Ratrace

Standard

Aangezien kathedralen van mijn kaliber geregeld honger hebben, dienen er centen verdiend te worden om boterhammen met choco te kopen. Op zich is dat niet zo’n probleem doch na drie maanden stil gelegen te hebben, is er toch een laagje roest op het arbeidsscharnier gekomen.

Gelukkig is er op dat moment iets als een doorlopend contract van onbepaalde duur dat me de werkgelegenheid geeft die ik nodig heb. Een zeer fijne zekerheid, geloof me vrij.
Mensen die ik in het oosten tegenkwam stonden telkens opnieuw versteld van het gemak waarmee mensen in België lang op vakantie kunnen gaan. Ik denk dat het tijdskrediet bijna alleen in België toegepast kan worden. Bij Vacature geven ze er deze week zelfs een televisieaflevering over. Ha! Ben ik weer een trendsetter…

Maar er zit dus wat roest op het werkhengsel. Het is een beetje als gaan joggen als je jaren geen meter uit je zetel bent geweest: hevig en vol goesting begin je eraan.
Op zich is springen en zwmmen wel de beste manier om de spreekwoordelijke arbeitsconditie te verbeteren. Ik was woensdag dan ook maar wat blij dat ik na een half dagje “on the bench” (on the beach herinnert pijnlijk genoeg aan het enorm schone Goa) op interview mocht waar men me echt wel nodig had.
Stress, druk op de ketel, chaos: woelig water als het ware.

Woensdag interview en goedkeuring, donderdag werken als een echte heer.
Dat ik in 2008 een nieuw leven zou beginnen, stond al langer vast. India was dan ook een mooie insteek voor het nieuwe levenspad.
Het is echter wel écht veranderd: hartje Brussel, met de trein, internationale omgeving. Gelukkig is er nog iets vertrouwd: de financiële sector.

Het fijnste is de internationale omgeving. Want met de trein is (nog) wel gezellig, maar samenwerken met mensen uit China, Pakistan, Londen en Parijs is helemaal de max. Nederlands, frans en vooral engels zijn de voertalen in onze kleine testruimte. Schitterend!
Daar komt dan nog het chaotische en drukke programma bij (enorm veel defects open, twee weken voor go live date…) en mijn dag is goed. Dat ik nu elke dag later thuis zal zijn dan voor ik naar India vertrok, vind ik momenteel nog niet zo erg.  Dat het takenpakket grotendeels hetzelfde is als voordien, kan me ook maar weinig schelen: het is voor een maandje. En mijn zinnen worden gescherpt. De goestingneemt toe met de minuut. Spontaan wordt er gezegt dat op zaterdag een half dagje komen werken geen erg is.

Ik ben dus terug.
Back in business.
En het mooiste gaat nog komen de volgende weken en maanden!

Goanese vakantie

Standard

Het klinkt misschien een beetje raar, maar ik heb eigenlijk tevel vakantie gehad deze week. Dat was de ontdekking die ik vanmorgen met een kreet maakte.

Ik ben me namelijk totaal niet bewust van welke dag het is, wat de huidige datum is of hoe laat het is en zou moeten zijn. Mijn gevoel voor tijd en plaats zijn volledig weg.

Op zich is dat geen ramp. Daar dient vakantioe dan ook voor, nietwaar?
En geloof me, het is beestig om op het ritme van je lichaam te leven: opstaan als je wakker bent, eten wanneer je honger hebt, zwemmen als het te heet wordt en slapen als je moe bent.

Maar als een mens vliegtuigreisjes wil maken, is er natuurlijk wel enig belang bij om op een deftig uur het tarmac te betreden. Kwestie van ergens te geraken in het leven.

En de kreet van vanmorgen werd veroorzaakt door een combinatie van bovenstaande feiten. Ik was er van overtuigd dat ik op donderdag 23 januari het vliegtuig te nemen had naar Bangalore. Paste perfect: donderdag, dus nog een halve week aan het strand!

Dag Jan. Het is op donderdag helemaal geen 23 maar 24 januari. Wat dus betekent dat mijn jet op woensdag van zijn oren maakt als ik nog op het strand lig. Ach ja, woensdag dan eh, nog een halve week min een dag. Ook goed.

Hiiiiiiiiiiiiii!
Woensdag, da’s als het ware morgen!
En en en ik heb hier nog geen foto’s getrokken en geen restaurantjes geprobeerd (of toch nog maar drie of zo) en geen dolfijnen gezien en eigenlijk nog geen echte feestjes gevonden. Shiiiiiit.

