. En minstens een badkamer per huis. En stromend water.

Als we om vijf uur huiswaarts rijden met de bus, ben ik er niet goed van. Bekomen en bezinnen met een koffie en een zonsondergang maken we weer klaar voor de rest van de dag.
Ik denk dat ik echt verliefd aan het worden ben op de zee. Rustgevend, orde op zaken stellend, probleemoplossend.
Ik word er gelukkig van. Zelfs tussen al die miserie kan ook ik nog lachen. Net als de inwoners van Vizhinjam.
Zo gaat dat hier: miserie te over en toch een lach kunnen boven halen.

BTW: ik heb vandaag gemerkt dat ik een materialistische westerse klootzak en een slechte fotograaf ben.
In de zelfde volgorde een uitleg: terwijl de mevrouw al fluisterend haar verhaal doet aan Preetha, merk ik in een ooghoek dat mijn fototoestel niet op aperture maar op manual staat. En dan schiet me ook te binnen dat ’em nog op ISO 1600 staat van het stranddansfeest van gisterenavond. Precies of dat is van enig belang in de situatie waarin we ons bevinden.
Alsof die aperture/manual en ISO zever niet voldoende zijn om mezelf tot schrale amateurfototoestelbezitter uit te roepen, wordt het nog net iets erger. Ik kan van situaties als deze bijna geen foto’s maken. Noem het schaamte, noem het bedeesdheid. Ik kan het gewoon niet. Hopelijk gaat m’n schroom morgen en overmorgen wat over want echt, ik wil dit hier aan iedereen laten zien.

Driemaal is scheepsrecht

Standard

Binnen de week op twee verschillende bruiloften aanwezig zijn, het is me van het goede bijna teveel. Niet dat ik er niet van heb genoten, maar als mensen dan dingen zeggen als “driemaal is scheepsrecht” en “de volgende zijde zelf”, dan is het toch een beetje groen dat er wordt gelachen. Not!

Het huwelijk gisteren was lichtjes anders dan het huwelijk van vorige week.
Vorige week was er sprake van liefde, nu was het eerder geregeld tussen de families. De exacte details wil ik graag in intiemere kring uitleggen, want wie schrijft die blijft…
Het gaat ook om een andere en lagere kaste. Hoger dan het brahmanenhuwelijk van vorige week kon niet, maar toch.

De drie dagen werden nu vervangen door drie kwartier:

  • 10.15: aankomst aan het auditorium voor plechtigheid en eetfestijn
  • 10.18: begin plechtigheid
  • 10.28: einde plechtigheid
  • 10.30: start eten
  • 10.55: of ik met de eerste of de tweede bus mee terug rijd

In de namiddag dan maar terug naar school gegaan en wat met de gasten en het fototoestel gedold. Indische mensen zijn zot op foto’s, laat dat duidelijk zijn!

Het diner wordt gegeten op de receptie van het huwelijksfeest, mdden in onze tuin. Iedereen krijgt en wegwerpbord en dito beker en mag aanvangen met schransen. Lekker en gezellig.

Helaas wordt wegwerpbord hier wel heel lettelijk genomen: alle rommel en afval gaat gewoon over de muur, in de eigen tuin. Het is er momenteel een stort dat het geen naam heeft.
Logisch ook: er is geen echte huisvuilophaling, dus gaat alles over de reling, in het vuur of in de zee… Echt jammer, want op elk mooi plekje ligt het vol met rommel..

Justin

Standard

Als mijn vliegtuig weer aan de grond staat, is het een kwestie van minuten om buiten de luchthaven te geraken. Geen bagage op te halen, geen security check, geen rij wachtenden.
Dit is echter iets te snel voor Justin, de bestelde taxidriver.
Ik bel hem en hij zal er binnen een kwartiertje zin.
Perfect, een extra hoofdstukje uit Catch22 kan er altijd in (aanrader trouwens!).

Justin.
Een indische jongeman die op redelijke jonge leeftijd vaderloos werd. Arme familie, hard werken als knaap en door alles en iedereen opgelicht en bedrogen geweest. Als Paul en Werner zich over hem ontfermen (klein jobke buiten het toeristische seizoen, engelse les in SISP ) begint voor hem een ander leven.
Momenteel rijdt hij met een taxi en verdient hij min of meer deftig zijn dagelijkse portie rijst.

Als hij me oppikt in Trivandrum (Thiruhupeldepup eh) vertelt hij hondrduitover zijn leven, vrouw en zelfgebrouwde miswijn.
En dat hij vanavond eigenlijk met wat kameraden aan de vissershaven zat en of ik een zin heb om me te gaan. Natuurlijk wil ik dat!
Eventjes stoppen bij het overheidsbierparadijs en naar de haven.

Als we door de donkere straten van Vizhinjam rijden, vertelt hij over het leven hier. KLeine huisjes waar drie families wonen. Een kleine dertig man per vijf vierkante meter. Velen moeten dan ook buiten slapen wgens geen plaats binnen. Shit. Van het ene uiterste (bruiloft) in het andere uiterste: lokale armoede. Mijn hartje bloedt bij de gedachte en het zicht van kleine hoopjes mens die tegen een gevel van een huisje liggen te slapen.

