Gelijk een krab zo mottig

Standard

Toen ik vanmorgen om kwartje van de zessen de deur van het heerlijke kamertje in Fort Cochin achter me liet, was ik vol goede moed. Nieuwe horizonten verkennen, zowel letterlijk als figuurlijk. Ik trek namelijk het binnenland van India in, meer bepaald naar Munnar.

Dat ligt een heel eind van de kust weg, dus een busritje van een uur of zes is maar heel gewoon. Op zich geen probleem, want we hebben tijd. We, dat is dan Wij, Wannes.
Kilometer na kilometer zie ik de streek veranderen.

Het begint bij het dichttrekken van de deur. Ik loop door het nog donkere maar ontwakende Fort Cochin. Dit is de meest europees aandoende stad die ik tot nu toe in India heb gezien. De afgelopen dagen waande ik me dan ook meer op een eiland in de Middellandse Zee dan in India. Het was er echter zeer zeker de moeite en ik kom hier zeker terug.
De volgende stap is de ferry.  Samen met een koppel Duitsers (ja hoor, ook ik zie de analogie met m’n aankomst hier…) verlaat ik het Fort en loop ik naar het busstation. Zij nemen een andere bus en ik wacht even alleen.

Daar het bussation in Ernakulam ligt, is het hier al terug India. Echt India: chaotisch, rommelig, gezellig. Het is een beetje te vergelijken met de buurt rond de Grote Markt in Antwerpen en ons eigen schone stekje in het Schipperskwartier. Ik weet wel welke het gezelligst is…

Terwijl ik op de bus sta te wachten (ook hier hebben die vaste vertrekuren) vraagt een Engelsman of het een goed idee is om met het openbaar vervoer te reizen. Mwoa ja, zeg ik hem, het is echt wel lachen, maar verder is het als al het verkeer eh: geschift. De man vindt dat ik dan ook geschift ben om de bus te nemen en hij en zijn reisgezel besluiten de airco variant te nemen. Geld speelt geen rol, dus ik hou alle goeie raad voor mezelf. Ze zullen zelf wel zien dat de luxecars meestal nog geschifter rijden: die hebben goede vering en moeten dus niet constant inhouden voor de indische staat van de wegen…

Het landschap verandert verder van palmbomen naar gewone loofbomen. De lucht ruikt zelfs groener. Het is echt schitterend, zoveel groen en zoveel heuvels.  Het land van Tata wordt aan een stevig tempo ingenomen. Land van Tata? Jazeker. De theevelden die ik zie, zijn allemaal eigendom van Tatatea. De vrachtwagens van Tatamotors. Het is gek om tebedenken dat dit allemaal van een familie is.

Helaas komen met de bergen ook de haarspeldbochten dichter in de buurt.  Normaal kan ik echt veel verdragen in de auto en het is echt al van een van de laatste campingvakanties in Muhr (Frankrijk) geleden dat ik ziek werd in een voertuig. Vandaag dus niet. Zo ziek als honderdduizenman stap ik van de bus.

Katastroof indachtig doe ik m’n best om het vege lijf en leden zonder al te veel maaginhoudelijkverlies van de bus te reppen. De rikshawdriver die me opwacht en meer dan twee keer vraagt of ik een ritje en een kamer wil, mag tien minuten later mijn excuses komen halen. Ik vraag em wel at geld, want hij krijgt niet elke dag de kans om Vlaams te leren. Toeristen die in Munnar nu heel vriendelijk met “BOL AF TAFFELEIR” worden aangesproken: da’s Rakesh en hij bedoelt het echt wel goed.

Gelukkig  heb ik al een  boeking gemaakt en Ani van Edelweiss Adventures komt me netjes afhalen als ik hem bel. Ideaal, want het lijf kan echt even niet vooruit.
Hij weet me een kamer te regelen aan een schappelijke prijs en het driedagendurende vertier wordt geregeld alsof het niets is. Morgen (zondag) vertrekken om negen uur, dinsdag tegen een uur of twaalf gedaan. En dat ik dan nog iets anders kan doen als ik wil.

Awel, ik ga mezelf eerst afbeulen in de zon tussen de theeplantages en de jungle van Munnar en dan eh, dan ga ik mezelf Ayurvedisch laten masseren. Door een aziatisch schoonheidsideaal

Social Skills

Standard

Waar ik de voorbije week wat twijfelde aan de persoonlijke vaardigheden van mezelf, heb ik ook dat beeld moeten bijstellen. Wereldbeelden en zelfkennis: the times are a-changing…

De afgelopen twee maanden heb ik mezelf af en toe echt vervloekt. Waarom stap ik nu niet gewoon op die en die mensen af en waarom kan ik daar geen babbeltje mee doen? Waarom komt iedereen op reis altijd de meest waanzinige personen tegen en vind ik zelfs geen lamme straathond om kerstavond mee te vieren? Vakantielief en al, schoon, maar waarom wordt mijn kathedraal van een lichaam (vijftien kilo lichter, bruingebrand en ongeschoren) niet bestormd door elk oestrogeengedreven wezen?

