Elias Lencho Johan Alexander

Standard

Vanavond, half negen lokale tijd, stijgt er een ouderpaar van mezelf de lucht in. Allemaal de ouders zullen dan deze maand van de grond geweest zijn en meer moet daarover niet gezegd en/of geweten zijn: niet door mezelf, mijn broers en zussen en al helemaal niet dor u daar, vieze vetzak.
Vandaag is het echter een uiterst functionele van de grond gaanderij. Geen plezierreisje, geen vakantie.

Het wordt een bitter ernstige kwestie, daar in Ethiopië. Ze vliegen naar Addis Abebe om Elias te halen.

Elias, mijn ons nieuwe broertje. Ik ken hem nog niet, maar ik ben er nu al onvoorwaardelijk een fan van. En zo hoort dat ook met broers en zussen.
Toen ik vanmorgen om kwart over zeven met de Hamse moeder belde, was er nog geen sprake van reiskoorts: eerst moest de rest van de familie het huis nog uit en naar school, daarna de valiezen nog pakken (wij De Looresen hebben allemaal de enorm fijne gewoonte om dat uit te stellen tot tien minuten voor vertrek) en zorgen dat vooral Jade een beetje een deftige week zal hebben bij nonkel Seppe en tante Karin en Anna en marie.

Voor al wie zijn avonturen wil volgen: de kerel heeft ook een eigen weblog dat door vader De Loore zal worden aangestuurd en opgevuld met verhalen en vertelsels. Geen idee of er in Ethiopië enige vorm van internetse communicatie mogelijk gaat zijn: ik hoop het echt wel.

Ik kijk echt al uit naar volgende week vrijdag: ik zal dan niet in Meerse kroegen te vinden zijn, nee. Voor één keer eens niet. De plicht van oudste broer van de jongste snaak is toch minstens daar te zijn om hem welkom te heten in het koude kikkerland der Belgen. Manmanman, de vlinders in mijn buik worden, door verschillende bronnen gevoed, serieuze kastaars!

This is the end…

Standard

Wat ik meestal mis in het lecven is een passende soundtrack. Momenteel zou The End van The Doors niet misstaan. Ik zou alleen al om die reden graag in een film leven, doch dit geheel terzijde.
Gisteren en vandaag zijn de laatste dagen in Mother India.
Twee dagen in de Big Bad City of Bangalore, beter bekend als the city where the streets have no names.

Behalve een paar van die straten dan. En ik heb daar vooral rondgehangen, kwestie van al een beetje te wennen.
MG Road, met al haar bars, westerse ketens en Mc Donalds (“no beef is sold here”) en KFC. Helaas werd ik lichtelijk verplicht om hier rond te hangen: het is verdikke de enige plaats in Bangalore waar je “traditionele souvenirs” kan kopen. Niet dat ik er veel van moest hebben, maar toch enkele.

Nu loopt deze dinsdag op z’n einde en wordt er gewacht.
Er is dus tijd voor een uitgebreid diner, internet en een overpeinzing van drie maanden in Verweggistan. Want ondanks dat het hier enorm bangelijk is, was Belgie echt wel vaak in m’n gedachten. Het is per slot van rekening zowat de beste plaats om te wonen, ik zal het u verzekeren.

Het is, zoals Peter in Agonda zei, een afscheid “with a crying eye and a laughing eye”. Het is dan ook heel dubbel. Aan de ene kant ben ik blij omn terug te keren naar vrienden en familie en m’n eigen bed en de zetel in ons living en de huislijke warmte en de Chiro en de Mussenakker en het werk en al.
Aan de andere kant is het heel erg jammer om alles wat ik hier zo graag heb achter te laten. Zoals daar zijn: de vriendelijke mensen, de chaos en anarchy op de straat, het heerlijke eten, eten met de vingers, no stress no worries, warm weer,…

Gelukkig zijn er een aantal dingen die ik mee kan nemen in m’n rugzak. Goeie muzieks, een beetje heel lekker home made chilli poeder, gepofte rijst, sweets, tailor made kleding, nieuwe gsm (ik ben nu eenmaal een materialistische geek), eten met de vingers, verbannen van het toiletpapier,…
En die zaken, die gaan me dagelijks aan alle fijne momenten doen herinneren.
En mocht ik iets vergeten: ik heb drie Moleskines netjes volgeklad met dagdagelijkse belevingen en beslommeringen. Voeg daarbij 14 GB aan fotomateriaal en ik denk dat u een idee hebt van mijn extern geheugen…
De interne schijf draait echter nog enorm goed, dus verhalen en al: u vraagt, wij draaien!