De gesprekken met Christopher en Justin gaan in een fijn engels. Christopher werkt in een bedrijfje in Kollam dat TBC medicatie maakt. In het weekend komt hij cehter terug naar Vizhinam. Tofe kerel met een duidelijke visie op de toekomst van India.
Mijn antwoord op zijn vraag waarom ik nu ben waar ik ben, slaat hem met verstomming. Vrienden worden met de locals, het lukt aardig.

Ook vanavond ben ik weer uitgenodgd.
Dit is waarvoor ik hier ben gekomen, dit was een van de doelen van de reis: bleven hoe de mensen aan de andere kant van de wereld wonen, leven en denken.
Discussies over normen, waarden, culturen, godsdienst en armoede sleuren ons dan ook een stuk in de nacht.
Met als achtergrondgeluid alleen maar het ruisen van de zeebries en de golven die tegen de havenwal slaan.
Hier word ik echt gelukkig van.

Justin nodigt me bij het thuisbrengen nog snel uit voor de zondagsmis. Aangezien ik nog altijd moeilijk nee kan zeggen, zeg ik ja.
Dat hij er zal staan om half negen en dat ik maar moet zien dat ik klaar sta. Want dat de zondagsmis echt een belevenis is. Als ik wat later bedenk dat ik in geen maanden nog op tijd ben opgestaan voor een zondagsmis, verklaar ik mezelf een beetje gek.
Het is cehter de moeite: de enorm mooie kerk zit stampvol en ook het plein buiten is vergeven van het volk.

Zoveel devotie, zoveel gelovigen.
Ik moet een paar keer denken aan de wijze woorden van godsdiensleraar Bert Roos: “Mannen, ge moet allemaal niet te hard geloven.”
En niettegenstaande ik ben gestopt met geloven in Onze Lieve Heer De Goede God, doet deze eredienst iets met me. Ik denk niet dat iemand onbewogen kan blijven bij zoveel biddenden. Een offerande van bijna honderd christenen, mensen die de armen en hemel gooien tijdens het onze vader: katholieker kan haast niet.

En toch sta ik na de dienst buiten met een groot besluit: ik geloof niet in religie. Ik geloof enkel in goed en kwaad in de mens. We moeten het allemaal zelf waarmaken en bidden, smeken en preken hebben niets met geloof te maken als we onze naaste op straat laten sterven.

Waar gaat het heen als mensen liever enkele rupes aan de stinkend rijke Kerk geven in plaats van hun kinderen eten te geven? Wat is het nut van vier door het volk betaalde moskeeen als 480 van de 500 gezinnen geen dagelijkse maaltijd kunen betalen? Wat is het nut van een puja van tien bananen terwijl je vrouw al in geen dagen meer heeft gegeten?

Ik kan daar met mijn hoofd niet bij. Echt niet.
Vanaf heden ben ik dan ook een hedonist die ooit tot christen is gedoopt en als een goed mens door het leven wil gaan.
Niet te realistisch, maar zeker niet fundamentalistisch doch uitermate respectvol voor opinies en gedachten van medemensen ongeacht geloof, kleur, afkomst en geslacht.
Hoewel mooie al dan niet naakte dames altijd een klein streepje voor hebben natuurlijk. 🙂

Le marriage

Standard

Toen ik een tijdje geleden in Mysore Palace stond, was ik ervan overtuigd dat ik een plaatsje had gekregen in een van de sprookjes van duizend-en-een-nacht. De verkopers en opdringerige taxidrivers deden toen echter het efect ietwat teniet.

De voorbije dagen waren echter volledig als in een sprookje: volledig met prins en prinses. En eten en knappe vrouwen en plezier en interessante babbels en, gelukkig voor mezelf, mensen die van engels wel een broodje met kaas gegeten hadden.
Het huwelijk van Chandana en Ravikrishna was af. Drie dagen van rituelen en familialebandenonderhouderij, het was fijn om daar aanwezig te mogen zijn.

Het begon donderdagochtend met een reeks puja’s door de familie van de bruid. Van het nieuwe paar geen spoor, doch dat mocht de pret niet drukken. Er werd wierook gebrand, kaarsjes aangestoken, vuurke stook gedaan, ghee geofferd, bloemen gestrooid en heel veel gezongen.
Liederen in Sanskriet, Bengaal en Kannada waar ik niemendal van begreep. De diepe devotie die eruit sprak was me anderzijds wel volledig duidelijk. Deze mensen gaan volledig voor hun geloof, laat dat duidelijk zijn.

Het officiele deel speelde zich af op een soort van podium, de rest van de zaal was voorzien van (plastic tuin) stoelen voor de aanwezigen. De aanwezigen (familie, verre familie, verdere familie, verste familie en dito vrienden, kennissen en gouwgenoten) hadden echter meer belangstelling voor elkaar dan voor het bruidspaar of de algehele ceremonie. Gek eigenlijk. Hoewel: de meeste mensen zien elkaar enkel bij feestjes als dit, een keer of drie per jaar. Logisch dus dat er veel moet besproken worden.
Ik heb een tijdje gezocht naar enige gelijkenis met een westers huwelijk, maar niets van bekende riten heb ik gezien. Na een halve dag was de conclusie dan ook dat dit in geen mijlen met enige westerse vorm van huwelijk vergeleken kan worden. Het mag ook niet vergeleken worden: India is India, Belgie is Belgie. En die twee staan volledig los en naast elkaar.