Ik begon me echt al ongemakkelijk te voelen. Weg zelfbeeld, weg idee van “alleen reizen is vrienden maken”. Het leek me even allemaal teveel te worden om zo volledig alleen door het reizende leven te moeten gaan. Op de koop toe is mijn rugzak ook veel te groot en stop ik dat ding dus ook boordevol en is dat dus een bakbeest waarmee gesleurd moet worden. Een mens moet zich niet ongelukkig voelen in vergelijking met de miserie die ik de afgelopen maanden heb gezien, maar ik kwam toch in de buurt…

Tot ik van uit Varkala aan de de tocht naar het noorden begon.
Eerst de lokale bus op, samen met een stuk of honderd schoolkinderen. Lachen gieren brullen met de bengels, want die gekke blanke snul met zijn grote rugzak is echt wel een beetje belachelijk. Een praatje maken en van waar ben je en waar ga je naartoe en heb je een pen voor mij. Wat verder een andere bus, andere mensen maar ook hier overvol doch gelachen geblazen: Indiers zijn echt gekke mensen met gekke gewoonen en gekke capriolen.

Daarna de boot van Allepy tot in Kottayam. Een veerboot die dienst doet als bus op de backwaters. Een schijntje voor uren verier en schoon beelden en al. Als ik van de boot stap, staan er twee franse toeristen, die zaten ook op de boot maar dan van voor en ik van achter, te onderhandelen met een rikshawdriver. Zij willen naar het busstation en dan naar Cochin. Ha, zeg ik, ik ook.
Plots staat er ook een taxi die we aan halve prijs kunnen hebben tot in Cochin. 200 rupees per persoon, dus da’s geen geld voor bijna 100 kilometer airco-snel-reizen.

Gezellig koppel uit Parijs en toevallig wonen ze in de buurt waar ik enkele maanden geleden met Bea was. Dolle boel als het ware. Ik probeer zelfs een mondje frans te praten wat best wel meevalt. Maar toch is het gek: twee maanden in het engels denken en praten en dan plots nog wat frans ertussen. Daar mijn hypoyhalamus mijn talenknobbel heeft buitengesmeten om zelf meer groeiruimt te hebben, kan je je voorstellen dat het echt een breinbreker was.
Zij hebben een hotel geboekt, maar ik neem de ferry naar het toeristischere schiereiland Fort Cochin.

Lang leve de tropische nachten die tegen een uur of zes heel hun duistere macht tonen. Het is dan ook bijna op de tast en met horten en stoten dat ik de steiger vind. Gelukkig loop ik een duitse vader met zijn twee dochters tegen het lijf. Zij hebben ook geen idee waar te zoeken, maar wel een vaag vermoeden. Een klein lichtje in de duisternis dus, beter dan een donker hol om in te dabben, denk ik dan. Babbeltje en hop, de boot op.

Aan de andere kant er weer af en het plan was simpel: riksha driver zoeken, hotels laten bellen en een kamer laten regelen voor 200 rupee.
Schoon plan, maar da’s dan buiten India gerekend. Geen enkele riksha, zelfs geen enkele ziel op straat. Buiten dan de drie duitsers, Wannes en een koppel andere blanken. Of zij een plan hebben. Nope, maar dat we misschien wel nederlands kunnen spreken en samen een slaapplaats zoeken. Vet!

Toffe mensen, hebben al veel gereisd, maar dit hebben ze precies nog niet meegemaak: alles lijkt volzet. Tot we worden aangesproken door een gewiekste Indier: twee kamers, 650 rupee. En proper! En in’t centrum! En goedkoop!
Beestig plan en een echt goede kamer.

We gaan samen iets eten, babbelen een kot in de nacht en zien elkaar de volgende dag weer. Ook een koppel engelsen in ons huis en dat wordt een fijne avond: Kingfishers for all! Vandaag met drie de backwatervillages gezien en samen heerlijke pizza gaan eten.
Morgen gaan ze weg, naar Goa.
Ik zaterdag naar Munnar, kamperen en olifantje rijden en de zot uithangen.

Maar de clue van het verhaal: mijn sociale vaardigheden zijn best wel in orde. Alleen die oestrogeen gedreven beestjes dienen nog wat afgericht te worden…

Varka-la-la-la

Standard

De rugzak was gepakt, afscheid werd genomen.
Eventjes binnenspringen bij Paul en Werner voor een laatste belgische groet in Kovalam en een tasje koffie. Dat ik het er echt goed heb gehad en dat het fijn was en dat er aan alle mooie liedjes een einde komt.
Het was jammer om er weg te gaan. Ik heb er een schitterende maand beleefd en heel veel dingen geleerd, vooral op menselijk vlak. Dat ik er wil teruggaan staat buiten kijf, hopelijk lukt dat een van de komende jaren ook. Liefst binnen de vijf jaar, dan kan m’n paspoort twee indische visa’s bevatten…

Snel stoppen in Trivandrum (aka Thiruvanthapuram) voor een postpakket (de rugzak weegt al genoeg zonder de nieuwe en uitgelezen boeken) en dan de trein op naar Varkala.
Ondertussen krijgt m’n sluitspier het redelijk hard te verduren, want om de een of andere reden is’t weer van dat. Nu ja, lopen en laten lopen eh.
Maar helaas is dat niet zo handig als een mens trein en bus dient te nemen, dus een overdosis Immodium Instant (heerlijk van smaak trouwens) moet de redding zijn. Wat ook min of meer zo is… Min of meer, u leest het goed. Meer daarover in een volgende paragraaf.

Varkala ligt op slechts een steenworp (mits getrainde werpspieren) van Kovalam en wordt omschreven als het paradijs. Strand en religie en rust en dorps en niet zo heel toeristisch. Omdat ik graag een paar dagen strandvakantie wil zonder dikke, witte, mensgeworden hippopotamussen Engelsen strandt ik hier (die woordspeling, how jom!). De trein brengt me tot in het dorp, de bus tot aan de tempel en de benenwagen tot aan een groepje lokale jongeren.
Of ik een kamer zoek. Tja, een rugzak zo groot als de doorsnee Indier dient meestal niet om gezellig mee aan het strand te gaan liggen, dus ja. Maar dat ik slechts een beperkt budget heb. Geen probleem, 200 rupee lukt zeker zeggen ze.

