The Future: direction made

Standard

Het leven kan al eens rare wendingen aannemen.
Vaak zijn we er zelf bewust voor verantwoordelijk, maar meestal worden we gestuurd door een gevoel. Een gevoel van welbehagen, een gevoel dat het goede in de mens boven brengt.

En dat goede, dat mag al eens ene beetje egoïstisch zijn: goed zijn voor jezelf is heel belangrijk, zei een wijze dame me ooit.
Wij waren gisteren goed voor onszelf. En ons gevoel, dat zat ook volledig in de juiste richting.

Het begon aan de Wetstraat te Brussel. Daar waar het Warandepark een hoekje maakt.
Een Peugeot 306 stopt en ik gooi m’n rugzak op de achterbank. Ik had een heel sterk vermoeden over wie er in die auto zou zitten, dus het risico op verlies van boeken, rugzak en muziek was redelijk klein.
Het geluk was aan mijn zijde want de bestuurder was niemand minder dan de enige echte Olivier. De jongen had geluk dat ik bij hem instapte, want hij had geen flauw idee van hoe uit Brussel weg te geraken. En daar had deze jongen nu echt wel zin in: na een werkdag van 10u wou ik niet liever dan de hoofdstad verlaten. En gelukkig ken ik de weg aan die kanten een beetje.

De tunnels van de Belliardstraat leiden zoals alle wegen naar Antwerpen alwaar de derde tochtgenoot ons zou vervoegen. Glenn stapte buiten en in en daar gingen we: op zoek naar een plaatsje met rust en vrede en gezelligheid.
Een volkse dan wel bruine kroeg genaamd “den Haan” werd onze vergaderruimte.

Het was een fijn weerzien: we hebben dan ook samen al heel wat fijne momenten beleefd. Vooral in de periode dat er aan het eindwerk moest worden gewerkt was het telkens opnieuw lachen geblazen. Ook ernst deed zich voor, maar dat werd meestal snel de kop ingeduwd met een lol en een lach.

Wat me opviel was hoe weinig we alledrie zijn veranderd: niet alleen botsen de karakters nog steeds niet echt, ook het centrale idee van de avond was voor elkeen onuitgesproken hetzelfde. Heerlijk toch, babbelen met zielsgenoten?
Het was fijn om te zien hoe we met ons gedrieën uit het niets een toekomstbeeld konden toveren uit de grote hoge doch spreekwoordelijke hoed.
Het was als het ware een brainstorm op lag water.
En nee, mijlenver in de omtrek was geen spijker te zien.

Het besluit van de avond?
Dat den Haan een fijne keet is, dat de durum en de kipcorn van Plein 4 echt wel in orde zijn en dat het altijd lachen is om door het Schipperskwartier te wandelen en mensjes te kijken.
Want zo zijn we dan eh.

Trein

Standard

Sinds een kleine week trein ik elke dag.
Het simpele traject van Antwerpen naar Brussel. Treinen genoeg elk uur, maar blijkbaar is dat toch niet allemaal gelijk. IC, IR, P, L. IC en IR zijn de rappe, P weet ik sinds vanmorgen is de Piekuurtrein en de L trein heb ik maandagochtend ontdekt.

Na een bijzonder korte nacht (vergaderen en belangrijke gesprekken en al) dacht ik het slim te spelen en niet te wachten op de latere IC-trein van 07:20, maar de direct bevredigende L trein van 07:06 te nemen.
Die L en IC, het kon toch niet zoveel uitmaken, dacht mijn naïeve (en tot achter de oren van vlinders voorziene) ik.

Pas toen er een minuut of twee werd gestopt in Eppegem (ik wist ook niet dat dat bestond) begon het me te dagen dat ik wel degelijk op een trage stoomwagen was terechtgekomen. Dat ik wat later in Mechelen met gemak, moest ik het geweten hebben, de snellere doch latere trein van 07:20 kon halen. Dat ik nu een uur en twintig L-minuten reed in plaats van de veertig IC minuten.
En dat ik bijgevolg iets later dan gepland op het werk was.

Is dat erg?
Gaan we dan zeuren?
Moeten we dan kniezen?
NEE!

Want nu heb ik toch minstens één lijn op mijn Go Pass die ten volle gebruik heeft gemaakt van de infrastructuur van de Belgische Spoorwegen. Ha!

Ratrace

Standard

Aangezien kathedralen van mijn kaliber geregeld honger hebben, dienen er centen verdiend te worden om boterhammen met choco te kopen. Op zich is dat niet zo’n probleem doch na drie maanden stil gelegen te hebben, is er toch een laagje roest op het arbeidsscharnier gekomen.

Gelukkig is er op dat moment iets als een doorlopend contract van onbepaalde duur dat me de werkgelegenheid geeft die ik nodig heb. Een zeer fijne zekerheid, geloof me vrij.
Mensen die ik in het oosten tegenkwam stonden telkens opnieuw versteld van het gemak waarmee mensen in België lang op vakantie kunnen gaan. Ik denk dat het tijdskrediet bijna alleen in België toegepast kan worden. Bij Vacature geven ze er deze week zelfs een televisieaflevering over. Ha! Ben ik weer een trendsetter…

Maar er zit dus wat roest op het werkhengsel. Het is een beetje als gaan joggen als je jaren geen meter uit je zetel bent geweest: hevig en vol goesting begin je eraan.
Op zich is springen en zwmmen wel de beste manier om de spreekwoordelijke arbeitsconditie te verbeteren. Ik was woensdag dan ook maar wat blij dat ik na een half dagje “on the bench” (on the beach herinnert pijnlijk genoeg aan het enorm schone Goa) op interview mocht waar men me echt wel nodig had.
Stress, druk op de ketel, chaos: woelig water als het ware.