De traditionele voorbereiding gaat door tot een uur of twee wanneer er een stevige lunch is voorzien. Bananenbladeren voor iedeeen, een hoopje rijst, sambal, curry, chutney, groensels (nu ja) en sweet. Ik weet niet hoe ze hun zoetigheid hier maken, maar alles is enorm veel zoeter dan suiker. Neem het zoetste snoepje dat je kent, doe dat maal tien en meng het met carrots. Dat is indisch zoet onder andere.
Niet echt m’n ding en ik ben er dan ook niet goed van. De zoetigheid in combinatie met een stroom van ghee (geklaarde boter) doet het maagsken geen goed. En dat wil iets zeggen, want ik denk dat er ondertussen een stevige eeltlaag op m’n maagwand moet staan: pepers en pepers en pepers dat het een lieve lust is, maar zoet: ho maar.

Na de lunch word ik in het hotel afgezet en doe ik een klein dutje: het is nodig, want de treinreis heeft me serieus afgemat. Als ik om zes uur wer wordt opgepikt voor de receptie en ceremoniele spirituele feestelijkheden, ben ik niet echt goed. Ik spurt terug naar m’n kamer en leg een deugddoend spauwke. Echt, geen druppel ghee meer en ook zoetigheid gaat netjes aan ‘n neus voorbij.

De riten zijn volledig bezig en behartigen nu vooral de bruidschat. De vader van de bruid overhandigt een reeks van kleding, goud en waardevolle spullen aan de de vader van de bruidegom. Laat het duidelijk zijn dat een huwelijk hier niet iets is tussen twee mensen: het is een familie die zich inkoopt in een andere familie. Want hoewel het nieuwe paar elkaar al langer kent en graag zelf wou trouwen (met liefde en al) is het geheel toch geregeld door de vaders.

De twee families worden door dit huwelijk een grotere fmilie dan ze al zijn. En groot zijn ze zeker. En rijk ook. Het is dan ook een Brahmanenhuwelijk, een trouwpartij in de hoogste kaste. Duur en overvloedig en vanalles.
Dit is ook de reden dat bijna iedereen min of meer vlot engels spreekt: in deze kringen is geld om te studeren en om les te volgen aan engelstalige scholen en universiteiten.

Een gesprekje met een neefje van Ravikrishna maakt echter duidelijk dat er ook een heleboel omhooggevallen pipo’s tussen zitten. Hij kijkt neer op mensen die geen of weinig engels spreken, respecteert (zoals bijna alle indiers helaas) enkel mensen met geld en is overtuigd dat geld het belangrijkste is in het levensstreven van een goed mens.
Ik hoop dat zijn jeugdigheid er voor iets tussenzit, maar ik vrees ervoor: uit meerdere gesprekken blijkt een zekere conservativiteit ten opzichte van het kastenstelsel, geld en rijkdom en huwelijken.
Ik wil niet de Grote Blanke Man Die Alles Beter Weet uithangen en ideeen opdringen komt zelfs niet in me op, maar ik voel toch een zekere teleurstelling in het indische volk van de hogere klasse.

Het avondeten is wederom schitterend en sluit de eerste dag zeer fijn af. Bruid en bruidegom zijn hier samen en stralen beiden een enorm geluk uit. Het is echt mooi om zien.
Een hapje Pan (betelbladeren met ongebluste kalk) is goed vor de spijsvertering en ik kan dat dan ook niet weigeren.
Dat het de grootste oorzaak van mondkanker is in India en dat er heeldere dorpen aan verslaafd zijn, laat ik even links liggen: het is zoals een occasionele sigaret roken, denk ik maar.

Dag twee wordt ingeluid met een stevig indisch ontbijt. Idly, chutney, koffie en sweet. Ik neem van alles maar weinig want volgens Vijay belooft het een serieuze vreetdag te worden.
Als ik de ceremoniezaal binnenkom, zit Ravikrishna al volledig in prinsenkostuum op de grond in het gezelschap van een priester of drie. Volledig met tulband en staf, kleed en blemenkrans. Duizend-en-een-nacht zeg ik u.
De foto’s zeggen echter zoveel meer dan ik hier kan vertellen, zoals u ongetwijfeld zelf zal zien.

De trouw zelf, het eigenlijke in de echt verbinden van de twee duurt slechts een halve minuut. Bruid en bruidegom staan naast elkaar, groot doek ertussen als was het Blind Date (gelukkig zonder indische Ingeborg) en hoppa: bloemen en rijst smijten gelijk een stel kleine kinderen in een plonsbadje.
Schoon om zien, dat zeker wel.
De rest van de cereminie duurt nog een uur of drie langer: gestart om 11u, volledig ten einde om half vier.

Het volk heeft de zaal echter al gelaten voor wat het was: er moet gegeten worden! En ook dat is goed. Lekker en veel.
En, zoals het Indiers beaamt, snel en zonder gezellig napraten aan tafel. Het element tafelen en gezelligheid is hier niet bekend, dat wordt me redelijk hard duidelijk gemaakt.
Ook op de receptie ‘s avonds is er geen tijd voor een gezellige babbel: snel alles binnensteken en terug weg. Als ik voor een tweede keer wil aanschuiven, vindt mijn gezelschap dat geen probleem maar zelf staan ze er voor vegetarisch spek en bonen bij. Als ik uiteindelijk mijn handen ga wassen, zijn ze maar wat blij dat we weg kunnen.
Half tien en dag twee is voorbij.

