Run For Life 2012

Standard

Ook dit jaar lopen we nog eens een marathon.
We zijn intussen met 43 lopers, een leger masseurs en bevoorraders.
En een berg sponsors.

Maar die laatsten, die sponsors, die kunnen we nog gebruiken.
Niet echt wij natuurlijk.
We lopen namelijk voor SISP.
Een project in India, waar mijn vrouw en ik binnen 15 dagen naartoe gaan.

Had u al gesponsord?

“Kinderen Derde Wereld” – Brussel
IBAN BE57 0000 0399 9935
BIC BPOT BE B1
Mededeling: RUN FOR LIFE 2012

Want de kindjes rekenen op u.
En ook: ge kunt dat inbrengen op uw belastingen, vanaf 40 euro.

En toen, toen werd het stil…

Standard

Apupa (*)

Begin april , de hitte is de laatste weken meer en meer verschroeiend. Om 10 u in de morgen siddert de lucht  boven de aarde en de wegen. Alle groen heeft zijn gezonde glans verloren. Elke aktie lokt een zinderende stofwolk uit. Die lange uitputtende, verschralende hittemaanden, met temperaturen die dagelijks lijken te klimmen en geen druppel regen tot 1 juni , traditioneel het begin van monsoon. Een cycloon die enkele duizenden kilometers verder raast, laat echter in zijn staart, Kerala meegenieten.  Zegen en vloek. Met bakken valt het uit de plots loodzware hemel. In minder dan een uur staan de straten onder water en gutsende beken vormen zich langs alle wegen of herschept wegeltjes tot Ardeense stroompjes. De palmbladeren daken, of de door de termieten uitgeholde lemen muren van de huisjes en hutjes  van de armen storten half in, ze hadden hun jaarlijkse hernieuwing een jaartje overgeslagen, er waren zoveel andere onkosten. “Is de monsoon 2 maanden eerder uitgebroken ” hoort men vaak, na enkele dagen bijna ononderbroken gordijnzware regens, in winkels en bij de barbiers.

… Waarom hij die boom tegenover ons  huis had uitgekozen weet ik niet. Maandelijks passeren er tientallen Indische zwervers. Mannen en vrouwen. Meestal alleen. Je ziet ze overal langs Indische wegen. Vaak zijn het bedelaars, maar even vaak zwervende reizigers,  psychatrische patienten, licht mentaal gehandicapten, weduwenaars of weduwen(**), boete doeners, allemaal schrijnend arm en overlevend van giften meestal in voedsel , soms een hemd of broek of sari(***). Slapend langs de weg of onder het afdakje van een buurtwinkeltje. Ze slapen nooit meer dan een nacht op dezelfde plaats.
Op een morgen zag ik hem vanop ons terras ontwaken, hij had waarschijnlijk ‘s nachts hier zijn slaapplaats opgeslagen. Oud, grijs en broodmager. Hij droeg enkel een bermuda met over zijn schrale schouders  een deken geslagen en onder zijn hoofd een dichtgeknoopte doek. Zo klein, zo tenger, met zijn verrimpeld herfstappeltjes gezicht en toch een monument onder die boom aan de straatkant. Hij zette zich op zijn hurken op een droog plaatsje tussen 2 plassen, krabde zijn lederen naakte rug  en begon te sabbelen op een oude korst brood in zijn rechterhand. Een gedeukte beroette tinnen beker naast zijn voeten. Ik riep Imam om met me mee te gaan om grootvader thuis uit te nodigen. Hij weigerde vriendelijk maar kordaat, hij nam mijn briefje van 20 rupees aan ( 30 eurocent), draaide zich terug in zijn deken en legde zich neer om verder te rusten.
De boombladeren lieten een lichte zwoele nevel van fijne aflekkende druppels neerfilteren over hem.

Toen ik ‘s middags van het Centrum naar huis liep had ik Manu, één van de artisanale werkers in het centrum,  gevraagd om met me mee te lopen en grootvader  een portie rijst en curry van de schoolkeuken te geven. Werner had echter ondertussen al gezorgd dat ‘apupa” zijn rijstmaal  had en Imam had apupa  ook een plastiekzeil gegeven zag ik. Manu pakte de portie in in krantenpapier en apupa zette het opzij voor zijn avondmaal. Toen het ‘s avonds bleef stromen gieten ging ik apupa nog eens vragen om toch in ons huis te komen slapen of tenminste onder het afdakje van het winkeltje vlakbij. Zijn plastiekzeil was genoeg, zei hij, hij hield ervan in open lucht te slapen.  Toen ik de volgende morgen vanop het terras ging kijken, zat apupa vanonder zijn zeil de straat gade te slagen. Voor ik naar het werk vertrok sprak ik nog vlug met Werner  af dat Imam apupa ‘s middags zijn rijstmaal zou brengen.Ik vertelde Werner dat ik vandaag 2 uurtjes vroeger zou stoppen in het sisp centrum omdat ik nog  zoveel achterstallige emails had te beantwoorden.
Toen ik echter om 4 u op kijkafstand van ons huis kwam gewandeld, zag ik vanuit de verte de politiejeep, ambulance  en agenten aan ons hek staan. “Wat kon er nu in godsnaam gebeurd zijn” dacht ik. Je kon zien aan de manier waarop de agenten zich gedroegen dat het niet om een administratieve of  verkeerskwestie ging. Naimsha kwam op me toegelopen  en vertelde dat de winkelier rond drie u ‘s middags vond dat apupa zo lang stil bleef liggen en hem dood had aangetroffen  toen hij ging kijken.
“Een kilometer verderop naar het dorp was er nog een zwerver dood gevonden” vertelde de politieagent. “De overheidsambulance komt  de dode lichamen oppikken voor de afdeling “no names, no relatives” van het grote overheidsziekenhuis, Medical college. Na autopsie worden de lichamen nog 6 maanden bewaard in de vrieskamers voor eventuele aanspraak. Daarna worden ze gecremeerd.”  In de gietende regen werd het kleine lichaam  in een laken gehuld en in de ambulance gelegd, we stonden enkele minuten de ambulance na te kijken toen hij wegreed. Geen van ons dacht er aan een regenscherm te openen.

Ik heb enkele jaren geleden die vrieskamers van Medical College voor het eerst leren kennen naar aanleiding van een ander overlijden. Het was een griezelige, mensonterende en erg schokkende ervaring toen voor mij. Er waren veel  stroompannes geweest in dekoelkamers de voorbije weken en de buitentemperatuur was rond de 40 graden C.

Apupa is dagen, zelfs weken in mijn gedachten gebleven, zo oud, en daarzo alleen stilletjes sterven langs de weg. Heeft onze vriendelijkheid in zijn laatste dagen hem iets van warmte gegeven. Was  hij eenzaam, apupa,of was het een bewuste keuze ?

