Soms sneeuwt het in de lente

Standard

Vanochtend vroeg vertrokken in de luwte na de nacht.
Eigenlijk was het nog wel miden in de nacht: 05:28 is niet bepaald een uur in de ochtend, denk ik zo.
Het was ook wel duidelijk dat de gemiddelde en weldenkende Antwerpenaar nog netjes in de ketel lag: ik was alleen op de weg, zo leek het wel!

Het plan was om snel door te rijden om snel aan het werk te tuigen en om snel weer de rit naar de stad te kunnen aanvatten. Ideeen als 150 en cruise control spookten al een beetje door het hoofd.
Dus niet!

Slechts één rijstrook open op de E313-E314! De andere lag vol natte sneeuw en was, zo ondervond ik tijdens een inhaalmanoeuvre, glad als een met uiercreme ingesmeerde koersbroek. Gzellig om te merken dat zelfs de gedachte aan het remmen de ABS al inschakeld.
Elke bocht deed beroep op het aanwezige ESP systeem.

Okselvijvers werden gekweekt, accidenten voorkomen door gematigde snelheid en toch, toch was ik enorm blij dat ik uiteindelijk veilig achter het bureau zat…

Winterweer in de lente: niets voor mij…

Verdwaasd en verbaasd

Standard

Na een uiterst fijne werkdag (echt gast, druk en plezant en veel werk en dingen te doen) stapte ik uit het kantoorgebouw in Brussel en daar was het verdwaasdste gevoel dat ik ooit had gehad.
Op automatische piloot naar het station, Go Pass kopen en het perron zoeken.
Antwerpen is “op de 5”, maar Gent is blijkbaar op meer dan één perron.

Ik moest er om half acht aan het Gravensteen zijn.
Toen ik in Brussel vertrok, had ik niet echt een idee van tijd, ter nauwernood nog een beetje van ruimte.
Het station afficheerde ee trein naar Gent om 17:51 en eentje tot in Gent St Pieters om 17:47.
Ja, dan kies ik dus, als pendelgroentje, voor die tweede.
Dat die langs Aalst gaat, drong niet echt door laat staan dat het me iets kan schelen. Markies de Sade vertelde me een schoon verhaal over sodoma et gomora en ik was stil en zoet.

Uiteindelijk geland in Gent (een lange rit, hell yeah) en buiten het station gaan kijken. Met flinke pas zette ik mezelf op weg naar wat ik dacht de juiste richting was.
Toen ik langs een garagepoort kwam die me ergens bekend voorkwam, wist ik dat ik fout was.
Tja, het zij zo.
De gids gebeld die heel snel mijn richting uitkwam (twee minuten, een mooie tijd!) en me naar het Gravensteen begeleidde. Aldaar was het gezelschap echter in een iets minder goedgeluimde bui. Dat ik wederom tien minuten te laat was.
“Jep. En legt uwe kop er maar neffe.”

Fretten in Aba-Jour, het is aan te raden. Echt lekker en gezellig en op de wenken bediend worden. Geen idee of dat in alle Gentse horeca zo is, maar het gaf een bemoedigend gevoel om nog Gents resto geweld aan te doen in de toekomst.
Daarna een portie performance art bezocht in de Pekelharingstraat en een dreupelke gaan drinken in het Dreupelkot.
Een uiterst gezellige avond, als het ware.

Ja, Gent. Ze mogen mij daar nog verwachten.
Volgende keer moet de politie mijn veiligheid niet zo hard garanderen als gisteren, maar toch.

Ah, mijn favoriete groente? Een sjallotje…

New born

Standard

Hij is er!
En ik dat maar niet weten, schandalig van mezelf.
Blijkbaar had vader gisteren een telefoontje in mijn richting gepleegd, maar ergens tussen Antwerpen en Brussel moet dat uit de lucht gevallen zijn. Stom.

Maar dus: Officieel een vers broertje op Belgische bodem!
Morgen gaan kijken en zorgen dat ik m’n fotogerief mee heb.