Half fowking tien! Voor een  bruiloft! Dat was het avondfeest.
Had ik al gezegd dat he in niets te vergelijken was met onze feestjes?

Dag drie is eigenlijk een min of meer uitgebreide lunch met een stevig gebed voor het lekkere eten.
En lekker is het eten! Dit is met stip de beste lunch die ik ooit heb gegeten. Zoveel smaken, zoveel variatie, zo lekker.
Ik ben er nu meer dan ooit van overtuigd dat de indische keuken de rijkste keuken is die ik ken: alles is anders, alles wordt tot in het oneindige geombineerd en het is bijna nooit hetzelfde. Het is een beetje als Hilary Clinton’s broekpakken: combineetjes te over.

Maar ook bij dit feestje is het na het eten gedaan met de pret. Handen wassen, dagdagzwaaizwaai en opkrassen.
Voor mezelf is dat redelijk logisch, ik heb een vliegtuig te halen, maar ook de rest van het volk bolt het af.

Ravikrishna en Chandana zijn enorm blij dat ik geweest ben en vragen een kopietje van de foto’s op cd-rom. Dat ik dat in januari wel zal brengen.
En of ik dan bij hen alstublief kom koffie drinken.
Leuk leuk, zo wat vriendjes maken aan het andere eind van de wereld… 🙂

Dipje

Standard

Fowk.
Efkes een dipke vandaag.
Pffff.
Soms wou ik dat ik thuis was.
Correctie: vandaag wou ik dat ik thuis was.
Correctie: vandaag wou ik dat ik thuis was en vanavond in de Mussenakker zat.
Correctie: vandaag wou ik dat ik thuis op een familiefeest zat en vanavond met heel den hoop in de Mussenakker zat.

Ach, een bananenblad met fried rice en een kokossapke recht van den boom zullen de sfeer wel terug naar het kookpunt brengen.
Misschien moet ik ook stoppen met mezelf aan Marvin, the Paranoid Android uit m’n boek, te spiegelen…
Ik kan het beter houden op een humanoidere versie van Zaphod.

Bangalore Baby

Standard

Vanmorgen om acht uur de vier uur durende rit naar Bangalore begonnen. Met vijven in een jeep en aan een gemiddelde snelheid van 40 per uur, er zijn aangenamere dingen. Vooral aangenamere wegen: de slechtst denkbare weg in Belgie is de best denkbare weg hier. En dat is niet overdreven…
Een dutje doen was er dus helaas niet bij.

Als we in Bangalore dokter Govida thuisbrengen, dient er eerst koffie gedronken te worden. Wat een villa! Marmeren vloer, luxe, airco overal, netjes, proper, niet te doen.
Maar qua design, servies en inrichting: eighties en seventies…

Daarna wordt er een kort bezoekje gebracht aan het ziekenhuis. Een goede vriend van Swami ligt er wegens een hartinfarct en de zusjes mani en Shoba willen hem graag een bezoekje brengen en wat zegenen.
Dit ziekenhuis is het grootste ziekenhuis van Bangalore en dat valt wel op: de inkom is groter en luxueuzer dan elk ziekenhuis dat ik in Belgie al heb gezien. Schitterend gewoonweg.
De zieke ligt in een VIProom en wat ik daar zie  overstijgt alles wat ik verwacht had: die kerel woont daar begot in een klein appartement! Nu ja, zijn familie dan toch.
Een keuken, een prive badkamer, een afgezonderde ziekenkamer, een prive verpleegster die heel de tijd naast het bed waakt, een zithoek met volledig hoeksalon en twee slaapbanken, TV, stereo en roomservice.
Moeder, daar wil je enorm graag werken!

Terwijl ik de man daar zie liggen, gaat er een schok door m’n lijf. Plots speelt er in m’n hoofd de film van Staf die vorig jaar overleed. Blijkbaar roepen bepaalde situaties bekende beelden op. Ik ben er even niet goed van en wacht dan ook liever buiten.

Na het ziekenhuis gaat het naar de binnenstad. Een ziekelijke rit in een dito verkeer. Uitlaatgassen zijn niet te harden, gevaarlijke situaties en dodelijke schrik zijn een heel normaal gegeven.
Gelukkig zijn we vrij snel aan het hotel dat Swami voor me heeft geregeld.
Ik vind het net iets te chique (qua understatement van het jaar is dat wel een stevige gooi naar de titel) en een boy die m’n rugzak draagt heb ik ook niet echt nodig.
De kamer is groot, min of meer proper en heeft eigen wc en douche. En zal ongetwijfeld een pak teveel kosten, maar dat is niet aan mij: swami staat erop om alles te betalen, hoewel ik donderdag heel netjes de rekening presenteer met alle cash zoals dat hoort.

Een stapje buiten de deur is een goed plan lijkt me, vooral om (voor het eerst in twee weken) eens wat geld af te halen. Een stadsplan is hier even moeilijk te krijgen als mensen vinden die het kunnen lezen en me kunnen situeren. Want aangezien hier weinig tot geen straatnamen te vinden zijn, is het redelijk moeilijk om me te orienteren.
Dan maar op het gevoel en dat lijkt te werken.
Koeien, vuiligheid, uitlaatgassen en cricketspelende kinderen, dat is mijn eerste indruk van de kleine straatjes.
Vers fruitsap (7 rupee) en een kappersbezoekje (100 rupee) zijn echter al een fijn begin. Als ik dan wat later ook nog eens de weg terug vind, ben ik de koning te rijk.