Tja. Vanmorgen dan maar gaan wandelen met het oog op dolfijnen. Schoon, zoals die af en toe bovenkomen en weer ondergaan.
Wanneer ik door de “jungle” terugwandel, komen er drie apen over het paadje gesprongen. Wow! Mijn zucht voor wildlife wordt wel netjes ingevuld!

Als ik dan ook nog een visarend de zee zie induiken, ben ik echt tevreden.
Nu nog twee keer lekker gaan eten en ik kan met een gerust hart naar Bangalore vliegen morgen. Want een strandvakantie, die moet niet te lang duren.

One day, i made a shocking decision

Standard

Wanneer ik op 30 november aankom in Kovalam, heb ik echt geen idee wat ik moet verwachten. Ik heb een vaag idee wat er in de school omgaat dankzij de website en de verhalen van Seppe.

De concrete werking is echter een groot zwart gat voor me. Gelukkig zijn er, zij het op een indische manier, afspraken gemaakt met Paul. Ik zal computerles geven aan leerlingen. Hoe ik dat invul moeten we nog bekijken. Achteraf gezien bleek dit een enorm goede basis te zijn om mee te starten.

Alles lijkt een beetje chaotisch, maar dat is ongeveer oor heel india het geval. Als ik op maandagochtend op school aankom, word ik door Paiul voorgesteld aan de kinderen als “the new computer teacher” . Het doet een beetje raar om als leraar bestempeld te worden.

De eerse dagen ga ik echter met enkele sociale werksters het dorp in om de situatie en de afkomst van de SISP-kinderen beter te kunnen plaatsen. Het is een enorme schok voor me. Een confrontatie met deze graad van armoede is me eigenlijk een stapje te ver.

Wanneer ik na een maand op school huisbezoeken doe met enkele leerkrachten, breekt m’n hart volledig. De band die er is gegroeid met de kinderen betrekt me volledig in hun situatie. Ik had mezelf voorgenomen om ergen foto’s te maken, maar zowel m’n diafragma als m’n keel zitten met een dikke krop.

Op school loopt alles echter enorm vlot, ik schtrik er zelf van. Na een week krijg ik Group B min of meer toegewezen en maken we samen een redelijke vooruitgang in het rijk van onze enige computer. We gaan van nul naar een min of meer deftig beginnersniveau gezien de situatie. Het is nu eenmaal niet niet evident om met zvn studentenaan een computer te werken…

De samenwrking en vriendschap met de rest van het personeel neemt ook elke dag toe. Het is enorm fijn om als onbekende zo snel in een groep te worden opgenomen. Vanaf dag  is iedereen bereid om te helpen en om vragen te beantwoorden. Ook de samenweking met de kinderen is schitterend.
Hoewel het bij tijden behelpen is om een deftige communicatie op te zetten, het ontbrak op geen enkel moment aan goede wil.

Nochthans is het geen sinecure om les te volgen in een taal die je niet meester bent en die niet je moedertaal is.

Ook buiten de lessen wordt er zonder problemen contact gelegd. De kinderen zijn oprecht gelukkig wanneer ik met hen meespeel of als ik me bij hen zt, al dan niet op de grond, tijdens het eten.

Het toppunt van vriendschap was voor mij echter de introductie tot internet met Geoge Sir. Hij is als een kind zo gelukkig wanneer we samen eene-mailaccount makn en ik hem toon dat er ook kranten in het Malayalam te vinden zijn op het world wide we.

De inzet en het enthousiasme van George zullen m altijd bijblijven. Of hij nu engelse les gaf aan Group B, tuition in de avonduren of cricket speelde op dinsdagnamiddag, hij gaf zich altijd volledig.

Het is dan ook niet zo gek dat hij vorig jaar de special care class oprichtte.

George is echter niet de meest bezielde zot van het geheel. Die eer gaat volledig naar Paul. Ondanks zijn halve eeuw leensrvaring, blijft hij met hart en ziel voor zijn geesteskind gaan. Wat twaalf jaar geleden begon als een soort vakantiebeleveing op eigen kosten, is nu verworden tot tot een zelfbedruipend project.

Het mooiste voorbeeld vind ik het nieuwe schoolgebouw dat volledig met middelen van gulle gevers uit de hele wereld wordt rechtgezet en in de loop van 2008 in gebruik wodrt genomen.

Ik ben eerlijk waar erg blij dat ik van SISP de kans heb gekregen om een maand lang hun leven te ervaren. Ik heb er enorm veel uit geleerd. Vooral dat ezieling en geloof in een droomproject essentieel zijn om het te laten rollen.

Dat iedereen en vinger kan uitstekn om een betere werld te verkrijgen en dat delen met hen die het minder goed hebben echt geen schande is.

