One day, i made a shocking decision

Standard

Wanneer ik op 30 november aankom in Kovalam, heb ik echt geen idee wat ik moet verwachten. Ik heb een vaag idee wat er in de school omgaat dankzij de website en de verhalen van Seppe.

De concrete werking is echter een groot zwart gat voor me. Gelukkig zijn er, zij het op een indische manier, afspraken gemaakt met Paul. Ik zal computerles geven aan leerlingen. Hoe ik dat invul moeten we nog bekijken. Achteraf gezien bleek dit een enorm goede basis te zijn om mee te starten.

Alles lijkt een beetje chaotisch, maar dat is ongeveer oor heel india het geval. Als ik op maandagochtend op school aankom, word ik door Paiul voorgesteld aan de kinderen als “the new computer teacher” . Het doet een beetje raar om als leraar bestempeld te worden.

De eerse dagen ga ik echter met enkele sociale werksters het dorp in om de situatie en de afkomst van de SISP-kinderen beter te kunnen plaatsen. Het is een enorme schok voor me. Een confrontatie met deze graad van armoede is me eigenlijk een stapje te ver.

Wanneer ik na een maand op school huisbezoeken doe met enkele leerkrachten, breekt m’n hart volledig. De band die er is gegroeid met de kinderen betrekt me volledig in hun situatie. Ik had mezelf voorgenomen om ergen foto’s te maken, maar zowel m’n diafragma als m’n keel zitten met een dikke krop.

Op school loopt alles echter enorm vlot, ik schtrik er zelf van. Na een week krijg ik Group B min of meer toegewezen en maken we samen een redelijke vooruitgang in het rijk van onze enige computer. We gaan van nul naar een min of meer deftig beginnersniveau gezien de situatie. Het is nu eenmaal niet niet evident om met zvn studentenaan een computer te werken…

De samenwrking en vriendschap met de rest van het personeel neemt ook elke dag toe. Het is enorm fijn om als onbekende zo snel in een groep te worden opgenomen. Vanaf dag  is iedereen bereid om te helpen en om vragen te beantwoorden. Ook de samenweking met de kinderen is schitterend.
Hoewel het bij tijden behelpen is om een deftige communicatie op te zetten, het ontbrak op geen enkel moment aan goede wil.

Nochthans is het geen sinecure om les te volgen in een taal die je niet meester bent en die niet je moedertaal is.

Ook buiten de lessen wordt er zonder problemen contact gelegd. De kinderen zijn oprecht gelukkig wanneer ik met hen meespeel of als ik me bij hen zt, al dan niet op de grond, tijdens het eten.

Het toppunt van vriendschap was voor mij echter de introductie tot internet met Geoge Sir. Hij is als een kind zo gelukkig wanneer we samen eene-mailaccount makn en ik hem toon dat er ook kranten in het Malayalam te vinden zijn op het world wide we.

De inzet en het enthousiasme van George zullen m altijd bijblijven. Of hij nu engelse les gaf aan Group B, tuition in de avonduren of cricket speelde op dinsdagnamiddag, hij gaf zich altijd volledig.

Het is dan ook niet zo gek dat hij vorig jaar de special care class oprichtte.

George is echter niet de meest bezielde zot van het geheel. Die eer gaat volledig naar Paul. Ondanks zijn halve eeuw leensrvaring, blijft hij met hart en ziel voor zijn geesteskind gaan. Wat twaalf jaar geleden begon als een soort vakantiebeleveing op eigen kosten, is nu verworden tot tot een zelfbedruipend project.

Het mooiste voorbeeld vind ik het nieuwe schoolgebouw dat volledig met middelen van gulle gevers uit de hele wereld wordt rechtgezet en in de loop van 2008 in gebruik wodrt genomen.

Ik ben eerlijk waar erg blij dat ik van SISP de kans heb gekregen om een maand lang hun leven te ervaren. Ik heb er enorm veel uit geleerd. Vooral dat ezieling en geloof in een droomproject essentieel zijn om het te laten rollen.

Dat iedereen en vinger kan uitstekn om een betere werld te verkrijgen en dat delen met hen die het minder goed hebben echt geen schande is.

Dat het wereldleed dat we zo gewoon zijn van op televisie, echt bestaat. Dat het wetn van leed erre van hetzelfde is als het zien en van dichtbij meemaken van datzelfde leed.

En dat het gerbuik van toiletpapier eigenlijk volledig ovebodig is. Waarvoor dank Werner!

Toddy

Standard

angezien het vandaag een rustdag was in Fort Cochin, werd er echt wat verlof gehouden: kuieren, boeken kopen, museumpje doen, mailen, foto’s maken.
Een terraske, lezen,thuis komen, de was doen en nog wat lezen.

Komt de huisbaas langs en we maken een praatje.
Op de weg van Munnar naar Cochin had ik hier en daar een bordje zien staan met ” ?????” of “Toddy“. Geen idee wat ht was, maar het zag er een beetje louche uit.

De huisbaas verschiet van kleur, veert recht en zegt dat Toddy een echte Keralese specialiteit is. En dat ik het echt eens moet proeven, dit kokosnotenbier. Hij rijdt de auto voor en samen rijden we naar een duister kraampje in een straatje dat eerder door het leven moet gaan als steegje…

Allemaal indische mannen kijken raar naar het blanke schepsel dat hier binnenwandelt. Gelukkig is de huisbaas bevriend met de barman van dienst en krijgen we een grote fles van het spul voorgezet. De huisbaas vertelt vlotjes dat het rechtstreeks van de kokospalm in flessen wordt gedaan en dat er niets meer mee gebeurt daarna.
Dat de alcohol dus in de boom zit…

Het ziet eruit als waterige melk, het ruikt naar iets dat al een tijdje in het zonnekeopde venterbank heeft gelegen en het smaakt zoals mijn eerste slok Geuze ooit smaakte. Niet direct schitterend, maar de tweede slok is al meer van wat een mens van een drankje verwacht. Slok drie en vier vallen ook nog mee en slok vijf is zelfs goed.
Een eerder speciale afdronk, dat wel.

Ik mag de fles voor een halve euromee huiswaarts takelen en daar verder opslurpen. En of ik een plastic fles kan laten vullen voor de vrienden. Helaas, het spul blijft maximum twee dagen goed. Maar, zo verhaalt de barman, in Goa heb je echt goed spul, feni. En dat  kan je wel mee naar Belgie vliegen.