One day, i made a shocking decision

Standard

Wanneer ik op 30 november aankom in Kovalam, heb ik echt geen idee wat ik moet verwachten. Ik heb een vaag idee wat er in de school omgaat dankzij de website en de verhalen van Seppe.

De concrete werking is echter een groot zwart gat voor me. Gelukkig zijn er, zij het op een indische manier, afspraken gemaakt met Paul. Ik zal computerles geven aan leerlingen. Hoe ik dat invul moeten we nog bekijken. Achteraf gezien bleek dit een enorm goede basis te zijn om mee te starten.

Alles lijkt een beetje chaotisch, maar dat is ongeveer oor heel india het geval. Als ik op maandagochtend op school aankom, word ik door Paiul voorgesteld aan de kinderen als “the new computer teacher” . Het doet een beetje raar om als leraar bestempeld te worden.

De eerse dagen ga ik echter met enkele sociale werksters het dorp in om de situatie en de afkomst van de SISP-kinderen beter te kunnen plaatsen. Het is een enorme schok voor me. Een confrontatie met deze graad van armoede is me eigenlijk een stapje te ver.

Wanneer ik na een maand op school huisbezoeken doe met enkele leerkrachten, breekt m’n hart volledig. De band die er is gegroeid met de kinderen betrekt me volledig in hun situatie. Ik had mezelf voorgenomen om ergen foto’s te maken, maar zowel m’n diafragma als m’n keel zitten met een dikke krop.

Op school loopt alles echter enorm vlot, ik schtrik er zelf van. Na een week krijg ik Group B min of meer toegewezen en maken we samen een redelijke vooruitgang in het rijk van onze enige computer. We gaan van nul naar een min of meer deftig beginnersniveau gezien de situatie. Het is nu eenmaal niet niet evident om met zvn studentenaan een computer te werken…

De samenwrking en vriendschap met de rest van het personeel neemt ook elke dag toe. Het is enorm fijn om als onbekende zo snel in een groep te worden opgenomen. Vanaf dag  is iedereen bereid om te helpen en om vragen te beantwoorden. Ook de samenweking met de kinderen is schitterend.
Hoewel het bij tijden behelpen is om een deftige communicatie op te zetten, het ontbrak op geen enkel moment aan goede wil.

Nochthans is het geen sinecure om les te volgen in een taal die je niet meester bent en die niet je moedertaal is.

Ook buiten de lessen wordt er zonder problemen contact gelegd. De kinderen zijn oprecht gelukkig wanneer ik met hen meespeel of als ik me bij hen zt, al dan niet op de grond, tijdens het eten.

Het toppunt van vriendschap was voor mij echter de introductie tot internet met Geoge Sir. Hij is als een kind zo gelukkig wanneer we samen eene-mailaccount makn en ik hem toon dat er ook kranten in het Malayalam te vinden zijn op het world wide we.

De inzet en het enthousiasme van George zullen m altijd bijblijven. Of hij nu engelse les gaf aan Group B, tuition in de avonduren of cricket speelde op dinsdagnamiddag, hij gaf zich altijd volledig.

Het is dan ook niet zo gek dat hij vorig jaar de special care class oprichtte.

George is echter niet de meest bezielde zot van het geheel. Die eer gaat volledig naar Paul. Ondanks zijn halve eeuw leensrvaring, blijft hij met hart en ziel voor zijn geesteskind gaan. Wat twaalf jaar geleden begon als een soort vakantiebeleveing op eigen kosten, is nu verworden tot tot een zelfbedruipend project.

Het mooiste voorbeeld vind ik het nieuwe schoolgebouw dat volledig met middelen van gulle gevers uit de hele wereld wordt rechtgezet en in de loop van 2008 in gebruik wodrt genomen.