Dat het wereldleed dat we zo gewoon zijn van op televisie, echt bestaat. Dat het wetn van leed erre van hetzelfde is als het zien en van dichtbij meemaken van datzelfde leed.

En dat het gerbuik van toiletpapier eigenlijk volledig ovebodig is. Waarvoor dank Werner!

Gelijk een krab zo mottig

Standard

Toen ik vanmorgen om kwartje van de zessen de deur van het heerlijke kamertje in Fort Cochin achter me liet, was ik vol goede moed. Nieuwe horizonten verkennen, zowel letterlijk als figuurlijk. Ik trek namelijk het binnenland van India in, meer bepaald naar Munnar.

Dat ligt een heel eind van de kust weg, dus een busritje van een uur of zes is maar heel gewoon. Op zich geen probleem, want we hebben tijd. We, dat is dan Wij, Wannes.
Kilometer na kilometer zie ik de streek veranderen.

Het begint bij het dichttrekken van de deur. Ik loop door het nog donkere maar ontwakende Fort Cochin. Dit is de meest europees aandoende stad die ik tot nu toe in India heb gezien. De afgelopen dagen waande ik me dan ook meer op een eiland in de Middellandse Zee dan in India. Het was er echter zeer zeker de moeite en ik kom hier zeker terug.
De volgende stap is de ferry.  Samen met een koppel Duitsers (ja hoor, ook ik zie de analogie met m’n aankomst hier…) verlaat ik het Fort en loop ik naar het busstation. Zij nemen een andere bus en ik wacht even alleen.

Daar het bussation in Ernakulam ligt, is het hier al terug India. Echt India: chaotisch, rommelig, gezellig. Het is een beetje te vergelijken met de buurt rond de Grote Markt in Antwerpen en ons eigen schone stekje in het Schipperskwartier. Ik weet wel welke het gezelligst is…

Terwijl ik op de bus sta te wachten (ook hier hebben die vaste vertrekuren) vraagt een Engelsman of het een goed idee is om met het openbaar vervoer te reizen. Mwoa ja, zeg ik hem, het is echt wel lachen, maar verder is het als al het verkeer eh: geschift. De man vindt dat ik dan ook geschift ben om de bus te nemen en hij en zijn reisgezel besluiten de airco variant te nemen. Geld speelt geen rol, dus ik hou alle goeie raad voor mezelf. Ze zullen zelf wel zien dat de luxecars meestal nog geschifter rijden: die hebben goede vering en moeten dus niet constant inhouden voor de indische staat van de wegen…

Het landschap verandert verder van palmbomen naar gewone loofbomen. De lucht ruikt zelfs groener. Het is echt schitterend, zoveel groen en zoveel heuvels.  Het land van Tata wordt aan een stevig tempo ingenomen. Land van Tata? Jazeker. De theevelden die ik zie, zijn allemaal eigendom van Tatatea. De vrachtwagens van Tatamotors. Het is gek om tebedenken dat dit allemaal van een familie is.

Helaas komen met de bergen ook de haarspeldbochten dichter in de buurt.  Normaal kan ik echt veel verdragen in de auto en het is echt al van een van de laatste campingvakanties in Muhr (Frankrijk) geleden dat ik ziek werd in een voertuig. Vandaag dus niet. Zo ziek als honderdduizenman stap ik van de bus.

Katastroof indachtig doe ik m’n best om het vege lijf en leden zonder al te veel maaginhoudelijkverlies van de bus te reppen. De rikshawdriver die me opwacht en meer dan twee keer vraagt of ik een ritje en een kamer wil, mag tien minuten later mijn excuses komen halen. Ik vraag em wel at geld, want hij krijgt niet elke dag de kans om Vlaams te leren. Toeristen die in Munnar nu heel vriendelijk met “BOL AF TAFFELEIR” worden aangesproken: da’s Rakesh en hij bedoelt het echt wel goed.

Gelukkig  heb ik al een  boeking gemaakt en Ani van Edelweiss Adventures komt me netjes afhalen als ik hem bel. Ideaal, want het lijf kan echt even niet vooruit.
Hij weet me een kamer te regelen aan een schappelijke prijs en het driedagendurende vertier wordt geregeld alsof het niets is. Morgen (zondag) vertrekken om negen uur, dinsdag tegen een uur of twaalf gedaan. En dat ik dan nog iets anders kan doen als ik wil.