We lopen verschillende huizen af, maar alles is volzet. Hoe meer huizen we voorbij lopen, hoe dichter we bij de zee komen en hoe hoger de prijs wordt, denk ik. Nu ja, laat dat geen probleem zijn voor er een prijs genoemd is.
Een kleine kamer,  schoon met gedeeld toilet en douche en pompbak buiten op het dak voor 200 rupees. Tja, dat ik dan wel verder zoek.  En  gewiekst als ze zijn, is  125 ook wel goed. Nice shot, denk ik dan.

Rugzak af, uitladen, muskietennet bouwen, t-shirt wisselen, gerief bijeen pakken en naar de beach!

Varka-la-la-la! Is het eerste dat in me opkomt als ik op het strand kom. Rustig! Proper! Gezellig! Echt, stukken beter dan Kovalam.
En de zee, zo wijds, zo wijds! En het strand, zo mooi! En de arenden, zoveel! En de restaurants, zo gezellig! En de verkopers, zo … niet aanwezig!
Er liggen een stuk of dertig mensen te zonnen, hier en daar iemand op een terras, een parasolletje of drie en twee redders. Allright!

Ook vandaag, zondag, is het er heerlijk rustig.
Wel toeristen, maar niet te veel. Ook minder arrogant dan in Kovalam. Ontbijt is ook hier best OK en de winkeltjes zijn wel open, maar niet opdringerig.
Ik heb het gevoel dat ik hier wel een hele week kan rondhangen.

Mocht je in India zijn en een strandvakantie willen en naar Kovalam willen gaan: doen! Bezoek SISP, zeg goeiedag aan Paul en Werner, leg je op het strandje aan het Rockholm Hotel (links van de vuurtoren) en wandel af en toe eens langs Kovalam Beach. Ga iets eten in de Lonely Planet of in Spice Village en drink een pintje in de bar van Raja Hotel.
Maar ga na drie dagen naar Varkala, zoek een kamer en geniet van het strand en de zee en de zon en alles. Echt, dit is een aanrader!

Eventjes Terloops: Don’t look back

Standard

’cause you know what you might see, zong Oasis in een vroegere tijd.

Ik keek vandaag wel even terug. Een mens moet iets doen als hij zit te wachten op de rest (day three!) van het trouwfeeest.
Aangezien ik mijn kabelken vergeten ben in het zonnige Kovalam, kan ik niet zoals gepland foto’s van gisteren online zwieren. Jammer? Neu, niet echt.
Een beetje navelstaren naar het belgische Blogmos.
And I knew what I could expect.

Storm in een glaske water!
Yes!
Ik lees dat graag, echt.

De situatie: Kristof Hoefkens schrijft een artikel over bloggen in Belgie in de Standaard en dat wij (het bloggende gepeupel) achterophinken tegenover de rest van de wereld. Dat er nooit echte nieuwsprimeurs worden gemaakt op belgisch e-grondgebied en dat het eigenlijk maar wat triestig ios dat mensen het internet alleen maar voor elentrikken dagboek gebruiken.
Wat die jongen van mijlen en verre had zien aankomen (en ook FOWKING gehoopt had) is dan ook waarheid geworden: “Ze hemme gebeten Chjef!!”

Michel gaat redlijk loos, Pieter fulmineert zoals we dat gewoon zijn en de commentaar is ook netjes zoals verwacht.
Fijn man, om dat in Bangalore te lezen. Ik was aan het twijfelen tussen een wandelingetje langs de persoonlijke e-paden of een duik in de wondere wereld van Het Laatste Nieuws. Ik ben blij dat ik eerst wat gesnuisterd heb in wat ik ken. Sensatie en al!

Ook mooi: hier in India hebben enorm veel mensen moeite om rond te komen, om eten te vinden en om een veilig dak boven het hoofd van hun kinderen te bieden. Van het hotel naar het internetcafe kom ik een handvol bedelaars tegen, een stuk of wat vrouwen die de stoep aan het vegen zijn (hongerloon van 10 euro per maand) en moet ik een verkeerschaos trotseren die me doet denken aan een soort van drukke rally toen dat dat nog niet zo heel geregulariseerd was op de plattelandswegen van Rural Belgium.
En dan lees ik dat de grootste bekommernis in Belgie niet het vinden van een regering is (who needs any anyway?) maar een artikel over hoe belachelijk achterlijk het belgische blogwereldje wel is.
Mijn deuk en ik, we liggen in elkaar.

Nu, als ik het artikel lees, denk ik ook niet het volledig gelogen is wat hij verteld. Hij probeert een vergelijking te maken tussen nieuwsgevoelige gebieden/gebeurtenissen en de belgische spektakelkoers van alledag.
Is er eigenlijk iemand in Belgie die bloggen echt serieus neemt? Zijn er mensen die er, Microsoftgewijs geld tegenaan smijten en personeel laten bloggen op een gestructureerde en gecontroleerde wijze?
Is een blog niet een hobbyprojectje om de frustratie van je af te schrijven of om gewoon onnozeliteiten te spuien?
Wie neemt zichzelf serieus genoeg om echt aanstoot te nemen aan een dergelijk weinig gefundeerd artikel?

Het enige punt waarmee ik het echt moeilijk heb is volgende quote:

Vergeet het ouderwetse, papieren dagboek. Een beetje digitaal onderlegde Vlaming pent zijn zielenroerselen neer op het net.