Ik ben eerlijk waar erg blij dat ik van SISP de kans heb gekregen om een maand lang hun leven te ervaren. Ik heb er enorm veel uit geleerd. Vooral dat ezieling en geloof in een droomproject essentieel zijn om het te laten rollen.

Dat iedereen en vinger kan uitstekn om een betere werld te verkrijgen en dat delen met hen die het minder goed hebben echt geen schande is.

Dat het wereldleed dat we zo gewoon zijn van op televisie, echt bestaat. Dat het wetn van leed erre van hetzelfde is als het zien en van dichtbij meemaken van datzelfde leed.

En dat het gerbuik van toiletpapier eigenlijk volledig ovebodig is. Waarvoor dank Werner!

Les derniers jours

Standard

Het is gek om na anderhalve week van rust en kalmte weer in ene overvolle en drukke school aan te komen. De kinderen hebben in elk geval genoten van hun vakantie en zijn weer helemaal klaar om zich voor de volle 100% te geven op school.

De computerlessen met Group B (een beetje “mijn klasje”) hebben de afgelopen weken toch vruchten opgeleverd. Ik had er een beetje schrik voor, maar bijna alles was blijven hangen. Met enige trots laat ik hen netjes de oefening maken die ik heb voorbereid: tekening maken in Paint, alle tools gebruiken, saven, Word openen, tekening inserten, resizen, tekst typen en die tekst netjes naast de tekening zetten. De volgende doet dan hetzelfde, maar lijnt zijn paragraaf aan de andere kant uit.
Mits enige hulp wordt het een groot succes, denk ik dan.

Donderdagnamiddag ga ik met Imam en de mama van Hanne naar de nieuwe school kiken. Er wordt nog hard aan gewerkt, maar een van de komende maanden moet ze klaar zijn. Echt een dijk van een school, verschillende lokalen, een grote keuken en een grote zaal.En een dakterras. En een apart gebouw voor staff en social work.
Echt een fijn gebouw, rustig gelegen en comfortabel.
Wees maar gerust dat uw centen daar hard nodig zijn en goed terecht komen!

Donderdagavond trek ik net als woensdagavond met George Sir naar het internetcafe. De kerel heeft al vaak iets van internet gehoord, maar heeft nog nooit iets gedaan om er echt op te geraken. Hij is dan ook als een kind zo blij als ik hem de eerste stappen help zetten. En wat voor een wereld er voor hem opengaat wanneer we zijn e-mailaccount aanmaken! Zaken die voor mij heel vanzelfsprekend zijn, zijn een uiterst nieuwe ervaring voor hem.
De les die ik er uit leer: sta verdikke maar eens stil bij al die alledaagse handelingen, het is niet voor iedereen zo vanzelfsprekend.

Vrijdagochtend heeft iets geks in de lucht. De laatste schooldag voor mezelf. ‘t Is ene beetje gek. Eerst fruit kopen voor de traktatie van vandaag (Famous SISP Fruit Salad) en dan de laatste computerlesjes.
Na de lunch ga ik huiswaarts om de rugzak in te pakken: ik vertrek morgen immers naar andere oorden.
Plots begint het allemaal wat te dagen: wat de laatste dagen nog erg ver weg leek, is nu akelig dichtbij.  Alles wat bekend(er) is geworden wordt weer opgegeven. Iedereen die ik leerde kennen wordt wederom achtergelaten. Misschien zelfs voor eeuwig en altijd, wie weet dat?

Als ik om half vier weer op school ben voor de fruitsla en afscheid van iedereen, zijn er een paar van de kinderen die komen vragen of ik echt weg ga. En of ik niet wil blijven. En dat ze gaan wenen sebiet. Gelukkig was het niet van tranendal, maar toch.
Als er twee groepjes een liedje komen zingen, doet het toch wel akelig. Het is echt echt.
Gelukkig is er enorm lekkere fruitsla.
SISP heeft zelfs een presentje voor me: symbolisch volgens Paul, maar eerlijk: het raakt me en ik voel me verdrietig en enorm gelukkig tegelijkertijd.