India … zo mooi, zo zoet en … vaak zo wreed.

Paul
vizhinjam, 31 mei 2008


(*) apupa : grootvadertje
(**) vaak kiezen oudere mannen en vrouwen na het overlijden van hun partner voor een leven als zwerver, met enkel een knapzak.
(***) sari : typische vrouwenkledij, lange rond het lichaam gewikkelde doek

One day, i made a shocking decision

Standard

Wanneer ik op 30 november aankom in Kovalam, heb ik echt geen idee wat ik moet verwachten. Ik heb een vaag idee wat er in de school omgaat dankzij de website en de verhalen van Seppe.

De concrete werking is echter een groot zwart gat voor me. Gelukkig zijn er, zij het op een indische manier, afspraken gemaakt met Paul. Ik zal computerles geven aan leerlingen. Hoe ik dat invul moeten we nog bekijken. Achteraf gezien bleek dit een enorm goede basis te zijn om mee te starten.

Alles lijkt een beetje chaotisch, maar dat is ongeveer oor heel india het geval. Als ik op maandagochtend op school aankom, word ik door Paiul voorgesteld aan de kinderen als “the new computer teacher” . Het doet een beetje raar om als leraar bestempeld te worden.

De eerse dagen ga ik echter met enkele sociale werksters het dorp in om de situatie en de afkomst van de SISP-kinderen beter te kunnen plaatsen. Het is een enorme schok voor me. Een confrontatie met deze graad van armoede is me eigenlijk een stapje te ver.

Wanneer ik na een maand op school huisbezoeken doe met enkele leerkrachten, breekt m’n hart volledig. De band die er is gegroeid met de kinderen betrekt me volledig in hun situatie. Ik had mezelf voorgenomen om ergen foto’s te maken, maar zowel m’n diafragma als m’n keel zitten met een dikke krop.

Op school loopt alles echter enorm vlot, ik schtrik er zelf van. Na een week krijg ik Group B min of meer toegewezen en maken we samen een redelijke vooruitgang in het rijk van onze enige computer. We gaan van nul naar een min of meer deftig beginnersniveau gezien de situatie. Het is nu eenmaal niet niet evident om met zvn studentenaan een computer te werken…

De samenwrking en vriendschap met de rest van het personeel neemt ook elke dag toe. Het is enorm fijn om als onbekende zo snel in een groep te worden opgenomen. Vanaf dag  is iedereen bereid om te helpen en om vragen te beantwoorden. Ook de samenweking met de kinderen is schitterend.
Hoewel het bij tijden behelpen is om een deftige communicatie op te zetten, het ontbrak op geen enkel moment aan goede wil.

Nochthans is het geen sinecure om les te volgen in een taal die je niet meester bent en die niet je moedertaal is.

Ook buiten de lessen wordt er zonder problemen contact gelegd. De kinderen zijn oprecht gelukkig wanneer ik met hen meespeel of als ik me bij hen zt, al dan niet op de grond, tijdens het eten.

Het toppunt van vriendschap was voor mij echter de introductie tot internet met Geoge Sir. Hij is als een kind zo gelukkig wanneer we samen eene-mailaccount makn en ik hem toon dat er ook kranten in het Malayalam te vinden zijn op het world wide we.

De inzet en het enthousiasme van George zullen m altijd bijblijven. Of hij nu engelse les gaf aan Group B, tuition in de avonduren of cricket speelde op dinsdagnamiddag, hij gaf zich altijd volledig.

Het is dan ook niet zo gek dat hij vorig jaar de special care class oprichtte.

George is echter niet de meest bezielde zot van het geheel. Die eer gaat volledig naar Paul. Ondanks zijn halve eeuw leensrvaring, blijft hij met hart en ziel voor zijn geesteskind gaan. Wat twaalf jaar geleden begon als een soort vakantiebeleveing op eigen kosten, is nu verworden tot tot een zelfbedruipend project.

Het mooiste voorbeeld vind ik het nieuwe schoolgebouw dat volledig met middelen van gulle gevers uit de hele wereld wordt rechtgezet en in de loop van 2008 in gebruik wodrt genomen.

Ik ben eerlijk waar erg blij dat ik van SISP de kans heb gekregen om een maand lang hun leven te ervaren. Ik heb er enorm veel uit geleerd. Vooral dat ezieling en geloof in een droomproject essentieel zijn om het te laten rollen.

Dat iedereen en vinger kan uitstekn om een betere werld te verkrijgen en dat delen met hen die het minder goed hebben echt geen schande is.

Dat het wereldleed dat we zo gewoon zijn van op televisie, echt bestaat. Dat het wetn van leed erre van hetzelfde is als het zien en van dichtbij meemaken van datzelfde leed.

En dat het gerbuik van toiletpapier eigenlijk volledig ovebodig is. Waarvoor dank Werner!

Varka-la-la-la

Standard

De rugzak was gepakt, afscheid werd genomen.
Eventjes binnenspringen bij Paul en Werner voor een laatste belgische groet in Kovalam en een tasje koffie. Dat ik het er echt goed heb gehad en dat het fijn was en dat er aan alle mooie liedjes een einde komt.
Het was jammer om er weg te gaan. Ik heb er een schitterende maand beleefd en heel veel dingen geleerd, vooral op menselijk vlak. Dat ik er wil teruggaan staat buiten kijf, hopelijk lukt dat een van de komende jaren ook. Liefst binnen de vijf jaar, dan kan m’n paspoort twee indische visa’s bevatten…

Snel stoppen in Trivandrum (aka Thiruvanthapuram) voor een postpakket (de rugzak weegt al genoeg zonder de nieuwe en uitgelezen boeken) en dan de trein op naar Varkala.
Ondertussen krijgt m’n sluitspier het redelijk hard te verduren, want om de een of andere reden is’t weer van dat. Nu ja, lopen en laten lopen eh.
Maar helaas is dat niet zo handig als een mens trein en bus dient te nemen, dus een overdosis Immodium Instant (heerlijk van smaak trouwens) moet de redding zijn. Wat ook min of meer zo is… Min of meer, u leest het goed. Meer daarover in een volgende paragraaf.

Varkala ligt op slechts een steenworp (mits getrainde werpspieren) van Kovalam en wordt omschreven als het paradijs. Strand en religie en rust en dorps en niet zo heel toeristisch. Omdat ik graag een paar dagen strandvakantie wil zonder dikke, witte, mensgeworden hippopotamussen Engelsen strandt ik hier (die woordspeling, how jom!). De trein brengt me tot in het dorp, de bus tot aan de tempel en de benenwagen tot aan een groepje lokale jongeren.
Of ik een kamer zoek. Tja, een rugzak zo groot als de doorsnee Indier dient meestal niet om gezellig mee aan het strand te gaan liggen, dus ja. Maar dat ik slechts een beperkt budget heb. Geen probleem, 200 rupee lukt zeker zeggen ze.