Woensdag interview en goedkeuring, donderdag werken als een echte heer.
Dat ik in 2008 een nieuw leven zou beginnen, stond al langer vast. India was dan ook een mooie insteek voor het nieuwe levenspad.
Het is echter wel écht veranderd: hartje Brussel, met de trein, internationale omgeving. Gelukkig is er nog iets vertrouwd: de financiële sector.

Het fijnste is de internationale omgeving. Want met de trein is (nog) wel gezellig, maar samenwerken met mensen uit China, Pakistan, Londen en Parijs is helemaal de max. Nederlands, frans en vooral engels zijn de voertalen in onze kleine testruimte. Schitterend!
Daar komt dan nog het chaotische en drukke programma bij (enorm veel defects open, twee weken voor go live date…) en mijn dag is goed. Dat ik nu elke dag later thuis zal zijn dan voor ik naar India vertrok, vind ik momenteel nog niet zo erg.  Dat het takenpakket grotendeels hetzelfde is als voordien, kan me ook maar weinig schelen: het is voor een maandje. En mijn zinnen worden gescherpt. De goestingneemt toe met de minuut. Spontaan wordt er gezegt dat op zaterdag een half dagje komen werken geen erg is.

Ik ben dus terug.
Back in business.
En het mooiste gaat nog komen de volgende weken en maanden!

The clean mean machine

Standard

Een nieuwe lente, een nieuw geluid. Zo ook voor de computer en zijn schijven.
Er is een hoop werk aan en eerlijk gezegd niet het fijnste jobke dat er is.
Er moeten backups gemaakt worden van:

  • foto’s van de afgelopen drie maanden
  • muziekjes
  • films
  • foto’s van de voorbije vijf jaar

Er moeten fotoboeken gemaakt worden van

  • India
  • Schotland
  • Her en der gemaakte kiekjes

Er moeten mappen worden samengevoegd vanop vijf verschillende plaatsen, er moet een heleboel weggesmeten worden en daarna mag de disk cleaner beginnen.

Gelukkig zijn er nog mensen met een vervroegde lenteschoonmaak bezig zodat we daar wat ideetjes van kunnen pikken. Dank u wel Pietel  (en Kevin)en Clopin!
En dan moet er nog iets structureels gevonden worden naar de toekmst toe.
Damn, drie maanden maken een mens wel heel ambitieus…

What a day

Standard

Oh Belgium, dacht ik gisteren.
Op woensdag van feestenbiebel gedaan in de buurt van onze woonst met de heren.
Lekker eten, gezellig een glas drinken en thuiskomen in café den Haan. Daar een klapke gedaan met Dirk de barman (die verdikke nog wist da’k was weggeweest!) en met enkele stamgasten.
En dan is het donderdag en moet er vanalles gedaan worden.
Fotomuseum, Muhka, eten bij Saffraan en bijbabbelen met Sara.

Op weg naar het fotomuseum nog even binnengesprongen bij de vrienden van 10 om Lies een beetje te doen verschieten en hey: dat lukt dus eh.
De tentoonstelling van Belgicum door Stefaan Vanfleteren was ook wel de moeite, maar Lies’ gezicht was echt goud waard. Terwijl ik zo door de portretten liep, groeide het idee om met enkele mensen die zich bij tijd en wijlen ook wel eens langs een objectief proberen uit te drukken een soort van tijdelijke galerij te maken in ons jeugdhuis. Moet te doen zijn.
Dan met Bert naar het Muhka voor de Indiase sculpturen van Santhal Family.

Mooie tentoonstelling, maar je moet voor moderne kunst zijn. Ik kan er geen tijd en moeite in steken om voor elke expressie een uitleg à la Jan Hoet uit de mouw te schudden. Ik vind dat kunst in eender welke vorm een gevoel moet oproepen. Anders is het jammer. Ik vind kunst dan ook goed of niet goed.

Een kleine telefoon met een op dat moment halve pan leert me dat de komende dagen alle aandacht naar het aanstormende kampvoorbereidingsweekend kan gaan. Gelukkig weet het kwarreke zich wat op te werken naar het einde van het weekend toe…

“En Wannes,” vragen de mensen dan, “ben je al terug aangepast aan België?”
Bwoa ja. Feest en plezier en gezelligheid.
Vrij utpoisch om dat als aanpassen te zien.
Binnen een week of twee klappen we nog wel eens…

This is the end…

Standard

Wat ik meestal mis in het lecven is een passende soundtrack. Momenteel zou The End van The Doors niet misstaan. Ik zou alleen al om die reden graag in een film leven, doch dit geheel terzijde.
Gisteren en vandaag zijn de laatste dagen in Mother India.
Twee dagen in de Big Bad City of Bangalore, beter bekend als the city where the streets have no names.

Behalve een paar van die straten dan. En ik heb daar vooral rondgehangen, kwestie van al een beetje te wennen.
MG Road, met al haar bars, westerse ketens en Mc Donalds (“no beef is sold here”) en KFC. Helaas werd ik lichtelijk verplicht om hier rond te hangen: het is verdikke de enige plaats in Bangalore waar je “traditionele souvenirs” kan kopen. Niet dat ik er veel van moest hebben, maar toch enkele.

