it’s easy, you just walk

Standard

Een groot cliché, dat verkeer in India. Mensen denken er het hunne van, geloven hun ogen niet en de Indiërs, die rijden verder.
Zonder spiegels, gordels, pinkers of deftige remmen. Defensief rijden wordt op het subcontinent offensief wringen want er kan altijd nog een tandje bij.
De rem wordt zo weinig mogelijk gebruikt, de gsm compenseert.

En er wordt getoeterd. Om te laten weten dat ze eraan komen, om te zeggen dat je in de weg rijdt, om koeien de weg te wijzen en omdat dat tof is.

Voorrang van rechts is in principe voorrang van links (er wordt daar links gereden) maar in de praktijk is het voorrang van de grootste. Vrachtwagens over bussen over jeeps over auto’s over Royal Enfields over moto’s over scooters over fietsers over voetgangers. Omgekeerde wereld, maar dat kan wel kloppen, geografisch gezien.

Feit is: ook dat went.
De eerste week staken we enkel de straat over in het kielzog van een local. Tot ze ons dé truuk uitlegden: it’s easy, you just walk.
En inderdaad. Je kan bijna altijd gewoon over wandelen.

Het zotte is wel dat er, in verhouding gezien, niet heel veel meer dodelijke ongevallen gebeuren dan in Europa. Bizar, ook. De Indische chauffeur rijdt dan ook niet snel. 25 tot 30 kilometer per uur, gemiddeld. Op snelwegen maximum 90. Omdat ze a) zeer lage toeren maken b) er overal snelheidsbrekers liggen en c) stress voor niets goed is.

Wij kunnen daar iets van leren, wij.

De laatsten zullen de eersten zijn

Standard

Na 84 dagen is het onvermijdelijke moment aangebroken. Er is van alles nog eentje over. Alles dat ons de afgelopen maanden zo gewoon werd, houdt na de komende 24 uur op.

We sliepen onze laatste nacht, ontbeten de laatste keer en straks wordt er de laatste keer in de oceaan gezwommen. Een laatste dineetje met de voeten in het zand, de laatste keer de riksjawhalla’s afschepen, de laatste keer geen stomme souvenirs kopen. De laatste fles Kingfisher drinken en de laatste keer zwetend van tafel gaan.

De laatste keer.
Maar elk einde heeft twee prachtige voordelen: schitterende herinneringen en wondermooie vooruitzichten.
Ik ben er van overtuigd dat de afgelopen maanden ons de rest van ons leven zullen bijblijven. Elk mooi moment, elke zure appel (die zijn gelukkig op een hand te tellen), elke ontmoeting en alle smaaksensaties.
Foto’s, een dagboek, een kilo of twee kruiden en het collectieve geheugen. En emmers emoties en quotes als “yes, veur maai with plain raaist” en “look a dead hond”. Wij gaan met plezier terugkijken.

Maar we kijken ook al uit naar de nabije en verdere toekomst. Alle familie en vrienden terugzien. De nieuwe kinders van de vrienden bewonderen. Trouwfeesten en braspartijen, weekendjes en weekjes weg, etentjes en gezelligheid. De stad doorfietsen, weer met volle goesting gaan werken, in de zetel thuis een filmpje meepikken, naar de winkel gaan en zelf koken.
En op langere termijn het zoeken van een huis met tuin en koters kweken.
De volgorde is optioneel.

De afgelopen drie maanden zullen in mijn geheugen in elk geval te boek staan als de mooiste tot nu toe. Met dank aan mijn vrouw om me mee te sleuren (ik ben heel makkelijk te overtuigen hoor), onze ouders om ons te missen en onze beider werkgevers om ons er even tussenuit te laten knijpen. Ook bedankt aan Vadertje Staat voor de kleine tussenkomst van het tijdskrediet.

En een goede raad voor u en de uwen: trek er eens op uit. Neem wat tijd. Doe eens niets. Leer iets nieuws kennen. Bijt eens in een verse peper. Drink eens thee met water van bedenkelijke kwaliteit. Schijt uw darmen eens volledig leeg en vul dat lijf met nieuwe ervaringen en indrukken.
En dan terug.
Rince. Repeat.