We lopen verschillende huizen af, maar alles is volzet. Hoe meer huizen we voorbij lopen, hoe dichter we bij de zee komen en hoe hoger de prijs wordt, denk ik. Nu ja, laat dat geen probleem zijn voor er een prijs genoemd is.
Een kleine kamer,  schoon met gedeeld toilet en douche en pompbak buiten op het dak voor 200 rupees. Tja, dat ik dan wel verder zoek.  En  gewiekst als ze zijn, is  125 ook wel goed. Nice shot, denk ik dan.

Rugzak af, uitladen, muskietennet bouwen, t-shirt wisselen, gerief bijeen pakken en naar de beach!

Varka-la-la-la! Is het eerste dat in me opkomt als ik op het strand kom. Rustig! Proper! Gezellig! Echt, stukken beter dan Kovalam.
En de zee, zo wijds, zo wijds! En het strand, zo mooi! En de arenden, zoveel! En de restaurants, zo gezellig! En de verkopers, zo … niet aanwezig!
Er liggen een stuk of dertig mensen te zonnen, hier en daar iemand op een terras, een parasolletje of drie en twee redders. Allright!

Ook vandaag, zondag, is het er heerlijk rustig.
Wel toeristen, maar niet te veel. Ook minder arrogant dan in Kovalam. Ontbijt is ook hier best OK en de winkeltjes zijn wel open, maar niet opdringerig.
Ik heb het gevoel dat ik hier wel een hele week kan rondhangen.

Mocht je in India zijn en een strandvakantie willen en naar Kovalam willen gaan: doen! Bezoek SISP, zeg goeiedag aan Paul en Werner, leg je op het strandje aan het Rockholm Hotel (links van de vuurtoren) en wandel af en toe eens langs Kovalam Beach. Ga iets eten in de Lonely Planet of in Spice Village en drink een pintje in de bar van Raja Hotel.
Maar ga na drie dagen naar Varkala, zoek een kamer en geniet van het strand en de zee en de zon en alles. Echt, dit is een aanrader!

Les derniers jours

Standard

Het is gek om na anderhalve week van rust en kalmte weer in ene overvolle en drukke school aan te komen. De kinderen hebben in elk geval genoten van hun vakantie en zijn weer helemaal klaar om zich voor de volle 100% te geven op school.

De computerlessen met Group B (een beetje “mijn klasje”) hebben de afgelopen weken toch vruchten opgeleverd. Ik had er een beetje schrik voor, maar bijna alles was blijven hangen. Met enige trots laat ik hen netjes de oefening maken die ik heb voorbereid: tekening maken in Paint, alle tools gebruiken, saven, Word openen, tekening inserten, resizen, tekst typen en die tekst netjes naast de tekening zetten. De volgende doet dan hetzelfde, maar lijnt zijn paragraaf aan de andere kant uit.
Mits enige hulp wordt het een groot succes, denk ik dan.

Donderdagnamiddag ga ik met Imam en de mama van Hanne naar de nieuwe school kiken. Er wordt nog hard aan gewerkt, maar een van de komende maanden moet ze klaar zijn. Echt een dijk van een school, verschillende lokalen, een grote keuken en een grote zaal.En een dakterras. En een apart gebouw voor staff en social work.
Echt een fijn gebouw, rustig gelegen en comfortabel.
Wees maar gerust dat uw centen daar hard nodig zijn en goed terecht komen!

Donderdagavond trek ik net als woensdagavond met George Sir naar het internetcafe. De kerel heeft al vaak iets van internet gehoord, maar heeft nog nooit iets gedaan om er echt op te geraken. Hij is dan ook als een kind zo blij als ik hem de eerste stappen help zetten. En wat voor een wereld er voor hem opengaat wanneer we zijn e-mailaccount aanmaken! Zaken die voor mij heel vanzelfsprekend zijn, zijn een uiterst nieuwe ervaring voor hem.
De les die ik er uit leer: sta verdikke maar eens stil bij al die alledaagse handelingen, het is niet voor iedereen zo vanzelfsprekend.

Vrijdagochtend heeft iets geks in de lucht. De laatste schooldag voor mezelf. ‘t Is ene beetje gek. Eerst fruit kopen voor de traktatie van vandaag (Famous SISP Fruit Salad) en dan de laatste computerlesjes.
Na de lunch ga ik huiswaarts om de rugzak in te pakken: ik vertrek morgen immers naar andere oorden.
Plots begint het allemaal wat te dagen: wat de laatste dagen nog erg ver weg leek, is nu akelig dichtbij.  Alles wat bekend(er) is geworden wordt weer opgegeven. Iedereen die ik leerde kennen wordt wederom achtergelaten. Misschien zelfs voor eeuwig en altijd, wie weet dat?

Als ik om half vier weer op school ben voor de fruitsla en afscheid van iedereen, zijn er een paar van de kinderen die komen vragen of ik echt weg ga. En of ik niet wil blijven. En dat ze gaan wenen sebiet. Gelukkig was het niet van tranendal, maar toch.
Als er twee groepjes een liedje komen zingen, doet het toch wel akelig. Het is echt echt.
Gelukkig is er enorm lekkere fruitsla.
SISP heeft zelfs een presentje voor me: symbolisch volgens Paul, maar eerlijk: het raakt me en ik voel me verdrietig en enorm gelukkig tegelijkertijd.

Alles in india lijkt wel dubbel te zijn. Elke gebeurtenis, ervaring, ontmoeting, beeld, foto, … snijdt aan twee kanten. Vandaag is dat het gevoel dat ik niet weg wil: het is hier enorm goed en gezellig en vriendelijk en liefdevol en gewoon goed toeven. Anderzijds heb ik het gevoel dat elke stap die ik nu maak, me dichter bij Belgie brengt… Waar het potverdikke ook goed toeven is, wees maar gerust. En toch, toch kom ik hier terug…

Overseas

Standard

Vrijdagavond, half acht.
Ik sta, samen met Paul en zeven dansrs van SISP, te wachten op de taxi. Wachten op de taxi, maar ondertussen gebeurt er zoveel meer dan wachten!

Babbelen en zwanzen en dollen enlachen.
Het is in zijn gheel niet vervelend eigenlijk, dat wachten.
Als een van de dansers plots opmerkt dat mijn ogen zo gek zijn, begrijp ik er geen snars van. Gelukkig valt mijn paisa net op tijd: mijn iris en pupil zijn verschillend van kleur. En dat heeft de brave jongen nog nooit gezien!

