Web x.0

Standard

Sinds een jaar of vier leid ik een leventje op het internet.
Eerst via een website, later via blogger en nu via wordpress.
Natuurlijk was er al IM in de vorm van MSN Messenger. Later kwam daar Skype bij.
De laatste twee jaar is er echter nog een berg aan zaken bij gekomen.
Linkedin, Facebook, Twitter, Last.fm, Flickr.
En dan ben ik nog vrij selectief in het gebruik…

En het is nog niet gedaan.
Het hele sociale web gaat volgens The Next Web nog een serieuze staart krijgen.
Het ding is eigenlijk nog maar net beginnen groeien.
De massa springt er pas sinds kort op als een vlieg op een boke met choco.

En mijn omgeving, die begrijpt dat niet.
Die vatten niet dat iemand hele dagen bezig kan zijn met zaken als Twitter, het lezen van weblogs, het netwerken van socialiteit. Hun goed recht natuurlijk.
En tijdens discussiemomenten als deze durf ik me wel eens de vraag te stellen in welke mate we met z’n allen niet van navelstaarderij aan het doen zijn.

Begrijp me niet verkeerd, maar “de mainstream” doet niet mee aan dingen als Twitter.
Mensen die daar constant mee bezig zijn, hebben vaak de hele dag een internetverbondencomputer ter beschikking. En wie zijn dat? IT’ers, bedienden, hippe vogels en studenten.
Volgens mij niet echt de doorsnede van de maatschappij.

Maar ook tijdens die discussiemomenten, bedenk ik bij tijden dat het eigenlijk wel cool is om deel uit te maken van een klein (nu ja) groepje gebruikers.
En dat alles verandert: bloggen is reeds mainstream geworden, iedereen hugged iedereen op facebook en als je niet linkedinned of naymzed ben je een professionele nul.

Jep, web 3.0 wordt een feest!

ITmetafoor

Standard

Als er thuis afgewassen moest worden, deden we altijd een wedstrijdje: wie eerst klaar was, mocht als eerste een dessertje kiezen.
Zoals in elke traditionele vlaamse afwasequipe, had je ook bij ons de afwassers en de afdrogers.
Na een tijdje had ik het door: de afdroger was sowieso altijd reeds bij voorbaat gescheten: je kan nu eenmaal pas afdrogen als het ook afgewassen is.

En vanaf het moment dat ik dat doorhad, heb ik steeds liever afgewassen dan afgedroogd.  Tijdens het afwassen is het helemaal niet zo erg om wat te blijven knoeien en kliederen in het water. Hoe fijn is het niet om met lekker warm en vettig afwaswater rond te draaien in een pot?
Geen seconde wordt er dan gedacht aan de afdroger die bijna nagelbijtend staat te wachten tot die laatste pot uit het water en op het afdruiprek komt.

Dezelfde frustratie van de afdroger, merk ik nu (het duurt altijd een tijdje eer ik iets door heb) bij mezelf en mijn professionele omgeving.
Programmeurs zijn de afwassers van de IT.
Zolang zij zitten te knutselen, is er niets aan de hand. Geen gezaag, geen gezever.
Als er aan een afgewassen stuk ITservies nog wat vuiligheid hangt, wordt het heel eenvoudig door de test engineer van dienst weer in de afwasbak gestopt. En dan begint het gemekker.

De afwasbak zat al vol, het water was al vettig en de druk om snel klaar te zijn was al groot. En nu moet dat herdaan worden. En opnieuw.
En het afdruiprek raakt leeg, de afdroger heeft geen werk meer en begint iets anders te doen. Met de handdoek tikken uitdelen bijvoorbeeld. Dit is vaak ook het moment dat testen pesten wordt.

Tester zonder dagvulling, developper gefrustreerd en het project duurt langer dan gepland…
Klinkt bekend?