Door India met ne snotneus

Standard

Het moet ergens zo geprogrammeerd zijn: februari is tijd voor een valling en een snotneus. Of je nu ondergesneeuwd bent in België of puffend door de woestijn van Rajastan trekt.
In het tweede geval is die snotneus erg onaangenaam want niet maatschappelijk aanvaard. Net als eieren, vlees en bier, hier in Pushkar.
Hoe moeten wij dan weer gezond worden?!

Varanasi zien en sterven…

Standard

Maar niet heus.
Kiekenvel, dat wel. Mensen, al zijn ze dood als een pier, zien branden tot er alleen nog maar een romp (mannen) of heupen (vrouwen) van overschiet, dat doet u iets.
Ikzelf was er niet goed van, ookal kan de koeienstront er ook iets mee te maken gehad hebben…
Gisteren heel de dag naar de gaths gestaard en ‘s avonds genoten van de Gangha function. Redelijk zot hoeveel volk doe mannen hier bijeen kunnen roepen. Nu ja, ook wij vielen er voor, dus het zal wel iets universeel geweest zijn.

Vanmorgen de wekker gezet om half zes (intussen een vast alarm in de wekker, samen met dat van zeven uur) voor een tweede boottocht, om de zon te zien opkomen en om de zonsopgangaanbidders gade te slaan.
Mensen die op dezelfde honderd meter kleren wassen, zichzelf reinigen, hun tanden poetsen, water scheppen voor thee en hun gevoeg doen, we hadden er van gehoord. Maar ook dat is dus echt waar.

Jep, alle vooroordelen over India zijn waar.
En dan nog blijft er hier een land over dat, volgens onze bescheiden mening, zijn gelijke niet kent. Een land vol traditie, architectuur, godsdienst en vrolijke, vriendelijke mensen. Een volk van werkers en familiemensen, die heel graag een boel zaken veranderd willen zien, maar er intussen het beste van maken.

Een volk dat kan koken als geen ander: smaakpatronen die hier geweven worden, daar kunnen wij gelukkig veel van leren. En mee naar huis pakken! Intussen vonden we al wel het beste restaurant van India, tot nu toe: Ganga Fuji. Het schijnt dat er in Udaipur ook nog een goed restaurant is, maar dat zal @glennbrosens dan nog wel even moeten meedelen…

Het verdere verloop van de reis?

  • morgen naar Lucknow en in het beste geval ineens door naar Agra, per trein en bus
  • een paar dagen Agra, met de Taj Mahal en het fort
  • Jaipur, Pushkar, Jaisalmer, Jodpur, Udaipur
  • Goa

U ziet, wij zijn nog niet klaar met India!

Two sides of India

Standard

De voorbije week werden wij onder de hoede van Swami Japananda genomen, een vriend van de familie Vanmechelen. Drie dagen had hij voor ons een verblijf in Bangalore uitgestippeld, waarna hij ons voor een aantal dagen persoonlijk ontving in Pavagada. Een lokale gastheer, die heel wat aanzien geniet in binnen- en buitenland, heeft zo zijn voordelen. We konden India helemaal in ons opnemen. Alle kanten van India. We staken zonder verpinken de kloof tussen rijk en arm over. Heel rijk en heel arm.

Tijdens ons verblijf in Bangalore werden we meegesleurd in de Indische variant van toerisme. Lange dagen, zo veel mogelijk zien, alles snel snel snel en vooral: zo veel mogelijk shoppen. Waar we het in Delhi best wel logisch vonden dat buitenlanders 5 tot 25 maal zoveel inkom betalen, stond ons dat in deze groep erg tegen. De gemiddelde deelnemer was relatief gezien veel rijker dan ons. Hoe dan ook, Mysore Palace was geweldig!

Bij gelukkig toeval, werd onze laatste trip geannuleerd wegens te weinig deelnemers. Zo hadden we tijd om Wannes te gerieven met een nieuwe e-reader en konden we de stad wat meer verkennen op onze manier. Vooral mensen kijken vanop een terras: hippe indiers die koffie drinken met hun laptop, iphone of ipad in de aanslag en met vaak meer bloot vel dan een gemiddelde westerse vrouw op een zomerdag laat zien. Later op de avond pinten drinken die meer kosten dan bij ons en waar een gemiddeld Indisch gezin een paar dagen van leeft.. Wij waren nog redelijk zuinig. De lokale yuppies lieten de shotjes Sambuka (5 euro is hier een fortuin!) stevig vloeien. Een stevig contrast met wat we de dagen erna te zien kregen in Pavagada!

