De grens is klein

Standard

Ik begon aan een reactie bij Wim, maar halverwege vond ik het wel meer dan een reactie…

Ik wil het dopinggebruik zeker niet goed praten, kwestie van duidelijk te zijn.
Ik ben er echter wel van overtuigd dat sporters net als u en ik gewone mensen zijn.
Mensen die enorm hard voor hun sport leven, maar die vooral ook af en toe gewoon proberen te leven.
Veel geld en af en toe een decadent feestje verlagen de drempel naar harddrugs altijd, of het nu voor sporters, acteurs of rijke-jan-met-de-pet is.

Wat ik mis in het hele verhaal is een beetje nuance: Tom Boonen betrapt op het gebruik van cocaïne.
Is die dan op heterdaad betrapt, toen hij met een opgerold tien euro biljet in de neus boven de tafel hing?
Of hebben ze een urinestaal genomen en daarin sporen van cocaïne gevonden?
Of een bloedstaal?

In zijn urine zat een spoor van coke.
OK.
Coke maar tot 72uur na gebruik opspoorbaar?
Mon oeuil.
Als Tommeke ooit op een feestje coke genomen heeft, zullen er nog wel sporen van in zijn lichaam te vinden zijn.
Tot een half jaar, ook al gaat het om een marginale hoeveelheid.

Wat ik ook mis: de link naar harddrugs.
Hier gaat het om coke, maar dat is nog altijd een paard uit de harddrugsstal waaruit ook alcohol komt.
En wie spuit er altijd met champagne?
De grens is klein zeg ik u!

En toen, toen werd het stil…

Standard

Apupa (*)

Begin april , de hitte is de laatste weken meer en meer verschroeiend. Om 10 u in de morgen siddert de lucht  boven de aarde en de wegen. Alle groen heeft zijn gezonde glans verloren. Elke aktie lokt een zinderende stofwolk uit. Die lange uitputtende, verschralende hittemaanden, met temperaturen die dagelijks lijken te klimmen en geen druppel regen tot 1 juni , traditioneel het begin van monsoon. Een cycloon die enkele duizenden kilometers verder raast, laat echter in zijn staart, Kerala meegenieten.  Zegen en vloek. Met bakken valt het uit de plots loodzware hemel. In minder dan een uur staan de straten onder water en gutsende beken vormen zich langs alle wegen of herschept wegeltjes tot Ardeense stroompjes. De palmbladeren daken, of de door de termieten uitgeholde lemen muren van de huisjes en hutjes  van de armen storten half in, ze hadden hun jaarlijkse hernieuwing een jaartje overgeslagen, er waren zoveel andere onkosten. “Is de monsoon 2 maanden eerder uitgebroken ” hoort men vaak, na enkele dagen bijna ononderbroken gordijnzware regens, in winkels en bij de barbiers.

… Waarom hij die boom tegenover ons  huis had uitgekozen weet ik niet. Maandelijks passeren er tientallen Indische zwervers. Mannen en vrouwen. Meestal alleen. Je ziet ze overal langs Indische wegen. Vaak zijn het bedelaars, maar even vaak zwervende reizigers,  psychatrische patienten, licht mentaal gehandicapten, weduwenaars of weduwen(**), boete doeners, allemaal schrijnend arm en overlevend van giften meestal in voedsel , soms een hemd of broek of sari(***). Slapend langs de weg of onder het afdakje van een buurtwinkeltje. Ze slapen nooit meer dan een nacht op dezelfde plaats.
Op een morgen zag ik hem vanop ons terras ontwaken, hij had waarschijnlijk ‘s nachts hier zijn slaapplaats opgeslagen. Oud, grijs en broodmager. Hij droeg enkel een bermuda met over zijn schrale schouders  een deken geslagen en onder zijn hoofd een dichtgeknoopte doek. Zo klein, zo tenger, met zijn verrimpeld herfstappeltjes gezicht en toch een monument onder die boom aan de straatkant. Hij zette zich op zijn hurken op een droog plaatsje tussen 2 plassen, krabde zijn lederen naakte rug  en begon te sabbelen op een oude korst brood in zijn rechterhand. Een gedeukte beroette tinnen beker naast zijn voeten. Ik riep Imam om met me mee te gaan om grootvader thuis uit te nodigen. Hij weigerde vriendelijk maar kordaat, hij nam mijn briefje van 20 rupees aan ( 30 eurocent), draaide zich terug in zijn deken en legde zich neer om verder te rusten.
De boombladeren lieten een lichte zwoele nevel van fijne aflekkende druppels neerfilteren over hem.