U weze gewaarschuwd, want wat wil het toeval?
Wannes vliegt morgen naar Goa!
Alwaar het volgens de huisbaas stikt van de “cheap russian girls”…

Teafields forever

Standard

Weg met de Beatles, leve Tata!
Niet dat ze hier geen aardbeien hebben (vandaag een veld vol rode eerlijkheden gezien) maar het is toch niet forever. Die aardbeien smaken dan ook naar van die waterige spaanse prullen…

Nee, dan theevelden. Om negen uur indische tijdrekening (dat is dus nog iets anders dan de tijdrekening van een europeaan in India) komt de gids me oppikken voor een eerste wandeling.  Eerts met de driewieler naar de startplaas en dan: gaan glijk nen trein!

Dacht ik toch. Ik moet na enkele meters vaststellen dat mijn stappen net iets tegroot zijn voor de kleine beentjes van Raja, de gids. Want net als bijna elke Indier is ook Raja gemaakt naar de grote van de bussen: hij kan zonder problemen zitten en rechtstaan in die dingen, ik daaentegen zit ofwel met m’n knieen vast ofwel met het kopke (D’er sta begot geen haar meer op!) .

Dus houd ik m’n pas een beetje in en oneveer samen komen we na drie kwartier stijl omhoog (een beetje als de Devil’s Staircase, u weet wel)  bovenop de top. Wat een zicht! Theevelden zover het oog rijkt. En bergen en wolken ertussen. Onbeschrijfelijk.

Als we een redelijk verse olifantendrol tegenkomen, klopt m’n hartje een beetje sneller: misschien zien we wel van die grijze dikhuiden! De realiteit bleek echter iets minder rooskleurig. Jammer, maar een schoon zicht is voor mezelf echt al wel goed.

Een stevige lunch,  een half uurke rust en hoppa: gaan met de beentjes! Heuvel af, heuvel op en dan eindelijk echt tussen de theeplanten. Een bron, een pad en theeplanten. En een schroeiende zon: de bovenkant van m’n handen is zo verbrand als een potje houtskool…

Als we om vier uur op de campingsite aankomen, staat er nog geen tent.  Ik wil dat ding maar al te graag mee opzetten, maar Raja staat erop dat ik mee ga naar zijn huis voor een kopje thee. Garden fresh sir!

De tent staat en dat is maar goed ook: het is ijskoud in Munnar! Overdag dertig graden, ‘s nachts drie. Gelukkig wordt er niet te lang gewacht met het eten en kruipen we om negen uur verkleumd maar tevreden in de slaapzak. De nacht gaat aan mij voorbij zonder een enkee keer wakker te worden. Ik ben om half zeven dan ook uitermate uitgerust.

Dag twee begint met vertraging want Paul gaat ook mee. Hij is een 52 jaige Brit die eigenlijk hier komt om te paragliden, maar de wind staat blijkbaar verkeerd. Dan maar trekken, dacht de kerel. Hij eek echter vies op z’n neus toen hij de eerste heuvel mee op ging.
Door een foutje van de gids moesten we helaas hetzelfde pad (een uur klimmen) weer af en een ander weggeltje op.

Jawadde, het was de moeite! Waar de Heer zijn moed vandaan heeft gehaald ik weet het niet, maar de hinduistische goden hebben verdikke goed hun best gedaan!
Lord of the Rings achtige tafrelen zouden hier perfect kunnen plaatsvinden.

Als we wat later weer door de theevelden lopen,  knakt er iets in m’n rechterknie. What the bloody hell?
Blijkbaar is er wat kraakbeen verschoven.
Ik besluit dan ookom morgen maar niet van trekkertrek t gaan doen en me vanavond op een massagetafel te leggen in plaats van in een koude tent.

Maar die theevelden, manneke, da’s echte kunst. Als bomzaiboompjes, maar dan in honderdduizendmiljardvoud. Een landschap waar Aslan zelfs niet van droomde toen hij Narnia bij elkaar zong…

Wat?
Foto’s?
Ja hoor, als ik breedband vind…

It’s the end of the world as I saw it

Standard

Stel je voor dat je op het einde van de wereld staat.
Niet gemakkelijk, wel?
Ik heb er iets minder last mee, eerlijk gezegd.

Een halve dag geleden stond ik ook nog op het laatste stukje wereld. Het laatste stukje voor de zuidpool.
Enkel water en zee.
Enkel water en drie (3!) zeeen.
De Arabische Zee, de Golf van Bengalen en de Indische Oceaan. De Zee van Onam wordt ook erges genoemd, maar geen idee waar die nog ligt: ik heb er maar drie gezien.

Nu ja, gezien. Ik vermoed dat het punt waar een hoopje (met miljoenensteden in het land is een paar duizend slechts een hoopje) toeristische indiers met al hun kleren (AL HUN KLEREN!) in het water staan ter ere van wie weet wat, dat daar het driezeeepunt moet zijn.

Indisvhe toeristen. Een gekke soort. Anders dan andere indiers, enders dan andere toeristen.
Drummen, duwen trekken om maar eerst op de overzetferry te zitten.
Vaders die oude vrouwtjes opzij duwen om dan vanop een vertrekkende boot naar vrouw en kinderen wuiven om hen toch maar te tonen dat ze de race gewonnen hebben. Moedertjes die gemakkelijk voor kreupele bedelaar kunnen doorgaan die plots een stevige elleboog tussen de ribben planten. Of toch naar die ribben mikken, want mezelf in verhouding tot de gemiddelde medemens hier, het is een verschil…

Echt, het leren in de rij staan hadden de engelsen hier echt mogen achterlaten. In plaats van het links rijden bijvoorbeeld.

Maar qua tourismus: Schoon. En imposant. En Gandhi. En kraampjes met plastic toerstenrommel. En lekker en goedkoop eten (40 cent voor een meer dan overvloedige maalrijd…). En zonsondergang.

Hoewel, zonsondergang. Ik had er iets meer van verwacht.
Maar de sunrise deze morgen! FOWK!
Zo graaf!
Foto’s zeggen meer denk ik.

Huisbezoek

Standard

Aangezien het kerstvakantie is op school, zijn er geen kinderen.
Dat wil echter niet zeggen dat er niet gewerkt wordt!