Sinds enkele jaren hebben we thuis een afwasmachine.
Benieuwd wanneer die als ITmetafoor kan dienen…

Lunchsnack

Standard

Nu ik reeds anderhalve werkweek bij onze Noorderburen werk (jep, niet gewoon als dagverblijver), meende ik het tijd geworden om eens van hun fenomenale lunchsnacks te proeven. Of snécks, zo u wil. Of het echt een goed plan was, zullen we binnen een uurtje of twee weten.

De hamburger was in elk geval niet volledig slecht. Maar om er wild van te worden en er op aan te vallen als een Somalisch kindvrouwtje dat wekenlang enkel woestijnzand tussen de kiezen heeft gehad, nee bedankt.

De disgenoten namen naast een broodje hamburger ook nog een tweede, een broodje gezond (mét dressing), een broodje kroket en een potje melk. Mocht ik ziek worden van mijn ene burger, dan ben ik er zeker van dat het aan het ontbreken van de tegengiften (melk en kroket) ligt.

Nee, ik ben niet dol op de nederlandse lunchkeuken…

Soms sneeuwt het in de lente

Standard

Vanochtend vroeg vertrokken in de luwte na de nacht.
Eigenlijk was het nog wel miden in de nacht: 05:28 is niet bepaald een uur in de ochtend, denk ik zo.
Het was ook wel duidelijk dat de gemiddelde en weldenkende Antwerpenaar nog netjes in de ketel lag: ik was alleen op de weg, zo leek het wel!

Het plan was om snel door te rijden om snel aan het werk te tuigen en om snel weer de rit naar de stad te kunnen aanvatten. Ideeen als 150 en cruise control spookten al een beetje door het hoofd.
Dus niet!

Slechts één rijstrook open op de E313-E314! De andere lag vol natte sneeuw en was, zo ondervond ik tijdens een inhaalmanoeuvre, glad als een met uiercreme ingesmeerde koersbroek. Gzellig om te merken dat zelfs de gedachte aan het remmen de ABS al inschakeld.
Elke bocht deed beroep op het aanwezige ESP systeem.

Okselvijvers werden gekweekt, accidenten voorkomen door gematigde snelheid en toch, toch was ik enorm blij dat ik uiteindelijk veilig achter het bureau zat…

Winterweer in de lente: niets voor mij…

Maastricht

Standard

Nieuwe opdracht, nieuwe klant, nieuwe stad, nieuw land.
Elke dag 260 km om acht uur lang te wachten en te kijken hoe het systeem niet draait.

En Maastricht, da’s gesjellig eh.
En karnemelk.
En kroketten uit de muur.
En niet kunnen betalen wegens chipknip.

Dank je wel werkgever, om me daar weg te stoppen.

Ontslag

Standard

Wat ik al een week in m’n rugzak had zitten, is gistrn per aangetekend schrijven naar de juiste persoon vertrokken.
M’n eerste ontslagbrief.
Het was een beetje een angstaanjagend idee eigenlijk: een goede job, fijne collega’s, auto onder de poep, fijn loon en dat zou ik met één simpele brief allemaal op straat zwieren.

Ik denk dat het vod papir maandag op het bureau van de chef zal liggen.
En dat  er dus vanaf 1 april (haha) een opzegperiode begint.
En dat ik dus nog bij de huidige werkgever voor 100% blijf inzetten tot half mei.
Want zo hoort dat, niet waar?

En wat er na de eerste helft van mei gebeuren zal?
Het is me een vraagteken.
Hier en daar zijn er wat gesprekken geweest, links en rechts is er een lijntje uitgeworpen en misschien dat er tegen dan wel een dikke communicatievis aan de haak hangt.

Wie weet…

Dernier jour

Standard

De laatste dag in het korte projectje in Brussel.
Wel fijn om te merken dat de mensen die je hebben aangenomen erg tevreden zijn over de geleverde inspanningen.

En toch.
Als die mensen dan vragen wat je vond van het project en aandringen om echt eerlijk te zijn, dan heb ik het toch een beetje moeilijk om te zeggen dat het hele project eigenlijk geen project was.
Dat ik hier niet echt getest heb omdat het niet ging.
Dat het syteem niet stabiel is: dingen die een maand geleden werkten, doen dat nu plots niet meer.
En toch werd dat geapprecieerd.
Fijn volk op IT afdelingen, wees maar zeker.