Terug aan het hotel staat er een medewerker van Swami me op te wachten. Blijkbaar moet de kerel een beetje babysit spelen want hij komt me morgen halen om aan de bus af te zetten. Het is potdorie ocharme honderd meter van m’n kamer!
De betuttelende manier van leven werkt me wel lichtjes op het systeem. Ik laat alles echter nog even begaan en zal donderdag wel zien: de komende maand ben ik als een vogel zo vrij! Nah.

Momenteel heb ik precies een beetje heimwee naar Belgie, vertrouwde mensen om me heen en wat westers leven. Gek, want ik denk dat het de eerste keer is dat ik dat heb.
Niet dat ik hier weg wil, dat zeker (nog) niet, maar toch.

Eerder van de week had ik ook het gevoel dat mijn plaats echt wel in het westen ligt. Niet per definitie in ons belgenlandje, maar wel in het westelijk halfrond…
Misschien dat dat verandert, ik heb er geen idee van.

Laatste dagen hospitalisatie

Standard

Drie dagen zonder internet en ik weet niet waar ik moet beginnen. De afgelopen dagen waren in elk geval een pak rustiger dan de school en dorpsbezoeken.
Vooral mentaal wat kalmer.
Niet kalm, kalmer.

Vooreerst wil ik iedereen aanraden om The City of Joy te lezen. Ik had aan Swami een boek gevraagd om de tijd te doden, vooral ‘s avonds aangezien ik onder geen enkele voorwaarde het dorpje in mocht (maar da’s een heel andere kwestie). De brave man hed me een boekje gereserveerd waarmee ik op een zeer gemakkelijke manier veel van India zou te weten komen en dat me zou raken. Hij is in elk geval in zijn opzet geslaagd: ik weet een pak mer over India (verschillende godsdiensten, heiligen, goden, tradities,…) en het heeft me geraakt, zeer zeker wel. Tot bleites toe.

Want vrijdagochtend had ik het eventjes heel moeilijk. Ik was een uurtje voor het ontbijt opgestaan om nog wat te lezen in het toch wel spannende boek en plots viel alles in elkaar: de puzzel paste. Het geheel kreeg vorm in mijn hoofd en wat ik zag was niet mooi.
De oneerlijkheid tussen arm en rijk, gezond en ziek, hulpeloos en hulp in overvloed: mijn hrtje bloedde ervan. En waar het hart van vol is, stromen de oogjes blijkbaar van over. Zelden heb ik me zo slecht gevoeld. Vooral machteloos eigenlijk.

Toen ik na het ontbijt in het ziekenhuis arriveerde, was het daar al een uitermate drukke bedoening. Er werd cursus gegeven door de mensen van het SVIRHC. Aan overheidsmedewerkers.
De kleine NGO van Swami geeft dus instructies en bijscholing aan mensen die door de overheid betaald worden. De hele gezondheidspolitiek van Pavagada en Tumkur wordt door hen uitgetekend: een hele eer, maar ook een hele verantwoordelijkheid.
Ik probeer een stuk mee te volgen, maar alles gebeurt in kannada en dus verstaat deze blanke reus er geen woord van.
Ik begrijp dat het over TBC en HIV gaat en dat die twee heel vaak na elkaar volgen: mensen met HIV krijgen in 64% van de gevallen TBC.  De dokter hamert er op dat HIV niet dodelijk is en dat dat geen reden tot sociale uitsluiting is. Helaas zijn de mensen van de dorpen die mening niet geheel toegedaan. Het gebeurt dan ook vaak dat seropositieven wordenweggestuurd van dorp en familie.

In de namiddag is er tijd om grainpacks te maken. De pakketten die we dinsdag uitdeelden, worden in het hospitaal zelf verpakt: dat spaart kosten. Na anderhalf uur en een liter of twee zweet hebben we 150 van die pakketten klaar. Op zaterdag worden ze uitgedeeld aan hulpbehhoevenden die tot aan het hospitaal kunnen geraken. Voor anderen worden ze eens per maand rondgebracht.
Ik voelde me eventjes redelijk nuttig en niet zo machteloos als ‘s ochtends.
Wanneer ik gisteren die pakketten dan ook overhandigde aan de juiste personen waren ze enorm dankbaar.

Verder was gisteren vooral een dag van wachten. Normaal zou ik na de middag naar Bangalore vertrekken, maar dat werd dan uiteindelijk toch maar uitgesteld omdat het anders te laat zou worden.
Inpakken en afscheid nemen.
Hoewel, afscheid. Op dertien december zien we elkaar weeral terug voor de bruiloft van dokter Ravikrishna waarop ik ben uitgenodigd. Ik zal ervoor dus “eventjes” moeten terugkomen vanuit Kovalam. 1600 km heen en terug, maar een bruiloft missen zou eeuwig jammer zijn.

Replies!

Standard

Een beetje re-ply’en op de comments, het mag al eens.