De voormiddagen deze week worden gevuld met computerles voor enkele leerkrachten, de namiddagen worden gebruikt om kinderen thuis te bezoeken.
Op die manier kennen de leerkrachten de thuissituatie van de leerlingen en kunnen ze hier op inspelen en eventueel helpen waar nodig.
En ik, ik mag mee.

Ik ben nog niet in Vizhinjam zelf geweest, alleen de grote straten heb ik gezien.
En gelukkig heb ik een gids mee, want de wirwar van straatjes (hoop en al een meter breed) is een doolhof waar ik m’n weg echt niet in zou vinden. Straatnamen zijn sowieso niet aan de orde in India, huisnummers al evenmin.

Ik vind het allemaal een beetje schrijnend. Waar ik de voorbije dagen vooral de toeristische kant van het leven heb geproefd, wordt m’n wereld nu weer volledig gekleurd door de harde realiteit.
Families met problemen op alle gebied: geen geld, geen werk, geen huis zoals je dat zou verwachten. De gang van ons appartement in Antwerpen is ongeveer even groot als een huisje waar we op bezoek gaan. Een televisiekamer. een kastkamer en een plaatsje waar gekookt wordt.
Geen badkamer, die is buiten en wordt gedeeld. Hoewel, gedeeld. Er moeten harde contanten op tafel komen voor er gebadkamerd kan worden. Een rupee per keer. Onvoorstelbaar.

Als een van de moeder shaar verhaal doet aan Preetha, is dit de eerste keer dat ik iemand hoor fluisteren. Gesprekken gaan hier meestal op een toon die westerlingen als ruziemakend ervaren hoewel dat er geen ruzie gemaakt wordt.
Nu is het bijna toonloos. De tranen staan de moeder dan ook bijna in de ogen als ze de problemen met haar oudste zoon uitlegt. De muren hebben, net als in ieder dorp over de hele wereld, ook hier oren.
En aangezien dit een vissersdorp is met alle spreekwoordelijke viswijven van dienst, kan je je voorstellen hoe er geroddeld wordt over alles en iedereen.

Mensen zijn basisgedragsrechtelijk overal hetzelfde: Meer of Vizhinjam, er is niet zoveel verschil. Alleen hebben de mensen in Meer een matras om op te slapen. En meer dan een bed per gezin. En een huis waar iedereen in past bij nacht en ontij. En minstens een badkamer per huis. En stromend water.

Als we om vijf uur huiswaarts rijden met de bus, ben ik er niet goed van. Bekomen en bezinnen met een koffie en een zonsondergang maken we weer klaar voor de rest van de dag.
Ik denk dat ik echt verliefd aan het worden ben op de zee. Rustgevend, orde op zaken stellend, probleemoplossend.
Ik word er gelukkig van. Zelfs tussen al die miserie kan ook ik nog lachen. Net als de inwoners van Vizhinjam.
Zo gaat dat hier: miserie te over en toch een lach kunnen boven halen.

BTW: ik heb vandaag gemerkt dat ik een materialistische westerse klootzak en een slechte fotograaf ben.
In de zelfde volgorde een uitleg: terwijl de mevrouw al fluisterend haar verhaal doet aan Preetha, merk ik in een ooghoek dat mijn fototoestel niet op aperture maar op manual staat. En dan schiet me ook te binnen dat ’em nog op ISO 1600 staat van het stranddansfeest van gisterenavond. Precies of dat is van enig belang in de situatie waarin we ons bevinden.
Alsof die aperture/manual en ISO zever niet voldoende zijn om mezelf tot schrale amateurfototoestelbezitter uit te roepen, wordt het nog net iets erger. Ik kan van situaties als deze bijna geen foto’s maken. Noem het schaamte, noem het bedeesdheid. Ik kan het gewoon niet. Hopelijk gaat m’n schroom morgen en overmorgen wat over want echt, ik wil dit hier aan iedereen laten zien.

LAMMENTAMMEF*CKINGTRAGECOMPUTERMETUWSCH*TETRAGEVERBINDING

Standard

Internet en beschikbaar en al: ja meneer, zeer zeker meneer, natuurlijk is hier internet meneer, ge kunt dat ook gebruiken meneer. Ja hoor, zeer zeker snel. 56kbps meneer. Sneller dan de buren meneer.

Dat de telefoonlijn dan door acht computers gedeeld wordt, daar denken we dan even niet aan.
Dat webpagina’s laden in schokjes is niets om u aan te ergeren.
Dat het redelijk lang duurt om wat foto’s online te zetten is toch normaal.

En ik weet dat ik mij daar niet aan mag ergeren end at dikmaken niet helpt en dat die meneer van de winkel er ook niet aan kan doen en dat het hier binnen een jaar of vier wel aan een iets snellere bitrate zal gaan. (Dat belooft de reclame althans: new broadband, 2MBPS)

Ik denk soms dat ik een beetje verslaafd ben aan snelle computers, snel internet en draadloos en overal. En dat het een tijdje heeft geduurd, maar dat de afkickverschijnselen er nu echt wel aan het doorkomen zijn.

Driemaal is scheepsrecht

Standard

Binnen de week op twee verschillende bruiloften aanwezig zijn, het is me van het goede bijna teveel. Niet dat ik er niet van heb genoten, maar als mensen dan dingen zeggen als “driemaal is scheepsrecht” en “de volgende zijde zelf”, dan is het toch een beetje groen dat er wordt gelachen. Not!

Het huwelijk gisteren was lichtjes anders dan het huwelijk van vorige week.
Vorige week was er sprake van liefde, nu was het eerder geregeld tussen de families. De exacte details wil ik graag in intiemere kring uitleggen, want wie schrijft die blijft…
Het gaat ook om een andere en lagere kaste. Hoger dan het brahmanenhuwelijk van vorige week kon niet, maar toch.

De drie dagen werden nu vervangen door drie kwartier:

  • 10.15: aankomst aan het auditorium voor plechtigheid en eetfestijn
  • 10.18: begin plechtigheid
  • 10.28: einde plechtigheid
  • 10.30: start eten
  • 10.55: of ik met de eerste of de tweede bus mee terug rijd

In de namiddag dan maar terug naar school gegaan en wat met de gasten en het fototoestel gedold. Indische mensen zijn zot op foto’s, laat dat duidelijk zijn!