Nu loopt deze dinsdag op z’n einde en wordt er gewacht.
Er is dus tijd voor een uitgebreid diner, internet en een overpeinzing van drie maanden in Verweggistan. Want ondanks dat het hier enorm bangelijk is, was Belgie echt wel vaak in m’n gedachten. Het is per slot van rekening zowat de beste plaats om te wonen, ik zal het u verzekeren.

Het is, zoals Peter in Agonda zei, een afscheid “with a crying eye and a laughing eye”. Het is dan ook heel dubbel. Aan de ene kant ben ik blij omn terug te keren naar vrienden en familie en m’n eigen bed en de zetel in ons living en de huislijke warmte en de Chiro en de Mussenakker en het werk en al.
Aan de andere kant is het heel erg jammer om alles wat ik hier zo graag heb achter te laten. Zoals daar zijn: de vriendelijke mensen, de chaos en anarchy op de straat, het heerlijke eten, eten met de vingers, no stress no worries, warm weer,…

Gelukkig zijn er een aantal dingen die ik mee kan nemen in m’n rugzak. Goeie muzieks, een beetje heel lekker home made chilli poeder, gepofte rijst, sweets, tailor made kleding, nieuwe gsm (ik ben nu eenmaal een materialistische geek), eten met de vingers, verbannen van het toiletpapier,…
En die zaken, die gaan me dagelijks aan alle fijne momenten doen herinneren.
En mocht ik iets vergeten: ik heb drie Moleskines netjes volgeklad met dagdagelijkse belevingen en beslommeringen. Voeg daarbij 14 GB aan fotomateriaal en ik denk dat u een idee hebt van mijn extern geheugen…
De interne schijf draait echter nog enorm goed, dus verhalen en al: u vraagt, wij draaien!

One day, i made a shocking decision

Standard

Wanneer ik op 30 november aankom in Kovalam, heb ik echt geen idee wat ik moet verwachten. Ik heb een vaag idee wat er in de school omgaat dankzij de website en de verhalen van Seppe.

De concrete werking is echter een groot zwart gat voor me. Gelukkig zijn er, zij het op een indische manier, afspraken gemaakt met Paul. Ik zal computerles geven aan leerlingen. Hoe ik dat invul moeten we nog bekijken. Achteraf gezien bleek dit een enorm goede basis te zijn om mee te starten.

Alles lijkt een beetje chaotisch, maar dat is ongeveer oor heel india het geval. Als ik op maandagochtend op school aankom, word ik door Paiul voorgesteld aan de kinderen als “the new computer teacher” . Het doet een beetje raar om als leraar bestempeld te worden.

De eerse dagen ga ik echter met enkele sociale werksters het dorp in om de situatie en de afkomst van de SISP-kinderen beter te kunnen plaatsen. Het is een enorme schok voor me. Een confrontatie met deze graad van armoede is me eigenlijk een stapje te ver.

Wanneer ik na een maand op school huisbezoeken doe met enkele leerkrachten, breekt m’n hart volledig. De band die er is gegroeid met de kinderen betrekt me volledig in hun situatie. Ik had mezelf voorgenomen om ergen foto’s te maken, maar zowel m’n diafragma als m’n keel zitten met een dikke krop.

Op school loopt alles echter enorm vlot, ik schtrik er zelf van. Na een week krijg ik Group B min of meer toegewezen en maken we samen een redelijke vooruitgang in het rijk van onze enige computer. We gaan van nul naar een min of meer deftig beginnersniveau gezien de situatie. Het is nu eenmaal niet niet evident om met zvn studentenaan een computer te werken…

De samenwrking en vriendschap met de rest van het personeel neemt ook elke dag toe. Het is enorm fijn om als onbekende zo snel in een groep te worden opgenomen. Vanaf dag  is iedereen bereid om te helpen en om vragen te beantwoorden. Ook de samenweking met de kinderen is schitterend.
Hoewel het bij tijden behelpen is om een deftige communicatie op te zetten, het ontbrak op geen enkel moment aan goede wil.

Nochthans is het geen sinecure om les te volgen in een taal die je niet meester bent en die niet je moedertaal is.

Ook buiten de lessen wordt er zonder problemen contact gelegd. De kinderen zijn oprecht gelukkig wanneer ik met hen meespeel of als ik me bij hen zt, al dan niet op de grond, tijdens het eten.

Het toppunt van vriendschap was voor mij echter de introductie tot internet met Geoge Sir. Hij is als een kind zo gelukkig wanneer we samen eene-mailaccount makn en ik hem toon dat er ook kranten in het Malayalam te vinden zijn op het world wide we.

De inzet en het enthousiasme van George zullen m altijd bijblijven. Of hij nu engelse les gaf aan Group B, tuition in de avonduren of cricket speelde op dinsdagnamiddag, hij gaf zich altijd volledig.

Het is dan ook niet zo gek dat hij vorig jaar de special care class oprichtte.

George is echter niet de meest bezielde zot van het geheel. Die eer gaat volledig naar Paul. Ondanks zijn halve eeuw leensrvaring, blijft hij met hart en ziel voor zijn geesteskind gaan. Wat twaalf jaar geleden begon als een soort vakantiebeleveing op eigen kosten, is nu verworden tot tot een zelfbedruipend project.

Het mooiste voorbeeld vind ik het nieuwe schoolgebouw dat volledig met middelen van gulle gevers uit de hele wereld wordt rechtgezet en in de loop van 2008 in gebruik wodrt genomen.

Ik ben eerlijk waar erg blij dat ik van SISP de kans heb gekregen om een maand lang hun leven te ervaren. Ik heb er enorm veel uit geleerd. Vooral dat ezieling en geloof in een droomproject essentieel zijn om het te laten rollen.