Het moet voor hem een beetje geweest zijn als toen ik de eerste keer met mijn zwarte buurjongen in de zandbak speelde: geke ervaring!

Om kwart voor acht is de taxi er en kunnen we naar de Trivandrum Golf Club voor een avondje uit met de mnsen uit overzeese gebieden die nu hier in de buurt wonen. Veelal mensen uit het Verenigd Koninkrijk, maar ook enkele Nederlanders en een Belg.
Op zich wel fijne mensen en ik verveel me dan ok geen seconde bij hen.

Lekker eten, een pintje en een klapke doen. Dat is nu eens echt lang geleden seh.

De jongens va de dansgroep zijn echter een beetje moe, zo lijkt het wel.
Het vuur van kerstdag is er niet, maar toch draaien ze nummer na nummer de ziel uit hun lijf. Het is echt zotjes hoe die gasten filmdanskes doen.
Om een uur of elf rijdt onze taxi naar huis.

Een betje op tijd het bed in is dan ok geen overbodige luxe.
Ik heb een hoestje gevangen in m’n kathedraal en dat speelt me wel parten. En aangezien ik een tweedaagse uitstap naar Kanyakumari wil maken, kan ik dat maar beter uitgerust doen…

Kerstmis met de tenen in het zand

Standard

Voor allen die van goede wil zijn: en vrolijk en vredevol kerstfeest!
In christelijk Kovalam wordt het enorm hard gevierd, in toeristisch Kovalam nog net ietsje meer. Zotte bedoening eigenlijk, kerstmis. Een relaas.

Waar kerstavond een lichte sisser was, was 25 december een schot in de roos.
24 december alleen doorbrengen heeft iets, maar verschilt niet zoveel van andere dagen alleen doorbrengen.
Lekker eten kan in elk restaurant, maar in Spice Garden kan het ook nog eens zonder vervelende strandverkopers. Het ligt namelijk aan de achterkant van de strandrestaurants. Volgens de obers zou het een geweldig feest moeten worden zonder sluitingsuur, veel knappe vrouwen en een geen alcoholverbod. Dat belooft dus een braspartij tot het ochtendgloren en spek voor mijn bek.

Het eten is geweldig, net als de vorige keer. Maar ook het publiek is als vorige keer: zeven mensen buiten mezelf. Geen groot feest dus.
Een hoopje engelse dames doen hun duit in het zakje, maar meer dan een halve rupee is dat ook niet.
Ik merk van mezelf ook dat een geforceerde sfeer erger is dan geen sfeer. Jakkes.
Het is feest als het feest is, niet omdat het toevallig kerstavond is. Deze mensen denken daar precies anders over. Een kleine babbel over India geeft me een afkeer van hen:

Armoede? Hier? Niet overdrijven eh. Je vindt in elke stad toch bedelaars? Ik denk dat je het allemaal wat overdrijft. Die mensen hier hebben gewoon geen behoefte aan luxe zoals wij.

Tja, als je zo tegen de dingen aankijkt dan is er inderdaad weinig armoede.
Om elf uur is het restaurant helaas helemaal leeg. Ook elders is er niet zoveel sfeer. Gek, want het was nochthans sterk aangekondigt.

Kerstdag is echter een heel ander koekje. Plumcake.
Om elf uur worden we bij Justin thuis verwacht voor een kerstmaal.
Paul, Naimsha, Lenny en Jana zijn ook uitgenodigd. Sfeer en plezant, maar anders. Anders is echt wel het minste dat ik kan zeggen.
De gasten zitten en drinken (zelfgemaakte wijn, super goed!) en eten, maar de gastheer en zijn vrouw kijken toe. Het voelt redelijk gek.
Ook het feit dat het zweet over m’n rug loopt op kerstmis is een gekke gewaarwording.

Nog gekker wordt het als ik om drie uur even ga zwemmen in de zee.
Het is verdikke kerstmis! Ik ben ingesteld op zitten in een gezllige huiskamer met fijn volk en plezante gesprekken! Maar nee, zwemmen, duikelen in de golven en lezen met de tenen en de buik in het zand: het is eens wat anders!

Als de avond valt, rijden we met de bus van SISP (nog niet met de nieuwe) naar het volgende strand. Aan restaurant 3rd Rock wordt er een optreden van SISP Dance verwacht. We krijgen een plaatsje op de eerste rij en met de tenen in het zand genieten we van elk moment.

Paul kondigt het programma aan en geeft wat uitleg over SISP, de projecten, microkredieten, schoolwerking, tuition, social work en vertelt in het kort de geschiedenis.
Ik besef nog niet half hoe groot de impact van Paul en Werner hier de afgelopen tien jaar is geweest.
Wat zij hebben klaargekregen is echt lovenswaardig.

Als de jongens en meisjes beginnen dansen gaat het spreekwoordelijke dak van het strand. Ik geniet met volle teugen. Dat deze kinderen de kans krijgen om gratis dansles te krijgen en hun ding te doen voor publiek, maakt zowat iedereen gelukkig.
Het geluk straalt dan ook van hun gezicht.
Ook Paul en Werner zien er gelukkig uit.
Het moet ook wel een super goed gevoel geven als je merkt dat het helpen van straatkinderen uit de allerarmste lagen van de wereld zoveel geluk kan teweegbrengen.

Paul en Werner, me dunkt dat jullie verdomme goed slagen in jullie opzet!
Ook langs deze weg een dikke dikke proficiat!

De sfeer en omgeving ademen gewoon kerstmis: vrede, vriendschap, liefde.
Ik, ik word daar gelukkig van.

Liefdadigheid

Standard

Een hele tijd geleden deed ik een oproep tot liefdadigheid van uwentwege. Een mailtje met een rekeningnummer (083-4456826-67) en de vraag om alstublieft toch maar wat geld te storten.
Dat het niet om mezelf ging (ondanks het feit dat ook ik een goed doel ben) maar om nobelere bestemmingen.
Naast het mailtje volgde wat later ook een spaghettifestijn waar dankzij de goede hulp van moeder en haar vriendinnen stevig gesmuld kon worden.

Blijkbaar was u allen nogal gul: toen ik naar India vertrok op 7 november had ik een bedrag van 2600 euro rond op mijn speciale rekening (083-4456826-67) staan. Dat werd netjes verdeeld over de twee projecten die ik ging bezoeken.
1300 euro voor SVIRH en 1300 euro voor SISP.
Redelijk propere bedragen denk ik dan.