Heel wat Indiers hebben ons al verteld dat je India niet kan begrijpen als je niet in ‘the villages’ bent geweest. Dat klopt. Dankzij de escortes die Swami voor ons regelde, konden we op plaatsen komen waar je je als toerist alleen beter niet kan begeven. Plaatsen waar ze nog nooit een blanke hebben gezien. Plaatsen zonder drinkwater of zonder medische hulp (voor Swami zich erin vastbeet). Plaatsen waar we handtekeningen moeten uitdelen en waar iedereen met ons op de foto wil. Plaatsen waar we worden uitgenodigd voor thee en mensen fier aan heel het dorp laten weten dat we bij hen te gast waren. Wij kwamen op plaatsen waar we ons op voorhand niets bij konden voorstellen. Wij kwamen op plaatsen waar je bijna omver gelopen wordt door bedelaars, omdat je een banaantje tracht uit te delen aan een oud hongerig vrouwtje. Wij kwamen op plaatsen waar mensen trots zijn op hun werk en op hun leefwereld en het is heel cool dat wij daar even deel van mochten uitmaken.

Qua contrasten kon deze week dus tellen. Nu kijken we weeral uit naar ons volgende avontuur. Vanacht vertrekken we richting Varanasi, waar op dit moment Kumbh Mela plaats vindt (in de nabije omgeving), worlds biggest congregation. Gisteren baadden er 30 miljoen mensen in de Ganges. Maar mama’s, wees gerust, wij bekijken het enkel vanop een veilige afstand… 
kumbh-mela_7 

 

Kont – e-reader: 1-0

Standard

Drie maanden onderweg zonder lectuur is als een cafe zonder bier.
Van die laatsten hebben ze er hier in India genoeg, dus lectuur moest er zijn. Wij, als gadgetadepten, gingen voor de digitale versie van de dingen: beiden een e-reader en een 30-tal Nederlandstalige boeken.
Neem het van ons aan: perfect.

Tot de laatste nachttrein.
Geen idee of het van de spanning, het tumult of de aanwezige kakkerlakken was, maar mijn oog-hand kont coordinatie was even zoek. Dikke schijter op de e-reader en boem: weg scherm…
Ook: een erg lange treinreis, zo zonder leesvoer.

Gelukkig waren we op weg naar Bangalore, DE IThub van het Oosten. Man was I wrong. Althans wat e-readers betreft. Er was niets te vinden, behalve de Kindle. Wij naar een electrostore waar het laatste exemplaar echt voor de neus werd verkocht…
Ik baalde, kan ik u vertellen.

Aangezien ons erg drukke schema geen plaats meer liet voor meer shopping, had ik me al bijna neergelegd bij het feit dat ik papieren boeken in het Engels zou ;moeten lezen. Gelukkig werd vanochtend om 06:16 het bericht bezorgd dat de tour gecancelled was.
En nu zit ik hier met een Kindle. En massa’s .epub’s die geconverteerd moeten worden.

Jep, first world problems…

Ain’t no mountain high enough…

Standard

De laatste dagen hebben we weer volop gemerkt dat een klein beetje afzien soms geweldig wordt beloond! Na onze eerder tamme trip over de backwaters van Kerala, werd het stilaan tijd dat deze globetrotters nog eens in actie kwamen. Dus: half zeven bed uit, zeven uur buiten staan, een uur op de trein staan buurten met onze indische reisgenoten en vervolgens vijf uur met de bus richting Munnar. De drukte en het getoeter van het indische verkeer kan ons ondertussen al niet meer uit ons lood slaan, maar die scherpe bochten en grote dieptes gaven het reizen weer een nieuwe dimensie mee. Ze houden het toch graag spannend, die Indiers… Wanneer we na heel wat schudden en hobbelen de theevelden zien verschijnen, is alle ongemak snel vergeten. Een goeie soundtrack (Steel Drivers) maakt alles steeds nog beter en hier klopte het plaatje helemaal.