Alles in india lijkt wel dubbel te zijn. Elke gebeurtenis, ervaring, ontmoeting, beeld, foto, … snijdt aan twee kanten. Vandaag is dat het gevoel dat ik niet weg wil: het is hier enorm goed en gezellig en vriendelijk en liefdevol en gewoon goed toeven. Anderzijds heb ik het gevoel dat elke stap die ik nu maak, me dichter bij Belgie brengt… Waar het potverdikke ook goed toeven is, wees maar gerust. En toch, toch kom ik hier terug…

Nieuwjaarsbrief

Standard

En toen, toen sprong mijn hartje wat hoger dan anders:

Liefste Peter,

jouw uitvinder voor ‘t nieuwe jaar,
staat hier met zijn briefje klaar.
Ik maak voor jouw een vonk, heel heet
Ik hou van jou in lief en leed.

Voor jou vind ik de gloeilamp uit,
een radio met zacht geluid.
Mijn energie gaat duizend volt
wanneer jij met mij dolt en rolt.

Ik hou de bliksem bij jou weg
ik ben jou kleine super-tech
Ik laad jouw batterijen op
het nieuwe jaar wordt helemaal TOP.

Jouw uitvinder,

Lidemij
Planeet Aarde, 01 januari 2008

Leve e-mail en ‘t internet en lieve mensen en petekindjes en mensen die dat voor die petekindjes typen!

LAMMENTAMMEF*CKINGTRAGECOMPUTERMETUWSCH*TETRAGEVERBINDING

Standard

Internet en beschikbaar en al: ja meneer, zeer zeker meneer, natuurlijk is hier internet meneer, ge kunt dat ook gebruiken meneer. Ja hoor, zeer zeker snel. 56kbps meneer. Sneller dan de buren meneer.

Dat de telefoonlijn dan door acht computers gedeeld wordt, daar denken we dan even niet aan.
Dat webpagina’s laden in schokjes is niets om u aan te ergeren.
Dat het redelijk lang duurt om wat foto’s online te zetten is toch normaal.

En ik weet dat ik mij daar niet aan mag ergeren end at dikmaken niet helpt en dat die meneer van de winkel er ook niet aan kan doen en dat het hier binnen een jaar of vier wel aan een iets snellere bitrate zal gaan. (Dat belooft de reclame althans: new broadband, 2MBPS)

Ik denk soms dat ik een beetje verslaafd ben aan snelle computers, snel internet en draadloos en overal. En dat het een tijdje heeft geduurd, maar dat de afkickverschijnselen er nu echt wel aan het doorkomen zijn.

Eventjes Terloops: Don’t look back

Standard

’cause you know what you might see, zong Oasis in een vroegere tijd.

Ik keek vandaag wel even terug. Een mens moet iets doen als hij zit te wachten op de rest (day three!) van het trouwfeeest.
Aangezien ik mijn kabelken vergeten ben in het zonnige Kovalam, kan ik niet zoals gepland foto’s van gisteren online zwieren. Jammer? Neu, niet echt.
Een beetje navelstaren naar het belgische Blogmos.
And I knew what I could expect.

Storm in een glaske water!
Yes!
Ik lees dat graag, echt.

De situatie: Kristof Hoefkens schrijft een artikel over bloggen in Belgie in de Standaard en dat wij (het bloggende gepeupel) achterophinken tegenover de rest van de wereld. Dat er nooit echte nieuwsprimeurs worden gemaakt op belgisch e-grondgebied en dat het eigenlijk maar wat triestig ios dat mensen het internet alleen maar voor elentrikken dagboek gebruiken.
Wat die jongen van mijlen en verre had zien aankomen (en ook FOWKING gehoopt had) is dan ook waarheid geworden: “Ze hemme gebeten Chjef!!”

Michel gaat redlijk loos, Pieter fulmineert zoals we dat gewoon zijn en de commentaar is ook netjes zoals verwacht.
Fijn man, om dat in Bangalore te lezen. Ik was aan het twijfelen tussen een wandelingetje langs de persoonlijke e-paden of een duik in de wondere wereld van Het Laatste Nieuws. Ik ben blij dat ik eerst wat gesnuisterd heb in wat ik ken. Sensatie en al!