Toen ik ‘s middags van het Centrum naar huis liep had ik Manu, één van de artisanale werkers in het centrum,  gevraagd om met me mee te lopen en grootvader  een portie rijst en curry van de schoolkeuken te geven. Werner had echter ondertussen al gezorgd dat ‘apupa” zijn rijstmaal  had en Imam had apupa  ook een plastiekzeil gegeven zag ik. Manu pakte de portie in in krantenpapier en apupa zette het opzij voor zijn avondmaal. Toen het ‘s avonds bleef stromen gieten ging ik apupa nog eens vragen om toch in ons huis te komen slapen of tenminste onder het afdakje van het winkeltje vlakbij. Zijn plastiekzeil was genoeg, zei hij, hij hield ervan in open lucht te slapen.  Toen ik de volgende morgen vanop het terras ging kijken, zat apupa vanonder zijn zeil de straat gade te slagen. Voor ik naar het werk vertrok sprak ik nog vlug met Werner  af dat Imam apupa ‘s middags zijn rijstmaal zou brengen.Ik vertelde Werner dat ik vandaag 2 uurtjes vroeger zou stoppen in het sisp centrum omdat ik nog  zoveel achterstallige emails had te beantwoorden.
Toen ik echter om 4 u op kijkafstand van ons huis kwam gewandeld, zag ik vanuit de verte de politiejeep, ambulance  en agenten aan ons hek staan. “Wat kon er nu in godsnaam gebeurd zijn” dacht ik. Je kon zien aan de manier waarop de agenten zich gedroegen dat het niet om een administratieve of  verkeerskwestie ging. Naimsha kwam op me toegelopen  en vertelde dat de winkelier rond drie u ‘s middags vond dat apupa zo lang stil bleef liggen en hem dood had aangetroffen  toen hij ging kijken.
“Een kilometer verderop naar het dorp was er nog een zwerver dood gevonden” vertelde de politieagent. “De overheidsambulance komt  de dode lichamen oppikken voor de afdeling “no names, no relatives” van het grote overheidsziekenhuis, Medical college. Na autopsie worden de lichamen nog 6 maanden bewaard in de vrieskamers voor eventuele aanspraak. Daarna worden ze gecremeerd.”  In de gietende regen werd het kleine lichaam  in een laken gehuld en in de ambulance gelegd, we stonden enkele minuten de ambulance na te kijken toen hij wegreed. Geen van ons dacht er aan een regenscherm te openen.

Ik heb enkele jaren geleden die vrieskamers van Medical College voor het eerst leren kennen naar aanleiding van een ander overlijden. Het was een griezelige, mensonterende en erg schokkende ervaring toen voor mij. Er waren veel  stroompannes geweest in dekoelkamers de voorbije weken en de buitentemperatuur was rond de 40 graden C.

Apupa is dagen, zelfs weken in mijn gedachten gebleven, zo oud, en daarzo alleen stilletjes sterven langs de weg. Heeft onze vriendelijkheid in zijn laatste dagen hem iets van warmte gegeven. Was  hij eenzaam, apupa,of was het een bewuste keuze ?

India … zo mooi, zo zoet en … vaak zo wreed.

Paul
vizhinjam, 31 mei 2008


(*) apupa : grootvadertje
(**) vaak kiezen oudere mannen en vrouwen na het overlijden van hun partner voor een leven als zwerver, met enkel een knapzak.
(***) sari : typische vrouwenkledij, lange rond het lichaam gewikkelde doek

Nieuwe bril, mon oeuil

Standard

Nadat ik zaterdag een hele avond met stekende hoofdpijn aan de feestdis had gezeten, was de maat vol.
Zo snel ik tien minuten tijd had zou ik een nieuwe bril kopen.

Vandaag liep ik binnen bij de eerste brillenwinkel die ik te voet passeerde: Pearl.
Er loopt daar dezer dagen een zeer interessante actie: 199 euro voor twee brillen. Glazen, monturen: de hele mikmak voor de prijs van een halve bril bij de “echte” brillenboer.

En dan slaat de twijfel toe: wat kiezen we?
Want op zo’n moment sta je dus alleen.
Geen vriendelijke dame die van je aanwezigheid een lokale staatsaangelegenheid en erezaak maakt.
Geen kleuren, stijl of persoonljk designadvies.