Na het plannen van onze trekking, het zoeken van een goedkoop hotel en een avondmaal in een lekker indisch stalletje is onze kaars helemaal uit. Om negen uur kruipen we onder de wol (het is hier in de bergen dan ook een stuk frisser), aangezien we onze wandeling om half zeven (!) aanvatten. Zonder morren springen we om half zes uit ons bed en vinden een tuk tuk die ons naar ons vertrekpunt brengt.

Wat een wandeling was me dat! Vertrekken in de ochtenddauw, een steile klim doorheen de theevelden, een nog steilere klim over een rotsachtige oppervlakte om tegen negen uur halt te houden op de top van een berg voor een ontbijt. Dat uitzicht, daar willen wij al eens voor puffen en zweten. Gedurende de rest van de dag wordt er stevig gedaald langs smalle zandpaden. Voor mij soms zelfs iets te stevig met mijn schuivende All Stars. Ach ja, het leven is een avontuur als je alles direct heeeeel spannend vind :-). Wannes vond het allemaal nogal meevallen precies… Ik zou het hoe dan ook meteen opnieuw doen. Dankzij onze opmerkzame gids hadden we zelfs het geluk twee heel zeldzame, maar gigantische eekhoorns te zien! Dan zijn wij content he…

Na een verkwikkende douche trekken we terug het stadje in om te genieten van de locale street food. Heerlijk! Geen geld, sympathieke en supertrotse Indische koks, een beetje opgaan in de massa,… Allemaal een klein beetje goor, dat wel, maar daar trekken wij ons niet zo veel van aan. We zijn er in elk geval toch nog niet ziek van geworden.

Na een nachtje rust opnieuw de bus op. Naar beneden was duidelijk meer op maat van het krakkemikkelig bakje. Na amper vier uur staan we immers terug in Eranakulam. Voor 5 roepies varen we onmiddellijk verder met de Ferry naar het Portugese koloniestadje Fort Cochin. Een paar uur zitten was voor ons geen overbodige luxe, met onze stramme kuiten en voeten vol blaren.

Ondertussen hebben we weeral onze weg gevonden naar de gezellige adresjes in de stad. Vandaag hebben we ons in een opwelling laten meenemen door een gezellige Riksja-driver die ons een spotgoedkope rondrit aanbood door ‘the real Cochin’. En dat was de moeite. We mochten binnengluren in een authentieke wasplaats, een strijkijzer op steenkool hanteren (er was immers weer een power cut), een gember drogerij bezoeken,… Helaas moeten we ook hier weer de verplichte winkels vol dezelfde souverniers meepikken. Het siert onze chauffeur wel dat hij laat zien dat hij hiervoor vergoed wordt (met rijstpakketten) en deze inkomsten nodig heeft om dergelijke rondritten rendabel te maken. Tsja, dan zijn wij uitgeklapt en ondergaan wij het allemaal maar een beetje. In ruil kunnen wij weer volop vragen stellen: over het dagelijks leven in India, hoe mensen hier samen leven met al die verschillende religies, hoe de verhoudingen tussen mannen en vrouwen zitten,… Het is allemaal nog heel moeilijk te bevatten en helemaal anders dan wat wij kennen, maar het is leuk te merken dat veel mensen hier gerust open over willen vertellen en benieuwd zijn naar onze gewoontes.

De komende dagen wordt hier nog volop de toerist uitgehangen en een beetje uitgerust. 4 februari wordt er immers weer een trein genomen naar Bangalore om ‘de Swami’ te bezoeken. Als we het programma mogen geloven dat hij voor ons heeft uitgestippeld kunnen we ons wederom schrap zetten voor een drukke week! Joepie!

 

Cooking elephants in a sunsetting sauce…

Standard

De dag dat we besluiten om om onze resort in Kovalam te verlaten, werd meteen een hevige dag na een weekje quasi nietsdoen.
Waar we steevast tot half negen sliepen om daarna te gaan ontbijten, zitten we nu om 7u, gepakt en gezakt ons omeletje te verorberen. Want om acht uur haalt de taxi ons op voor een tochtje naar de olifanten.