En zaterdag nog gaan kijken met twee.
En hey, ik ben verdikke echt en oprecht blij dat ze allemaal heelhuids terug zijn.
Zij het met een schijterij die Het Ruimerke natte dromen bezorgt.
Volgens vader nog steeds een eerder geel-oranje substantie.
En nog niet stapelbaar.

Ruikt u het ook bijna?

Nightly

Standard

Het is godgeklaagd.
Elke vezel in het lijf wist wat er ging gebeuren. Elkeen die me langer dan tien minuten kent, had het kunnen voorspellen.
Behalve ik…

Olivier kwam langs om een hapje te eten.
We zaten samen op de trein van centraal Brussel naar centraal Antwerpen. En daar werd de trend gezet: meneer kwam er door met een zak okkernoten. Okkernoten.
Gelijk twee goedlachse gorilla’s zaten we daar in de trein: lachen, eten, brullen.
Plezier voor twee, de medepassagiers vatten de humor niet geheel en al.

Snel de lasagne in de oven en wachten en plannen maken.
Glaasje wijn, hapje kaas: jawel, mannen met smaak!
Het was gezellig en lekker en de voorzet voor het plan was gemaakt.
Dat we dat plan maar verder moesten bespreken aan den toog: plannen op bierviltjes zijn altijd de beste.

En plots was het vandaag.
Een gat in de nacht, in de portemonnee en in het plan.
Maar! De eerste stappen zijn er!
Het idee! De basisgedachte.

Maar na de nacht, de dag…

OW! En Twitter is coo-h-ool!

links for 2008-03-05

Standard

Gent

Standard

Wegens een reeds lang geleden gemaakte belofte verzeilde ik gisteren in Gent. Niet zo exotisch als anderen, doch voorbij de Kennedytunnel en da’s voor ene verstokte boerenzoon nog altijd een beetje de grens van het toelaatbare. De tunnèl zelf hebben we niet gezien wegens per spoor (keddeng keddeng) gespoord en samen met, ik vermoed, alle studenten uit de Gentse binnenstad tot in St-Pieters gereden. Redelijk gek, zo een stapje terug in de studententijd van weleer: geen bal veranderd. Ik voelde me ook niet per sé verveeld met de studentikoze situatie, maar dat schijnt eigen te zijn aan de mentale staat van de gezondheid: eens achtien, altijd achtien…

Evelien deed een tentoonstelling van haar foto’s in de Ratz (over den Opera). Het waren helaas niet zoveel foto’s, maar wel mooie en ‘t was met hapjes en drankjes en schoon volk. Zowel ter plaatse aanwezig als zelf meegenomen. Ook Sara was er en ik had ook nog een handvol dames mee. Bleek er 66% van mijn meegebrachte juffrouwen bij evelien op school te zitten! De wereld is toch klein. Joa zenne, joa.

Helaas was het voor de rest een gewone zondagavond zoals alle anderen wat inhield dat het gezelschap en ikzelve niet van vermoeidheid gespeend waren. Jammer, want het was er echt wel heel gezellig.
Ik vermoed zelfs dat ik er nog ga komen, daar in Gent. misschien zelfs wel sneller dan dat Gent klaar is voor een Antwerps bezoekje van mezelf.

Waar de grote intocht van studentenminnend Vlaanderen nog steeds (nu ja) nog niet veranderd is, zijn koten dat dus wel. Waar ik op mijn kot een radio en een computer had, is het nu blijkbaar heel gewoon om een radio en een televisie en een dvdspeler en een laptop en een printer en en en en te hebben. Geen erg en we moeten allemaal mee met de tijd, maar toch: het is anders.

Maar de grootste verrassing kwam vanmorgen.
Met de trein vanuit Gent naar Brussel treinen is dus een pak beter dan vanuit de Sinjorenstad!
Rustig en comfortabel (ik zat dan ook per accident in eerste klas) en niet lang onderweg. En weet je wat, ik hou van die combinatie. Vooral omdat er dan fijn gelezen kan worden.
Ik had van de papa namelijk een informatiebundeltje gekregen van de GOM (nu bekend als VLAO).
En daar staat verdikke interessant gerief in.
Gelukkig zijn er ook iets recentere versies die net iets beter geschikt zijn op dit moment denk ik.