Ook mooi: hier in India hebben enorm veel mensen moeite om rond te komen, om eten te vinden en om een veilig dak boven het hoofd van hun kinderen te bieden. Van het hotel naar het internetcafe kom ik een handvol bedelaars tegen, een stuk of wat vrouwen die de stoep aan het vegen zijn (hongerloon van 10 euro per maand) en moet ik een verkeerschaos trotseren die me doet denken aan een soort van drukke rally toen dat dat nog niet zo heel geregulariseerd was op de plattelandswegen van Rural Belgium.
En dan lees ik dat de grootste bekommernis in Belgie niet het vinden van een regering is (who needs any anyway?) maar een artikel over hoe belachelijk achterlijk het belgische blogwereldje wel is.
Mijn deuk en ik, we liggen in elkaar.

Nu, als ik het artikel lees, denk ik ook niet het volledig gelogen is wat hij verteld. Hij probeert een vergelijking te maken tussen nieuwsgevoelige gebieden/gebeurtenissen en de belgische spektakelkoers van alledag.
Is er eigenlijk iemand in Belgie die bloggen echt serieus neemt? Zijn er mensen die er, Microsoftgewijs geld tegenaan smijten en personeel laten bloggen op een gestructureerde en gecontroleerde wijze?
Is een blog niet een hobbyprojectje om de frustratie van je af te schrijven of om gewoon onnozeliteiten te spuien?
Wie neemt zichzelf serieus genoeg om echt aanstoot te nemen aan een dergelijk weinig gefundeerd artikel?

Het enige punt waarmee ik het echt moeilijk heb is volgende quote:

Vergeet het ouderwetse, papieren dagboek. Een beetje digitaal onderlegde Vlaming pent zijn zielenroerselen neer op het net.

Wie-o-wie schrijft alles neer op internet?
Sinds ik in India ben, heb ik meer pagina’s dagboek gevuld dan ik in mijn hele leventje heb gedaan. Enerzijds om als basis te dienen voor blogposts, maar anderzijds om alles van me af te kunnen schrijven. En het meeste dat in mijn papieren Moleskine staat is niet voor publicatie vatbaar. Ik zou wel gek zijn.
Mijn mening, idee en perceptie van het schouwtoneel, dat mag u allen weten. En dat zal i u ook maar wat graag vertellen. En u en u en u en al uw vrienden en kennissen erbij.
Maar mijn gevoelens? Mijn diepste roerselen van de ziel. Bol af meneer, da’s van mij. En daar heeft, buiten de intieme mensenkring van Wannesfans geen hond zaken mee.

Banglore: load and clear

Standard

Of toch niet zo ‘clear’: het zicht wordt dankzij de smog lichtelijk beperkt. Nu ja, een paar dagen uitlaatgassen ademen zal het leven wel verkorten maar de levenskwaliteit gaat er op vooruit!

 Een korte samenvatting van de week tot nu toe, want de uitgebreide versie kan ik alleen maar vertellen aan de hand van foto’s. Ook belangrijk om weten voor je verder leest: emoties en bedenkingen kunnen anders overkomen dan ze bedoeld zijn.
Want wat er ook volgt, het is hier onnoemelijk fijn toeven!

Maandag, Mysore.
De dag begint uitermate vroeg: 07.15 wordt er vertrokken met een bus vol Indiers. Gezellige boel en vanalles. De meeste mensen zijn dertigers en veertigers wat me direct, buiten de drie kleine huilbengels, tot jongste van de hoop maakt.

De tour was niet echt een geweldig succes. We stoppen (redelijk lang) in twee shops waar de geinteresseerden houten gerief en saaries en hemden kunnen kopen. Dat de tourmaatschappij en de overheid en de winkels samen in hetzelfde bedje ziek zijn hoeft geen betoog. De gevleugelde woorden van de gids (“…and you can buy buy buy!”) vallen dan ook meer dan eens.  Ik kom daarvor niet echt naar hier. Shoppen is voor eind januari…

Als we wat later bij het zomerpaleis van Tipu Sultan komen, mag ik 100 rupees betalen, waar autochtonen het schamele bedrag van 15 rupees mogen ophoesten. Deze teakhouten villa is ongetwijfeld een fijn buitenverblijf, maar de gids is vrij karig met uitleg en veertig minuten later is het gedaan.

