***Volgende tekst zat in mijn mailbox. Ik neem hem integraal en zonder toestemming te vragen over van Linda Huysmans, werkzaam bij Povoco. Bij tijd en wijlen krijg ik van haar een nieuwsbrief/verhaal. En bij volgend verhaal prikten mijn ogen…***
Het kistje stond in het midden van de tafel. Het was weer zo’n moment zoals er zich al vaker dergelijke momenten hadden voorgedaan in de geschiedenis van het kistje. Het kistje was een familie-erfstuk. Het werd doorgegeven van moeder op dochter. Voor de vierde maal was het kistje overgedragen zodat het nu in de handen van Marjan was. Het kistje stond eigenlijk op de commode in de slaapkamer. Maar nu was het naar de tafel in de woonkamer verhuisd. Het was dicht zoals het altijd al dicht was geweest.
Marjan stond te staren naar het kistje. Ze had een rottijd achter de rug. Ze was nu reeds anderhalf jaar terug alleen, ’t is te zeggen, met haar dochter en haar twee katten. Haar partner had nieuwe toekomstplannen gemaakt en daar kwam zij niet meer in voor. Nadat ze over de eerste schok heen was geraakt, was ze zich beginnen goed voelen met haar herverkregen vrijheid. Geen gezeur meer, geen kruimels op het aanrecht die er tegen de middag nog lagen, en vooral, geen vuile sokken en hemden meer die dringend moesten gewassen worden.
Maar toch was het niet altijd feest. Zo nu en dan besloop de eenzaamheid haar, zeker nu ze op kantoor twee van haar collega’s had zien vertrekken. Die hielden het voor bekeken. Na de overname was het er zo fijn niet meer. Zelf durfde ze de stap niet te zetten, als alleenverdiener met een achtjarige prinses en twee poezen. Hoewel ze schitterende dromen had van haar eigen winkeltje in decoratieartikelen.En dus zat ze in de put. En daar diende dan het kistje voor. Bij het kistje was een handleiding opgesteld door haar betovergrootmoeder. Die had bij het einde van haar leven een kistje gegeven aan haar dochter met als boodschap het kistje slechts open te maken als ze in de put zat. Zodanig in de put dat er geen enkele uitweg meer zou zijn. De inhoud van het kistje zou je terug mogelijkheden geven om verder te gaan. Het was een familieschat. Daarbij werd trouwens opgemerkt dat je de inhoud van het kistje slechts éénmaal kon gebruiken. En dat je dus best voldoende zeker mocht zijn dat dit nu toch wel het ergste was dat je kon meemaken. Door de overlevering van generatie op generatie was daar trouwens een dimensie bijgekomen. Door je eigen probleem op te lossen met het kistje, ontnam je trouwens ook de mogelijkheid van de toekomstige generaties om hun toevlucht te kunnen nemen tot het kistje. Je moest dus echt wel een probleem hebben.
Haar moeder en haar grootmoeder hadden ooit ook de drang gehad om het kistje te openen om hun problemen op te lossen, maar steeds weer werd het kistje terug in de slaapkamer gezet met het idee dat het allemaal zo erg nog niet was en dat het kistje best bewaard bleef voor echt moeilijke tijden. De eigenaars van het kistje putten als het ware kracht uit het schrijn dat daar zo gewoon stond te staan op de tafel. Het was daarenboven geen mooi kistje.
Ze aarzelde om het kistje open te maken. Ze zou het niet overleven, daar alleen op dat kantoor, met die nieuwe baas, zonder haar vriendinnen. En ze was ondertussen veertig jaar. Wanneer zou ze ooit nog haar winkel kunnen beginnen? Ze wreef over het deksel, haar hand haperde bij de sluiting. Zo zat ze minutenlang besluiteloos aan de tafel. Over een halfuur moest ze opstappen. Dan was de opleiding Prinses voor vandaag voorbij. Wellicht waren het vandaag de tafels van negen die gereciteerd moesten worden.
Een kwartier ging voorbij. Ze stond op en ging naar de schoolpoort. Prinses kwam jubelend de keuken binnen. “Negen maal negen is eenentachtig! Hé, wat is dat?” vroeg Prinses wijzend naar het kistje op de tafel.Nog voor Marjan iets kon zeggen, zag ze hoe de onschuldige handen van Prinses het kistje openmaakte en erin graaide. Het kistje was leeg en op de bodem lagen drie briefjes, het ene al wat meer vergeeld dan het andere. Het waren boodschappen van haar betovergrootmoeder, haar grootmoeder en haar moeder:
“Alles is niets en niets is alles”. Agnes, 1908
“Gras groeit door het te besproeien, niet door eraan te trekken”, Hélène, 1950
“Midden in de nacht wordt het licht geboren”, Jacqueline, 1983Verdwaasd keek ze naar wat nu een dom leeg bakje leek. Prinses keek haar vragend aan. “Wat staat er op die briefjes?” vroeg ze.
“Niets”, antwoordde Marjan. Ze begon te lachen, nam pen en papier, schreef iets op en stopte de vier briefjes terug in het koffertje dat ze daarna zorgvuldig sloot.
Morgen zou ze de huurprijs vragen van het winkeltje dat leeg stond op de hoek van het kerkplein.