Dat iedereen en vinger kan uitstekn om een betere werld te verkrijgen en dat delen met hen die het minder goed hebben echt geen schande is.

Dat het wereldleed dat we zo gewoon zijn van op televisie, echt bestaat. Dat het wetn van leed erre van hetzelfde is als het zien en van dichtbij meemaken van datzelfde leed.

En dat het gerbuik van toiletpapier eigenlijk volledig ovebodig is. Waarvoor dank Werner!

Goa

Standard

Het vliegtuig was een minuutje of vijf te vroegdus dat viel enorm mee. Echt, de binnenlandse lowcost maatschappijen zijn echt goed. En dus stond ik gisteren  om 13u buiten in Goa, overrompeld door taxichauffeurs die me voor slechts vijfhonderdrupee naar Panjim zouden brengen.

Gelukkig bestaat er hier een systeem van prepaid taxi’s zodat alles min of meer officieel gebeurd. Maar dat was ook we een redeijke hap uit het budget. Dan maar wat besparen op de kamer? Ja, dag jan. Geen goedkope kamers in de hoofdstad van deze staat! En alles vol ook. Verdikke, het budget slinkt met rasse schreden. Want wie niet werkt (of zo onnozel is om gratis te gaan werken…) die krijgt geen geld e.

Snel snel alles op een hoop gegooid, sletsen aan, zonnebril op en gaan. Tourismus eerste klas, mocht je ooit lessen nodig hebben…
Waar Ford Cochin redelijk europees aandeed, is Panjim volledig Portugees. Zelfs het taaltje is een beetje van verstaanbare woorden voorzien. En ook de kerkjes in de stad ogen oer-europees. Het is een beetje een gek gevoel, zo ver van huis en toch een streepje bekendheid. Maar het wordt nog gekker!

Tegen een uur of zes duik ik een lokale bar in om een fris pintje te drinken. Aangezien alcohol in heel India een redelijk taboe is, was het de voorbije maanden niet zo simpel om ergens iets gaan drinken. En gezellig was het al helemaal niet; in elk geval niet gezellig genoeg om alleen te gaan zitten en wat te wauwelen met de locals. Maar Goa, dat is anders.

Een pintje, een boek en ik was volledig afgesloten van de wereld. Of toch niet helemaal: mijn oor vangt een bekend klankje op. Achter mij wordt er namelijk met een accent “Belgium” gezegd. Wanneer ik me omdraai, blijkt er een franstalige Brusselaar te zitten. Nice!

Zijn nederlands is niet zo goed, zijn engels ook niet en dus doe ik een poging tot franse klanken. Als zijn reisgenoot er een kwartier later ook komt bijzitten, is de avond helemaal een succes.
Vincent en Nicolas zijn twee beste vrienden ergens in de dertig. Ze zijn nu aan week drie van vijf bezig en vliegen op 28 januari terug naar Brussel.

Lachen en drinken en onnozle praat, het doet deugd om met Belgen op cafe te zitten. Wat taalprobleem? We spreken een mengelmoes van frans, engels en nederlands en we vermaken ons als kinderen in een speeltuin. Tegen negen uur gaat Vincent huiswaarts wegens te moe en denken de oveblijvers aan de innerlijke mens: die moet ook gevoed worden!

Seafood en rijst, het is een persoonlijke favoriet. Het is echt een super gezellige avond: La Belgique c’est fantastique! Nicolas belooft dat hij me op een dag Brussel gaat laten zien zoals een inwonr het ziet. Want de hoofdstad van een land, die moet iedereen kennen, zo vindt hij.
Dat hij in de Rue Aerschot woont, vind ik geen enkel probleem: lijkt een beetje op onze Falconbuurt…

Tegen elf uur nemen we afscheid, wisselen we van e-mailadres en gaan we elk onz igen weg. Dat moet toch zo zijn geweest, want vanmorgen lag ik in mijn bed.
En niet alleen: de een of andere slinkse kater had blijkbaar een kattenluikje ontdekt ergens in mijn hoofd en had zich daar genesteld.

Nu ja, dan maar met twee naar Old Goa. Samen is altijd fijner, zeker als je alleen reist. Old Goa, werelderfgoed van Unesco en al, is eigenlijk niet veel meer dan een paar oude kerken (wel super goed onderhouden en megachique) en een museum. Maar het museum is gesloten op vrijdag, dus zijn we redelijk snel uitgekeken.

Terwijl ik een beetje zit te lezen, moet mijn kater een fantastisch kattinetje gezien hebben, want wanneer ik de bus neem ben ik weer geheel alleen. Dat spaart dan weer reiskosten.
Ja, Goa. Schoon en plezant.

Morgen naar het strand voor een week en dan naar Bangalore en dan naar Pavagada en dan naar Bangalore en dan naar Belgie. Is het normaal dat ik daar eigenlijk heel erg naar uitkijk?

Les derniers jours

Standard

Het is gek om na anderhalve week van rust en kalmte weer in ene overvolle en drukke school aan te komen. De kinderen hebben in elk geval genoten van hun vakantie en zijn weer helemaal klaar om zich voor de volle 100% te geven op school.

De computerlessen met Group B (een beetje “mijn klasje”) hebben de afgelopen weken toch vruchten opgeleverd. Ik had er een beetje schrik voor, maar bijna alles was blijven hangen. Met enige trots laat ik hen netjes de oefening maken die ik heb voorbereid: tekening maken in Paint, alle tools gebruiken, saven, Word openen, tekening inserten, resizen, tekst typen en die tekst netjes naast de tekening zetten. De volgende doet dan hetzelfde, maar lijnt zijn paragraaf aan de andere kant uit.
Mits enige hulp wordt het een groot succes, denk ik dan.