Toen ik zonet voor de lol eventjes m’n persoonlijke saldo checkte, viel me iets op.
De rekening “Projecten India 083-4456826-67” gaf een gek bedrag. 946.88 euro.
Ik meende me te herinneren dat ik dat ding toch had leeggeschud enkele dagen voor ik vertrok?
Ja wadde!
Er waren precies nog een paar mensen vergeten te storten. Dank u zeer! Uw centen zijn niet weggesmeten! Zeker niet.

Ik moest ook niet zo lang nadenken over wat te doen met het geld. Twee ideeen kruisten mijn gedachten.
Aangezien een redelijk groot bedrag door de Chirojongens van Meer en Robbe was gedoneerd, moest ik er eigenlijk wel spelmateriaal mee kopen.
Helaas liggen de noden elders. De schoolbus van SISP is weer maar eens kapot. En echt dit keer.
Gelukkig kon er al een nieuwe op afbetaling worden aangeschaft.
Het lijkt me dan ook normaal dat de 946.88 eurocenten naar die kant gaan. Want wat hebben kinderen aan speelgoed als ze niet eens op school geraken?

En bij deze weet u dat uw centen netjes verdeeld zijn.
Ik weet ondertussen ook wel dat dit zeker niet de laatste geldinzamelactie van m’n leven gaat zijn. Verwacht u binnenkort maar aan vlaaienslagen, pannenkoekenbak, de Shit van Brigit, Rijstfrettentotdagederbijneervalt en iets als wenskaartenverkoop.

Justin

Standard

Als mijn vliegtuig weer aan de grond staat, is het een kwestie van minuten om buiten de luchthaven te geraken. Geen bagage op te halen, geen security check, geen rij wachtenden.
Dit is echter iets te snel voor Justin, de bestelde taxidriver.
Ik bel hem en hij zal er binnen een kwartiertje zin.
Perfect, een extra hoofdstukje uit Catch22 kan er altijd in (aanrader trouwens!).

Justin.
Een indische jongeman die op redelijke jonge leeftijd vaderloos werd. Arme familie, hard werken als knaap en door alles en iedereen opgelicht en bedrogen geweest. Als Paul en Werner zich over hem ontfermen (klein jobke buiten het toeristische seizoen, engelse les in SISP ) begint voor hem een ander leven.
Momenteel rijdt hij met een taxi en verdient hij min of meer deftig zijn dagelijkse portie rijst.

Als hij me oppikt in Trivandrum (Thiruhupeldepup eh) vertelt hij hondrduitover zijn leven, vrouw en zelfgebrouwde miswijn.
En dat hij vanavond eigenlijk met wat kameraden aan de vissershaven zat en of ik een zin heb om me te gaan. Natuurlijk wil ik dat!
Eventjes stoppen bij het overheidsbierparadijs en naar de haven.

Als we door de donkere straten van Vizhinjam rijden, vertelt hij over het leven hier. KLeine huisjes waar drie families wonen. Een kleine dertig man per vijf vierkante meter. Velen moeten dan ook buiten slapen wgens geen plaats binnen. Shit. Van het ene uiterste (bruiloft) in het andere uiterste: lokale armoede. Mijn hartje bloedt bij de gedachte en het zicht van kleine hoopjes mens die tegen een gevel van een huisje liggen te slapen.

De gesprekken met Christopher en Justin gaan in een fijn engels. Christopher werkt in een bedrijfje in Kollam dat TBC medicatie maakt. In het weekend komt hij cehter terug naar Vizhinam. Tofe kerel met een duidelijke visie op de toekomst van India.
Mijn antwoord op zijn vraag waarom ik nu ben waar ik ben, slaat hem met verstomming. Vrienden worden met de locals, het lukt aardig.

Ook vanavond ben ik weer uitgenodgd.
Dit is waarvoor ik hier ben gekomen, dit was een van de doelen van de reis: bleven hoe de mensen aan de andere kant van de wereld wonen, leven en denken.
Discussies over normen, waarden, culturen, godsdienst en armoede sleuren ons dan ook een stuk in de nacht.
Met als achtergrondgeluid alleen maar het ruisen van de zeebries en de golven die tegen de havenwal slaan.
Hier word ik echt gelukkig van.

Justin nodigt me bij het thuisbrengen nog snel uit voor de zondagsmis. Aangezien ik nog altijd moeilijk nee kan zeggen, zeg ik ja.
Dat hij er zal staan om half negen en dat ik maar moet zien dat ik klaar sta. Want dat de zondagsmis echt een belevenis is. Als ik wat later bedenk dat ik in geen maanden nog op tijd ben opgestaan voor een zondagsmis, verklaar ik mezelf een beetje gek.
Het is cehter de moeite: de enorm mooie kerk zit stampvol en ook het plein buiten is vergeven van het volk.

Zoveel devotie, zoveel gelovigen.
Ik moet een paar keer denken aan de wijze woorden van godsdiensleraar Bert Roos: “Mannen, ge moet allemaal niet te hard geloven.”
En niettegenstaande ik ben gestopt met geloven in Onze Lieve Heer De Goede God, doet deze eredienst iets met me. Ik denk niet dat iemand onbewogen kan blijven bij zoveel biddenden. Een offerande van bijna honderd christenen, mensen die de armen en hemel gooien tijdens het onze vader: katholieker kan haast niet.

En toch sta ik na de dienst buiten met een groot besluit: ik geloof niet in religie. Ik geloof enkel in goed en kwaad in de mens. We moeten het allemaal zelf waarmaken en bidden, smeken en preken hebben niets met geloof te maken als we onze naaste op straat laten sterven.

Waar gaat het heen als mensen liever enkele rupes aan de stinkend rijke Kerk geven in plaats van hun kinderen eten te geven? Wat is het nut van vier door het volk betaalde moskeeen als 480 van de 500 gezinnen geen dagelijkse maaltijd kunen betalen? Wat is het nut van een puja van tien bananen terwijl je vrouw al in geen dagen meer heeft gegeten?

Ik kan daar met mijn hoofd niet bij. Echt niet.
Vanaf heden ben ik dan ook een hedonist die ooit tot christen is gedoopt en als een goed mens door het leven wil gaan.
Niet te realistisch, maar zeker niet fundamentalistisch doch uitermate respectvol voor opinies en gedachten van medemensen ongeacht geloof, kleur, afkomst en geslacht.
Hoewel mooie al dan niet naakte dames altijd een klein streepje voor hebben natuurlijk. 🙂

Social Work @ Kovalam

Standard

Maandag begon mijn eerste echte week bij SISP.
Om het geheel een beetje te duiden werd ik eerst mee op pad gestuurd met Sindu, een maatschappelijke werkster die op huisbezoek ging.
Ik mocht mee. Kwestie van te weten uit welke middens de kinderen komen.
Eerlijk is eerlijk, ik werd er stil van.