Wie-o-wie schrijft alles neer op internet?
Sinds ik in India ben, heb ik meer pagina’s dagboek gevuld dan ik in mijn hele leventje heb gedaan. Enerzijds om als basis te dienen voor blogposts, maar anderzijds om alles van me af te kunnen schrijven. En het meeste dat in mijn papieren Moleskine staat is niet voor publicatie vatbaar. Ik zou wel gek zijn.
Mijn mening, idee en perceptie van het schouwtoneel, dat mag u allen weten. En dat zal i u ook maar wat graag vertellen. En u en u en u en al uw vrienden en kennissen erbij.
Maar mijn gevoelens? Mijn diepste roerselen van de ziel. Bol af meneer, da’s van mij. En daar heeft, buiten de intieme mensenkring van Wannesfans geen hond zaken mee.

Western Weekend

Standard

Na mijn kleine dip vorige zaterdag ging het snel terug naar boven met de gemoedstoestandbarometer.
Het moest er natuurlijk van koen, een moeilijk momentje. En dat dat er bij hoort en zo, ik weet dat wel. Maar toch, als het u overvalt is het er toch eventjes teveel aan.

Nu, blij om alle steun te lezen, echt van harte bedankt.
Om mezelf wat op te beuren heb ik me zaterdag eventjes laten gaan.
Ik heb me eerst getrakteerd op een paleisbezoek in Thiruvanantapuram met een gids die speciaal voor mij alles in het engels vertaalde. Echt fijn. Redelijk grave foto’s ook, maar da’s voor volgende week ergens. Die mevrouw vertelde me dat ze per maand iets van een 1500 rupees verdient. Da’s dus dertig euro eh. Ik heb haar verteld dat ik in hetzelfde schuitje zit. Alleen zijn dat van mij eurobiljetten… Een dikke fooi en hop, de rijke westerling heeft zichzelf weer wat getroost.

‘s  Avonds was er een strandwandeling met zoektocht naar een echte pub, bar, bruine kroeg of iets ander waar er westerse gezelligheid was. Volgens Paul en Werner is dat helaas niet te vinden. Wel een goed adres van Seppe gekregen voor pizza aan het strand. En ze tapten verdikke nog bier ook. Clandestien zoals dat hoort, maar dat maakt het alleen maar lekkerder.
En echt: een boek, een pizza en een pintje gecombineerd met de ruisende zee op zeven meter is gewoon het paradijs.

Zondag een dagje niets gedaan, behalve aan het strand gelegen en gekeken hoe de ramesh-met-de-pet de zee beleefd. Met kleren aan, jawel. Ook dames met saari en al het zoute water in.
De golfslag is er heerljk, de onderste stroming levensgevaarlijk leert een strandwachter me. Fijn ook om te ontdekken dat er toeristische stranden zijn met de vervelende verkopers van doeken,ijs, trommels, prul en nog meer. Op een steenworp (ge moet wel deftig smijten) zijn er echter ook de stranden zonder verkopers. Alleen indiers. En eerlijk is eerlijk: aangegaapt worden is minder vervelend dan lastig gevallen worden.
‘s Avonds met Werner iets gaan drinken. De bar van een hotel serveert alcohol en ook niet klanten mogen er komen. Fijn zo. Westers gelul over alles en niets en het leven en het zijn en hoe het beter moet kunnen.

Dag dip, leve het westerse weekend!

En ook: fooien geven, een mens wordt daar echt goed gezind van.

Dipje

Standard

Fowk.
Efkes een dipke vandaag.
Pffff.
Soms wou ik dat ik thuis was.
Correctie: vandaag wou ik dat ik thuis was.
Correctie: vandaag wou ik dat ik thuis was en vanavond in de Mussenakker zat.
Correctie: vandaag wou ik dat ik thuis op een familiefeest zat en vanavond met heel den hoop in de Mussenakker zat.

Ach, een bananenblad met fried rice en een kokossapke recht van den boom zullen de sfeer wel terug naar het kookpunt brengen.
Misschien moet ik ook stoppen met mezelf aan Marvin, the Paranoid Android uit m’n boek, te spiegelen…
Ik kan het beter houden op een humanoidere versie van Zaphod.

Banglore: load and clear

Standard

Of toch niet zo ‘clear’: het zicht wordt dankzij de smog lichtelijk beperkt. Nu ja, een paar dagen uitlaatgassen ademen zal het leven wel verkorten maar de levenskwaliteit gaat er op vooruit!

 Een korte samenvatting van de week tot nu toe, want de uitgebreide versie kan ik alleen maar vertellen aan de hand van foto’s. Ook belangrijk om weten voor je verder leest: emoties en bedenkingen kunnen anders overkomen dan ze bedoeld zijn.
Want wat er ook volgt, het is hier onnoemelijk fijn toeven!

Maandag, Mysore.
De dag begint uitermate vroeg: 07.15 wordt er vertrokken met een bus vol Indiers. Gezellige boel en vanalles. De meeste mensen zijn dertigers en veertigers wat me direct, buiten de drie kleine huilbengels, tot jongste van de hoop maakt.

De tour was niet echt een geweldig succes. We stoppen (redelijk lang) in twee shops waar de geinteresseerden houten gerief en saaries en hemden kunnen kopen. Dat de tourmaatschappij en de overheid en de winkels samen in hetzelfde bedje ziek zijn hoeft geen betoog. De gevleugelde woorden van de gids (“…and you can buy buy buy!”) vallen dan ook meer dan eens.  Ik kom daarvor niet echt naar hier. Shoppen is voor eind januari…

Als we wat later bij het zomerpaleis van Tipu Sultan komen, mag ik 100 rupees betalen, waar autochtonen het schamele bedrag van 15 rupees mogen ophoesten. Deze teakhouten villa is ongetwijfeld een fijn buitenverblijf, maar de gids is vrij karig met uitleg en veertig minuten later is het gedaan.