Donderdagnamiddag ga ik met Imam en de mama van Hanne naar de nieuwe school kiken. Er wordt nog hard aan gewerkt, maar een van de komende maanden moet ze klaar zijn. Echt een dijk van een school, verschillende lokalen, een grote keuken en een grote zaal.En een dakterras. En een apart gebouw voor staff en social work.
Echt een fijn gebouw, rustig gelegen en comfortabel.
Wees maar gerust dat uw centen daar hard nodig zijn en goed terecht komen!

Donderdagavond trek ik net als woensdagavond met George Sir naar het internetcafe. De kerel heeft al vaak iets van internet gehoord, maar heeft nog nooit iets gedaan om er echt op te geraken. Hij is dan ook als een kind zo blij als ik hem de eerste stappen help zetten. En wat voor een wereld er voor hem opengaat wanneer we zijn e-mailaccount aanmaken! Zaken die voor mij heel vanzelfsprekend zijn, zijn een uiterst nieuwe ervaring voor hem.
De les die ik er uit leer: sta verdikke maar eens stil bij al die alledaagse handelingen, het is niet voor iedereen zo vanzelfsprekend.

Vrijdagochtend heeft iets geks in de lucht. De laatste schooldag voor mezelf. ‘t Is ene beetje gek. Eerst fruit kopen voor de traktatie van vandaag (Famous SISP Fruit Salad) en dan de laatste computerlesjes.
Na de lunch ga ik huiswaarts om de rugzak in te pakken: ik vertrek morgen immers naar andere oorden.
Plots begint het allemaal wat te dagen: wat de laatste dagen nog erg ver weg leek, is nu akelig dichtbij.  Alles wat bekend(er) is geworden wordt weer opgegeven. Iedereen die ik leerde kennen wordt wederom achtergelaten. Misschien zelfs voor eeuwig en altijd, wie weet dat?

Als ik om half vier weer op school ben voor de fruitsla en afscheid van iedereen, zijn er een paar van de kinderen die komen vragen of ik echt weg ga. En of ik niet wil blijven. En dat ze gaan wenen sebiet. Gelukkig was het niet van tranendal, maar toch.
Als er twee groepjes een liedje komen zingen, doet het toch wel akelig. Het is echt echt.
Gelukkig is er enorm lekkere fruitsla.
SISP heeft zelfs een presentje voor me: symbolisch volgens Paul, maar eerlijk: het raakt me en ik voel me verdrietig en enorm gelukkig tegelijkertijd.

Alles in india lijkt wel dubbel te zijn. Elke gebeurtenis, ervaring, ontmoeting, beeld, foto, … snijdt aan twee kanten. Vandaag is dat het gevoel dat ik niet weg wil: het is hier enorm goed en gezellig en vriendelijk en liefdevol en gewoon goed toeven. Anderzijds heb ik het gevoel dat elke stap die ik nu maak, me dichter bij Belgie brengt… Waar het potverdikke ook goed toeven is, wees maar gerust. En toch, toch kom ik hier terug…

Symboliek

Standard

Een jaar afsluiten op de manier zoals ik heb gedaan, kan niet anders dan een teken aan de wand zijn. Deze dag zal me ongetwijfeld nog lang heugen en niet alleen omdat ik me zo onnoemelijk slecht heb gevoeld. Deze dag heeft ook alles gehad wat ik in 2007 te verwerken had: een bitter jaar met een bitter einde.

Ik denk niet dat er ooit al een jaar was waarin ik klappen van zulke orde kreeg als het afgelopen jaar. De positivo in mij heeft het geregeld hard te verduren gekregen en ik hoop dat dat toch niet meer hoeft.

Ook habben de momenten van de dag een soort van synchronisatie met de tijd van het jaar: het begin viel nogal mee. Half drie ‘s nachts kwam overeen met ergens einde maart. Enkele uren later was ik echter doodziek: juni. Juli. Augustus.
Daarna ging het gelukkig terug wat beter.

Ook: op de juiste momenten kreeg ik sms’en telefoon uit belgenland van vrienden en familie, net zoals ze er in 2007 op de juiste momenten waren.
Terwijl ik er zo over nadenk, is het wel fijn om eens goed ziek te zijn!

Maar het mooiste is dat ik op 01 januari 2008 fris ls een hoentje, doch nog wat slappekes, kan wakker worden.
Als ik de symboliek van de afgelopen dag verder trek, belooft het een zeer schoon en uitermate plezant jaar te worden. En dat zal niet alleen aan mij liggen.

Want dankzij jullie, mijn lieve familie en talrijke fijne vrienden en vriendinnen, heeft mijn leven het afgelopen jaar geen moment alle kleur verloren.
Het is dankzij jullie dat ik me keer op keer gesterkt voelde om door te gaan waar ik liever diep in m’n bed kroop.
Het is dankzij jullie dat ik me tegen het einde van 2007 (of toch voor ik naar India roeide) potvolsnotjes weer vol leven voelde.
Het is dankzij jullie dat ik nu enorm veel zin heb om samen met jullie een spetterend 2008 waar te maken.

Lieve familie en vrienden: een welgemeend en waarachtig gelukkig en gezond en spetterend nieuwjaar!

Huisbezoek

Standard

Aangezien het kerstvakantie is op school, zijn er geen kinderen.
Dat wil echter niet zeggen dat er niet gewerkt wordt!