Mensen die leven in een hutje gemaakt van lege rijstzakken tegen de blinde muur van een huis, het is schrijnend.
Dat die mensen geen of weinig inkomen hebben (300 rupee voor drie is nu eenmaal niet veel per maand) is schrijnender.
Maar als die mensen dan ook nog eens bedlegerig zijn omdat ze de medicijnen om hun bloeddruk (van de ene te hoog, de andere te laag) te regelen niet kunnen betalen, dat is om uweigen een oog uit te bleiten.
Dankzij SISP krijgen die mensen elke maand een rantsoen eten en wat cash geld.

Een gezin van drie waarvan de vader 50% gehandicapt is verklaard en de moeder het bed (rieten matje op de betonvloer) niet kan verlaten wegens een nierinfectie, ik zou er niet graag de dochter zijn. Gelukkig kan deze dankzij SISP naar school en leren lezen en schrijven.

Dat zijn maar twee voorbeelden van de velen en ik denk dan: goed bezig SISP.
Echt, U weet niet waarover u het hebt als u zegt honger te hebben en al wil gaan eten om 11.45u in plaats van om 12u zoals altijd…

Het loze vissertje

Standard

Na een klein incidentje vannacht (te lang blijven plakken en de huisbaas was reeds in dromenland en ik kon niet binnen) bij de dames blijven slapen.
Gelukkig dat er vrouwen zijn, waar zou een man anders heen moeten bij nacht en ontij?

De dag wordt echter redelijk vroeg aangevat (tien uur is des zondags redelijk op tijd) en de jacht voor ontbijt is open.
Ergens langs de kant van de weg een kraampje gevonden met dossa en chutney. Een lekker eitje met curry erbij en een banaan als afsluiter. Krachtvoer!

Ik wil vandaag de vissershaven van Vizhinjam zien en er maar meteen een fijne wandeling aan vast breien. Dat het ondertussen vreselijk warm is, laat ik buiten beschouwing: wij Kempenzonen, wij zijn wel wat meer gewoon (remember Bornem!).
De mooie vuurtoren is echter nog niet te bezichtigen en de haven vind ik niet. Ik ben dan ook niet echt ver doorgegaan, maar toch.
Waarom ik de pltbroek uithing en niet verder ging?
Omdat mijn aandacht door iets anders werd getrokken…

Vanaf de weg zag ik en dertigtal kerels op het strand aan een touw sleuren. Dat zagen er vissers uit, dus mooie plaatjes gegarandeerd! Om er te geaken moet ik eerst 50 m lager zien te geraken, gelukkig is er een trap aangelegd.
Deze trap leidt naar enkele hutjes, het is verdorie een soort van dorp! Met een prive strand blijkbaar, want het is langs drie zijden door hoge rotsen afgesloten.

Ik word, zoals altijd, raar bekeken. Hier nog met iets meer argwaan, want toeristen blijven normaal netjes op de witte stranden aan hun hotel. Me er geen hol van aan trekkende schiet ik wat plaatjes, maak ik wat praatjes en kijk ik m’n ogen uit.
Deze mannen weten wat werken is!

Plots wordt mijn hulp echter gevraagd.
Een seconde van twijfel, een moment van nadenken (hoewel, nadenken) en natuurlijk spring ik bij.
Sandalen aan de kant, kodak erboven op en trekken!
De mannen nemen er totaal geen aanstoot aan, ze vinden het eigenlijk wel grappig dat ik meedoe.
Na tien minuten merk ik dat het wel redelijk zwaar is. Echt, touwtrekken maar dan met een zilt en veel te dun touw…

Nu ja, van niet laten kennen en doorgaan en van die dingen. Het zingen van de kerels (een malayalamaanse “hey hop”) en hun onnoemelijk grote enthousiasme helpen wel.
Na een half uur komt er een ventje water aanbieden dat ik dankbaar aanneem. Een seconde later flitst er door mjn hoofd dat dat misschien niet de slimste zet is wegens diarree en ander gevaar, maar hey, ik heb dorst en die vissers drinken het ook. Zo slecht zal het dan toch niet zijn?

Als er na een uur de besluitende woorden: FINAL MOVE! vallen, ben ik blij voor die mannen. Ook voor mezelf, maar ja, da’s ondergeschikt.
De vangst is echter enorm klein. Zowel in omvang als in visgrootte. De mannen beginnen dan ook te zagen en te zeuren dat het een lieve lust is. Vieze blikken, schelden, zand dat kwaad wordt weggestampt.
Ik zet me een beetje achteruit, want dit is niet echt tof meer.
Weg groepssfeer, weg zang, weg daginkomsten…

Een jonge kerel weet me t vertellen dat dat elke dag zo gaat, Soms is de buit groter, soms zijn er grote vissen bij. En dan waarom een toerist bij hen komt kijken. Of dat het om te lachen is. Als ik hem uitleg dat ik geen toerist ben (toch geen dikke bleke engelse gepensioneerde baardaap) maar dat ik bij SISP werk, keert het tij een beeje. De mannen bedaren en geven me nog wat water.

Ik had er echt nog graag wat langer gebleven, maar het lijkt me beter om de plaat te poetsen.
Persoonlijk vond ik dit een redelijk avontuur voor zondagvoormiddag. De rest van de dag ben ik dan ook kapot…
En ik moet vanavond nog pinten aan pakken met de huisbaas. Soms ben ik me toch een bees, how jom! 😉

South souther hottest

Standard

Als ik van de trein stap in Thiruvanantapuram (Nee Lieve, niet Thirumeni Rakapan, de man die sneller programmeert dan zijn schaduw) valter een grot wame deken van hete lucht op m’n schouders. In vergelijking met Bangalore is dit echt wel een verschrikkelijk hete stad.
Maar, ook in vergelijking met Bangalore, super kalm en proper.
Riksja richting Kovalam en ondertussen Paul proberen te bellen voor een juiste adresbeschrijving. Want dat heeft een driver nu eenmaal nodig…

No problems, no worries en na een klein half uur sta ik aan het schooltje. Er wordt druk lesgegeven en Paul verwelkomt me hartelijk. Ik heb het hier al gezien: het wordt een fijne maand!
Hanne en An zijn net engelse les aan het geven, maar An vindt toch de tijd om me naar m’n kamer te begeleiden. Die heeft ze donderdag gevonden in de buurt van het huisje waar zij wonen. Dank u wel An!