@Jelle: de avonturier in mezelf begint momenteel een beetje los te komen. Vorige week heb ik me een paar keer serieus geergerd aan het hele gegeven. Ik was zo opgedraaid als een mol op coke in de microgolf, het was bijna niet om aan te zien. Echt, ik was het hier bijna afgestapt om in mijnen alleen verder te doen.
Blijkbaar is dat een onderdeel van de cultuurshock. Die nu gelukkig al wat minder is 🙂
De andere schocks zijn echter met een bitrate van 100/10 aan’t binnenstromen, niet te doen. Ik probeer alles op te schrijven, maar het blijft behelpen. Ook hier en daar wat foto’s die later moeten helpen alles terug netjes te rangschikken…

@Bruno: De eerste dagen en weken zijn nu al om nooit meer te vergeten. Ik verwacht van de komende maanden hetzelfde. Verrijkend en al: uhu!

@Hanne: De vlucht overleven was niet zo’n probleem, de dolle rit nadien was echter een keer of honderd sterven: linksrijdende mensen die met vier naast elkaar op een tweevaksbaan nog steeds proberen om een vijfde in te halen, je moet het eens meegemaakt hebben. Verkeer in Barcelona is er niets tegen 🙂
Sinds vorige donderdag ben ik echt aan’t werk, wel elke keer iets anders zodat ik in twee weken van alle facetten heb “geproefd”.
Genieten is niet direct het juist woord, maar het benadert het gevoel wel het beste…

@Paul: 30 novembr vertrekt mijn trein naar jullie. Met een beetje geluk zit ik daar ook op en ben ik er dus de eerste december. Ik kijk er naar uit!

@Jan: Timo is me volledig onbekend kerel…

@Jakke: Het smaakt naar meer in elk geval!
Gedraagt de Nick zich wat in mijn hok? Zorg maar dat hij mijn huishoudelijke taken (afwzassen, stofzuigen en den douche) doet ook eh, anders heb ik drie maanden achterstand.. 😉

@Dylan: Ik maak foto’s aan de lopende band. Ik kijk er ook al naar uit om ze te tonen.

@Seppe: Pikant is een ding, maar soms gaat het er echt over: gisterenavond zat ik daar plots te bleiten gelijk een klein joeng. Al die dokters maar vragen of ik thuis nu al zo hard miste…
Rijst is wel in vrij veel vormen klaar te maken, heb ik gemerkt.:-)

@Hanne: Merci! Mijn familie wordt elk jaar een beetje internationaler 🙂

@Hamse Bende: Liefste Hamburgers, het wordt allemaal met veel liefde neergeschreven voor jullie. De darmen zijn al volledig onder controle, maar de omgeving is dan ook redelijk beschermend…
De Moleskine reist momenteel elke meter mee en eigenlijk: ik heb nog nooit zoveel nood gehad aan een dagboek als nu. Zowel om alles te onthouden als om m’n gevoelens te verwerken. Nooit gedacht dat het allemaal zo’n impact zou hebben.

@Bea: Welk? Melk!

@Bert: Moette gaai maaine ring of fire is zien?
Eerlijk? Dit is de eerste keer dat ik da zeg seh. Er is hier ook niemand die ook maar een letter verstaat van wat ik brabbel, dus mopkes komen helemaal niet aan. Misschien dat ik wat zal afgekickt zijn tegen februari?
En op de bank: sfeer maak je zelf eh, zoals wij Grote Kempenzonen weleens plachten te zeggen.
Doe iederen in elk geval veel groeten!

@Dries: vergelijken is er niet echt bij hoor.
Maar de foto’s zullen voor zich spreken.
En de Ring of Fire: schoon beeld zenne 😀

@Charlotte: Ik maak wel eens tijd voor u en dan doe ik het hele circus uit de doeken, met foto’s en pikante verhalen 😉

@Joke: Momenteel is het hier een beetje als in Belgie: regen, bewolkt en geen regering meer (in de staat Karnataka toch). Gelukkig is het temperatuurtje nog wel aanwzig, hoewel ook dat slechts een luizige 24 graden bedraagt. ‘t Is hier dan ook winter eh…
BTW, ik denk ook redelijk veel aan jullie hoor 🙂

@Lies: Kus!

@Wouter: Die man heeft gelijk, dat staat buiten kijf. Maar het neemt niet weg dat het voor mij eigenlijk nog altijd redelijk onrealistisch, onbegrijpelijk en ‘gewoon’ is dat ik hier ben.

@Yves: De dingen die ik nu zie en beleef kan je nooit begrijpen vanuit Belgie. Echt, zo unreal, ni te doen.
De foto’s echter zullen nog wat moeten wachten: hopelijk heb ik volgende week ergens en breedbandverbinding…
That’s all folks!

Boot in the face

Standard

Vandaag (Zaterdag is hier evengoed werkendag) komt er in de namiddag een jongen binnen in het hospitaal.
Hij komt Swami bedanken.
Ik ben even verbaasd, deze jongen ziet er redelijk OK uit, misschien een betje verzwakt.
Als ik Swami om uitleg vraag, antwoord hij enorm droog: hij bedankt me omdat ik zijn leven heb gered.

De jongen kwam een aantal weken geleden aanzetten met enorm veel verdriet. Tranen met tuiten, niet te doen. Wanneer hij even bedaart, komt het eruit. Hij gaat dood. Hij kan bijna niet meer ademen omdat er ergens wat scheef zit. Aangeboren. Inteelt.
En of Swami hem kan helpen want hij is een eenvoudige boerenjongen (klinkt als Kulderzipken, maar deze jongen is echt arm) en zijn familie kan de operatie 50.000 roepie (+/- 1000 euro) nooit betalen.