Whatever.
De catering was altijd picobello.
En da’s ook wat waard!

Solliciteren

Standard

Ik weet niet hoe het komt, maar de markt lijkt wel te springen om mensen als ik.
Vanaf het moment dat ik mijn linkedin-profiel een beetje had aangepast, kreeg ik al telefoon van Tania en een mailtje van Catherine. Helaas moest ik hen een beetje op de neus doen kijken: ik wil iets doen met mijn diploma. En mijn interesse. En, belangrijk detail, in mijn woonplaats.

Wat ik exact wil doen, vragen de mensen mij dan.
Hoe ik mijn dagen gevuld wil zien.
En vooral: waarom ik iets anders wil dan software testen.

Wel, uiteindelijk liggen mijn verwachtingen van mijn toekomstige job niet volledig en al helemaal niet per definitie in een  andere richting dan dewelke ik momenteel uitwandel.
Ik wil graag:

  • Tussen twee groepen/mensen/afdelingen/… fungeren als spilfiguur. Chef d’orchestre, zoals de franstalige eventueel toekomstige collegae het zouden noemen.
  • Omgaan met mensen, mensen fideliseren. Want als er iets is dat ik kan, is het met mensen omgaan. Eigen stoef stinkt zegt u? Ja, maar het stinkt in dit geval wel naar de geurigste roosjes die uw neus ooit hebben gepenetreerd.
  • Ideeën vertalen naar concretere en beter vatbare zaken.
  • Aan een werkdag beginnen en weten dat er elk moment een hond het spreekwoordelijke kegelspel kan verpesten.
  • Veel aan mijn hoofd hebben.

Waarom ik iets anders wil?
Omdat het mooi is geweest voor even.
No offence, maar “‘k’em’et zo goe a’s ‘k’eb’et g’ad” met testen.
Het is met een streepje pijn in het hart toch wel dat ik er één van de dagen de drempel ga oversteken.
Maar, hey, life is good, no?
En dan, hopelijk, als professionele vrienden uit elkaar.

Zou schoon zijn, niet?

Mijn CV (pdf, 60kb)

Verdwaasd en verbaasd

Standard

Na een uiterst fijne werkdag (echt gast, druk en plezant en veel werk en dingen te doen) stapte ik uit het kantoorgebouw in Brussel en daar was het verdwaasdste gevoel dat ik ooit had gehad.
Op automatische piloot naar het station, Go Pass kopen en het perron zoeken.
Antwerpen is “op de 5”, maar Gent is blijkbaar op meer dan één perron.

Ik moest er om half acht aan het Gravensteen zijn.
Toen ik in Brussel vertrok, had ik niet echt een idee van tijd, ter nauwernood nog een beetje van ruimte.
Het station afficheerde ee trein naar Gent om 17:51 en eentje tot in Gent St Pieters om 17:47.
Ja, dan kies ik dus, als pendelgroentje, voor die tweede.
Dat die langs Aalst gaat, drong niet echt door laat staan dat het me iets kan schelen. Markies de Sade vertelde me een schoon verhaal over sodoma et gomora en ik was stil en zoet.

Uiteindelijk geland in Gent (een lange rit, hell yeah) en buiten het station gaan kijken. Met flinke pas zette ik mezelf op weg naar wat ik dacht de juiste richting was.
Toen ik langs een garagepoort kwam die me ergens bekend voorkwam, wist ik dat ik fout was.
Tja, het zij zo.
De gids gebeld die heel snel mijn richting uitkwam (twee minuten, een mooie tijd!) en me naar het Gravensteen begeleidde. Aldaar was het gezelschap echter in een iets minder goedgeluimde bui. Dat ik wederom tien minuten te laat was.
“Jep. En legt uwe kop er maar neffe.”