Gisteren nog gezegd: 2008 wordt een retestrak jaar!

The Future: direction made

Standard

Het leven kan al eens rare wendingen aannemen.
Vaak zijn we er zelf bewust voor verantwoordelijk, maar meestal worden we gestuurd door een gevoel. Een gevoel van welbehagen, een gevoel dat het goede in de mens boven brengt.

En dat goede, dat mag al eens ene beetje egoïstisch zijn: goed zijn voor jezelf is heel belangrijk, zei een wijze dame me ooit.
Wij waren gisteren goed voor onszelf. En ons gevoel, dat zat ook volledig in de juiste richting.

Het begon aan de Wetstraat te Brussel. Daar waar het Warandepark een hoekje maakt.
Een Peugeot 306 stopt en ik gooi m’n rugzak op de achterbank. Ik had een heel sterk vermoeden over wie er in die auto zou zitten, dus het risico op verlies van boeken, rugzak en muziek was redelijk klein.
Het geluk was aan mijn zijde want de bestuurder was niemand minder dan de enige echte Olivier. De jongen had geluk dat ik bij hem instapte, want hij had geen flauw idee van hoe uit Brussel weg te geraken. En daar had deze jongen nu echt wel zin in: na een werkdag van 10u wou ik niet liever dan de hoofdstad verlaten. En gelukkig ken ik de weg aan die kanten een beetje.

De tunnels van de Belliardstraat leiden zoals alle wegen naar Antwerpen alwaar de derde tochtgenoot ons zou vervoegen. Glenn stapte buiten en in en daar gingen we: op zoek naar een plaatsje met rust en vrede en gezelligheid.
Een volkse dan wel bruine kroeg genaamd “den Haan” werd onze vergaderruimte.

Het was een fijn weerzien: we hebben dan ook samen al heel wat fijne momenten beleefd. Vooral in de periode dat er aan het eindwerk moest worden gewerkt was het telkens opnieuw lachen geblazen. Ook ernst deed zich voor, maar dat werd meestal snel de kop ingeduwd met een lol en een lach.

Wat me opviel was hoe weinig we alledrie zijn veranderd: niet alleen botsen de karakters nog steeds niet echt, ook het centrale idee van de avond was voor elkeen onuitgesproken hetzelfde. Heerlijk toch, babbelen met zielsgenoten?
Het was fijn om te zien hoe we met ons gedrieën uit het niets een toekomstbeeld konden toveren uit de grote hoge doch spreekwoordelijke hoed.
Het was als het ware een brainstorm op lag water.
En nee, mijlenver in de omtrek was geen spijker te zien.

Het besluit van de avond?
Dat den Haan een fijne keet is, dat de durum en de kipcorn van Plein 4 echt wel in orde zijn en dat het altijd lachen is om door het Schipperskwartier te wandelen en mensjes te kijken.
Want zo zijn we dan eh.

Trein

Standard

Sinds een kleine week trein ik elke dag.
Het simpele traject van Antwerpen naar Brussel. Treinen genoeg elk uur, maar blijkbaar is dat toch niet allemaal gelijk. IC, IR, P, L. IC en IR zijn de rappe, P weet ik sinds vanmorgen is de Piekuurtrein en de L trein heb ik maandagochtend ontdekt.

Na een bijzonder korte nacht (vergaderen en belangrijke gesprekken en al) dacht ik het slim te spelen en niet te wachten op de latere IC-trein van 07:20, maar de direct bevredigende L trein van 07:06 te nemen.
Die L en IC, het kon toch niet zoveel uitmaken, dacht mijn naïeve (en tot achter de oren van vlinders voorziene) ik.

Pas toen er een minuut of twee werd gestopt in Eppegem (ik wist ook niet dat dat bestond) begon het me te dagen dat ik wel degelijk op een trage stoomwagen was terechtgekomen. Dat ik wat later in Mechelen met gemak, moest ik het geweten hebben, de snellere doch latere trein van 07:20 kon halen. Dat ik nu een uur en twintig L-minuten reed in plaats van de veertig IC minuten.
En dat ik bijgevolg iets later dan gepland op het werk was.