Het echte paleis van Tipu Sultan is volledig vernield door de engelsen, dus daar kan enkel de tempel van bezocht worden. Mooi, maar de randanimatie (opdringerige prullariaverkopers en dito schoenenbewaarders) vind ik storend. Dat ik daar aan moet wennen als ik de toerist wil uithangen staat buiten kijf, maar toch.

Als we dan uiteindelijk bij het pronkstuk van de dag, Mysore Palace, komen, krijgen we maar een uurtje de tijd. Een uur!
De gids maakt ons de hele tijd warm en vertelt dat dit het mooiste paleis ter wereld is (wat ook echt wel zo is, moet ik toegeven) en dan mogen we maar eventje piepeloeren…
Het wordt een half uur door de binnenkant crossen en dan langs de buitenkant voor foto’s.
Echt, het paleis van Fata Morgana  van de Efteling, maar dan echt.  HIer wil ik terug komen, rustig en op’t gemak.

We crossen nog wat rond met de bus, op naar CHamundi Hill. Hier staat een tempel en er zijn blijkbaar nog mensen die het ding weten te vinden: er wordt bijna gevochten om het heiligdom te benaderen. Volgens mij heeft dat weinig met religie, van eender welke aard dan ook, te maken. Vooral de man van de security die iedereen aanmaant om sneller door te gaan werkt lichtjes op het systeem… De tempel op zich is echter een fijn stukje religieuze kunst. Ik ben er redelijk weg van, van dat hinduistische bouwgerief.

Als we daarna nog naar een tuin gaan kijken, is voor mij de maat vol. Deze tuin is lichtjes te vergelijken met het stadspark in Antwepen, maar dan zonder hoge bomen en met een muzikaal fontein. Weinig tot geen planten en bloemen, geen propere vijver, …
Nee de tour van KSTDC is zeker geen aanrader.

Dinsdag: Bangalore itself.

Ik start de dag met een rustig ontbijt en een wandeling door de stad. Op de “wilden boef” want er zijn niet echt veel stadsplannen te vinden. Geen probleem, een par herkenningspunten onthouden en kleir zow!
Schiiterende stad, echt. Alles wat een stad moet hebben volgens mij.

Veel volk, schreeuwerige winkelbedienden en semimarktkramers, veel verkeer waarbij je je leven riskeert als je de straat oversteekt en eten en drinken dat langs alle kanten quasi gratis kan worden aangekocht (10 cent voor een kopje koffie?). Een fijne voormiddag met als buit een kilo appels, een hemdje en twee leesboeken, tweedehands. Want dat hebben ze hier verdrie in overvloed, engelse boeken voor geen geld! Ik denk dat mijn valies wel lichtjes te zwaar gaat terugkomen…

De namiddag is er weer een KSTDC tour, dit keer in Bangalore. Een tweede zomerpaleis van Tipu Sultan, Lahlbaggarden, de Bulltemple en de Shiva Temple. Ook weer een silk en clothes shop vna de overheid waar ik netjes buiten blijf wachten na vijf minuten rondgekeken te hebben.
De Shivatepel is de graafste.
Met een grot en een verhaal en een beetje occulte figuren die er ronddwalen.

Het beste aan de dag is echter het tegenkomen van fijne mensen. Jessica is een Amerikaanse studente die hier honingbijen komt bestuderen voor een maand of negen en Mercedes is een Argentijnse schone die gewoon op verlof is en er een werkgerelateerd bezoek aan een SAP congres aan breidt. Fijne juffrouwen en dat is blijkbaar wederzijds want er wordt besloten samen te eten. Het mag al eens wat deftiger en uit de band springender dus wordt er in het superchique hotel van Mercedes gegeten.
Dat haar baas betaalt is achteraf mooi meegenomen, maar een aal you can eat indisch buffet voor 135 rupees is nu niet echt de moeite om het te laten liggen, wel?

Vandaag was er een tour gepland, doch wegens te weinig volk is die afgelast. No problem at all, want ik heb het gehad met de package tours. Ik zal wel wat ronddalken en mezelf amuseren.
Op naar het commerciele centrum aan MG Road en Brigand Street.
Daar is het fijn toeven, zo tussen de Pizzahut, MC Donalds en The Donut Baker. Westers en oosters bij elkaar, het is redelijk grappig.
Ook hier een pak boekenwinkeltjes en ik kan The Hitchhiker’s Guide To The Galaxy dan ook niet laten liggen. Samen met The Chronicles of Narnia voor 1000 rupees, en nieuw… Geen werelddeal, maar aangezien ik morgen twintig uur op de trein zal zitten is een goed boek nooit weggesmeten…

De rest van de dag gedalkt, gepicknickt in Cubbon Parc, langs de post voor brieven aan mensen zonder internet en een driewieler naar het hotel wegens de weg kwijt en het beu om te wandelen.

Morgen de trein en vrijdag in Kovalam bij de mensen van SISP.
The future is bright, the future is…
(een portie rijst en sambal in februari voor wie deze slogan correct aanvult…)

Laatste dagen hospitalisatie

Standard

Drie dagen zonder internet en ik weet niet waar ik moet beginnen. De afgelopen dagen waren in elk geval een pak rustiger dan de school en dorpsbezoeken.
Vooral mentaal wat kalmer.
Niet kalm, kalmer.