Waar wij dachten dat het Indische verkeer chaotisch was, was at nog niets vergeleken met de ochtendspits. Gelukkig leidt onze chauffeur ons er vlotjes door, onder begeleiding van honderdduizend vragen over trouwen en samenwonen en hoe dat dat dan in Europa kan. Je voelt dat er hier iets broedt en dat er verandering op til is, voor deze dan wel de volgende generatie.

Het olifantenpark is eigenlijk een verzorgingstehuis voor wilde olifanten met een probleem. Een kapot pootje, een oorschimmel, een beschadigde slurf,… U roept maar. Wanneer het probleem is opgelost, gaat de olifant weer naar zijn wilde thuis, bij zijn wilde vriendjes.

Wij helpen met het wassen en voeren, maar een ritje zit er niet in. No, not possible today. Or tomorrow. Tja, we zijn blij wanneer de show voorbij is en de olifanten naar hun afgeschermde stuk kunnen: wij zijn echt heel erg beschaafde toeristen in vergelijking met anderen…

Sunset

Na de olifanten wacht ons een stevige busrit naar Varkala, een nieuw strand 75 km verderop. Restaurants bovenop een cliff, hotels er vlak achter en hippies overal. Yoga en meditatie bij zonsondergang (vast ook bij zonsoopgang, maar dat missen we uitslaapgewijs) zijn hier een vast ritueel, zeker voor de iets rijpere hippie. Met of zonder piercings, henna of pofbroek.

Onze bedhardheid bereikt een dieptepunt en door de lawaaierige ventilator en het bed van Indische afmetingen wordt onze nachtrust stevig geecimeerd. Gelukkig is het wel erg proper, maar daar hebben we op een slechte ervaring na nog geen last van gehad.

Het hoogtepunt in Varkala (buiten het verjaardagsfeest en de heerlijke massage en uitgebreide ontbijten en zwemmen in de oceaan en zonnen op het strand en bier drinken uit koffiemokken) is ongetwijfeld de kookles.
Op twee uur tijd leert chef Ani ons hoe we volgende dingen klaarmaken:

  • vegetable pakora
  • coconut paratha
  • egg bengal
  • egg biriyani
  • butter chicken masala (best. dish. ever)
  • banana payasam

Terwijl de ene kookt, noteert de andere en om het gerecht wordt er gewisseld. Het gaat vooruit, het is niet moeilijk en ge moogt er gerust van zijn dat er in de Vekestraat geregeld met  de handen gegeten zal worden. Ook u bent alvast van harte welkom!

On the “road” again

Na vier dagen zon-zee-strand-horeca wordt het tijd om nog eens wat op te schuiven. We duiken een internet cafe in en plannen de komende weken: een slaaptrein naar Bangalore,  een riviercruise van een dag en een vlucht naar Varanasi. Verder snorren we nog wat bus en treininfo op en na een uur zijn we klaar om te gaan.

En als we gaan, gaan we hard!Op zondag staan we om 07u30 klaar op het station om een uur later naar de backwatercruise te wandelen die ons ‘s avonds om 18u30 afzet in Allepey waar we door Johnson worden opgepikt. Hij brnegt ons naar zijn hotel en stelt verder geen vragen. We betalen vooruit omdat we de volgende dag om 08u15 de trein moeten hebben naar Ernakulam om daar de bus te nemen (en te hopen dat die vlot aansluit) naar Munnar. Een ritje van 5u, door de bergen.

Backpacking backwaters

Met dat in het verschiet, laten we ons op zondag rustig dobberen op de cruise op de backwaters. Een complex van rivieren en meren met een doorsnee van 75km waartussen een heleboel dorpen liggen die enkel per boot te bereiken zijn. Een erg surreeel beeld en we kijken dan ook onze ogen uit.

Tot de namiddag dan toch: de lunch, de zon, de slechte nachten en eentonigheid van de motor doen ons lustig indommelen voor een uurtje. Acht uur is dan ook wel veel van hetzelfde, vindt zelfs de gemakkelijk tevreden te stellen avonturier in ons…

Als we op zondag aankomen in Allepey, beseffen we weer hoe fijn dat dat is, zo onderweg zijn…

Gedeelde vreugde is dubbele vreugde

Standard

Kijk, verjaren aan de andere kant van de wereld heeft iets. En met de communicatieve mogelijkheden van heden ten dage waren jullie er precies bij.