Is dat erg?
Gaan we dan zeuren?
Moeten we dan kniezen?
NEE!

Want nu heb ik toch minstens één lijn op mijn Go Pass die ten volle gebruik heeft gemaakt van de infrastructuur van de Belgische Spoorwegen. Ha!

Gelijk een krab zo mottig

Standard

Toen ik vanmorgen om kwartje van de zessen de deur van het heerlijke kamertje in Fort Cochin achter me liet, was ik vol goede moed. Nieuwe horizonten verkennen, zowel letterlijk als figuurlijk. Ik trek namelijk het binnenland van India in, meer bepaald naar Munnar.

Dat ligt een heel eind van de kust weg, dus een busritje van een uur of zes is maar heel gewoon. Op zich geen probleem, want we hebben tijd. We, dat is dan Wij, Wannes.
Kilometer na kilometer zie ik de streek veranderen.

Het begint bij het dichttrekken van de deur. Ik loop door het nog donkere maar ontwakende Fort Cochin. Dit is de meest europees aandoende stad die ik tot nu toe in India heb gezien. De afgelopen dagen waande ik me dan ook meer op een eiland in de Middellandse Zee dan in India. Het was er echter zeer zeker de moeite en ik kom hier zeker terug.
De volgende stap is de ferry.  Samen met een koppel Duitsers (ja hoor, ook ik zie de analogie met m’n aankomst hier…) verlaat ik het Fort en loop ik naar het busstation. Zij nemen een andere bus en ik wacht even alleen.

Daar het bussation in Ernakulam ligt, is het hier al terug India. Echt India: chaotisch, rommelig, gezellig. Het is een beetje te vergelijken met de buurt rond de Grote Markt in Antwerpen en ons eigen schone stekje in het Schipperskwartier. Ik weet wel welke het gezelligst is…

Terwijl ik op de bus sta te wachten (ook hier hebben die vaste vertrekuren) vraagt een Engelsman of het een goed idee is om met het openbaar vervoer te reizen. Mwoa ja, zeg ik hem, het is echt wel lachen, maar verder is het als al het verkeer eh: geschift. De man vindt dat ik dan ook geschift ben om de bus te nemen en hij en zijn reisgezel besluiten de airco variant te nemen. Geld speelt geen rol, dus ik hou alle goeie raad voor mezelf. Ze zullen zelf wel zien dat de luxecars meestal nog geschifter rijden: die hebben goede vering en moeten dus niet constant inhouden voor de indische staat van de wegen…

Het landschap verandert verder van palmbomen naar gewone loofbomen. De lucht ruikt zelfs groener. Het is echt schitterend, zoveel groen en zoveel heuvels.  Het land van Tata wordt aan een stevig tempo ingenomen. Land van Tata? Jazeker. De theevelden die ik zie, zijn allemaal eigendom van Tatatea. De vrachtwagens van Tatamotors. Het is gek om tebedenken dat dit allemaal van een familie is.

Helaas komen met de bergen ook de haarspeldbochten dichter in de buurt.  Normaal kan ik echt veel verdragen in de auto en het is echt al van een van de laatste campingvakanties in Muhr (Frankrijk) geleden dat ik ziek werd in een voertuig. Vandaag dus niet. Zo ziek als honderdduizenman stap ik van de bus.

Katastroof indachtig doe ik m’n best om het vege lijf en leden zonder al te veel maaginhoudelijkverlies van de bus te reppen. De rikshawdriver die me opwacht en meer dan twee keer vraagt of ik een ritje en een kamer wil, mag tien minuten later mijn excuses komen halen. Ik vraag em wel at geld, want hij krijgt niet elke dag de kans om Vlaams te leren. Toeristen die in Munnar nu heel vriendelijk met “BOL AF TAFFELEIR” worden aangesproken: da’s Rakesh en hij bedoelt het echt wel goed.