Awel, ik ga mezelf eerst afbeulen in de zon tussen de theeplantages en de jungle van Munnar en dan eh, dan ga ik mezelf Ayurvedisch laten masseren. Door een aziatisch schoonheidsideaal

Social Skills

Standard

Waar ik de voorbije week wat twijfelde aan de persoonlijke vaardigheden van mezelf, heb ik ook dat beeld moeten bijstellen. Wereldbeelden en zelfkennis: the times are a-changing…

De afgelopen twee maanden heb ik mezelf af en toe echt vervloekt. Waarom stap ik nu niet gewoon op die en die mensen af en waarom kan ik daar geen babbeltje mee doen? Waarom komt iedereen op reis altijd de meest waanzinige personen tegen en vind ik zelfs geen lamme straathond om kerstavond mee te vieren? Vakantielief en al, schoon, maar waarom wordt mijn kathedraal van een lichaam (vijftien kilo lichter, bruingebrand en ongeschoren) niet bestormd door elk oestrogeengedreven wezen?

Ik begon me echt al ongemakkelijk te voelen. Weg zelfbeeld, weg idee van “alleen reizen is vrienden maken”. Het leek me even allemaal teveel te worden om zo volledig alleen door het reizende leven te moeten gaan. Op de koop toe is mijn rugzak ook veel te groot en stop ik dat ding dus ook boordevol en is dat dus een bakbeest waarmee gesleurd moet worden. Een mens moet zich niet ongelukkig voelen in vergelijking met de miserie die ik de afgelopen maanden heb gezien, maar ik kwam toch in de buurt…

Tot ik van uit Varkala aan de de tocht naar het noorden begon.
Eerst de lokale bus op, samen met een stuk of honderd schoolkinderen. Lachen gieren brullen met de bengels, want die gekke blanke snul met zijn grote rugzak is echt wel een beetje belachelijk. Een praatje maken en van waar ben je en waar ga je naartoe en heb je een pen voor mij. Wat verder een andere bus, andere mensen maar ook hier overvol doch gelachen geblazen: Indiers zijn echt gekke mensen met gekke gewoonen en gekke capriolen.

Daarna de boot van Allepy tot in Kottayam. Een veerboot die dienst doet als bus op de backwaters. Een schijntje voor uren verier en schoon beelden en al. Als ik van de boot stap, staan er twee franse toeristen, die zaten ook op de boot maar dan van voor en ik van achter, te onderhandelen met een rikshawdriver. Zij willen naar het busstation en dan naar Cochin. Ha, zeg ik, ik ook.
Plots staat er ook een taxi die we aan halve prijs kunnen hebben tot in Cochin. 200 rupees per persoon, dus da’s geen geld voor bijna 100 kilometer airco-snel-reizen.

Gezellig koppel uit Parijs en toevallig wonen ze in de buurt waar ik enkele maanden geleden met Bea was. Dolle boel als het ware. Ik probeer zelfs een mondje frans te praten wat best wel meevalt. Maar toch is het gek: twee maanden in het engels denken en praten en dan plots nog wat frans ertussen. Daar mijn hypoyhalamus mijn talenknobbel heeft buitengesmeten om zelf meer groeiruimt te hebben, kan je je voorstellen dat het echt een breinbreker was.
Zij hebben een hotel geboekt, maar ik neem de ferry naar het toeristischere schiereiland Fort Cochin.

Lang leve de tropische nachten die tegen een uur of zes heel hun duistere macht tonen. Het is dan ook bijna op de tast en met horten en stoten dat ik de steiger vind. Gelukkig loop ik een duitse vader met zijn twee dochters tegen het lijf. Zij hebben ook geen idee waar te zoeken, maar wel een vaag vermoeden. Een klein lichtje in de duisternis dus, beter dan een donker hol om in te dabben, denk ik dan. Babbeltje en hop, de boot op.

Aan de andere kant er weer af en het plan was simpel: riksha driver zoeken, hotels laten bellen en een kamer laten regelen voor 200 rupee.
Schoon plan, maar da’s dan buiten India gerekend. Geen enkele riksha, zelfs geen enkele ziel op straat. Buiten dan de drie duitsers, Wannes en een koppel andere blanken. Of zij een plan hebben. Nope, maar dat we misschien wel nederlands kunnen spreken en samen een slaapplaats zoeken. Vet!

Toffe mensen, hebben al veel gereisd, maar dit hebben ze precies nog niet meegemaak: alles lijkt volzet. Tot we worden aangesproken door een gewiekste Indier: twee kamers, 650 rupee. En proper! En in’t centrum! En goedkoop!
Beestig plan en een echt goede kamer.

We gaan samen iets eten, babbelen een kot in de nacht en zien elkaar de volgende dag weer. Ook een koppel engelsen in ons huis en dat wordt een fijne avond: Kingfishers for all! Vandaag met drie de backwatervillages gezien en samen heerlijke pizza gaan eten.
Morgen gaan ze weg, naar Goa.
Ik zaterdag naar Munnar, kamperen en olifantje rijden en de zot uithangen.