Het diner wordt gegeten op de receptie van het huwelijksfeest, mdden in onze tuin. Iedereen krijgt en wegwerpbord en dito beker en mag aanvangen met schransen. Lekker en gezellig.

Helaas wordt wegwerpbord hier wel heel lettelijk genomen: alle rommel en afval gaat gewoon over de muur, in de eigen tuin. Het is er momenteel een stort dat het geen naam heeft.
Logisch ook: er is geen echte huisvuilophaling, dus gaat alles over de reling, in het vuur of in de zee… Echt jammer, want op elk mooi plekje ligt het vol met rommel..

Le marriage

Standard

Toen ik een tijdje geleden in Mysore Palace stond, was ik ervan overtuigd dat ik een plaatsje had gekregen in een van de sprookjes van duizend-en-een-nacht. De verkopers en opdringerige taxidrivers deden toen echter het efect ietwat teniet.

De voorbije dagen waren echter volledig als in een sprookje: volledig met prins en prinses. En eten en knappe vrouwen en plezier en interessante babbels en, gelukkig voor mezelf, mensen die van engels wel een broodje met kaas gegeten hadden.
Het huwelijk van Chandana en Ravikrishna was af. Drie dagen van rituelen en familialebandenonderhouderij, het was fijn om daar aanwezig te mogen zijn.

Het begon donderdagochtend met een reeks puja’s door de familie van de bruid. Van het nieuwe paar geen spoor, doch dat mocht de pret niet drukken. Er werd wierook gebrand, kaarsjes aangestoken, vuurke stook gedaan, ghee geofferd, bloemen gestrooid en heel veel gezongen.
Liederen in Sanskriet, Bengaal en Kannada waar ik niemendal van begreep. De diepe devotie die eruit sprak was me anderzijds wel volledig duidelijk. Deze mensen gaan volledig voor hun geloof, laat dat duidelijk zijn.

Het officiele deel speelde zich af op een soort van podium, de rest van de zaal was voorzien van (plastic tuin) stoelen voor de aanwezigen. De aanwezigen (familie, verre familie, verdere familie, verste familie en dito vrienden, kennissen en gouwgenoten) hadden echter meer belangstelling voor elkaar dan voor het bruidspaar of de algehele ceremonie. Gek eigenlijk. Hoewel: de meeste mensen zien elkaar enkel bij feestjes als dit, een keer of drie per jaar. Logisch dus dat er veel moet besproken worden.
Ik heb een tijdje gezocht naar enige gelijkenis met een westers huwelijk, maar niets van bekende riten heb ik gezien. Na een halve dag was de conclusie dan ook dat dit in geen mijlen met enige westerse vorm van huwelijk vergeleken kan worden. Het mag ook niet vergeleken worden: India is India, Belgie is Belgie. En die twee staan volledig los en naast elkaar.

De traditionele voorbereiding gaat door tot een uur of twee wanneer er een stevige lunch is voorzien. Bananenbladeren voor iedeeen, een hoopje rijst, sambal, curry, chutney, groensels (nu ja) en sweet. Ik weet niet hoe ze hun zoetigheid hier maken, maar alles is enorm veel zoeter dan suiker. Neem het zoetste snoepje dat je kent, doe dat maal tien en meng het met carrots. Dat is indisch zoet onder andere.
Niet echt m’n ding en ik ben er dan ook niet goed van. De zoetigheid in combinatie met een stroom van ghee (geklaarde boter) doet het maagsken geen goed. En dat wil iets zeggen, want ik denk dat er ondertussen een stevige eeltlaag op m’n maagwand moet staan: pepers en pepers en pepers dat het een lieve lust is, maar zoet: ho maar.

Na de lunch word ik in het hotel afgezet en doe ik een klein dutje: het is nodig, want de treinreis heeft me serieus afgemat. Als ik om zes uur wer wordt opgepikt voor de receptie en ceremoniele spirituele feestelijkheden, ben ik niet echt goed. Ik spurt terug naar m’n kamer en leg een deugddoend spauwke. Echt, geen druppel ghee meer en ook zoetigheid gaat netjes aan ‘n neus voorbij.

De riten zijn volledig bezig en behartigen nu vooral de bruidschat. De vader van de bruid overhandigt een reeks van kleding, goud en waardevolle spullen aan de de vader van de bruidegom. Laat het duidelijk zijn dat een huwelijk hier niet iets is tussen twee mensen: het is een familie die zich inkoopt in een andere familie. Want hoewel het nieuwe paar elkaar al langer kent en graag zelf wou trouwen (met liefde en al) is het geheel toch geregeld door de vaders.

De twee families worden door dit huwelijk een grotere fmilie dan ze al zijn. En groot zijn ze zeker. En rijk ook. Het is dan ook een Brahmanenhuwelijk, een trouwpartij in de hoogste kaste. Duur en overvloedig en vanalles.
Dit is ook de reden dat bijna iedereen min of meer vlot engels spreekt: in deze kringen is geld om te studeren en om les te volgen aan engelstalige scholen en universiteiten.

Een gesprekje met een neefje van Ravikrishna maakt echter duidelijk dat er ook een heleboel omhooggevallen pipo’s tussen zitten. Hij kijkt neer op mensen die geen of weinig engels spreken, respecteert (zoals bijna alle indiers helaas) enkel mensen met geld en is overtuigd dat geld het belangrijkste is in het levensstreven van een goed mens.
Ik hoop dat zijn jeugdigheid er voor iets tussenzit, maar ik vrees ervoor: uit meerdere gesprekken blijkt een zekere conservativiteit ten opzichte van het kastenstelsel, geld en rijkdom en huwelijken.
Ik wil niet de Grote Blanke Man Die Alles Beter Weet uithangen en ideeen opdringen komt zelfs niet in me op, maar ik voel toch een zekere teleurstelling in het indische volk van de hogere klasse.

Het avondeten is wederom schitterend en sluit de eerste dag zeer fijn af. Bruid en bruidegom zijn hier samen en stralen beiden een enorm geluk uit. Het is echt mooi om zien.
Een hapje Pan (betelbladeren met ongebluste kalk) is goed vor de spijsvertering en ik kan dat dan ook niet weigeren.
Dat het de grootste oorzaak van mondkanker is in India en dat er heeldere dorpen aan verslaafd zijn, laat ik even links liggen: het is zoals een occasionele sigaret roken, denk ik maar.