Niet echt, want anders was het kamerke van de masseurs te klein geweest…
Maar toch: fijne wensen per sms, telefoon, e-mail en Facebook: u zijt hartelijk bedankt!

En toch was ik gisteren heel even graag thuis geweest. Zo wat familie en vrienden in de buurt. Gewoon, niet te zot.
Och, zou dat een eerste heimweetje zijn? Ik vermoed het wel.

Toen Leen en Ashish zich ‘s avonds bij ons voegden, was ik toch blij dat we hier in Varkala zitten. Met cadeautjes! En met goed volk!

En 30 jaar, dat valt goed mee eigenlijk. Allee, vandaag toch al. En gisteren ook.

Van twenty-something naar thirty-something

Standard

30.
Een mijlpaal voor velen.
Ook voor mezelf hoor. Van 29 naar dertig, dat is als de stap van 17 naar 18.
Gevoelsmatig.
Of van 24 naar 25.

En net als bij die laatste, ben ik nu ook weer niet thuis.
Ik werd 25 in India, in 2008. Een nieuwe periode brak aan.
Een gedeelte van mijn leven waarin ik gelukkiger was dan daaarvoor.
Ik was weg, verjaarde en was gelukkiger.

Nu niet anders.
Denk ik.
Ik ben in elk geval al weg, dat is zeker.
En verjaren is voor vandaag.
Terugkomen duurt nog twee maanden en wie weet of ik ga veranderd zijn?

We zullen zien.
Net zoals morgen: zien waar we heen gaan, zien wat we doen.
Keuzes maken, neus vooruit en gaan.
En daarna: gaan voor beter.

Mijn vrouw en ik, samen 55 jaar, samen keuzes maken.
Omdat dat kan.
Omdat wij dat kunnen.

BOOM!
Maar, euhm, serieus: 30?!
Da’s keioud eh…

Drie weken: een eerste terugblik

Standard

Gisteren konden we op ons terras even rustig terugblikken op onze eerste drie weken in India. Drie wekem die voorbij vlogen: het voelt wat onwezenlijk. We zagen al zoveel, deden al behoorlijk wat kilometers en dronken gemiddeld drie flessen water per dag.

Rondreizen

We arriveerden per vliegtuig, deden wat rondjes in taxi en riksja en vlogen daarna weer. Deze erg snelle manier verveelde de tweede keer al wel wat: en luchthaven is en blijft een luchthaven en de uren die je daar moet slijten zijn weinig meer dan lees en verveeluren.
Vanaf Chennai gingen we dan over naar de bus, het ideale vervoermiddel om ongegeneerd in het leven van alledag te stappen. Samen rechtstaan voor de komende uren schept een band…

Waar we eerst nog voor de aircovariant gingen, proefden we wat later ook van de airvariant. Zonder ramen. Wat heerlijk is. Ook om recht te staan, of gewrongen te zitten: Indische poepen zijn niet te vergelijken met de onzen…

En toen was er de trein. Een heel geregel, een lange rit, maar uiteindelijk wel dik ok.
En goedkoop. En, wat vliegvelden minder hebben: vertier van de bovenste  plank.
Het cateringcircus van de trein naar Kanyakumari die we zagen passeren zal ons nog lang heugen…
Het Indische platteland voorbij zien flitsen is ook duizendmaal interessanter dan wat lichtjes ontwaren vanuit de lucht.

Vanaf nu maken we een weldoordachte mix: af en toe een taxi of een riksja als het niet anders kan, de bus voor korte ritjes en de trein voor langere. En voor de belachelijk grote afstanden die er nog aankomen zal er toch voor de grote ijzeren vogel gekozen worden. En volgende week ook een stukje per boot. Omdat dat kan.

WC on the loose

En met ons?
Met ons gaat het goed. Beter. Best.
We hebben dan ook twee engelbewaarders mee die geregeld eens worden vastgepakt. Kwestie van alles in de hand te houden.
De zekerheid van de goede concierge in ons huis zorgt ook voor een enorme gemoedsrust…

Nu, na drie weken, zijn we echt volledig tot rust gekomen en klaar voor meer avontuur.
Het voelt in elk geval alsof we de wereld aankunnen. En laat dat nu net de bedoeling zijn.
Zoals Charlotte het gisteren bij het ontbijt (met zicht op de oceaan) zei: “Als je hier niet gelukkig kan zijn, kan je dat nergens.”