De voormiddagen deze week worden gevuld met computerles voor enkele leerkrachten, de namiddagen worden gebruikt om kinderen thuis te bezoeken.
Op die manier kennen de leerkrachten de thuissituatie van de leerlingen en kunnen ze hier op inspelen en eventueel helpen waar nodig.
En ik, ik mag mee.

Ik ben nog niet in Vizhinjam zelf geweest, alleen de grote straten heb ik gezien.
En gelukkig heb ik een gids mee, want de wirwar van straatjes (hoop en al een meter breed) is een doolhof waar ik m’n weg echt niet in zou vinden. Straatnamen zijn sowieso niet aan de orde in India, huisnummers al evenmin.

Ik vind het allemaal een beetje schrijnend. Waar ik de voorbije dagen vooral de toeristische kant van het leven heb geproefd, wordt m’n wereld nu weer volledig gekleurd door de harde realiteit.
Families met problemen op alle gebied: geen geld, geen werk, geen huis zoals je dat zou verwachten. De gang van ons appartement in Antwerpen is ongeveer even groot als een huisje waar we op bezoek gaan. Een televisiekamer. een kastkamer en een plaatsje waar gekookt wordt.
Geen badkamer, die is buiten en wordt gedeeld. Hoewel, gedeeld. Er moeten harde contanten op tafel komen voor er gebadkamerd kan worden. Een rupee per keer. Onvoorstelbaar.

Als een van de moeder shaar verhaal doet aan Preetha, is dit de eerste keer dat ik iemand hoor fluisteren. Gesprekken gaan hier meestal op een toon die westerlingen als ruziemakend ervaren hoewel dat er geen ruzie gemaakt wordt.
Nu is het bijna toonloos. De tranen staan de moeder dan ook bijna in de ogen als ze de problemen met haar oudste zoon uitlegt. De muren hebben, net als in ieder dorp over de hele wereld, ook hier oren.
En aangezien dit een vissersdorp is met alle spreekwoordelijke viswijven van dienst, kan je je voorstellen hoe er geroddeld wordt over alles en iedereen.

Mensen zijn basisgedragsrechtelijk overal hetzelfde: Meer of Vizhinjam, er is niet zoveel verschil. Alleen hebben de mensen in Meer een matras om op te slapen. En meer dan een bed per gezin. En een huis waar iedereen in past bij nacht en ontij. En minstens een badkamer per huis. En stromend water.

Als we om vijf uur huiswaarts rijden met de bus, ben ik er niet goed van. Bekomen en bezinnen met een koffie en een zonsondergang maken we weer klaar voor de rest van de dag.
Ik denk dat ik echt verliefd aan het worden ben op de zee. Rustgevend, orde op zaken stellend, probleemoplossend.
Ik word er gelukkig van. Zelfs tussen al die miserie kan ook ik nog lachen. Net als de inwoners van Vizhinjam.
Zo gaat dat hier: miserie te over en toch een lach kunnen boven halen.

BTW: ik heb vandaag gemerkt dat ik een materialistische westerse klootzak en een slechte fotograaf ben.
In de zelfde volgorde een uitleg: terwijl de mevrouw al fluisterend haar verhaal doet aan Preetha, merk ik in een ooghoek dat mijn fototoestel niet op aperture maar op manual staat. En dan schiet me ook te binnen dat ’em nog op ISO 1600 staat van het stranddansfeest van gisterenavond. Precies of dat is van enig belang in de situatie waarin we ons bevinden.
Alsof die aperture/manual en ISO zever niet voldoende zijn om mezelf tot schrale amateurfototoestelbezitter uit te roepen, wordt het nog net iets erger. Ik kan van situaties als deze bijna geen foto’s maken. Noem het schaamte, noem het bedeesdheid. Ik kan het gewoon niet. Hopelijk gaat m’n schroom morgen en overmorgen wat over want echt, ik wil dit hier aan iedereen laten zien.

Kerstmis met de tenen in het zand

Standard

Voor allen die van goede wil zijn: en vrolijk en vredevol kerstfeest!
In christelijk Kovalam wordt het enorm hard gevierd, in toeristisch Kovalam nog net ietsje meer. Zotte bedoening eigenlijk, kerstmis. Een relaas.

Waar kerstavond een lichte sisser was, was 25 december een schot in de roos.
24 december alleen doorbrengen heeft iets, maar verschilt niet zoveel van andere dagen alleen doorbrengen.
Lekker eten kan in elk restaurant, maar in Spice Garden kan het ook nog eens zonder vervelende strandverkopers. Het ligt namelijk aan de achterkant van de strandrestaurants. Volgens de obers zou het een geweldig feest moeten worden zonder sluitingsuur, veel knappe vrouwen en een geen alcoholverbod. Dat belooft dus een braspartij tot het ochtendgloren en spek voor mijn bek.

Het eten is geweldig, net als de vorige keer. Maar ook het publiek is als vorige keer: zeven mensen buiten mezelf. Geen groot feest dus.
Een hoopje engelse dames doen hun duit in het zakje, maar meer dan een halve rupee is dat ook niet.
Ik merk van mezelf ook dat een geforceerde sfeer erger is dan geen sfeer. Jakkes.
Het is feest als het feest is, niet omdat het toevallig kerstavond is. Deze mensen denken daar precies anders over. Een kleine babbel over India geeft me een afkeer van hen:

Armoede? Hier? Niet overdrijven eh. Je vindt in elke stad toch bedelaars? Ik denk dat je het allemaal wat overdrijft. Die mensen hier hebben gewoon geen behoefte aan luxe zoals wij.