Vooreerst wil ik iedereen aanraden om The City of Joy te lezen. Ik had aan Swami een boek gevraagd om de tijd te doden, vooral ‘s avonds aangezien ik onder geen enkele voorwaarde het dorpje in mocht (maar da’s een heel andere kwestie). De brave man hed me een boekje gereserveerd waarmee ik op een zeer gemakkelijke manier veel van India zou te weten komen en dat me zou raken. Hij is in elk geval in zijn opzet geslaagd: ik weet een pak mer over India (verschillende godsdiensten, heiligen, goden, tradities,…) en het heeft me geraakt, zeer zeker wel. Tot bleites toe.

Want vrijdagochtend had ik het eventjes heel moeilijk. Ik was een uurtje voor het ontbijt opgestaan om nog wat te lezen in het toch wel spannende boek en plots viel alles in elkaar: de puzzel paste. Het geheel kreeg vorm in mijn hoofd en wat ik zag was niet mooi.
De oneerlijkheid tussen arm en rijk, gezond en ziek, hulpeloos en hulp in overvloed: mijn hrtje bloedde ervan. En waar het hart van vol is, stromen de oogjes blijkbaar van over. Zelden heb ik me zo slecht gevoeld. Vooral machteloos eigenlijk.

Toen ik na het ontbijt in het ziekenhuis arriveerde, was het daar al een uitermate drukke bedoening. Er werd cursus gegeven door de mensen van het SVIRHC. Aan overheidsmedewerkers.
De kleine NGO van Swami geeft dus instructies en bijscholing aan mensen die door de overheid betaald worden. De hele gezondheidspolitiek van Pavagada en Tumkur wordt door hen uitgetekend: een hele eer, maar ook een hele verantwoordelijkheid.
Ik probeer een stuk mee te volgen, maar alles gebeurt in kannada en dus verstaat deze blanke reus er geen woord van.
Ik begrijp dat het over TBC en HIV gaat en dat die twee heel vaak na elkaar volgen: mensen met HIV krijgen in 64% van de gevallen TBC.  De dokter hamert er op dat HIV niet dodelijk is en dat dat geen reden tot sociale uitsluiting is. Helaas zijn de mensen van de dorpen die mening niet geheel toegedaan. Het gebeurt dan ook vaak dat seropositieven wordenweggestuurd van dorp en familie.

In de namiddag is er tijd om grainpacks te maken. De pakketten die we dinsdag uitdeelden, worden in het hospitaal zelf verpakt: dat spaart kosten. Na anderhalf uur en een liter of twee zweet hebben we 150 van die pakketten klaar. Op zaterdag worden ze uitgedeeld aan hulpbehhoevenden die tot aan het hospitaal kunnen geraken. Voor anderen worden ze eens per maand rondgebracht.
Ik voelde me eventjes redelijk nuttig en niet zo machteloos als ‘s ochtends.
Wanneer ik gisteren die pakketten dan ook overhandigde aan de juiste personen waren ze enorm dankbaar.

Verder was gisteren vooral een dag van wachten. Normaal zou ik na de middag naar Bangalore vertrekken, maar dat werd dan uiteindelijk toch maar uitgesteld omdat het anders te laat zou worden.
Inpakken en afscheid nemen.
Hoewel, afscheid. Op dertien december zien we elkaar weeral terug voor de bruiloft van dokter Ravikrishna waarop ik ben uitgenodigd. Ik zal ervoor dus “eventjes” moeten terugkomen vanuit Kovalam. 1600 km heen en terug, maar een bruiloft missen zou eeuwig jammer zijn.

Replies!

Standard

Een beetje re-ply’en op de comments, het mag al eens.

@Jelle: de avonturier in mezelf begint momenteel een beetje los te komen. Vorige week heb ik me een paar keer serieus geergerd aan het hele gegeven. Ik was zo opgedraaid als een mol op coke in de microgolf, het was bijna niet om aan te zien. Echt, ik was het hier bijna afgestapt om in mijnen alleen verder te doen.
Blijkbaar is dat een onderdeel van de cultuurshock. Die nu gelukkig al wat minder is 🙂
De andere schocks zijn echter met een bitrate van 100/10 aan’t binnenstromen, niet te doen. Ik probeer alles op te schrijven, maar het blijft behelpen. Ook hier en daar wat foto’s die later moeten helpen alles terug netjes te rangschikken…

@Bruno: De eerste dagen en weken zijn nu al om nooit meer te vergeten. Ik verwacht van de komende maanden hetzelfde. Verrijkend en al: uhu!

@Hanne: De vlucht overleven was niet zo’n probleem, de dolle rit nadien was echter een keer of honderd sterven: linksrijdende mensen die met vier naast elkaar op een tweevaksbaan nog steeds proberen om een vijfde in te halen, je moet het eens meegemaakt hebben. Verkeer in Barcelona is er niets tegen 🙂
Sinds vorige donderdag ben ik echt aan’t werk, wel elke keer iets anders zodat ik in twee weken van alle facetten heb “geproefd”.
Genieten is niet direct het juist woord, maar het benadert het gevoel wel het beste…

@Paul: 30 novembr vertrekt mijn trein naar jullie. Met een beetje geluk zit ik daar ook op en ben ik er dus de eerste december. Ik kijk er naar uit!

@Jan: Timo is me volledig onbekend kerel…

@Jakke: Het smaakt naar meer in elk geval!
Gedraagt de Nick zich wat in mijn hok? Zorg maar dat hij mijn huishoudelijke taken (afwzassen, stofzuigen en den douche) doet ook eh, anders heb ik drie maanden achterstand.. 😉

@Dylan: Ik maak foto’s aan de lopende band. Ik kijk er ook al naar uit om ze te tonen.