Hanne en An zijn twee belgische dames die hun stage volbrengen  in dit uiterste puntje van het mooie subcontinent India. Het zijn twee sociale assistentes in spe en hun taak ligt dan ook vooral op het werken met de social workers van SISP. Dat ze een kamer vonden voor mij maakt hen nog toffer dan ze op het eerste zicht al waren!

De mevrouw van de kamer is dolgelukkig als ik zeg dat ik waarschijnlijk een hele maand zal blijven.
Helaas zijn er andere factoren die ook een beetje meespelen.
Omdat anne en An een ander huisje aan het zoeken zijn (hun hospice doet bij ijden echt moeilijk blijkbaar) loop ik na schooltijd even mee. WAT EEN VILLA!
Een tweekamer appartement volledig bemeubeld, met zicht op een steepje jungle (lijkt op deze hier). Er blijkt ook een kamer vrij te zijn in het volgende huis en alles samen komt het neer op 120 euro. Per maand. 40 euro elk. Euhm. Ja. Goedkoop en al…

Helaas maakt de hospice van de juffrouwen een redelijk drama. Het is natuurlijk ook wel erg als je rekent op een extra inkomen voor een aantal maamden en dat dan ziet wegsmelten.
Ook mijn huisbazin is niet gediend met m’n vertrek, maar als ik haar vertel dat ik de eerste nacht gerust wil betalen, kan er nog net een glimlachje af.

Mijn kamer, zo vertelt de eigenaar, hheeft hij vorig jaar aan drie belgische kerels verhuurt. Hun namen weet hij niet meer zo goed, maar ‘t was wel enorm plezierig. Ze gaven ook les bij SISP.
Als ik wat naamsuggesties doe (Dirk Ruud Seppe) zit ik er knal op. Echt, een supervette kamer, dito uitzicht en enorm lieve mensen. Het wordt een mooie maand, wees maar gerust!

Maar hey, warm en zweten en plakken stinken: ik weet nu echt wel dat ik het kan…

Banglore: load and clear

Standard

Of toch niet zo ‘clear’: het zicht wordt dankzij de smog lichtelijk beperkt. Nu ja, een paar dagen uitlaatgassen ademen zal het leven wel verkorten maar de levenskwaliteit gaat er op vooruit!

 Een korte samenvatting van de week tot nu toe, want de uitgebreide versie kan ik alleen maar vertellen aan de hand van foto’s. Ook belangrijk om weten voor je verder leest: emoties en bedenkingen kunnen anders overkomen dan ze bedoeld zijn.
Want wat er ook volgt, het is hier onnoemelijk fijn toeven!

Maandag, Mysore.
De dag begint uitermate vroeg: 07.15 wordt er vertrokken met een bus vol Indiers. Gezellige boel en vanalles. De meeste mensen zijn dertigers en veertigers wat me direct, buiten de drie kleine huilbengels, tot jongste van de hoop maakt.

De tour was niet echt een geweldig succes. We stoppen (redelijk lang) in twee shops waar de geinteresseerden houten gerief en saaries en hemden kunnen kopen. Dat de tourmaatschappij en de overheid en de winkels samen in hetzelfde bedje ziek zijn hoeft geen betoog. De gevleugelde woorden van de gids (“…and you can buy buy buy!”) vallen dan ook meer dan eens.  Ik kom daarvor niet echt naar hier. Shoppen is voor eind januari…

Als we wat later bij het zomerpaleis van Tipu Sultan komen, mag ik 100 rupees betalen, waar autochtonen het schamele bedrag van 15 rupees mogen ophoesten. Deze teakhouten villa is ongetwijfeld een fijn buitenverblijf, maar de gids is vrij karig met uitleg en veertig minuten later is het gedaan.

Het echte paleis van Tipu Sultan is volledig vernield door de engelsen, dus daar kan enkel de tempel van bezocht worden. Mooi, maar de randanimatie (opdringerige prullariaverkopers en dito schoenenbewaarders) vind ik storend. Dat ik daar aan moet wennen als ik de toerist wil uithangen staat buiten kijf, maar toch.

Als we dan uiteindelijk bij het pronkstuk van de dag, Mysore Palace, komen, krijgen we maar een uurtje de tijd. Een uur!
De gids maakt ons de hele tijd warm en vertelt dat dit het mooiste paleis ter wereld is (wat ook echt wel zo is, moet ik toegeven) en dan mogen we maar eventje piepeloeren…
Het wordt een half uur door de binnenkant crossen en dan langs de buitenkant voor foto’s.
Echt, het paleis van Fata Morgana  van de Efteling, maar dan echt.  HIer wil ik terug komen, rustig en op’t gemak.

We crossen nog wat rond met de bus, op naar CHamundi Hill. Hier staat een tempel en er zijn blijkbaar nog mensen die het ding weten te vinden: er wordt bijna gevochten om het heiligdom te benaderen. Volgens mij heeft dat weinig met religie, van eender welke aard dan ook, te maken. Vooral de man van de security die iedereen aanmaant om sneller door te gaan werkt lichtjes op het systeem… De tempel op zich is echter een fijn stukje religieuze kunst. Ik ben er redelijk weg van, van dat hinduistische bouwgerief.

Als we daarna nog naar een tuin gaan kijken, is voor mij de maat vol. Deze tuin is lichtjes te vergelijken met het stadspark in Antwepen, maar dan zonder hoge bomen en met een muzikaal fontein. Weinig tot geen planten en bloemen, geen propere vijver, …
Nee de tour van KSTDC is zeker geen aanrader.

Dinsdag: Bangalore itself.

Ik start de dag met een rustig ontbijt en een wandeling door de stad. Op de “wilden boef” want er zijn niet echt veel stadsplannen te vinden. Geen probleem, een par herkenningspunten onthouden en kleir zow!
Schiiterende stad, echt. Alles wat een stad moet hebben volgens mij.

Veel volk, schreeuwerige winkelbedienden en semimarktkramers, veel verkeer waarbij je je leven riskeert als je de straat oversteekt en eten en drinken dat langs alle kanten quasi gratis kan worden aangekocht (10 cent voor een kopje koffie?). Een fijne voormiddag met als buit een kilo appels, een hemdje en twee leesboeken, tweedehands. Want dat hebben ze hier verdrie in overvloed, engelse boeken voor geen geld! Ik denk dat mijn valies wel lichtjes te zwaar gaat terugkomen…

De namiddag is er weer een KSTDC tour, dit keer in Bangalore. Een tweede zomerpaleis van Tipu Sultan, Lahlbaggarden, de Bulltemple en de Shiva Temple. Ook weer een silk en clothes shop vna de overheid waar ik netjes buiten blijf wachten na vijf minuten rondgekeken te hebben.
De Shivatepel is de graafste.
Met een grot en een verhaal en een beetje occulte figuren die er ronddwalen.