Dag twee wordt ingeluid met een stevig indisch ontbijt. Idly, chutney, koffie en sweet. Ik neem van alles maar weinig want volgens Vijay belooft het een serieuze vreetdag te worden.
Als ik de ceremoniezaal binnenkom, zit Ravikrishna al volledig in prinsenkostuum op de grond in het gezelschap van een priester of drie. Volledig met tulband en staf, kleed en blemenkrans. Duizend-en-een-nacht zeg ik u.
De foto’s zeggen echter zoveel meer dan ik hier kan vertellen, zoals u ongetwijfeld zelf zal zien.

De trouw zelf, het eigenlijke in de echt verbinden van de twee duurt slechts een halve minuut. Bruid en bruidegom staan naast elkaar, groot doek ertussen als was het Blind Date (gelukkig zonder indische Ingeborg) en hoppa: bloemen en rijst smijten gelijk een stel kleine kinderen in een plonsbadje.
Schoon om zien, dat zeker wel.
De rest van de cereminie duurt nog een uur of drie langer: gestart om 11u, volledig ten einde om half vier.

Het volk heeft de zaal echter al gelaten voor wat het was: er moet gegeten worden! En ook dat is goed. Lekker en veel.
En, zoals het Indiers beaamt, snel en zonder gezellig napraten aan tafel. Het element tafelen en gezelligheid is hier niet bekend, dat wordt me redelijk hard duidelijk gemaakt.
Ook op de receptie ‘s avonds is er geen tijd voor een gezellige babbel: snel alles binnensteken en terug weg. Als ik voor een tweede keer wil aanschuiven, vindt mijn gezelschap dat geen probleem maar zelf staan ze er voor vegetarisch spek en bonen bij. Als ik uiteindelijk mijn handen ga wassen, zijn ze maar wat blij dat we weg kunnen.
Half tien en dag twee is voorbij.

Half fowking tien! Voor een  bruiloft! Dat was het avondfeest.
Had ik al gezegd dat he in niets te vergelijken was met onze feestjes?

Dag drie is eigenlijk een min of meer uitgebreide lunch met een stevig gebed voor het lekkere eten.
En lekker is het eten! Dit is met stip de beste lunch die ik ooit heb gegeten. Zoveel smaken, zoveel variatie, zo lekker.
Ik ben er nu meer dan ooit van overtuigd dat de indische keuken de rijkste keuken is die ik ken: alles is anders, alles wordt tot in het oneindige geombineerd en het is bijna nooit hetzelfde. Het is een beetje als Hilary Clinton’s broekpakken: combineetjes te over.

Maar ook bij dit feestje is het na het eten gedaan met de pret. Handen wassen, dagdagzwaaizwaai en opkrassen.
Voor mezelf is dat redelijk logisch, ik heb een vliegtuig te halen, maar ook de rest van het volk bolt het af.

Ravikrishna en Chandana zijn enorm blij dat ik geweest ben en vragen een kopietje van de foto’s op cd-rom. Dat ik dat in januari wel zal brengen.
En of ik dan bij hen alstublief kom koffie drinken.
Leuk leuk, zo wat vriendjes maken aan het andere eind van de wereld… 🙂

Eventjes Terloops: Don’t look back

Standard

’cause you know what you might see, zong Oasis in een vroegere tijd.

Ik keek vandaag wel even terug. Een mens moet iets doen als hij zit te wachten op de rest (day three!) van het trouwfeeest.
Aangezien ik mijn kabelken vergeten ben in het zonnige Kovalam, kan ik niet zoals gepland foto’s van gisteren online zwieren. Jammer? Neu, niet echt.
Een beetje navelstaren naar het belgische Blogmos.
And I knew what I could expect.

Storm in een glaske water!
Yes!
Ik lees dat graag, echt.

De situatie: Kristof Hoefkens schrijft een artikel over bloggen in Belgie in de Standaard en dat wij (het bloggende gepeupel) achterophinken tegenover de rest van de wereld. Dat er nooit echte nieuwsprimeurs worden gemaakt op belgisch e-grondgebied en dat het eigenlijk maar wat triestig ios dat mensen het internet alleen maar voor elentrikken dagboek gebruiken.
Wat die jongen van mijlen en verre had zien aankomen (en ook FOWKING gehoopt had) is dan ook waarheid geworden: “Ze hemme gebeten Chjef!!”

Michel gaat redlijk loos, Pieter fulmineert zoals we dat gewoon zijn en de commentaar is ook netjes zoals verwacht.
Fijn man, om dat in Bangalore te lezen. Ik was aan het twijfelen tussen een wandelingetje langs de persoonlijke e-paden of een duik in de wondere wereld van Het Laatste Nieuws. Ik ben blij dat ik eerst wat gesnuisterd heb in wat ik ken. Sensatie en al!

Ook mooi: hier in India hebben enorm veel mensen moeite om rond te komen, om eten te vinden en om een veilig dak boven het hoofd van hun kinderen te bieden. Van het hotel naar het internetcafe kom ik een handvol bedelaars tegen, een stuk of wat vrouwen die de stoep aan het vegen zijn (hongerloon van 10 euro per maand) en moet ik een verkeerschaos trotseren die me doet denken aan een soort van drukke rally toen dat dat nog niet zo heel geregulariseerd was op de plattelandswegen van Rural Belgium.
En dan lees ik dat de grootste bekommernis in Belgie niet het vinden van een regering is (who needs any anyway?) maar een artikel over hoe belachelijk achterlijk het belgische blogwereldje wel is.
Mijn deuk en ik, we liggen in elkaar.

Nu, als ik het artikel lees, denk ik ook niet het volledig gelogen is wat hij verteld. Hij probeert een vergelijking te maken tussen nieuwsgevoelige gebieden/gebeurtenissen en de belgische spektakelkoers van alledag.
Is er eigenlijk iemand in Belgie die bloggen echt serieus neemt? Zijn er mensen die er, Microsoftgewijs geld tegenaan smijten en personeel laten bloggen op een gestructureerde en gecontroleerde wijze?
Is een blog niet een hobbyprojectje om de frustratie van je af te schrijven of om gewoon onnozeliteiten te spuien?
Wie neemt zichzelf serieus genoeg om echt aanstoot te nemen aan een dergelijk weinig gefundeerd artikel?