En ik heb dat dus nodig eh.
Ik moet van een tweede bron horen of het wel ok is wat er op mijn neus staat.
Want zelf vind ik dat wel belangrijk, maar niet heus.

Vanaf 23 juni heeft mevrouw Tilburgs tijd met hopen.
Als ik tegen dan nog wat centen overheb, kan dat nog wel eens een fijn uitje worden.
Ik kijk er naar uit meneer.

Twunner

Standard

Ik had het idee om twitter eindelijk eens voor een min of meer nuttig doel te gebruiken.
Als ik nu eens, dacht ik gisteren tijdens het joggen, een speciale twitteraccount aanmaak voor het lopen.
Twunner, in navolging van de twunch (.be), een twitteraar over runner.
En dat ik daar dan replies naar stuur via mijn eigen account en dat ik die dan filter en in een webpagina plak.

Schoon idee?
Ja.
Maar blijkbaar kan ik als buitenstaander geen replies van een ander zien.
Jammer.

Ideeën zijn altijd welkom natuurlijk.
In de comments, in de mail, in de tweet…

Newsgator Feeddemon

Standard

Sinds een tijdje gebruik ik Feeddemon.
Eigenlijk vanaf de dag dat het gratis werd.
Goed gerief, sync’en en al: superhandig.

En toch.
SInds een tijdje zit er een vogeltje in de feedreader.
Echt.
Het fluit en piept en irriteert mateloos.

En zonet heb ik het doodgetrapt.
Er stonden enkele tabs open in het browservenster.
En eentje had een irritant filetje in de loop staan.

Dood.
Stil.
Zoals het hoort met vogeltjes.

Microsoft Photo Event Amsterdam

Standard

Via Micromiel en Pietel komen we weer wat vrijetijdsvulling op het spoor.
Ik moet de agenda van de familie nog even checken, maar eigenlijk heb ik enorm veel zin om zaterdag naar Microsoft Photo Event Amsterdam te gaan.

De bedoeling is vrij eenvoudig: veertig fotografie amateurs nemen vanop een boot een heleboel foto’s van een stuk van de Amsterdamse grachten. Deze foto wordt dan achteraf aan elkaar gestiched in Windows Live Gallery om zo de grootste panoramische foto van de wereld te krijgen.

Ik check even de treintabellen en reistijden!

UPDATE:
Bijna vergeten dat ik had beloofd om mee beton te storten van zeven tot negen.
Alles bij elkaar genomen (douchen, bus naar A’pen, trein naar A’dam) geraak ik nooit op tijd op de Walletjes.
Dju, ik had er al eventjes instant goesting in gekregen.

You can run but you can’t hide

Standard

Blog is dicht, maar dit zal zo niet sterven kerel.
Bweikes

Er is een god, en hij is rechtvaardig.

Amen.

[EDIT: ik plaats hier een copy/paste wat ik ook in de comment-sectie heb gepost:

Oei oei, zwarte humor ligt moeilijk precies.

Een persoon die tegen veel te hoge snelheid enkel zichzelf doodrijdt, dat noem ik rechtvaardigheid. Men weet dat het gevaarlijk is, men neemt het risico, niet enkel voor zichzelf, maar ook voor de medeweggebruiker. Voor hetzelfde geld had hij een andere auto aangereden, en was er tweede dode gevallen. Dan zou het niet meer gaan over ’s mans grote voetbalkunsten, maar over zijn onverantwoord rijgedrag. Want dat was het gewoon, onverantwoord en verwend rijgedrag.

En dat is afgestraft. Mensen die een fout begaan, die gestraft worden, is dat niet rechtvaardig? Mensen die andere mensen in levensgevaar brengen (en dat is gewoon zo bij te snel rondrijden in een sportwagen), verdienen zij beter?]

Een beetje commentaar op de post:

  • Er is een God: yeah right
  • Zwarte humor ligt moeilijk: zwarte humor is lachen met e dood, dit is lachen met iemand’s dood. Een fundamenteel verschil, niet?
  • Een persoon die tegen veel te hoge snelheid enkel zichzelf doodrijdt, dat noem ik rechtvaardigheid: de dood van een medemens is nooit rechtvaardigheid, whatever it takes.
  • onverantwoord en verwend rijgedrag: onverantwoord ja, verwend nee. Omdat de man met Porsche rijdt is het verwend? Jaloezie steekt de kop op me dunkt.
  • Mensen die een fout begaan, die gestraft worden, is dat niet rechtvaardig?: Straffen zijn er in verschillende vormen en maten. In onze maatschappij is er een systeem van verschillende machten die de straffen bepalen, uitspreken en uitvoeren. Deze straffen zijn min of meer rechtvaardige straffen. Dood door ongeluk (want dat is het) is geen straf.
  • Mensen die andere mensen in levensgevaar brengen […] verdienen zij beter?: Ja. Of durf jij de lijn doortrekken? Dat iedereen die ooit iets onverantwoords heeft gedaan en dus mensenlevens in gevaar heeft gebracht, maar dood moet?