Swami belt rond, zoekt sponsors en krijgt het klaar dat de jongen geoppereerd wordt.
Vandaag kamt die jongen Swami bedanken en krijgt hij een grote zak met koekjes, fruit, snoep en ik mag hem die overhandigen.
Die blik in zijn ogen deed me bijna huilen.
Echt, zo gelukkig.

Op zo’n moment voel ik mij enorm klein.
Een leven voor minder dan mijn maandloon.
Is dat dan eerlijk?

Spaghetti voor India

Standard

Zaterdag wa het eindelijk zover. Het grote benefietetentje was daar. Met dank aan de mama en de papa en de rest van de familie werd er een maaltijd op tafel getoverd die de stoutste spaghettiavond overtrof: lekker, ni te doen!

En ook: een pak volk!
84 gasten die elk 8 euro betaalden zoals dat hoort.
Een glas drinken en een dessertje erbij en hoppa, de teller sprong al gauw naar duizend!

Met de vrije giften erbij, komen we op een slordige 2500 euro, voor de beide projecten. Dat maakt dus een mooie pot van 1250 euro per project.

Ik word daar warm van.

Ratrace

Standard

Toen ik me zonet even in een sportieve bui waande , verschoot ik zowaar van kleur.
Op mijn looproute sprong plots een familie ratten uit de struiken.
Een nest! Ratten! In Antwerpen!
Antwerpen Stad!

Op de terugweg, zelfde scenario.
Enkelen van een vuist groot, twee waren echter bijna dubbel zo groot.
En ook! Piepen!
Nooit gezien.
Jakkes.

En toen bedacht ik dat ik er maar beter aan kan wennen.
Want dat dat in India dagelijkse kost is.

Ongedierte, ik ben er niet echt voor…

Huurprijs

Standard

***Volgende tekst zat in mijn mailbox. Ik neem hem integraal en zonder toestemming te vragen over van Linda Huysmans, werkzaam bij Povoco. Bij tijd en wijlen krijg ik van haar een nieuwsbrief/verhaal. En bij volgend verhaal prikten mijn ogen…***

Het kistje stond in het midden van de tafel. Het was weer zo’n moment zoals er zich al vaker dergelijke momenten hadden voorgedaan in de geschiedenis van het kistje. Het kistje was een familie-erfstuk. Het werd doorgegeven van moeder op dochter. Voor de vierde maal was het kistje overgedragen zodat het nu in de handen van Marjan was. Het kistje stond eigenlijk op de commode in de slaapkamer. Maar nu was het naar de tafel in de woonkamer verhuisd. Het was dicht zoals het altijd al dicht was geweest.

Marjan stond te staren naar het kistje. Ze had een rottijd achter de rug. Ze was nu reeds anderhalf jaar terug alleen, ’t is te zeggen, met haar dochter en haar twee katten. Haar partner had nieuwe toekomstplannen gemaakt en daar kwam zij niet meer in voor. Nadat ze over de eerste schok heen was geraakt, was ze zich beginnen goed voelen met haar herverkregen vrijheid. Geen gezeur meer, geen kruimels op het aanrecht die er tegen de middag nog lagen, en vooral, geen vuile sokken en hemden meer die dringend moesten gewassen worden.
Maar toch was het niet altijd feest. Zo nu en dan besloop de eenzaamheid haar, zeker nu ze op kantoor twee van haar collega’s had zien vertrekken. Die hielden het voor bekeken. Na de overname was het er zo fijn niet meer. Zelf durfde ze de stap niet te zetten, als alleenverdiener met een achtjarige prinses en twee poezen. Hoewel ze schitterende dromen had van haar eigen winkeltje in decoratieartikelen.

En dus zat ze in de put. En daar diende dan het kistje voor. Bij het kistje was een handleiding opgesteld door haar betovergrootmoeder. Die had bij het einde van haar leven een kistje gegeven aan haar dochter met als boodschap het kistje slechts open te maken als ze in de put zat. Zodanig in de put dat er geen enkele uitweg meer zou zijn. De inhoud van het kistje zou je terug mogelijkheden geven om verder te gaan. Het was een familieschat. Daarbij werd trouwens opgemerkt dat je de inhoud van het kistje slechts éénmaal kon gebruiken. En dat je dus best voldoende zeker mocht zijn dat dit nu toch wel het ergste was dat je kon meemaken. Door de overlevering van generatie op generatie was daar trouwens een dimensie bijgekomen. Door je eigen probleem op te lossen met het kistje, ontnam je trouwens ook de mogelijkheid van de toekomstige generaties om hun toevlucht te kunnen nemen tot het kistje. Je moest dus echt wel een probleem hebben.

Haar moeder en haar grootmoeder hadden ooit ook de drang gehad om het kistje te openen om hun problemen op te lossen, maar steeds weer werd het kistje terug in de slaapkamer gezet met het idee dat het allemaal zo erg nog niet was en dat het kistje best bewaard bleef voor echt moeilijke tijden. De eigenaars van het kistje putten als het ware kracht uit het schrijn dat daar zo gewoon stond te staan op de tafel. Het was daarenboven geen mooi kistje.