Het enige punt waarmee ik het echt moeilijk heb is volgende quote:

Vergeet het ouderwetse, papieren dagboek. Een beetje digitaal onderlegde Vlaming pent zijn zielenroerselen neer op het net.

Wie-o-wie schrijft alles neer op internet?
Sinds ik in India ben, heb ik meer pagina’s dagboek gevuld dan ik in mijn hele leventje heb gedaan. Enerzijds om als basis te dienen voor blogposts, maar anderzijds om alles van me af te kunnen schrijven. En het meeste dat in mijn papieren Moleskine staat is niet voor publicatie vatbaar. Ik zou wel gek zijn.
Mijn mening, idee en perceptie van het schouwtoneel, dat mag u allen weten. En dat zal i u ook maar wat graag vertellen. En u en u en u en al uw vrienden en kennissen erbij.
Maar mijn gevoelens? Mijn diepste roerselen van de ziel. Bol af meneer, da’s van mij. En daar heeft, buiten de intieme mensenkring van Wannesfans geen hond zaken mee.

Western Weekend

Standard

Na mijn kleine dip vorige zaterdag ging het snel terug naar boven met de gemoedstoestandbarometer.
Het moest er natuurlijk van koen, een moeilijk momentje. En dat dat er bij hoort en zo, ik weet dat wel. Maar toch, als het u overvalt is het er toch eventjes teveel aan.

Nu, blij om alle steun te lezen, echt van harte bedankt.
Om mezelf wat op te beuren heb ik me zaterdag eventjes laten gaan.
Ik heb me eerst getrakteerd op een paleisbezoek in Thiruvanantapuram met een gids die speciaal voor mij alles in het engels vertaalde. Echt fijn. Redelijk grave foto’s ook, maar da’s voor volgende week ergens. Die mevrouw vertelde me dat ze per maand iets van een 1500 rupees verdient. Da’s dus dertig euro eh. Ik heb haar verteld dat ik in hetzelfde schuitje zit. Alleen zijn dat van mij eurobiljetten… Een dikke fooi en hop, de rijke westerling heeft zichzelf weer wat getroost.

‘s  Avonds was er een strandwandeling met zoektocht naar een echte pub, bar, bruine kroeg of iets ander waar er westerse gezelligheid was. Volgens Paul en Werner is dat helaas niet te vinden. Wel een goed adres van Seppe gekregen voor pizza aan het strand. En ze tapten verdikke nog bier ook. Clandestien zoals dat hoort, maar dat maakt het alleen maar lekkerder.
En echt: een boek, een pizza en een pintje gecombineerd met de ruisende zee op zeven meter is gewoon het paradijs.

Zondag een dagje niets gedaan, behalve aan het strand gelegen en gekeken hoe de ramesh-met-de-pet de zee beleefd. Met kleren aan, jawel. Ook dames met saari en al het zoute water in.
De golfslag is er heerljk, de onderste stroming levensgevaarlijk leert een strandwachter me. Fijn ook om te ontdekken dat er toeristische stranden zijn met de vervelende verkopers van doeken,ijs, trommels, prul en nog meer. Op een steenworp (ge moet wel deftig smijten) zijn er echter ook de stranden zonder verkopers. Alleen indiers. En eerlijk is eerlijk: aangegaapt worden is minder vervelend dan lastig gevallen worden.
‘s Avonds met Werner iets gaan drinken. De bar van een hotel serveert alcohol en ook niet klanten mogen er komen. Fijn zo. Westers gelul over alles en niets en het leven en het zijn en hoe het beter moet kunnen.

Dag dip, leve het westerse weekend!

En ook: fooien geven, een mens wordt daar echt goed gezind van.

Meester…

Standard

Morgen begint het leven van meester Wannes.
Ik ben echt zo benieuwd, ik weet echt niet wat er van gaat worden. Ik heb dan ook nog nooit lesgegeven, laat staan aan anderstaligen.

Gelukkig heb ik enkele lesjes van meester Wilem gekregen. Als ik dat er op een maand door krijg, kunnen we van een geslaagde missie spreken denk ik.
oen ik vrijdag een van de twee beschikbare computers bekeek, was de verhouding stof en leven helaas omgekeerd evenredig…

In kleine groepjes op een computer dus.
Vooral wat theorie denk ik. Maar hey, dat zijn zorgen voor morgen. Vandaag wordt er om te beginnen al wat voorbereid!

Ondertussen druppelen de foto’s ook binnen op de flickr site, dus dat is fijn voor jullie!
Misschien dat ik ze van de week wel voorzie van enig commentaar, maar dat gaat nu niet: het duurt meer dan een uur om alles online te krijgen…

The nighttrain is coming…

Standard

De trein nemen in India is niet zo vanzelsprekend. Het duurde bijvoorbeeld drie dagen voordat ik een ticket had geregeld en dan nog was het wat afwachten.
In Bangalore station was er cehter geen enkel probleem en zat ik in geen tijd op mijn bed. Bed ja, want dat staat er nu eenmaal in een slaaptrein. Een buiengewoon lange slaaptrein wel. Echt, zo’n fokking lange treinen, ni te doen gast!

Volgende regels zijn niet geschikt voor moeder’s ogen!!!
Ik heb er echter geen foto’s van duren nemen want de militairen die overal stonden zagen er stevig bewapend uit… India is dan ook een land dat nog steeds overhoop ligt met Pakistan en de recente terreurdreigingen vanwege Taslima maken de sitatie niet minder gespannen blijkbaar.
Komt daar nog bij dat de cricketmatch van India tegen Pakistan ook gebukt gaat onder een stevig net van veiligheidsmaatregelen, dus voor een fijn potje bakeleien is maar en klein vonkje nodig…

Vanop mijn bed heb ik geen raam maar wel airco. Tof? Ik dacht het niet. Koud ja, tui en buff en deken en dan proberen te slapen, wat wonderwel redelijk lukt. Na een tijdje wordt ik echter waker van kriebelpootjes op m’n neus. Kakkerlakken moeten nu eenmaal ook af en toe eens wat van de wereld zien en blijkbaar doen die dat met de trein. Alleen snap ik niet waarom ze de slaapcompartimenten van de trein nemen: Ze slapen toch niet…

Uiteindelijk ben ik wel een kalf. Ik neem de trein naar ergens, maar ik weet niet wanneer ik er ga aankomen. Ik weet ook niet hoe het station ervoor of het station erna heten en ik hoop dan maar dat er iets wordt afgeroepen of dat de conducteur zich van zijn mooiste kant laat zien als ik eraf moet.
Niets van dat alles…
Volgens de brave kaartjesknipper komen we normaal tegen twee uur.
De kerel zat er slechts twee uur naast…

En daar gaat samen met de taxi het plan om afgehaald te worden. Half twaalf is echter geen ramp en taxi’s genoeg.  Alleen: een exact adres is altijd handig als je ergens gedropt wil worden.
Tja, zoals Wij Grote Kempenzonen weleens plachten te zeggen: alles komt altijd goed.