Dit is gewoon het paradijs
Hoewel een Belgisch cafe met wat familie en vrienden hier niet zou misstaan.

En nu?

Een paar dagen strand, een dertigste verjaardag vieren, Indische kooklessen, boottocht over het mooiste water van India, een wandeltocht door de theevelden, een paar dagen in een Westerse stad aka Kochi, een nachttrein naar Bangalore, op bezoek bij de Swami en zijn hospitaal en daarna weer verder plannen.
En nu: zwemmen in die oceaan!

 

Een veilige haven is goud waard

Standard

Als je meer dan driehonderd meter moet lopen, neem je beter een riksja. Of wandel je voor tien uur.
Wij kozen vanmorgen voor de tweede optie. De goede raad zei niets over drie kilometer waardoor we dan ook volledig in het zweet stonden, daar bij de havenkant in Vizhinjam.
Een klein vissershaventje dat de scheiding tussen het christelijke en het moslimgedeelte van het dorp vormt. Vroeger woonde men door elkaar en was er geregeld een ongeregeldheid. Moord en pek en veren. Vandaag leeft iedereen in vrede. En armoede.

Onderweg naar de haven biedt Mohan ons zijn gidskwaliteit aan. Ongevraagd maar wel mooi meegenomen. Het voelt alsof we in hun privacy komen.
Ooit al gaan zwemmen op een camping waar je niet verblijft? Met van die permanente stacaravans?
Dat gevoel.

We zien de vis binnenkomen en verkocht worden, delen een fles water en staan versteld van de armoe en kunstige moskee die gracieus naast elkaar bestaan. Wat verder torent de enorme kerk boven het dorp uit…

Wanneer we in de riksja huiswaarts zitten, zijn we erg blij dat we er weg kunnen. Het was er mooi en interessant, dat zeker. Maar de Golden Sands voelt voor ons meer dan ooit als thuishaven…

Honeymoon Inception

Standard

We werden deze week verwacht in Kovalam, waar we dinsdag aankwamen.
Leen regelde voor ons een kamer in Golden Sands, een resort met zwembad.
Voor niet belachelijk veel geld (19 euro, met ontbijt, wij kunnen daar mee leven).

Een restaurant op tien meter van ons terras, met het zwembad als parel ertussen.
Kokospalmen en meer oerwoud errond.
Jungle geluiden en exotische vogels.
Het strand op 200m, de zee er net aangrenzend zoals dat vaak het geval is met die combinaties.

Ik zeg u: wij beleven deze reis even als Goden in Eden…

Rough Guide, Tough Guide

Standard

We plannen onze reis van dag tot dag, zoals dat dat hoort als je rondzwerft. Als we ergens goedzitten, besluiten we of we er drie dan wel vier dagen blijven, anders zijn we er na een nacht slapen weer vandoor. In ons boekje, de Rough Guide van India, staat steeds een stukje “Verder reizen vanuit…”. Op die manier kunnen we concrete vragen stellen en komen we toch iets zekerder over. Met een verkleinde kans tot afrip als gevolg.

Deze tactiek werkte goed tot in Pondicherry.
Deze heerlijke Franse koloniale stad (Middelandse Zee steden, maar dan Indisch) hadden we na anderhalve dag helemaal gezien en we wilden verder naar het zuiden. Pondicherryi, zo stond in de Rough Guide, heeft een verbinding met Kanyakumari. Een busverbinding. Ieder uur. Terwijl we ons mentaal voorbereiden op een 13 uur durende busrit, liepen we nog snel even ter check-check dubbelcheck binnen bij de toeristische dienst. We legden ons plan voor en de man verschoot zich een bult.
Elk uur? Eentje per dag ja. En die stopt hier alleen maar als ze niet volledig volzit. En dat weet je nooit op voorhand…

Woeps.
Dat was wel een heel ruwe handleiding, eventjes.
Een koude douche vooral.
Omdat het zondag was, was het station gesloten en op dagen dat de Indische Railways gesloten zijn, is de website dat ook. En op dagen dat ze wel open zijn, is reserveren via de website alleen mogelijk buiten de openingsuren…
Straf, maar nog niet zo erg, dachten we.