Gelukkig  heb ik al een  boeking gemaakt en Ani van Edelweiss Adventures komt me netjes afhalen als ik hem bel. Ideaal, want het lijf kan echt even niet vooruit.
Hij weet me een kamer te regelen aan een schappelijke prijs en het driedagendurende vertier wordt geregeld alsof het niets is. Morgen (zondag) vertrekken om negen uur, dinsdag tegen een uur of twaalf gedaan. En dat ik dan nog iets anders kan doen als ik wil.

Awel, ik ga mezelf eerst afbeulen in de zon tussen de theeplantages en de jungle van Munnar en dan eh, dan ga ik mezelf Ayurvedisch laten masseren. Door een aziatisch schoonheidsideaal

Huisbezoek

Standard

Aangezien het kerstvakantie is op school, zijn er geen kinderen.
Dat wil echter niet zeggen dat er niet gewerkt wordt!

De voormiddagen deze week worden gevuld met computerles voor enkele leerkrachten, de namiddagen worden gebruikt om kinderen thuis te bezoeken.
Op die manier kennen de leerkrachten de thuissituatie van de leerlingen en kunnen ze hier op inspelen en eventueel helpen waar nodig.
En ik, ik mag mee.

Ik ben nog niet in Vizhinjam zelf geweest, alleen de grote straten heb ik gezien.
En gelukkig heb ik een gids mee, want de wirwar van straatjes (hoop en al een meter breed) is een doolhof waar ik m’n weg echt niet in zou vinden. Straatnamen zijn sowieso niet aan de orde in India, huisnummers al evenmin.

Ik vind het allemaal een beetje schrijnend. Waar ik de voorbije dagen vooral de toeristische kant van het leven heb geproefd, wordt m’n wereld nu weer volledig gekleurd door de harde realiteit.
Families met problemen op alle gebied: geen geld, geen werk, geen huis zoals je dat zou verwachten. De gang van ons appartement in Antwerpen is ongeveer even groot als een huisje waar we op bezoek gaan. Een televisiekamer. een kastkamer en een plaatsje waar gekookt wordt.
Geen badkamer, die is buiten en wordt gedeeld. Hoewel, gedeeld. Er moeten harde contanten op tafel komen voor er gebadkamerd kan worden. Een rupee per keer. Onvoorstelbaar.

Als een van de moeder shaar verhaal doet aan Preetha, is dit de eerste keer dat ik iemand hoor fluisteren. Gesprekken gaan hier meestal op een toon die westerlingen als ruziemakend ervaren hoewel dat er geen ruzie gemaakt wordt.
Nu is het bijna toonloos. De tranen staan de moeder dan ook bijna in de ogen als ze de problemen met haar oudste zoon uitlegt. De muren hebben, net als in ieder dorp over de hele wereld, ook hier oren.
En aangezien dit een vissersdorp is met alle spreekwoordelijke viswijven van dienst, kan je je voorstellen hoe er geroddeld wordt over alles en iedereen.

Mensen zijn basisgedragsrechtelijk overal hetzelfde: Meer of Vizhinjam, er is niet zoveel verschil. Alleen hebben de mensen in Meer een matras om op te slapen. En meer dan een bed per gezin. En een huis waar iedereen in past bij nacht en ontij. En minstens een badkamer per huis. En stromend water.

Als we om vijf uur huiswaarts rijden met de bus, ben ik er niet goed van. Bekomen en bezinnen met een koffie en een zonsondergang maken we weer klaar voor de rest van de dag.
Ik denk dat ik echt verliefd aan het worden ben op de zee. Rustgevend, orde op zaken stellend, probleemoplossend.
Ik word er gelukkig van. Zelfs tussen al die miserie kan ook ik nog lachen. Net als de inwoners van Vizhinjam.
Zo gaat dat hier: miserie te over en toch een lach kunnen boven halen.