Maar de clue van het verhaal: mijn sociale vaardigheden zijn best wel in orde. Alleen die oestrogeen gedreven beestjes dienen nog wat afgericht te worden…

Varka-la-la-la

Standard

De rugzak was gepakt, afscheid werd genomen.
Eventjes binnenspringen bij Paul en Werner voor een laatste belgische groet in Kovalam en een tasje koffie. Dat ik het er echt goed heb gehad en dat het fijn was en dat er aan alle mooie liedjes een einde komt.
Het was jammer om er weg te gaan. Ik heb er een schitterende maand beleefd en heel veel dingen geleerd, vooral op menselijk vlak. Dat ik er wil teruggaan staat buiten kijf, hopelijk lukt dat een van de komende jaren ook. Liefst binnen de vijf jaar, dan kan m’n paspoort twee indische visa’s bevatten…

Snel stoppen in Trivandrum (aka Thiruvanthapuram) voor een postpakket (de rugzak weegt al genoeg zonder de nieuwe en uitgelezen boeken) en dan de trein op naar Varkala.
Ondertussen krijgt m’n sluitspier het redelijk hard te verduren, want om de een of andere reden is’t weer van dat. Nu ja, lopen en laten lopen eh.
Maar helaas is dat niet zo handig als een mens trein en bus dient te nemen, dus een overdosis Immodium Instant (heerlijk van smaak trouwens) moet de redding zijn. Wat ook min of meer zo is… Min of meer, u leest het goed. Meer daarover in een volgende paragraaf.

Varkala ligt op slechts een steenworp (mits getrainde werpspieren) van Kovalam en wordt omschreven als het paradijs. Strand en religie en rust en dorps en niet zo heel toeristisch. Omdat ik graag een paar dagen strandvakantie wil zonder dikke, witte, mensgeworden hippopotamussen Engelsen strandt ik hier (die woordspeling, how jom!). De trein brengt me tot in het dorp, de bus tot aan de tempel en de benenwagen tot aan een groepje lokale jongeren.
Of ik een kamer zoek. Tja, een rugzak zo groot als de doorsnee Indier dient meestal niet om gezellig mee aan het strand te gaan liggen, dus ja. Maar dat ik slechts een beperkt budget heb. Geen probleem, 200 rupee lukt zeker zeggen ze.

We lopen verschillende huizen af, maar alles is volzet. Hoe meer huizen we voorbij lopen, hoe dichter we bij de zee komen en hoe hoger de prijs wordt, denk ik. Nu ja, laat dat geen probleem zijn voor er een prijs genoemd is.
Een kleine kamer,  schoon met gedeeld toilet en douche en pompbak buiten op het dak voor 200 rupees. Tja, dat ik dan wel verder zoek.  En  gewiekst als ze zijn, is  125 ook wel goed. Nice shot, denk ik dan.

Rugzak af, uitladen, muskietennet bouwen, t-shirt wisselen, gerief bijeen pakken en naar de beach!

Varka-la-la-la! Is het eerste dat in me opkomt als ik op het strand kom. Rustig! Proper! Gezellig! Echt, stukken beter dan Kovalam.
En de zee, zo wijds, zo wijds! En het strand, zo mooi! En de arenden, zoveel! En de restaurants, zo gezellig! En de verkopers, zo … niet aanwezig!
Er liggen een stuk of dertig mensen te zonnen, hier en daar iemand op een terras, een parasolletje of drie en twee redders. Allright!

Ook vandaag, zondag, is het er heerlijk rustig.
Wel toeristen, maar niet te veel. Ook minder arrogant dan in Kovalam. Ontbijt is ook hier best OK en de winkeltjes zijn wel open, maar niet opdringerig.
Ik heb het gevoel dat ik hier wel een hele week kan rondhangen.

Mocht je in India zijn en een strandvakantie willen en naar Kovalam willen gaan: doen! Bezoek SISP, zeg goeiedag aan Paul en Werner, leg je op het strandje aan het Rockholm Hotel (links van de vuurtoren) en wandel af en toe eens langs Kovalam Beach. Ga iets eten in de Lonely Planet of in Spice Village en drink een pintje in de bar van Raja Hotel.
Maar ga na drie dagen naar Varkala, zoek een kamer en geniet van het strand en de zee en de zon en alles. Echt, dit is een aanrader!

Les derniers jours

Standard

Het is gek om na anderhalve week van rust en kalmte weer in ene overvolle en drukke school aan te komen. De kinderen hebben in elk geval genoten van hun vakantie en zijn weer helemaal klaar om zich voor de volle 100% te geven op school.