Ewoud, ik ken je niet, maar ik vind je wel een beunhaas van het zuiverste water.

Werktransfer

Standard

Ik kondigde ooit op café aan dat 2008 het jaar van de ommekeer zou worden.
Dat ik mezelf in 2008 eindelijk eens ging ontplooien tot wie ik nu eigenlijk echt ben.
Geen idee of dat dat echt gaat lukken, dat ontplooien, maar een ommekeer is zeker het geval.

Op 5mei schakel ik officieel over van Sogeti naar Motionmill.
Van Test Engineer naar Account Manager.
Van overal-te-lande naar Berchem.
Van auto naar fiets.

De overstap zat er al een hele tijd aan te komen.
Ik had en heb nood aan iets anders, iets nieuws.
Een job die het hele jaar door werk biedt.
Een job die niet geheel en al afhankelijk is van de netwerkperikelen van een testomgeving.
Een job die meer is dan een dagvulling…

Want versta me niet verkeerd: ik ben de afgelopen twee jaar uitgegroeid van een testnoob tot een goede tester.
Ik vind het zelfs oprecht fijn om te testen.
Maar dan moet er wel te testen zijn.
Grootste frustraties van de afgelopen jaren:

  • file (geef mij een job naast de deur)
  • netwerk onbeschikbaar (aaargh!)
  • rustige perioden (deftige planning graag)
  • data inkloppen (huur dan een aap)
  • slechte communicatie tussen verschillende partijen (business en dev’s spreken nu eenmaal een andere taal)

Dat de overstap naar Motionmill zou gebeuren, was echter niet zeker.
Er zijn verschillende spelers op de markt.
Ik wist ook niet zo goed wat ik wilde eigenlijk.
Na enkele gesprekken met verschillende mensen in verschillende bureau’s, weet ik echter wel wat ik wil.

Ik wil de spilfiguur zijn tussen alle partijen waarmee een bureau te maken heeft.
Ik wil netwerken, relaties opbouwen en projecten opvolgen.
Ik wil levenskwaliteit behouden: geen vijftien uur per week in de auto voor niets.

Carrière?
Het grote geld?
Dikke bedrijfswagen?

Nu even niet.

Verdorie

Standard

Ik wil een fotoalbum maken over India.
Het moet een beetje het relaas van de trip wergeven en tegelijkertijd een duidelijk beeld van het India dat ik heb ervaren.
Van de 3300 foto’s die ik heb genomen, heb ik een selectie gemaakt om af te drukken.
Bleven er nog 1121 over.

Deze selectie is ook bijgeknipt en ge-editted.
En doorgestuurd voor print.
Het wordt een fijn pakketje dat gaat aankomen, dat staat al vast.

Van deze slectie wou ik een fotoboek maken.
Doch technische beperkingen ripen me tot  de orde: slecteer nog maar wat knappe gast.

Nu heb ik er nog vierhonderd.
Er is geen plaats voor de laatste 147…
Wat nu?

ITmetafoor

Standard

Als er thuis afgewassen moest worden, deden we altijd een wedstrijdje: wie eerst klaar was, mocht als eerste een dessertje kiezen.
Zoals in elke traditionele vlaamse afwasequipe, had je ook bij ons de afwassers en de afdrogers.
Na een tijdje had ik het door: de afdroger was sowieso altijd reeds bij voorbaat gescheten: je kan nu eenmaal pas afdrogen als het ook afgewassen is.

En vanaf het moment dat ik dat doorhad, heb ik steeds liever afgewassen dan afgedroogd.  Tijdens het afwassen is het helemaal niet zo erg om wat te blijven knoeien en kliederen in het water. Hoe fijn is het niet om met lekker warm en vettig afwaswater rond te draaien in een pot?
Geen seconde wordt er dan gedacht aan de afdroger die bijna nagelbijtend staat te wachten tot die laatste pot uit het water en op het afdruiprek komt.