Ze aarzelde om het kistje open te maken. Ze zou het niet overleven, daar alleen op dat kantoor, met die nieuwe baas, zonder haar vriendinnen. En ze was ondertussen veertig jaar. Wanneer zou ze ooit nog haar winkel kunnen beginnen? Ze wreef over het deksel, haar hand haperde bij de sluiting. Zo zat ze minutenlang besluiteloos aan de tafel. Over een halfuur moest ze opstappen. Dan was de opleiding Prinses voor vandaag voorbij. Wellicht waren het vandaag de tafels van negen die gereciteerd moesten worden.
Een kwartier ging voorbij. Ze stond op en ging naar de schoolpoort. Prinses kwam jubelend de keuken binnen. “Negen maal negen is eenentachtig! Hé, wat is dat?” vroeg Prinses wijzend naar het kistje op de tafel.

Nog voor Marjan iets kon zeggen, zag ze hoe de onschuldige handen van Prinses het kistje openmaakte en erin graaide. Het kistje was leeg en op de bodem lagen drie briefjes, het ene al wat meer vergeeld dan het andere. Het waren boodschappen van haar betovergrootmoeder, haar grootmoeder en haar moeder:
“Alles is niets en niets is alles”. Agnes, 1908
“Gras groeit door het te besproeien, niet door eraan te trekken”, Hélène, 1950
“Midden in de nacht wordt het licht geboren”, Jacqueline, 1983

Verdwaasd keek ze naar wat nu een dom leeg bakje leek. Prinses keek haar vragend aan. “Wat staat er op die briefjes?” vroeg ze.
“Niets”, antwoordde Marjan. Ze begon te lachen, nam pen en papier, schreef iets op en stopte de vier briefjes terug in het koffertje dat ze daarna zorgvuldig sloot.
Morgen zou ze de huurprijs vragen van het winkeltje dat leeg stond op de hoek van het kerkplein.

Vrolijk Paasfeest!

Standard

Overal in huis eitjes, lekker ontbijt (met koffie en al) en een vers gewassen voiture.
Sebiet wandelen met de familie, dan samen de Ronde volgen en dan: Pasenkermis in Brecht!

Beat this!

Vermoeiend

Standard

Leven is een vermoeiende bezigheid.
Zeker met een job.
En een sociaal leven.
En een verenigingsleven.
En een familiaal leven.
En soms, soms wil ik ook gewoon tijd voor mezelf.

Maar ooit hoop ikd at het anders wordt.
Ik zag dat Pietel lange dagen werkt.
Half negen tot half acht. Zonder reistijd neem ik aan.
Hij is niet alleen.
Ik ben dagelijks van half zeven tot zes van huis.
Voor ik verhuisd was, was dat van zes tot half acht.

En toch.
Lange dagen werken is echt iets voor mij.
Languit voor tv in de zetel liggen kan ik echt niet.
Heel de tijd bezig met duizenden dingen.
Chiro, werken, nog werken en nog werken, plannen, denken wat ik nog graag zou doen en wat ik nog gedaan moet hebben vandaag.

Ik begin te denken dat ik enkele levens sterk op dieet zal moeten zetten.
Mijn wekelijkse leven in het teken van de job.
Mijn weekends voor familie, socialiteit en verenigingen.
Geen nine-to-five mentaliteit, maar werken tot het gedaan is.
Overuren of niet.

En ik denk dat 2007 daar weleens een mooi begin van zou kunnen zijn.
 

Google

Standard

Af en toe geef ik mijn eigen naam eens in bij Google.
Kwestie van eens te zien waar, wanneer en hoe vaak ik op het internet voorkom.
Meestal weinig verrassende zaken: als je zoiets vaak genoeg doet, went het gewoon.

Vandaag echter eens alleen op familienaam gezocht.
Helaas kwam ik tot de ontdekking dat ik niet voorkom op de eerste pagina’s!
Verdorie.
Daar moet dringend iets aan gedaan worden.
Wel plezant: familienaamgenoten leren kennen!
Zo is er een zekere Joris De Loore die in Wilrijk op de tennisschool zit.
Ook op verschillende universiteiten doen familienaamgenoten het goed.

Zo is er een mevrouw Ellen De Loore die aan de Antwerpse Universiteit werkt. In hetzelfde gebouw als waar ik mijn cursusje SQL heb gevolgd. Dat ik haar toen niet tegen het lijf ben gelopen!

Bert De Loore is een “retired astronomy professor” van de Vrije Universiteit Brussel. Momenteel is hij bezig met het uitvinden van een nieuwe kunstvorm: Senzaquarelle.

Ongetwijfeld zijn er nog tal van andere “beroemde” familienaamgenoten, maar deze zijn wel fijn om weten.

Plotseling, na een pagina of drie zoekresultaten, bedacht ik dat er ongetwijfeld ook foto’s benoemd zijn met onze familienaam.
Google Afbeeldingen en hopla!
Tante Kristina op één!
Kristina De Loore is een creatieve doe-al die zich laat uitblinken op het vlak van juwelen en edelstenen. Ooit, lang lang geleden, heb ik met haar ook een ring gemaakt. Een ring die me nu zelfs niet meer aan mijn pinkje past. Schone herinneringen!
Maar dat zij met foto op het internet te vinden is, wist ik niet.
Nu wel.
En met mij: de hele wereld!

Een echte impact heeft het gegeven niet op mijn leven.
Maar: ‘t is fijn om weten dat ik niet het enige genie ben uit de hoop!