BTW: ik heb vandaag gemerkt dat ik een materialistische westerse klootzak en een slechte fotograaf ben.
In de zelfde volgorde een uitleg: terwijl de mevrouw al fluisterend haar verhaal doet aan Preetha, merk ik in een ooghoek dat mijn fototoestel niet op aperture maar op manual staat. En dan schiet me ook te binnen dat ’em nog op ISO 1600 staat van het stranddansfeest van gisterenavond. Precies of dat is van enig belang in de situatie waarin we ons bevinden.
Alsof die aperture/manual en ISO zever niet voldoende zijn om mezelf tot schrale amateurfototoestelbezitter uit te roepen, wordt het nog net iets erger. Ik kan van situaties als deze bijna geen foto’s maken. Noem het schaamte, noem het bedeesdheid. Ik kan het gewoon niet. Hopelijk gaat m’n schroom morgen en overmorgen wat over want echt, ik wil dit hier aan iedereen laten zien.

Ratrace

Standard

Toen ik me zonet even in een sportieve bui waande , verschoot ik zowaar van kleur.
Op mijn looproute sprong plots een familie ratten uit de struiken.
Een nest! Ratten! In Antwerpen!
Antwerpen Stad!

Op de terugweg, zelfde scenario.
Enkelen van een vuist groot, twee waren echter bijna dubbel zo groot.
En ook! Piepen!
Nooit gezien.
Jakkes.

En toen bedacht ik dat ik er maar beter aan kan wennen.
Want dat dat in India dagelijkse kost is.

Ongedierte, ik ben er niet echt voor…

Verandering van spijs

Standard

Het moet niet altijd het centrum van de wereld zijn waar ik de zon uit mijn gat laat schijnen. Gisteren een bezoekje gebracht aan de stroppendragers in Gent.
Plezierig en gezellig eens ik er was.
Ik had moeten weten dat de Krommenelleboog niet direct een straat is waar ik direct naartoe had kunnen rijden.
Ik heb dan ook ongeveer heel de Gentse binnenstad gezien, wat door het late uur van aankomst en het druilerige weer een redelijk desolate indruk gaf.
En ook: moest Gent een soevereine staat zijn, hun grootste exportproduct zou de eenrichtingsstraat zijn.
Overal! Eén! Richtings! Straten!
Doch: niet getreurd want het gezelschap was aangenaam en ‘t was plezant en lekker eten en al.

MAAR!
Om vanuit de hoofdstad van Oost-Vlaanderen op een deftige manier (zonder file, zonder kleerscheuren,…) in Leuven te geraken, moet een mens onnoemelijk vroeg opstaan.
Om zes uur vertrokken en om tien na zeven toegekomen. Damn.

En nog!
Als inwoner van het centrum der wereld (Aantwaarepe ist centrùm, de rest is pàrreking) ben ik gewoon om langs de E19 richting hoodstad van het bier te vliegen met de Porsche Fiësta. Vandaag was dat echter enigszins anders.
De E40 is de ultieme nachtmerrie voor elk geciviliseerd menspersoon. Ik heb dan ook een uur lang met de daver op het lijf gezeten.
En op één ochtendrit meer ongevallen gezien dan in de hele maand september samen!

Ik blijf het zeggen: ze zijn zot over’t water!
Maar dat zullen de mensen van Linkeroever ook wel zeggen…

Muze

Standard

We zaten zonet een glas vocht te nemen in een fijne afspanning te stede Antwerpen, toen mijn gezelschap plots een rake opmerking maakte.
Er werd afgevraagd waarom ik de hele tijd aan het glimlachen was.
Gewoon, zei ik, omdat ik gelukkig ben met het zijn.

En meer moet dat niet zijn.

Die dag in de Send Items:

Standard

Namaste

Op zeven november 2007 stap ik voor een tijdje uit de westerse ratrace.
Ik wil met mezelf en helemaal alleen een andere kant van de wereld ontdekken.
Ik ben er vrij zeker van dat ik er een paar keer mezelf ga tegenkomen, doch dit geheel terzijde.

De Grote Trip zoals ik het noem, heeft echter iets meer inhoud dan verpakking.
Ik ga namelijk niet alleen de toerist uithangen in India. Geen weken braden aan het strand, geen dagelijkse decadentie.
Wel humane hulp aan zij die het nodig hebben.

Humane hulp in de vorm van mezelf.
Eerst werk ik een maand als paramedicus in een hospitaalgemeenschap in Pavagada, daarna een maand als leraar in een pedagogisch project in het uiterste zuiden van India.