Het echte paleis van Tipu Sultan is volledig vernield door de engelsen, dus daar kan enkel de tempel van bezocht worden. Mooi, maar de randanimatie (opdringerige prullariaverkopers en dito schoenenbewaarders) vind ik storend. Dat ik daar aan moet wennen als ik de toerist wil uithangen staat buiten kijf, maar toch.

Als we dan uiteindelijk bij het pronkstuk van de dag, Mysore Palace, komen, krijgen we maar een uurtje de tijd. Een uur!
De gids maakt ons de hele tijd warm en vertelt dat dit het mooiste paleis ter wereld is (wat ook echt wel zo is, moet ik toegeven) en dan mogen we maar eventje piepeloeren…
Het wordt een half uur door de binnenkant crossen en dan langs de buitenkant voor foto’s.
Echt, het paleis van Fata Morgana  van de Efteling, maar dan echt.  HIer wil ik terug komen, rustig en op’t gemak.

We crossen nog wat rond met de bus, op naar CHamundi Hill. Hier staat een tempel en er zijn blijkbaar nog mensen die het ding weten te vinden: er wordt bijna gevochten om het heiligdom te benaderen. Volgens mij heeft dat weinig met religie, van eender welke aard dan ook, te maken. Vooral de man van de security die iedereen aanmaant om sneller door te gaan werkt lichtjes op het systeem… De tempel op zich is echter een fijn stukje religieuze kunst. Ik ben er redelijk weg van, van dat hinduistische bouwgerief.

Als we daarna nog naar een tuin gaan kijken, is voor mij de maat vol. Deze tuin is lichtjes te vergelijken met het stadspark in Antwepen, maar dan zonder hoge bomen en met een muzikaal fontein. Weinig tot geen planten en bloemen, geen propere vijver, …
Nee de tour van KSTDC is zeker geen aanrader.

Dinsdag: Bangalore itself.

Ik start de dag met een rustig ontbijt en een wandeling door de stad. Op de “wilden boef” want er zijn niet echt veel stadsplannen te vinden. Geen probleem, een par herkenningspunten onthouden en kleir zow!
Schiiterende stad, echt. Alles wat een stad moet hebben volgens mij.

Veel volk, schreeuwerige winkelbedienden en semimarktkramers, veel verkeer waarbij je je leven riskeert als je de straat oversteekt en eten en drinken dat langs alle kanten quasi gratis kan worden aangekocht (10 cent voor een kopje koffie?). Een fijne voormiddag met als buit een kilo appels, een hemdje en twee leesboeken, tweedehands. Want dat hebben ze hier verdrie in overvloed, engelse boeken voor geen geld! Ik denk dat mijn valies wel lichtjes te zwaar gaat terugkomen…

De namiddag is er weer een KSTDC tour, dit keer in Bangalore. Een tweede zomerpaleis van Tipu Sultan, Lahlbaggarden, de Bulltemple en de Shiva Temple. Ook weer een silk en clothes shop vna de overheid waar ik netjes buiten blijf wachten na vijf minuten rondgekeken te hebben.
De Shivatepel is de graafste.
Met een grot en een verhaal en een beetje occulte figuren die er ronddwalen.

Het beste aan de dag is echter het tegenkomen van fijne mensen. Jessica is een Amerikaanse studente die hier honingbijen komt bestuderen voor een maand of negen en Mercedes is een Argentijnse schone die gewoon op verlof is en er een werkgerelateerd bezoek aan een SAP congres aan breidt. Fijne juffrouwen en dat is blijkbaar wederzijds want er wordt besloten samen te eten. Het mag al eens wat deftiger en uit de band springender dus wordt er in het superchique hotel van Mercedes gegeten.
Dat haar baas betaalt is achteraf mooi meegenomen, maar een aal you can eat indisch buffet voor 135 rupees is nu niet echt de moeite om het te laten liggen, wel?