De computerlessen met Group B (een beetje “mijn klasje”) hebben de afgelopen weken toch vruchten opgeleverd. Ik had er een beetje schrik voor, maar bijna alles was blijven hangen. Met enige trots laat ik hen netjes de oefening maken die ik heb voorbereid: tekening maken in Paint, alle tools gebruiken, saven, Word openen, tekening inserten, resizen, tekst typen en die tekst netjes naast de tekening zetten. De volgende doet dan hetzelfde, maar lijnt zijn paragraaf aan de andere kant uit.
Mits enige hulp wordt het een groot succes, denk ik dan.

Donderdagnamiddag ga ik met Imam en de mama van Hanne naar de nieuwe school kiken. Er wordt nog hard aan gewerkt, maar een van de komende maanden moet ze klaar zijn. Echt een dijk van een school, verschillende lokalen, een grote keuken en een grote zaal.En een dakterras. En een apart gebouw voor staff en social work.
Echt een fijn gebouw, rustig gelegen en comfortabel.
Wees maar gerust dat uw centen daar hard nodig zijn en goed terecht komen!

Donderdagavond trek ik net als woensdagavond met George Sir naar het internetcafe. De kerel heeft al vaak iets van internet gehoord, maar heeft nog nooit iets gedaan om er echt op te geraken. Hij is dan ook als een kind zo blij als ik hem de eerste stappen help zetten. En wat voor een wereld er voor hem opengaat wanneer we zijn e-mailaccount aanmaken! Zaken die voor mij heel vanzelfsprekend zijn, zijn een uiterst nieuwe ervaring voor hem.
De les die ik er uit leer: sta verdikke maar eens stil bij al die alledaagse handelingen, het is niet voor iedereen zo vanzelfsprekend.

Vrijdagochtend heeft iets geks in de lucht. De laatste schooldag voor mezelf. ‘t Is ene beetje gek. Eerst fruit kopen voor de traktatie van vandaag (Famous SISP Fruit Salad) en dan de laatste computerlesjes.
Na de lunch ga ik huiswaarts om de rugzak in te pakken: ik vertrek morgen immers naar andere oorden.
Plots begint het allemaal wat te dagen: wat de laatste dagen nog erg ver weg leek, is nu akelig dichtbij.  Alles wat bekend(er) is geworden wordt weer opgegeven. Iedereen die ik leerde kennen wordt wederom achtergelaten. Misschien zelfs voor eeuwig en altijd, wie weet dat?

Als ik om half vier weer op school ben voor de fruitsla en afscheid van iedereen, zijn er een paar van de kinderen die komen vragen of ik echt weg ga. En of ik niet wil blijven. En dat ze gaan wenen sebiet. Gelukkig was het niet van tranendal, maar toch.
Als er twee groepjes een liedje komen zingen, doet het toch wel akelig. Het is echt echt.
Gelukkig is er enorm lekkere fruitsla.
SISP heeft zelfs een presentje voor me: symbolisch volgens Paul, maar eerlijk: het raakt me en ik voel me verdrietig en enorm gelukkig tegelijkertijd.

Alles in india lijkt wel dubbel te zijn. Elke gebeurtenis, ervaring, ontmoeting, beeld, foto, … snijdt aan twee kanten. Vandaag is dat het gevoel dat ik niet weg wil: het is hier enorm goed en gezellig en vriendelijk en liefdevol en gewoon goed toeven. Anderzijds heb ik het gevoel dat elke stap die ik nu maak, me dichter bij Belgie brengt… Waar het potverdikke ook goed toeven is, wees maar gerust. En toch, toch kom ik hier terug…

Huisbezoek

Standard

Aangezien het kerstvakantie is op school, zijn er geen kinderen.
Dat wil echter niet zeggen dat er niet gewerkt wordt!

De voormiddagen deze week worden gevuld met computerles voor enkele leerkrachten, de namiddagen worden gebruikt om kinderen thuis te bezoeken.
Op die manier kennen de leerkrachten de thuissituatie van de leerlingen en kunnen ze hier op inspelen en eventueel helpen waar nodig.
En ik, ik mag mee.

Ik ben nog niet in Vizhinjam zelf geweest, alleen de grote straten heb ik gezien.
En gelukkig heb ik een gids mee, want de wirwar van straatjes (hoop en al een meter breed) is een doolhof waar ik m’n weg echt niet in zou vinden. Straatnamen zijn sowieso niet aan de orde in India, huisnummers al evenmin.