Zorgen en drukte heb ik afgeschud, de dingen nemen zoals ze komen en genieten van lke minuut. Het leven kan echt fijn zijn 🙂

Banglore: load and clear

Standard

Of toch niet zo ‘clear’: het zicht wordt dankzij de smog lichtelijk beperkt. Nu ja, een paar dagen uitlaatgassen ademen zal het leven wel verkorten maar de levenskwaliteit gaat er op vooruit!

 Een korte samenvatting van de week tot nu toe, want de uitgebreide versie kan ik alleen maar vertellen aan de hand van foto’s. Ook belangrijk om weten voor je verder leest: emoties en bedenkingen kunnen anders overkomen dan ze bedoeld zijn.
Want wat er ook volgt, het is hier onnoemelijk fijn toeven!

Maandag, Mysore.
De dag begint uitermate vroeg: 07.15 wordt er vertrokken met een bus vol Indiers. Gezellige boel en vanalles. De meeste mensen zijn dertigers en veertigers wat me direct, buiten de drie kleine huilbengels, tot jongste van de hoop maakt.

De tour was niet echt een geweldig succes. We stoppen (redelijk lang) in twee shops waar de geinteresseerden houten gerief en saaries en hemden kunnen kopen. Dat de tourmaatschappij en de overheid en de winkels samen in hetzelfde bedje ziek zijn hoeft geen betoog. De gevleugelde woorden van de gids (“…and you can buy buy buy!”) vallen dan ook meer dan eens.  Ik kom daarvor niet echt naar hier. Shoppen is voor eind januari…

Als we wat later bij het zomerpaleis van Tipu Sultan komen, mag ik 100 rupees betalen, waar autochtonen het schamele bedrag van 15 rupees mogen ophoesten. Deze teakhouten villa is ongetwijfeld een fijn buitenverblijf, maar de gids is vrij karig met uitleg en veertig minuten later is het gedaan.

Het echte paleis van Tipu Sultan is volledig vernield door de engelsen, dus daar kan enkel de tempel van bezocht worden. Mooi, maar de randanimatie (opdringerige prullariaverkopers en dito schoenenbewaarders) vind ik storend. Dat ik daar aan moet wennen als ik de toerist wil uithangen staat buiten kijf, maar toch.

Als we dan uiteindelijk bij het pronkstuk van de dag, Mysore Palace, komen, krijgen we maar een uurtje de tijd. Een uur!
De gids maakt ons de hele tijd warm en vertelt dat dit het mooiste paleis ter wereld is (wat ook echt wel zo is, moet ik toegeven) en dan mogen we maar eventje piepeloeren…
Het wordt een half uur door de binnenkant crossen en dan langs de buitenkant voor foto’s.
Echt, het paleis van Fata Morgana  van de Efteling, maar dan echt.  HIer wil ik terug komen, rustig en op’t gemak.

We crossen nog wat rond met de bus, op naar CHamundi Hill. Hier staat een tempel en er zijn blijkbaar nog mensen die het ding weten te vinden: er wordt bijna gevochten om het heiligdom te benaderen. Volgens mij heeft dat weinig met religie, van eender welke aard dan ook, te maken. Vooral de man van de security die iedereen aanmaant om sneller door te gaan werkt lichtjes op het systeem… De tempel op zich is echter een fijn stukje religieuze kunst. Ik ben er redelijk weg van, van dat hinduistische bouwgerief.

Als we daarna nog naar een tuin gaan kijken, is voor mij de maat vol. Deze tuin is lichtjes te vergelijken met het stadspark in Antwepen, maar dan zonder hoge bomen en met een muzikaal fontein. Weinig tot geen planten en bloemen, geen propere vijver, …
Nee de tour van KSTDC is zeker geen aanrader.

Dinsdag: Bangalore itself.

Ik start de dag met een rustig ontbijt en een wandeling door de stad. Op de “wilden boef” want er zijn niet echt veel stadsplannen te vinden. Geen probleem, een par herkenningspunten onthouden en kleir zow!
Schiiterende stad, echt. Alles wat een stad moet hebben volgens mij.

Veel volk, schreeuwerige winkelbedienden en semimarktkramers, veel verkeer waarbij je je leven riskeert als je de straat oversteekt en eten en drinken dat langs alle kanten quasi gratis kan worden aangekocht (10 cent voor een kopje koffie?). Een fijne voormiddag met als buit een kilo appels, een hemdje en twee leesboeken, tweedehands. Want dat hebben ze hier verdrie in overvloed, engelse boeken voor geen geld! Ik denk dat mijn valies wel lichtjes te zwaar gaat terugkomen…

De namiddag is er weer een KSTDC tour, dit keer in Bangalore. Een tweede zomerpaleis van Tipu Sultan, Lahlbaggarden, de Bulltemple en de Shiva Temple. Ook weer een silk en clothes shop vna de overheid waar ik netjes buiten blijf wachten na vijf minuten rondgekeken te hebben.
De Shivatepel is de graafste.
Met een grot en een verhaal en een beetje occulte figuren die er ronddwalen.

Het beste aan de dag is echter het tegenkomen van fijne mensen. Jessica is een Amerikaanse studente die hier honingbijen komt bestuderen voor een maand of negen en Mercedes is een Argentijnse schone die gewoon op verlof is en er een werkgerelateerd bezoek aan een SAP congres aan breidt. Fijne juffrouwen en dat is blijkbaar wederzijds want er wordt besloten samen te eten. Het mag al eens wat deftiger en uit de band springender dus wordt er in het superchique hotel van Mercedes gegeten.
Dat haar baas betaalt is achteraf mooi meegenomen, maar een aal you can eat indisch buffet voor 135 rupees is nu niet echt de moeite om het te laten liggen, wel?