Vandaag was er een tour gepland, doch wegens te weinig volk is die afgelast. No problem at all, want ik heb het gehad met de package tours. Ik zal wel wat ronddalken en mezelf amuseren.
Op naar het commerciele centrum aan MG Road en Brigand Street.
Daar is het fijn toeven, zo tussen de Pizzahut, MC Donalds en The Donut Baker. Westers en oosters bij elkaar, het is redelijk grappig.
Ook hier een pak boekenwinkeltjes en ik kan The Hitchhiker’s Guide To The Galaxy dan ook niet laten liggen. Samen met The Chronicles of Narnia voor 1000 rupees, en nieuw… Geen werelddeal, maar aangezien ik morgen twintig uur op de trein zal zitten is een goed boek nooit weggesmeten…

De rest van de dag gedalkt, gepicknickt in Cubbon Parc, langs de post voor brieven aan mensen zonder internet en een driewieler naar het hotel wegens de weg kwijt en het beu om te wandelen.

Morgen de trein en vrijdag in Kovalam bij de mensen van SISP.
The future is bright, the future is…
(een portie rijst en sambal in februari voor wie deze slogan correct aanvult…)

Laatste dagen hospitalisatie

Standard

Drie dagen zonder internet en ik weet niet waar ik moet beginnen. De afgelopen dagen waren in elk geval een pak rustiger dan de school en dorpsbezoeken.
Vooral mentaal wat kalmer.
Niet kalm, kalmer.

Vooreerst wil ik iedereen aanraden om The City of Joy te lezen. Ik had aan Swami een boek gevraagd om de tijd te doden, vooral ‘s avonds aangezien ik onder geen enkele voorwaarde het dorpje in mocht (maar da’s een heel andere kwestie). De brave man hed me een boekje gereserveerd waarmee ik op een zeer gemakkelijke manier veel van India zou te weten komen en dat me zou raken. Hij is in elk geval in zijn opzet geslaagd: ik weet een pak mer over India (verschillende godsdiensten, heiligen, goden, tradities,…) en het heeft me geraakt, zeer zeker wel. Tot bleites toe.

Want vrijdagochtend had ik het eventjes heel moeilijk. Ik was een uurtje voor het ontbijt opgestaan om nog wat te lezen in het toch wel spannende boek en plots viel alles in elkaar: de puzzel paste. Het geheel kreeg vorm in mijn hoofd en wat ik zag was niet mooi.
De oneerlijkheid tussen arm en rijk, gezond en ziek, hulpeloos en hulp in overvloed: mijn hrtje bloedde ervan. En waar het hart van vol is, stromen de oogjes blijkbaar van over. Zelden heb ik me zo slecht gevoeld. Vooral machteloos eigenlijk.

Toen ik na het ontbijt in het ziekenhuis arriveerde, was het daar al een uitermate drukke bedoening. Er werd cursus gegeven door de mensen van het SVIRHC. Aan overheidsmedewerkers.
De kleine NGO van Swami geeft dus instructies en bijscholing aan mensen die door de overheid betaald worden. De hele gezondheidspolitiek van Pavagada en Tumkur wordt door hen uitgetekend: een hele eer, maar ook een hele verantwoordelijkheid.
Ik probeer een stuk mee te volgen, maar alles gebeurt in kannada en dus verstaat deze blanke reus er geen woord van.
Ik begrijp dat het over TBC en HIV gaat en dat die twee heel vaak na elkaar volgen: mensen met HIV krijgen in 64% van de gevallen TBC.  De dokter hamert er op dat HIV niet dodelijk is en dat dat geen reden tot sociale uitsluiting is. Helaas zijn de mensen van de dorpen die mening niet geheel toegedaan. Het gebeurt dan ook vaak dat seropositieven wordenweggestuurd van dorp en familie.

In de namiddag is er tijd om grainpacks te maken. De pakketten die we dinsdag uitdeelden, worden in het hospitaal zelf verpakt: dat spaart kosten. Na anderhalf uur en een liter of twee zweet hebben we 150 van die pakketten klaar. Op zaterdag worden ze uitgedeeld aan hulpbehhoevenden die tot aan het hospitaal kunnen geraken. Voor anderen worden ze eens per maand rondgebracht.
Ik voelde me eventjes redelijk nuttig en niet zo machteloos als ‘s ochtends.
Wanneer ik gisteren die pakketten dan ook overhandigde aan de juiste personen waren ze enorm dankbaar.