Ik vind het allemaal een beetje schrijnend. Waar ik de voorbije dagen vooral de toeristische kant van het leven heb geproefd, wordt m’n wereld nu weer volledig gekleurd door de harde realiteit.
Families met problemen op alle gebied: geen geld, geen werk, geen huis zoals je dat zou verwachten. De gang van ons appartement in Antwerpen is ongeveer even groot als een huisje waar we op bezoek gaan. Een televisiekamer. een kastkamer en een plaatsje waar gekookt wordt.
Geen badkamer, die is buiten en wordt gedeeld. Hoewel, gedeeld. Er moeten harde contanten op tafel komen voor er gebadkamerd kan worden. Een rupee per keer. Onvoorstelbaar.

Als een van de moeder shaar verhaal doet aan Preetha, is dit de eerste keer dat ik iemand hoor fluisteren. Gesprekken gaan hier meestal op een toon die westerlingen als ruziemakend ervaren hoewel dat er geen ruzie gemaakt wordt.
Nu is het bijna toonloos. De tranen staan de moeder dan ook bijna in de ogen als ze de problemen met haar oudste zoon uitlegt. De muren hebben, net als in ieder dorp over de hele wereld, ook hier oren.
En aangezien dit een vissersdorp is met alle spreekwoordelijke viswijven van dienst, kan je je voorstellen hoe er geroddeld wordt over alles en iedereen.

Mensen zijn basisgedragsrechtelijk overal hetzelfde: Meer of Vizhinjam, er is niet zoveel verschil. Alleen hebben de mensen in Meer een matras om op te slapen. En meer dan een bed per gezin. En een huis waar iedereen in past bij nacht en ontij. En minstens een badkamer per huis. En stromend water.

Als we om vijf uur huiswaarts rijden met de bus, ben ik er niet goed van. Bekomen en bezinnen met een koffie en een zonsondergang maken we weer klaar voor de rest van de dag.
Ik denk dat ik echt verliefd aan het worden ben op de zee. Rustgevend, orde op zaken stellend, probleemoplossend.
Ik word er gelukkig van. Zelfs tussen al die miserie kan ook ik nog lachen. Net als de inwoners van Vizhinjam.
Zo gaat dat hier: miserie te over en toch een lach kunnen boven halen.

BTW: ik heb vandaag gemerkt dat ik een materialistische westerse klootzak en een slechte fotograaf ben.
In de zelfde volgorde een uitleg: terwijl de mevrouw al fluisterend haar verhaal doet aan Preetha, merk ik in een ooghoek dat mijn fototoestel niet op aperture maar op manual staat. En dan schiet me ook te binnen dat ’em nog op ISO 1600 staat van het stranddansfeest van gisterenavond. Precies of dat is van enig belang in de situatie waarin we ons bevinden.
Alsof die aperture/manual en ISO zever niet voldoende zijn om mezelf tot schrale amateurfototoestelbezitter uit te roepen, wordt het nog net iets erger. Ik kan van situaties als deze bijna geen foto’s maken. Noem het schaamte, noem het bedeesdheid. Ik kan het gewoon niet. Hopelijk gaat m’n schroom morgen en overmorgen wat over want echt, ik wil dit hier aan iedereen laten zien.

Dagtrippers!

Standard

De grote vakantie is ingezet met een spetterende tweedaagse.
Donderdag een hele dag qualitytime gedaan met broer en zus voor de verjaardag van diezelfde zus. Met ons drietjes naar Planckendael om wat beesten te bekijken.
Uitermate plezierig en heel gezellig!

Gisteren een dagje sneeuwpret gaan beleven in het Duitse Bottrop. Sfeer verzekerd als je met vijftig Mussen ergens heen gaat.
Voor mezelf was het een redelijk nieuwe ervaring: snowboarden stond tot gisteren op de lijst van activiteiten die ik nog nooit gedaan had. Nu dus wel.
Blauwe knieën, zeer gat en een verstuikte pols…
Redelijk pijnlijk, maar niet onoverkomelijk.

Als dit echter de trend gaat zijn voo de komende maanden, dan wordt het de beste loopbaanonderbreking van het jaar!
Sowieso 🙂

India

Standard

Nu de grote brok van vakantie voorbij is en het leven een min of meer stabiele vorm heeft aangenomen, kan er worden uitgekeken naar de geweldige trip naar India.
Op 7 november vertrek ik met mezelf en alleen mezelf naar India om er een beetje de barmhartige samaritaan te gaan uithangen.