Het beste aan de dag is echter het tegenkomen van fijne mensen. Jessica is een Amerikaanse studente die hier honingbijen komt bestuderen voor een maand of negen en Mercedes is een Argentijnse schone die gewoon op verlof is en er een werkgerelateerd bezoek aan een SAP congres aan breidt. Fijne juffrouwen en dat is blijkbaar wederzijds want er wordt besloten samen te eten. Het mag al eens wat deftiger en uit de band springender dus wordt er in het superchique hotel van Mercedes gegeten.
Dat haar baas betaalt is achteraf mooi meegenomen, maar een aal you can eat indisch buffet voor 135 rupees is nu niet echt de moeite om het te laten liggen, wel?

Vandaag was er een tour gepland, doch wegens te weinig volk is die afgelast. No problem at all, want ik heb het gehad met de package tours. Ik zal wel wat ronddalken en mezelf amuseren.
Op naar het commerciele centrum aan MG Road en Brigand Street.
Daar is het fijn toeven, zo tussen de Pizzahut, MC Donalds en The Donut Baker. Westers en oosters bij elkaar, het is redelijk grappig.
Ook hier een pak boekenwinkeltjes en ik kan The Hitchhiker’s Guide To The Galaxy dan ook niet laten liggen. Samen met The Chronicles of Narnia voor 1000 rupees, en nieuw… Geen werelddeal, maar aangezien ik morgen twintig uur op de trein zal zitten is een goed boek nooit weggesmeten…

De rest van de dag gedalkt, gepicknickt in Cubbon Parc, langs de post voor brieven aan mensen zonder internet en een driewieler naar het hotel wegens de weg kwijt en het beu om te wandelen.

Morgen de trein en vrijdag in Kovalam bij de mensen van SISP.
The future is bright, the future is…
(een portie rijst en sambal in februari voor wie deze slogan correct aanvult…)

Die dag in de Send Items:

Standard

Namaste

Op zeven november 2007 stap ik voor een tijdje uit de westerse ratrace.
Ik wil met mezelf en helemaal alleen een andere kant van de wereld ontdekken.
Ik ben er vrij zeker van dat ik er een paar keer mezelf ga tegenkomen, doch dit geheel terzijde.

De Grote Trip zoals ik het noem, heeft echter iets meer inhoud dan verpakking.
Ik ga namelijk niet alleen de toerist uithangen in India. Geen weken braden aan het strand, geen dagelijkse decadentie.
Wel humane hulp aan zij die het nodig hebben.

Humane hulp in de vorm van mezelf.
Eerst werk ik een maand als paramedicus in een hospitaalgemeenschap in Pavagada, daarna een maand als leraar in een pedagogisch project in het uiterste zuiden van India.

Het hospitaalproject in Pavagada

Het Swami Vivekananda Integrated Rural Health Centre werd enkele jaren geleden gebouwd met de hulp van Damiaanactie.  Waar zij zich in het begin alleen bezig hielden met de behandeling van lepra en TBC, hebben ze nu ook een afdeling voor oogoperaties (cataract) en hartchirurgie.
Momenteel zijn ze heel erg bezig met de behandeling van kinderen: zij zijn immers de toekomst van de streek!

 

SISP
Sebastian Indian  Social Projects (S.I.S.P.) is een kleine Indische NGO die zich richt tot de allerarmsten en de mensen die weinig of geen kansen krijgen in de Indische samenleving en dit specifiek in enkele dorpen te Vizhinjam in de Zuid-lndische deelstaat Kerala.

S.I.S.P. tracht de levenskwaliteit van deze mensen te verbeteren door het aanbieden van o.a.: gratis scholing, training in sociale weerbaarheid, het opzetten van spaarsystemen (micro credit unions), de begeleiding en financiële hulp voor medische behandeling, voeding en/of schoolkosten.

Humane hulp in harde realiteit

Projecten als deze hebben vaak te kampen met een te kleine financiële slagkracht.

Gebouwen, mensen en materiaal nemen grote happen uit een beperkt budget.
De beste manier om de beide projecten te steunen, lijkt me dan ook met baar geld.
Harde contanten die ter plaatse worden afgegeven en waar we samen een zinnige bestemming aan geven.

Ikzelf lever een stevige bijdrage uit mijn spaarpot, maar ik had ook graag uw hulp gehad.
Elke bijdrage, hoe klein ook, wordt geapprecieerd.
Door mezelf én door de mensen achter het project.
Maar vooral de hulpbehoevenden die geholpen worden dankzij het project, zijn de grote ontvanger van uw milde gift (083-4456826-67).

Spaghettihulp

Geld geven aan een goed doel is één ding. Iedereen heeft er graag iets voor terug.
Daarom organiseer ik met enkele trouwe helpers een spaghettifestijn. Op 27 oktober vanaf 17u wordt de parochiezaal van Meer ( routebeschrijving) omgebouwd tot self service spaghettirestaurant. Voor de democratische prijs van 8euro krijg je een bord vol lekkere pasta met een sublieme saus én verdien je een logeplaats in het hiernamaals.

Het is natuurlijk van groot belang dat ik weet hoeveel hongerige magen er gevoed moeten worden. Inschrijven doe je dus vóór 20 oktober via

·         E-mail: wannes@deloore.be (Onderwerp: Spaghettiavond 27 oktober) met een vermelding van je naam en het aantal personen

·         Een klein briefje met je naam en het aantal personen

o   Meerdorp 73, 2321 Meer

o   Klapdorp 28, 2000 Antwerpen

Je inschrijving is pas volledig als je betaald hebt: hetzij cash, hetzij via overschrijving op rekeningnummer 083-4456826-67. Natuurlijk kan dat ook nog de avond zelf, maar

Oei

Je ziet het niet zitten om op 27 oktober naar Meer te reizen?
Maar je wil wel een goed doel steunen?
Dat kan perfect!
Vrije giften zijn meer dan welkom op 083-4456826-67.

Volg mee

Je wil natuurlijk wel op de hoogte blijven van de bestemming van je geld. Gelukkig staat de technologie voor niets en weet ik wat er mee te doen valt.
Zo vind je alle info rond de projecten op https://blog.wann.es/namaste/.
Mijn avonturen in India kan je volgen op https://blog.wann.es/
Foto’s zullen te vinden zijn op http://www.flickr.com/photos/wannesdeloore/.
Wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft.

083-4456826-67

 PS: het staat je natuurlijk vrij om al deze informatie door te sturen of op eender welke manier te verspreiden!

Met vriendelijke groeten,

Wannes De Loore

Klapdorp 28
2000 Antwerpen

0473/52.14.93

skype: wannes.deloore
https://blog.wann.es/