@Seppe: Pikant is een ding, maar soms gaat het er echt over: gisterenavond zat ik daar plots te bleiten gelijk een klein joeng. Al die dokters maar vragen of ik thuis nu al zo hard miste…
Rijst is wel in vrij veel vormen klaar te maken, heb ik gemerkt.:-)

@Hanne: Merci! Mijn familie wordt elk jaar een beetje internationaler 🙂

@Hamse Bende: Liefste Hamburgers, het wordt allemaal met veel liefde neergeschreven voor jullie. De darmen zijn al volledig onder controle, maar de omgeving is dan ook redelijk beschermend…
De Moleskine reist momenteel elke meter mee en eigenlijk: ik heb nog nooit zoveel nood gehad aan een dagboek als nu. Zowel om alles te onthouden als om m’n gevoelens te verwerken. Nooit gedacht dat het allemaal zo’n impact zou hebben.

@Bea: Welk? Melk!

@Bert: Moette gaai maaine ring of fire is zien?
Eerlijk? Dit is de eerste keer dat ik da zeg seh. Er is hier ook niemand die ook maar een letter verstaat van wat ik brabbel, dus mopkes komen helemaal niet aan. Misschien dat ik wat zal afgekickt zijn tegen februari?
En op de bank: sfeer maak je zelf eh, zoals wij Grote Kempenzonen weleens plachten te zeggen.
Doe iederen in elk geval veel groeten!

@Dries: vergelijken is er niet echt bij hoor.
Maar de foto’s zullen voor zich spreken.
En de Ring of Fire: schoon beeld zenne 😀

@Charlotte: Ik maak wel eens tijd voor u en dan doe ik het hele circus uit de doeken, met foto’s en pikante verhalen 😉

@Joke: Momenteel is het hier een beetje als in Belgie: regen, bewolkt en geen regering meer (in de staat Karnataka toch). Gelukkig is het temperatuurtje nog wel aanwzig, hoewel ook dat slechts een luizige 24 graden bedraagt. ‘t Is hier dan ook winter eh…
BTW, ik denk ook redelijk veel aan jullie hoor 🙂

@Lies: Kus!

@Wouter: Die man heeft gelijk, dat staat buiten kijf. Maar het neemt niet weg dat het voor mij eigenlijk nog altijd redelijk onrealistisch, onbegrijpelijk en ‘gewoon’ is dat ik hier ben.

@Yves: De dingen die ik nu zie en beleef kan je nooit begrijpen vanuit Belgie. Echt, zo unreal, ni te doen.
De foto’s echter zullen nog wat moeten wachten: hopelijk heb ik volgende week ergens en breedbandverbinding…
That’s all folks!

Iek wil koning wohrden…

Standard

…en mijn broer heeft een boek geskreven. Over ontjes…
Ooit een grap van Geert Hoste, nu bittere ernst.

Alleen, ik wil geen koning worden.
Correctie, ik wil geen koning meer worden, want ooit zat die droom redelijk erg in mijn hoofd. Not anymore!

Nu ik aan den lijve omdervind wat het is om bediend te worden, weet ik dat dat niet altijd fijn is. Want ik kan echt wel zelf een stoel pakken hoor.
En deuren opendoen kan ik ook.

En ik besef wel dat iedereen het enorm goed voor heeft met me, maar soms voelt het een beetje beklemmend aan.

Ach, dan hebben we die levensles ook maar weer gehad zeker?
Ik heb me de laatste week in elk geval al een paar keer heel nietig gevoeld in deze grote onbekende wereld, vooral mentaal dan.
Want Indiers, het zijn begot klein mannen 🙂

Ring on fire

Standard

Ring on fire

Gisteren een beetje echt eten gegeten hier.
Lekker, daar niet van. Maar deze morgen was’t Johnny Cash in de pot: “…and it burns burns burns, this ring on fire…” Plezant, want alles was zo vast als maar goed kan zijn. Gek hoe erg een mens op den achteruit begint te letten als je in diarree risicogebied bent…

Gisteren en vandaag in het hospitaal geobserveerd.
Vooral gisteren eigenlijk, vandaag was er eerder om te assisteren bij de operatievoorbereidingen.
Operatiekleed aan, kapje op, je hoor, wacht hier maar even en ga dan maar binnen.
De mensen lijken allemaal bang.

Logisch, de meesten onder hen hadden tot voor vandaag nog nooit een dokter gezien, laat staan dat ze weten wat een operatie is.
Daarom kregen ze gisteren een educational hour waarin het begrip operatie en de details werden uitgelegd.
Ik voel me nog niet echt op het punt om zo’n operatie bij te wonen, maar vrijdag wel, dan is het the full way. Met foto’s van het hele proces normaal.
De kans dat ik die dingen online ga krijgen is echter nihil: de mensen zijn nogal zuinig met de dial-up minuutjes 😉

Vanavond wordt er een planning voor de komende maanden opgesteld zodat er eerstdaags wat treintickets geboekt kunnen worden: mijn laatste treinrit bijvoorbeeld moet nu al geboekt worden en zal iets van een 36 uur duren… Slik.

Fijne groetjes aan u allen!

Le Weekend

Standard

Gelijk nen trein ging het ding erdoor.
Vrijdag met een gezellig personeelsfeest begonnen.
‘t Was met partner en collega’s en lekker eten en drinken en feest alom.
Daar ik momenteel zonder vaste levenspartner mijn pad bewandel, had ik de keuze: ofwel met een gelegenheidspartner die wel iets ziet in een feest met lekker eten, gezellige mensen en een dansvloer ofwel alleen.