Het plan is dat er in de eerste maand wordt geholpen in het ziekenhuis van Pavagada bij Swami Japananda. Daar zal ik waarschijnlijk inspringen bij het verzorgen van patiënten die net een operatie achter de rug hebben. Eten rondbrengen en medicijnen klaarzetten. Het eigenlijke verplegingswerk is wegens onkunde niet aan mij besteed schat ik.
Ik ga ook mee met de mobiele brigades van het hospitaal. Zij brengen geregeld bezoeken aan dorpjes e gemeenschappen die niet in het ziekenhuis geraken. Met de jeep door het oerwoud dus.

De twee maand wil ik graag naar een schoolproject in Kovalam waar Seppe ook geweest is. Lesgeven en bezig zijn met de kinderen. Kijken wat er anders en beter kan. Waar ik kan helpen, zal mijn gezicht te zien zijn.

De derde en (voorlopig) laatste maand wordt gewijd aan het rondtrekken door het indische landschap. Rugzak, trein en locals. En foto’s.

Er moet echter nog een hoop gepland worden alvorens het vertrek kan gebeuren. Vaccins, reispas en ticket zijn vor 90% in orde (vandaag een herinneringsvaccin voor hepatitis gaan halen en OK). Het visum is iets voor het einde van de maand. De RVA (tijdskrediet, jawel) moet ook nog een aangetekend schrijven ontvangen voor mijn aanvraag. 

Morgen komt Swami Japananda aan in Zaventem voor een vijfdaags bezoek aan ons belgenlandje. Een stevig onderhoudende babbel zit er dus wel in. Op die manier kunnen we misschien een soort van planning uitwerken zodat er geen al te grote verrassingen plaatsvinden op vervelende momenten…

Maar wel: goesting en al!

Barcelona (again)

Standard

Aangezien we vanaf vandaag een paar dagen vakantie hebben (we, als in: we, Wannes, koning der belgen) wordt er weer met Vueling naar Barcelona gevlogen.
Nu wordt er niet direct sneeuwval verwacht, dus de kans dat het vertrekuur wordt gerespecteerd is iets groter dan vorige keer. Zodoende zit ik morgen te vieren hoog boven Europa.

Goesting? Ja. Om terug bij de Madam te zijn (want missen is toch wel een vrij fysieke aangelegenheid). En om terug in Barcelona te zijn. En om weer vakantie te houden. En om gewoon niet te gaan werken.

Ha!

En foto’s en cultuur en eten en drinken en veel liefde en al!
En vanaf donderdag wordt het er weer schitterend weer!

links for 2007-03-18

Standard

links for 2007-03-02

Standard

Vakantiedagen

Standard

Pieter Vertelde een tijdje geleden dat hij eindelijk maar eesn verlof ging nemen. En dat hij geen recht heeft gehad op jeugdvakantie wegens te oud. Wel, mij hoor je niet klagen!

Afgestudeerd in juni 2005, beginnen werken eind november 2005 en dus net een maand gewerkt. Dat maakt het potvolkoffie perfect mogelijk om een jeugdvakantie-aanvraag in te dienen! En geloof me, met een zuiver geweten vakantie nemen is heerlijk. Vooral als je dan zioet dat er collega’s zijn die pas in januari  zijn begonnen en die dus geen recht hebben op dat schone verlof.

Dit jaar heb ik echter recht op volledig verlof. En volledig verlof houdt bij ons een stevige brok van het jaar in!
Als ik even tel, kan ik bijna elke week een dag vakantie nemen…

  • 20 gewone dagen
  • 3 bedrijfseigen-zelf-in-te-zetten-als-de-klant-dicht-is-dagen
  • 10 recupdagen
  • 5 dagen van vorig jaar
  • 1 (of twee?) vrij in te zetten feestdagen omdat die per toeval in het weekend vallen
  • 7 dagen die op te sparen zijn met extra overuren

Iets van een 46 dagen dat er, naast weekends en feestdagen, niet gewerkt moet worden.
Kwestie van op kamp te kunnen gaan met de Chiro, een enkele keer naar Barcelona te vliegen, een extra dagje na een vermoeiend weekend én een week of twee te chillen op verlof!

365-(52*2)-46 = 315 werdagen.
Lijkt me niet overdreven!

Barcelona

Standard

Nieuwe dagen in Barcelona hebben het er super gezellig gemaakt. Lekker weer, lekker eten en veel cultuur: kinda cocktail!
Tegen de middag het eerste terraske met een café solo, dan tegen den tweeën een broodje halen en picknicken om dan ‘s avonds van tapas te doen. Vakantie ten top!

Het heerlijkste is nog wel dat het hier echt goed weer is: zon, 20 graden, palmbomen. Net wat ik nodig had om de winterdepressie voor te zijn! 🙂

-dt fouten zijn trouwens onvergeeflijk, maar verbeterbaar…