Tja, als je zo tegen de dingen aankijkt dan is er inderdaad weinig armoede.
Om elf uur is het restaurant helaas helemaal leeg. Ook elders is er niet zoveel sfeer. Gek, want het was nochthans sterk aangekondigt.

Kerstdag is echter een heel ander koekje. Plumcake.
Om elf uur worden we bij Justin thuis verwacht voor een kerstmaal.
Paul, Naimsha, Lenny en Jana zijn ook uitgenodigd. Sfeer en plezant, maar anders. Anders is echt wel het minste dat ik kan zeggen.
De gasten zitten en drinken (zelfgemaakte wijn, super goed!) en eten, maar de gastheer en zijn vrouw kijken toe. Het voelt redelijk gek.
Ook het feit dat het zweet over m’n rug loopt op kerstmis is een gekke gewaarwording.

Nog gekker wordt het als ik om drie uur even ga zwemmen in de zee.
Het is verdikke kerstmis! Ik ben ingesteld op zitten in een gezllige huiskamer met fijn volk en plezante gesprekken! Maar nee, zwemmen, duikelen in de golven en lezen met de tenen en de buik in het zand: het is eens wat anders!

Als de avond valt, rijden we met de bus van SISP (nog niet met de nieuwe) naar het volgende strand. Aan restaurant 3rd Rock wordt er een optreden van SISP Dance verwacht. We krijgen een plaatsje op de eerste rij en met de tenen in het zand genieten we van elk moment.

Paul kondigt het programma aan en geeft wat uitleg over SISP, de projecten, microkredieten, schoolwerking, tuition, social work en vertelt in het kort de geschiedenis.
Ik besef nog niet half hoe groot de impact van Paul en Werner hier de afgelopen tien jaar is geweest.
Wat zij hebben klaargekregen is echt lovenswaardig.

Als de jongens en meisjes beginnen dansen gaat het spreekwoordelijke dak van het strand. Ik geniet met volle teugen. Dat deze kinderen de kans krijgen om gratis dansles te krijgen en hun ding te doen voor publiek, maakt zowat iedereen gelukkig.
Het geluk straalt dan ook van hun gezicht.
Ook Paul en Werner zien er gelukkig uit.
Het moet ook wel een super goed gevoel geven als je merkt dat het helpen van straatkinderen uit de allerarmste lagen van de wereld zoveel geluk kan teweegbrengen.

Paul en Werner, me dunkt dat jullie verdomme goed slagen in jullie opzet!
Ook langs deze weg een dikke dikke proficiat!

De sfeer en omgeving ademen gewoon kerstmis: vrede, vriendschap, liefde.
Ik, ik word daar gelukkig van.

Justin

Standard

Als mijn vliegtuig weer aan de grond staat, is het een kwestie van minuten om buiten de luchthaven te geraken. Geen bagage op te halen, geen security check, geen rij wachtenden.
Dit is echter iets te snel voor Justin, de bestelde taxidriver.
Ik bel hem en hij zal er binnen een kwartiertje zin.
Perfect, een extra hoofdstukje uit Catch22 kan er altijd in (aanrader trouwens!).

Justin.
Een indische jongeman die op redelijke jonge leeftijd vaderloos werd. Arme familie, hard werken als knaap en door alles en iedereen opgelicht en bedrogen geweest. Als Paul en Werner zich over hem ontfermen (klein jobke buiten het toeristische seizoen, engelse les in SISP ) begint voor hem een ander leven.
Momenteel rijdt hij met een taxi en verdient hij min of meer deftig zijn dagelijkse portie rijst.

Als hij me oppikt in Trivandrum (Thiruhupeldepup eh) vertelt hij hondrduitover zijn leven, vrouw en zelfgebrouwde miswijn.
En dat hij vanavond eigenlijk met wat kameraden aan de vissershaven zat en of ik een zin heb om me te gaan. Natuurlijk wil ik dat!
Eventjes stoppen bij het overheidsbierparadijs en naar de haven.

Als we door de donkere straten van Vizhinjam rijden, vertelt hij over het leven hier. KLeine huisjes waar drie families wonen. Een kleine dertig man per vijf vierkante meter. Velen moeten dan ook buiten slapen wgens geen plaats binnen. Shit. Van het ene uiterste (bruiloft) in het andere uiterste: lokale armoede. Mijn hartje bloedt bij de gedachte en het zicht van kleine hoopjes mens die tegen een gevel van een huisje liggen te slapen.

De gesprekken met Christopher en Justin gaan in een fijn engels. Christopher werkt in een bedrijfje in Kollam dat TBC medicatie maakt. In het weekend komt hij cehter terug naar Vizhinam. Tofe kerel met een duidelijke visie op de toekomst van India.
Mijn antwoord op zijn vraag waarom ik nu ben waar ik ben, slaat hem met verstomming. Vrienden worden met de locals, het lukt aardig.

Ook vanavond ben ik weer uitgenodgd.
Dit is waarvoor ik hier ben gekomen, dit was een van de doelen van de reis: bleven hoe de mensen aan de andere kant van de wereld wonen, leven en denken.
Discussies over normen, waarden, culturen, godsdienst en armoede sleuren ons dan ook een stuk in de nacht.
Met als achtergrondgeluid alleen maar het ruisen van de zeebries en de golven die tegen de havenwal slaan.
Hier word ik echt gelukkig van.