Verder was gisteren vooral een dag van wachten. Normaal zou ik na de middag naar Bangalore vertrekken, maar dat werd dan uiteindelijk toch maar uitgesteld omdat het anders te laat zou worden.
Inpakken en afscheid nemen.
Hoewel, afscheid. Op dertien december zien we elkaar weeral terug voor de bruiloft van dokter Ravikrishna waarop ik ben uitgenodigd. Ik zal ervoor dus “eventjes” moeten terugkomen vanuit Kovalam. 1600 km heen en terug, maar een bruiloft missen zou eeuwig jammer zijn.

Monkeys have come to town

Standard

Gisteren was er plots een lichte paniek: tijdens het eten werden alle luiken en ramen gesloten, de hond werd binnengehaald en iedereen keek een beetje verschrikt: Monkeys have come to town!
Ik wist niet goed in welke mate die beesten gevaarlijk zijn, maar blijkbaar is er meer schrik bij hen dan bij de mensen. Die beestjes hebben alleen maar honger en komen dus alles leegroven wat ze vinden.

Aan mijn kamr zaten er een stuk of tien op het dak, wat een aantal aardige plaatjes opleverde. Toen ik wat later zat te lezen, kwam er eentje heel brutaal naar me zitten kijken waarna hij bij de buren de keuken insprong.
Hoe zot is da!? Live apen voor uw deur en al…

Vandaag bij de oogoperatie gaan kijken en foto’s gemaakt.
Ik dacht dat ik er eigenlijk niet zo goed ging tegenkunnen, maar no prob: heel interessant allemaal, zo live surgery vanop 30 cm afstand volgen.
Foto’s van mensn in’t groen en blauw licht, ies very naais!

Te zot voor woorden eigenlijk: die patienten komen binnen voor een oogonderzoek, er wordt vastgesteld dat ze cattaract hebben (staar) en ze worden hier gehouden. De volgende dag worden ze dan aan de lopende band geoppereerd. Dinsdag waren er 17, vandaag slechts tien. De ene na de andere.
En vooral: gratis.

Ja meneer, er zijn nog goede mensen in de wereld!

Eigenlijk zou mijn Moleskine schriftje rechtstreeks aan tinternet moeten hangen, want ik heb al zoveel geschreven dat ik hier waarschijnlijk nooit zal publiceren…
Maar goed en het hebben en al! Echt, een aanrader van formaat 😉

083-4456826-67

Standard

Het rekeningnummer voor mijn kleine bijdrage aan India.
De eerste vijfhonderd (500) euri zijn reeds gestort, ik ben benieuwd wat er volgt.

Op momenten als deze ben ik dolgelukkige dat ik in het rijke westen woon: een nieuwe rekening, twee klikken verwijderd dankzij een reuzegoed doordacht systeem an internetbankieren.
Echt, ik ben benieuwd wat het allemaal gaat opleveren.

Het plan?
Het totale bedrag wordt in twee gesplitst: een helft voor SISP, een helft voor Swami Vivekananda Integrated Rural Health Centre. Alles cash of overgeschreven, dat valt nog af te wachten natuurlijk.

Maar dus: ook uw bijdrage is welkom!

More Mobile blogging

Standard

Er moet een andere, vlottere, mobielere manier komen van bloggen.
On the go, waar je staat en waar je bent.
Mobloggen is een optie, maar de kwaliteit van de teksten is meestal beperkt wegens niet zo handig te typen met een gizmo.
Want wat Pietel daar zegt van ie ideeën en komen waar je bent en niet achter de pc en al:

true true.

Ik, ik leef tegenwoordig meer buiten mijn blog en dito internet dan voorheen, dus ik voel me daar een beetje een verrader door. Tegenover mijn blog.
Niet dat het enorme lezersaantal ook maar één lezer verschil is met voorheen: nul plus de mama blijft nu eenmaal nul plus de mama…