Ondernemend als ik ben, heb ik mezelf een gelegenheidspartner aangeschaft (Bescheiden En Al) die zich zoals verwacht geweldig heeft gedragen én geammuseerd. Ook collega L. vond het fijn dat er nog toffe vrouwen waren. Wat mij vooral intrigeerde: ze hadden slechts één gemeenschappelijk onderwerp: moi.
In den beginne toch. Na enkele uren was het gewone-toffe-vrouwenklap waar ik soms ook in kon volgen.

Een uitermate fijn feest: IT bevat ook heel veel doodgewone mensen.

Zaterdag pas laat opgestaan:  half één, een kot in de dag geslapen.
AS Adventur, Standaard Boekhandel en gewoon: een wandelingetje door de stad.
Naar Meer: spagheti eten en luisteren naar de kunsten van Dietwin de Jodelaar.
Een uitermate geslaagde nacht!
Waarvoor dank vrienden!
En vriendinnen!

Zondag begon als een wekker: piepend en afgaand.
De eerste Chirozondag is elk jaar weer een belevenis: een grote beestenwagen die dan wordt omgetoverd tot een kindertaxi. Super! Dan met de leiding hambrgers gaan eten in de Mc Donalds en hoppa, terug naar de Chiro.
Nieuwe leden, nieuwe groep, nieuwe leiding én goed weer!
Je reinste zaligheid!

En morgen: werken gelijk een beest, want: ” ‘t Zen de leste meniejer!”

Graag zien

Standard

Elkaar graag zien.
Dat is iets waar we allemaal nood aan hebben, maar waar zo weinig mensen eigenlijk naar streven. Denk ik vaak.
En toch: niets zo onvoorspelbaar als een mens!
Gelukkig maar.

Ook vandaag weer eens stevig van kleur veranderd.
Het was te vieren het eerste in een reeks afscheidsdrinks.
Niet alleen van mezelf, want op de huidige opdracht zijn er vijf collega’s die ook vertrekken.
Bij die klant, want alle vijf, mezelf incluis, blijven netjes in dienst.

Maar aangezien afscheid altijd een beetje feest is (want nieuw begin van iets anders), waren er kaasblokjes, salalalalami en chips en fruitsap en cava en gezelligheid en fijne mensen.
En ook, echt totaal onverwacht, een gedicht voor elk van ons vertrekkers.
Waarvoor enorme dank collega’s R. en B.!
En ook voor de cadeaus: een Bongo avonturendoos, een boek en een fles lekkere wijn.

En op zo’n momenten ben ik toch blij dat ik elke dag opnieuw probeer om mijn medemensen graag  te zien.
Want, eerlijk is eerlijk, je krijgt het altijd in veelvoud terug.

En daar ga ik dan ook voor: lief hebben zonder een lief te hebben!
Allright!

Please insert coins to continue

Standard

Gisteren teruggekomen van Werchter.
Zondag te vijven op de grond gaan liggen (de luchtmatras was donderdag al lek…) en ingeslapen gelijk een foetus.
Maandag om negen uur de fijne geluiden van een day after gehoord: tenten die worden afgebroken, het laatste ontbijt dat wordt gemaakt, de laatste fuifbeesten die zingend naar hun tent gaan.
De tas ingepakt, een banaan binnen en vertrokken.
Tent opruimen? Daar zijn anderen voor: donderdag hadden we met twee alle (vijf) tenten omhooggezet, dus deelde ik mezelf een day off toe.

Thuiskomen, douchen en liggen en slapen.
Heerlijk!

En dan tegen een uur of zes redelijk hard terug met beide voeten in de realiteit gegooid.
Afspraken gemaakt, plannen gemaakt en mezelf teruggetrokken met een film in m’n bed.
En vandaag: opgestaan gelijk ne verse!

De plannen van deze schone dag: wassen en drogen, tickets boeken, vaccins halen, dorpsraad.
Verder ook nog: website A maken, website B updaten, internet bijlezen, Werchter reports zoeken.

En last but not least: het gesprek van de eeuw. En ook een beetje van’t leven.
Samenvattend komt het neer op een week die in én seconde wordt beleefd. Waarbij elke dag een jaar is en de seconde een uur of drie. Een beetje pijn kan fijn zijn, sprak de masochist en hij babbelde lustig verder…

Bloggen is voor wussies

Standard

Sprak de grootste loser uit Blogland.
Zeker met dit mooie weer, hoort het niet om binnen te zitten bloggen.
Met dit schone en warme weer moet iedereen buiten zijn en met vrienden en vriendinnen en alle buren en iedereen de straat op en terraskes doen en uit gaan eten en de beest uithangen!

En ook: ik heb er precies llemaal gene goesting meer in.
In bloggen dan.
Ik heb enorm veel ideeën, maar ik krijg ze niet deftig gecanaliseerd. En ik mag ook niet alles vertellen wat ik wil.
Niet van mezelf, niet van de mensen rondom mij en niet van de chefs, bazen, burgerij.

En ook: WordPress heeft een probleem met de editor.
En dat werkt zo ongeveer als een boek opmaken in notepad, als je geen html kennis hebt zoals ik.

En ook: ik heb nog enorm veel te doen voordat de madame thuis komt volgende week.
Woensdag is de grote dag, donderdag vertrek ik naar Werchter…
‘t Zal spannend zijn en al en een lange nacht worden met weinig slaap.
En zo, zo heb ik het graag!