Justin nodigt me bij het thuisbrengen nog snel uit voor de zondagsmis. Aangezien ik nog altijd moeilijk nee kan zeggen, zeg ik ja.
Dat hij er zal staan om half negen en dat ik maar moet zien dat ik klaar sta. Want dat de zondagsmis echt een belevenis is. Als ik wat later bedenk dat ik in geen maanden nog op tijd ben opgestaan voor een zondagsmis, verklaar ik mezelf een beetje gek.
Het is cehter de moeite: de enorm mooie kerk zit stampvol en ook het plein buiten is vergeven van het volk.

Zoveel devotie, zoveel gelovigen.
Ik moet een paar keer denken aan de wijze woorden van godsdiensleraar Bert Roos: “Mannen, ge moet allemaal niet te hard geloven.”
En niettegenstaande ik ben gestopt met geloven in Onze Lieve Heer De Goede God, doet deze eredienst iets met me. Ik denk niet dat iemand onbewogen kan blijven bij zoveel biddenden. Een offerande van bijna honderd christenen, mensen die de armen en hemel gooien tijdens het onze vader: katholieker kan haast niet.

En toch sta ik na de dienst buiten met een groot besluit: ik geloof niet in religie. Ik geloof enkel in goed en kwaad in de mens. We moeten het allemaal zelf waarmaken en bidden, smeken en preken hebben niets met geloof te maken als we onze naaste op straat laten sterven.

Waar gaat het heen als mensen liever enkele rupes aan de stinkend rijke Kerk geven in plaats van hun kinderen eten te geven? Wat is het nut van vier door het volk betaalde moskeeen als 480 van de 500 gezinnen geen dagelijkse maaltijd kunen betalen? Wat is het nut van een puja van tien bananen terwijl je vrouw al in geen dagen meer heeft gegeten?

Ik kan daar met mijn hoofd niet bij. Echt niet.
Vanaf heden ben ik dan ook een hedonist die ooit tot christen is gedoopt en als een goed mens door het leven wil gaan.
Niet te realistisch, maar zeker niet fundamentalistisch doch uitermate respectvol voor opinies en gedachten van medemensen ongeacht geloof, kleur, afkomst en geslacht.
Hoewel mooie al dan niet naakte dames altijd een klein streepje voor hebben natuurlijk. 🙂

Social Work @ Kovalam

Standard

Maandag begon mijn eerste echte week bij SISP.
Om het geheel een beetje te duiden werd ik eerst mee op pad gestuurd met Sindu, een maatschappelijke werkster die op huisbezoek ging.
Ik mocht mee. Kwestie van te weten uit welke middens de kinderen komen.
Eerlijk is eerlijk, ik werd er stil van.

Mensen die leven in een hutje gemaakt van lege rijstzakken tegen de blinde muur van een huis, het is schrijnend.
Dat die mensen geen of weinig inkomen hebben (300 rupee voor drie is nu eenmaal niet veel per maand) is schrijnender.
Maar als die mensen dan ook nog eens bedlegerig zijn omdat ze de medicijnen om hun bloeddruk (van de ene te hoog, de andere te laag) te regelen niet kunnen betalen, dat is om uweigen een oog uit te bleiten.
Dankzij SISP krijgen die mensen elke maand een rantsoen eten en wat cash geld.

Een gezin van drie waarvan de vader 50% gehandicapt is verklaard en de moeder het bed (rieten matje op de betonvloer) niet kan verlaten wegens een nierinfectie, ik zou er niet graag de dochter zijn. Gelukkig kan deze dankzij SISP naar school en leren lezen en schrijven.

Dat zijn maar twee voorbeelden van de velen en ik denk dan: goed bezig SISP.
Echt, U weet niet waarover u het hebt als u zegt honger te hebben en al wil gaan eten om 11.45u in plaats van om 12u zoals altijd…

Teacher is the name…

Standard

Paint is the game!

Vandaag begonnen met de lesjes computer.
Wat ik had voorbereid aan de hand van Willem’s lessen, bleek net een stapje te ver. Zei ik stapje? Denk maar in grootteorde van Wannes’ stappen.

Het is enorm confronterend om te merken dat er mensen op de wereld bestaan die nog nooit een muis hebben vastgehouden. Die het niet begrijpen waarom je om die bak af te zetten je eerst op start moet duwen. Dat een programma eerst moet worden geactiveerd voordat het kan worden gebruikt.

Maar dat euvel was vrij snel opgelost.
De eerste les werd dan ook in een sneltreinvaart aangepast (paint in plaats van word) en het resultaat was geweldig.
In groepjes van twee, elke keer een uur.
Het ding opstarten en afsluiten, een lijn trekken, je naam schrijven, een vierkant tekenen, een mooie cirkel tekenen (met de shift toets weetuwel) en gommen.

De vreugde op die kinderen hu gezicht, ik werd er spontaan gelukkig en enthousiast van.
Helaas, het noodlot sloeg toe. Power cut.
Een minuut of tien is er dan de back up van de UPS, maar dat heeft ook niet veel zin.
En dus moest er iets voor middag worden gestopt. Jammer, maar hey, da’s India nu eenmaal. 🙂

Een beetje mee knutselen in de namiddag, gisteren ‘s noens cricket gespeeld en het laatste uur wordt er geholpen met het huiswerk van kinderen van andere scholen.
Ik heb mezelf bij een groepje van vier gezet en help hen met engels, wiskunde en een soort van WO (bestaat dat nog?).

Het is wel enorm fijn om te zien dat bengels over de hele wereld (nu ja, in Meer en Kovalam toch) dezelfde apenstreken uithalen. Echt, het is hier af en toe precies Chiro Meer op een doordeweekse kampdag. Heerlijk!