Fretten in Aba-Jour, het is aan te raden. Echt lekker en gezellig en op de wenken bediend worden. Geen idee of dat in alle Gentse horeca zo is, maar het gaf een bemoedigend gevoel om nog Gents resto geweld aan te doen in de toekomst.
Daarna een portie performance art bezocht in de Pekelharingstraat en een dreupelke gaan drinken in het Dreupelkot.
Een uiterst gezellige avond, als het ware.

Ja, Gent. Ze mogen mij daar nog verwachten.
Volgende keer moet de politie mijn veiligheid niet zo hard garanderen als gisteren, maar toch.

Ah, mijn favoriete groente? Een sjallotje…

Snel

Standard

Dat het vaak niet lang hoeft te duren is duidelijk gebleken vandaag.
Een respons rate van 25% binnen dezelfde werkdag: ik vind dat mooi.
Men heeft me ooit geleerd om de “werkende medemens” een beslissingsperiode van ongeveer een week te geven: zo kan iedereen op z’n eigen tempo en aangepast aan het eigen ritme en schema reageren op e-mails.

Maar vandaag moest alles blijkbaar snel gaan.
Een vlotte pen  en het juiste moment zijn dé  combinatie om deuren te openen.
Waar ik twee jaar geleden een duidelijke njet kon krijgen, word ik nu gezellig op de koffie gevraagd.
Ja. Ja.
Of nog: how to make one’s day?

U zijt van harte bedankt!

Ziek?

Standard

Een dag ziekteverlof zonder jezelf echt slecht te voelen, het geeft een beetje een wrang gevoel.
Dat ik niet kan werken staat echter buiten kijf: mijn rechteroog schuurt alsof er zandkorrels onder het ooglid zijn geveegd. Hopelijk beginnen de druppels snel echt te werken, want het waas waar ik nu doorheen moet zin te kijken is echt vervelend.

Het ergste vind ik echter dat er niet zo heel veel is wat ik kan doen met een geblesseerd oog: lezen doet pijn, computer doet pijn (ondanks een extreem goed scherm), film doet pijn, de wind en het licht buiten doen pijn. Met één oog kijken?
Dat gaat even ja. Maar na een tijdje wordt dat oog echt moe en is het helemaal gedaan met iets te doen.

Wat er nog wel lukt, is koken.
Gisteren soep en chapati en saus voor lasagne.
Vandaag lasagne en pudding.

Ik merk nu ook wel dat een dagje extra door de week, zelf te kiezen of een vaste dag, de levenskwaliteit een streepje hoger trekt.
Een dag waarop iedereen moet gaan werken maar waarin je zelf kan kiezen wat je doet: boodschappen doen, huishouden, koken, cd’s kopen,…
Jep, vier vijfde werkweek. Ooit wordt dat de standaard.
Onthoud mijn woorden!

Reumatische oogontsteking

Standard

De oogarts was even vriendelijk als snel beschikbaar: heel.
Hij was ook uitermate duidelijk in het verdict: reumatische ontsteking.
Dat dat oog dus rust nodig heeft, maar dat werken wel moet gaan.

Wat voor werk doet u eigenlijk, vraagt hij dan.
Dat ik als software engineer momenteel de boterhammen met choco betaal.
Ahaa, software. Da’s dan met computers of zo?
Bwoa ja. Een uur of acht negen op een haast professioneel te noemen manier geconcentreerd naar een CRTscherm staren.
CRT? Iedereen heeft tegenwoordig toch LCDflatscreen schermen.
Nee dus, wij niet op de opdracht.
Dan kan je niet gaan werken voordat de druppels echt goed werken…

Woensdag dus terug aan de slag…

Bwards 2008: net gemist

Standard

Na een uiterst korte en winderige nacht reed ik in de Wave (golf is zó 2007) naar Brussel. Zaterdagwrk is misschien niet de beste invulling van het weekend, maar ik zie er eigenlijk niet zo erg tegenop. Het is dan heerlijk rustig op de weg, zeker om half acht. In Brussel de juiste tunnel kiezen en de juiste straat, een blokje rond en parkeren in de bankparking.