Het hospitaalproject in Pavagada

Het Swami Vivekananda Integrated Rural Health Centre werd enkele jaren geleden gebouwd met de hulp van Damiaanactie.  Waar zij zich in het begin alleen bezig hielden met de behandeling van lepra en TBC, hebben ze nu ook een afdeling voor oogoperaties (cataract) en hartchirurgie.
Momenteel zijn ze heel erg bezig met de behandeling van kinderen: zij zijn immers de toekomst van de streek!

 

SISP
Sebastian Indian  Social Projects (S.I.S.P.) is een kleine Indische NGO die zich richt tot de allerarmsten en de mensen die weinig of geen kansen krijgen in de Indische samenleving en dit specifiek in enkele dorpen te Vizhinjam in de Zuid-lndische deelstaat Kerala.

S.I.S.P. tracht de levenskwaliteit van deze mensen te verbeteren door het aanbieden van o.a.: gratis scholing, training in sociale weerbaarheid, het opzetten van spaarsystemen (micro credit unions), de begeleiding en financiële hulp voor medische behandeling, voeding en/of schoolkosten.

Humane hulp in harde realiteit

Projecten als deze hebben vaak te kampen met een te kleine financiële slagkracht.

Gebouwen, mensen en materiaal nemen grote happen uit een beperkt budget.
De beste manier om de beide projecten te steunen, lijkt me dan ook met baar geld.
Harde contanten die ter plaatse worden afgegeven en waar we samen een zinnige bestemming aan geven.

Ikzelf lever een stevige bijdrage uit mijn spaarpot, maar ik had ook graag uw hulp gehad.
Elke bijdrage, hoe klein ook, wordt geapprecieerd.
Door mezelf én door de mensen achter het project.
Maar vooral de hulpbehoevenden die geholpen worden dankzij het project, zijn de grote ontvanger van uw milde gift (083-4456826-67).

Spaghettihulp

Geld geven aan een goed doel is één ding. Iedereen heeft er graag iets voor terug.
Daarom organiseer ik met enkele trouwe helpers een spaghettifestijn. Op 27 oktober vanaf 17u wordt de parochiezaal van Meer ( routebeschrijving) omgebouwd tot self service spaghettirestaurant. Voor de democratische prijs van 8euro krijg je een bord vol lekkere pasta met een sublieme saus én verdien je een logeplaats in het hiernamaals.

Het is natuurlijk van groot belang dat ik weet hoeveel hongerige magen er gevoed moeten worden. Inschrijven doe je dus vóór 20 oktober via

·         E-mail: wannes@deloore.be (Onderwerp: Spaghettiavond 27 oktober) met een vermelding van je naam en het aantal personen

·         Een klein briefje met je naam en het aantal personen

o   Meerdorp 73, 2321 Meer

o   Klapdorp 28, 2000 Antwerpen

Je inschrijving is pas volledig als je betaald hebt: hetzij cash, hetzij via overschrijving op rekeningnummer 083-4456826-67. Natuurlijk kan dat ook nog de avond zelf, maar

Oei

Je ziet het niet zitten om op 27 oktober naar Meer te reizen?
Maar je wil wel een goed doel steunen?
Dat kan perfect!
Vrije giften zijn meer dan welkom op 083-4456826-67.

Volg mee

Je wil natuurlijk wel op de hoogte blijven van de bestemming van je geld. Gelukkig staat de technologie voor niets en weet ik wat er mee te doen valt.
Zo vind je alle info rond de projecten op https://blog.wann.es/namaste/.
Mijn avonturen in India kan je volgen op https://blog.wann.es/
Foto’s zullen te vinden zijn op http://www.flickr.com/photos/wannesdeloore/.
Wie geeft wat hij heeft, is waard dat hij leeft.

083-4456826-67

 PS: het staat je natuurlijk vrij om al deze informatie door te sturen of op eender welke manier te verspreiden!

Met vriendelijke groeten,

Wannes De Loore

Klapdorp 28
2000 Antwerpen

0473/52.14.93

skype: wannes.deloore
https://blog.wann.es/