Maandagochtend haast ik me naar het station om halfacht en doorloop de reservatieprocedure. Alles netjes volgens de letter ingevuld tot de man aan het loket me aankijkt en doodleuk zegt dat er geen treinverbindingf is vanuit Pondicherry naar Kanyakumari. Of naar Trivandrum, onze tweede keuze…
Wait what?
Moeten we dan echt eerst terug naar Chennai?
Of zitten we gewoon vast?

De toeristische dienst weet ons te vertellen dat we eerst naar Villupuram moeten en zegt dat ze ons in het station wel een ticket kunnen geven. Informatie over de treinen? Best via internet. Reserveren? Via de balie aan het station…

Weer terug, weer reserveren en weer een baliegesprek van korte duur: all trains are full. It’s festival season sir.
Lap.
Terug naar een internetcafe, plannen wijzigen en de trein naar Thiruvanantapuram lijkt ons een goed alternatief.
Aansachuiven, reservatieformulier invullen en weer van korte duur, dat gesprek: I first need a copy of your passport…
GNNNN! Soit. Straat over, kopiekes, de rij voorsteken en tussen drie andere handelingen van de loketbediende schuiven we 2000 roepie in zijn handen. En krijgen we onze tickets.
Juij!

Maar serieus: een halve dag om een treinkaartje te regelen?
Welcome to India!
Ook: de volhouder wint!

Feeling hot, hot, hot

Standard

Na 3 dagen in de koude was de zin groot om verder te  trekken naar het warmere en rustigere zuiden! Onze laatste dag in Delhi wordt dan ook vooral gekenmerkt door wachten. Op zich geen probleem, want wachten is een deel van de huidige cultuur. En wij proberen ons aan te passen, ah ja.
Verwar wachten trouwens niet met geduld…

Een klein bezoekje aan Jantar Mantar en Connaught Place later (gewoon weer zelf de weg gevonden en alle tuktuks afgewimpeld) is het tijd voor de laatste kop chai. Onze taxichauffeur is een half uur vroeger dan afgesproken en we vliegen naar de luchthaven. We krijgen nog een mini toeristishe rondleiding EN een grote les Reizen door Indische Contreien: zeg nooit, maar dan ook nooit dat het je eerste keer is in India. “No sir, fifth time sir.” En gij zult minder afgeript worden…

Het vliegveld van Delhi is een oase van rust en Westerse winkels en restaurants. En dat doet deugd. Delhi, het was een shock, voor ons beiden.

Als het vliegtuig drie kwartier later dan gepland in Chennai aankomt, is het er behaaglijk warm en een pak rustiger dan in Delhi. De rikshaws zijn minder opdringerig en onze taxi staat klaar. Wat een ommekeer 😉
Ravi brengt ons in een dik half uur naar ons hotel, recht tegenover het station. Muskietennet, een fles water en slapen is alles wat we nog kunnen denken.  Zo vermoeiend man, dat reizen.

Chennai is een fijne stad. Dolgedraaid verkeer, heerlijk eten EN mooi weer. Verder zagen we niet zo veel. Check vooral de foto’s van de shopping mall: ook dat is India. Hypermodern naast krot en armoe. Conceptstores naast geimproviseerde theeshops. Bedelaars zonder benen naast zakenmannen met Iphones…

De volgende dag reizen we na het ontbijt verder naar Mamallapuram, een toeristisch stadje vol beeldhouwers. En vol toeristen en bijhorende restaurants. De planning is ruim, de curry pittig en de vis vers. Klinkt als vakantie? Check, er wordt zelfs een eerste (duur) pintje gedronken.

Na de Shore Temple en het beeldhouwersdorp zit ons culturele gat weer even vol en geven we ons over aan de stroom des levens: Babbeltje hier, chai daar, een broek en een hemd en een verse gegrilde vis.
Wij, wij zijn er helemaal klaar voor!

UPDATE: foto’s lijken een probleem. Het Indische internet lust niet zo graag mooie kiekjes…