Systemen en computers en samenwerking daartussen: ook op zaterdagochtend is het niet vanzelfsprekend. Evntje werd er gevreesd dat alles naar de haaien was en dat we voor niets naar de hoofdstad waren gevlogen. Gelukkig draaide alles na een tijdje weer en tegen dat de broodjes er waren, was het zaterdagvoormiddagse testwerk gedaan. Eten, snoepen en babbelen, het hoort er nu eenmaal bij.

Naar huis om half twee om daar te ontdekken dat het eigenlijk al wat laat is voor de Bwards waar ik graag naar toe ga. Een beetje fruit, een wandeling en Wannes staat op het zuid. Blijkbaar kijk ik er redelijk naast met mijn  ooginfectie, want ik vind de locatie van het spectakel niet. De zin om nog verder te zoeken is klein en onverichter zake keer ik terug.
Dankzij de wind neemt de oogpijn stevig toe. Het is een beetje een klotezaterdag…

back in business

Standard

Na 2 dagen van rust wordt er heden weer gewerkt. Het oog is nog steeds ontstoken maar hard als we zijn, gaan we toch door. Terecht: als je naar de dokter kan wandelen, zo sprak vader, ben je niet ziek en dus kan je werken ook. Ik ben benieuwd!

Gent

Standard

Wegens een reeds lang geleden gemaakte belofte verzeilde ik gisteren in Gent. Niet zo exotisch als anderen, doch voorbij de Kennedytunnel en da’s voor ene verstokte boerenzoon nog altijd een beetje de grens van het toelaatbare. De tunnèl zelf hebben we niet gezien wegens per spoor (keddeng keddeng) gespoord en samen met, ik vermoed, alle studenten uit de Gentse binnenstad tot in St-Pieters gereden. Redelijk gek, zo een stapje terug in de studententijd van weleer: geen bal veranderd. Ik voelde me ook niet per sé verveeld met de studentikoze situatie, maar dat schijnt eigen te zijn aan de mentale staat van de gezondheid: eens achtien, altijd achtien…

Evelien deed een tentoonstelling van haar foto’s in de Ratz (over den Opera). Het waren helaas niet zoveel foto’s, maar wel mooie en ‘t was met hapjes en drankjes en schoon volk. Zowel ter plaatse aanwezig als zelf meegenomen. Ook Sara was er en ik had ook nog een handvol dames mee. Bleek er 66% van mijn meegebrachte juffrouwen bij evelien op school te zitten! De wereld is toch klein. Joa zenne, joa.

Helaas was het voor de rest een gewone zondagavond zoals alle anderen wat inhield dat het gezelschap en ikzelve niet van vermoeidheid gespeend waren. Jammer, want het was er echt wel heel gezellig.
Ik vermoed zelfs dat ik er nog ga komen, daar in Gent. misschien zelfs wel sneller dan dat Gent klaar is voor een Antwerps bezoekje van mezelf.

Waar de grote intocht van studentenminnend Vlaanderen nog steeds (nu ja) nog niet veranderd is, zijn koten dat dus wel. Waar ik op mijn kot een radio en een computer had, is het nu blijkbaar heel gewoon om een radio en een televisie en een dvdspeler en een laptop en een printer en en en en te hebben. Geen erg en we moeten allemaal mee met de tijd, maar toch: het is anders.

Maar de grootste verrassing kwam vanmorgen.
Met de trein vanuit Gent naar Brussel treinen is dus een pak beter dan vanuit de Sinjorenstad!
Rustig en comfortabel (ik zat dan ook per accident in eerste klas) en niet lang onderweg. En weet je wat, ik hou van die combinatie. Vooral omdat er dan fijn gelezen kan worden.
Ik had van de papa namelijk een informatiebundeltje gekregen van de GOM (nu bekend als VLAO).
En daar staat verdikke interessant gerief in.
Gelukkig zijn er ook iets recentere versies die net iets beter geschikt zijn op dit moment denk ik.

Gisteren nog gezegd: 2008 wordt een retestrak jaar!