Vandaag was er een tour gepland, doch wegens te weinig volk is die afgelast. No problem at all, want ik heb het gehad met de package tours. Ik zal wel wat ronddalken en mezelf amuseren.
Op naar het commerciele centrum aan MG Road en Brigand Street.
Daar is het fijn toeven, zo tussen de Pizzahut, MC Donalds en The Donut Baker. Westers en oosters bij elkaar, het is redelijk grappig.
Ook hier een pak boekenwinkeltjes en ik kan The Hitchhiker’s Guide To The Galaxy dan ook niet laten liggen. Samen met The Chronicles of Narnia voor 1000 rupees, en nieuw… Geen werelddeal, maar aangezien ik morgen twintig uur op de trein zal zitten is een goed boek nooit weggesmeten…

De rest van de dag gedalkt, gepicknickt in Cubbon Parc, langs de post voor brieven aan mensen zonder internet en een driewieler naar het hotel wegens de weg kwijt en het beu om te wandelen.

Morgen de trein en vrijdag in Kovalam bij de mensen van SISP.
The future is bright, the future is…
(een portie rijst en sambal in februari voor wie deze slogan correct aanvult…)

Replies!

Standard

Een beetje re-ply’en op de comments, het mag al eens.

@Jelle: de avonturier in mezelf begint momenteel een beetje los te komen. Vorige week heb ik me een paar keer serieus geergerd aan het hele gegeven. Ik was zo opgedraaid als een mol op coke in de microgolf, het was bijna niet om aan te zien. Echt, ik was het hier bijna afgestapt om in mijnen alleen verder te doen.
Blijkbaar is dat een onderdeel van de cultuurshock. Die nu gelukkig al wat minder is 🙂
De andere schocks zijn echter met een bitrate van 100/10 aan’t binnenstromen, niet te doen. Ik probeer alles op te schrijven, maar het blijft behelpen. Ook hier en daar wat foto’s die later moeten helpen alles terug netjes te rangschikken…

@Bruno: De eerste dagen en weken zijn nu al om nooit meer te vergeten. Ik verwacht van de komende maanden hetzelfde. Verrijkend en al: uhu!

@Hanne: De vlucht overleven was niet zo’n probleem, de dolle rit nadien was echter een keer of honderd sterven: linksrijdende mensen die met vier naast elkaar op een tweevaksbaan nog steeds proberen om een vijfde in te halen, je moet het eens meegemaakt hebben. Verkeer in Barcelona is er niets tegen 🙂
Sinds vorige donderdag ben ik echt aan’t werk, wel elke keer iets anders zodat ik in twee weken van alle facetten heb “geproefd”.
Genieten is niet direct het juist woord, maar het benadert het gevoel wel het beste…

@Paul: 30 novembr vertrekt mijn trein naar jullie. Met een beetje geluk zit ik daar ook op en ben ik er dus de eerste december. Ik kijk er naar uit!

@Jan: Timo is me volledig onbekend kerel…

@Jakke: Het smaakt naar meer in elk geval!
Gedraagt de Nick zich wat in mijn hok? Zorg maar dat hij mijn huishoudelijke taken (afwzassen, stofzuigen en den douche) doet ook eh, anders heb ik drie maanden achterstand.. 😉

@Dylan: Ik maak foto’s aan de lopende band. Ik kijk er ook al naar uit om ze te tonen.

@Seppe: Pikant is een ding, maar soms gaat het er echt over: gisterenavond zat ik daar plots te bleiten gelijk een klein joeng. Al die dokters maar vragen of ik thuis nu al zo hard miste…
Rijst is wel in vrij veel vormen klaar te maken, heb ik gemerkt.:-)

@Hanne: Merci! Mijn familie wordt elk jaar een beetje internationaler 🙂

@Hamse Bende: Liefste Hamburgers, het wordt allemaal met veel liefde neergeschreven voor jullie. De darmen zijn al volledig onder controle, maar de omgeving is dan ook redelijk beschermend…
De Moleskine reist momenteel elke meter mee en eigenlijk: ik heb nog nooit zoveel nood gehad aan een dagboek als nu. Zowel om alles te onthouden als om m’n gevoelens te verwerken. Nooit gedacht dat het allemaal zo’n impact zou hebben.

@Bea: Welk? Melk!

@Bert: Moette gaai maaine ring of fire is zien?
Eerlijk? Dit is de eerste keer dat ik da zeg seh. Er is hier ook niemand die ook maar een letter verstaat van wat ik brabbel, dus mopkes komen helemaal niet aan. Misschien dat ik wat zal afgekickt zijn tegen februari?
En op de bank: sfeer maak je zelf eh, zoals wij Grote Kempenzonen weleens plachten te zeggen.
Doe iederen in elk geval veel groeten!

@Dries: vergelijken is er niet echt bij hoor.
Maar de foto’s zullen voor zich spreken.
En de Ring of Fire: schoon beeld zenne 😀

@Charlotte: Ik maak wel eens tijd voor u en dan doe ik het hele circus uit de doeken, met foto’s en pikante verhalen 😉

@Joke: Momenteel is het hier een beetje als in Belgie: regen, bewolkt en geen regering meer (in de staat Karnataka toch). Gelukkig is het temperatuurtje nog wel aanwzig, hoewel ook dat slechts een luizige 24 graden bedraagt. ‘t Is hier dan ook winter eh…
BTW, ik denk ook redelijk veel aan jullie hoor 🙂

@Lies: Kus!

@Wouter: Die man heeft gelijk, dat staat buiten kijf. Maar het neemt niet weg dat het voor mij eigenlijk nog altijd redelijk onrealistisch, onbegrijpelijk en ‘gewoon’ is dat ik hier ben.

@Yves: De dingen die ik nu zie en beleef kan je nooit begrijpen vanuit Belgie. Echt, zo unreal, ni te doen.
De foto’s echter zullen nog wat moeten wachten: hopelijk heb ik volgende week ergens en breedbandverbinding…
That’s all folks!