Dezelfde frustratie van de afdroger, merk ik nu (het duurt altijd een tijdje eer ik iets door heb) bij mezelf en mijn professionele omgeving.
Programmeurs zijn de afwassers van de IT.
Zolang zij zitten te knutselen, is er niets aan de hand. Geen gezaag, geen gezever.
Als er aan een afgewassen stuk ITservies nog wat vuiligheid hangt, wordt het heel eenvoudig door de test engineer van dienst weer in de afwasbak gestopt. En dan begint het gemekker.

De afwasbak zat al vol, het water was al vettig en de druk om snel klaar te zijn was al groot. En nu moet dat herdaan worden. En opnieuw.
En het afdruiprek raakt leeg, de afdroger heeft geen werk meer en begint iets anders te doen. Met de handdoek tikken uitdelen bijvoorbeeld. Dit is vaak ook het moment dat testen pesten wordt.

Tester zonder dagvulling, developper gefrustreerd en het project duurt langer dan gepland…
Klinkt bekend?

Sinds enkele jaren hebben we thuis een afwasmachine.
Benieuwd wanneer die als ITmetafoor kan dienen…

Eventjes Terloops: Don’t look back

Standard

’cause you know what you might see, zong Oasis in een vroegere tijd.

Ik keek vandaag wel even terug. Een mens moet iets doen als hij zit te wachten op de rest (day three!) van het trouwfeeest.
Aangezien ik mijn kabelken vergeten ben in het zonnige Kovalam, kan ik niet zoals gepland foto’s van gisteren online zwieren. Jammer? Neu, niet echt.
Een beetje navelstaren naar het belgische Blogmos.
And I knew what I could expect.

Storm in een glaske water!
Yes!
Ik lees dat graag, echt.

De situatie: Kristof Hoefkens schrijft een artikel over bloggen in Belgie in de Standaard en dat wij (het bloggende gepeupel) achterophinken tegenover de rest van de wereld. Dat er nooit echte nieuwsprimeurs worden gemaakt op belgisch e-grondgebied en dat het eigenlijk maar wat triestig ios dat mensen het internet alleen maar voor elentrikken dagboek gebruiken.
Wat die jongen van mijlen en verre had zien aankomen (en ook FOWKING gehoopt had) is dan ook waarheid geworden: “Ze hemme gebeten Chjef!!”

Michel gaat redlijk loos, Pieter fulmineert zoals we dat gewoon zijn en de commentaar is ook netjes zoals verwacht.
Fijn man, om dat in Bangalore te lezen. Ik was aan het twijfelen tussen een wandelingetje langs de persoonlijke e-paden of een duik in de wondere wereld van Het Laatste Nieuws. Ik ben blij dat ik eerst wat gesnuisterd heb in wat ik ken. Sensatie en al!

Ook mooi: hier in India hebben enorm veel mensen moeite om rond te komen, om eten te vinden en om een veilig dak boven het hoofd van hun kinderen te bieden. Van het hotel naar het internetcafe kom ik een handvol bedelaars tegen, een stuk of wat vrouwen die de stoep aan het vegen zijn (hongerloon van 10 euro per maand) en moet ik een verkeerschaos trotseren die me doet denken aan een soort van drukke rally toen dat dat nog niet zo heel geregulariseerd was op de plattelandswegen van Rural Belgium.
En dan lees ik dat de grootste bekommernis in Belgie niet het vinden van een regering is (who needs any anyway?) maar een artikel over hoe belachelijk achterlijk het belgische blogwereldje wel is.
Mijn deuk en ik, we liggen in elkaar.

Nu, als ik het artikel lees, denk ik ook niet het volledig gelogen is wat hij verteld. Hij probeert een vergelijking te maken tussen nieuwsgevoelige gebieden/gebeurtenissen en de belgische spektakelkoers van alledag.
Is er eigenlijk iemand in Belgie die bloggen echt serieus neemt? Zijn er mensen die er, Microsoftgewijs geld tegenaan smijten en personeel laten bloggen op een gestructureerde en gecontroleerde wijze?
Is een blog niet een hobbyprojectje om de frustratie van je af te schrijven of om gewoon onnozeliteiten te spuien?
Wie neemt zichzelf serieus genoeg om echt aanstoot te nemen aan een dergelijk weinig gefundeerd artikel?

Het enige punt waarmee ik het echt moeilijk heb is volgende quote:

Vergeet het ouderwetse, papieren dagboek. Een beetje digitaal onderlegde Vlaming pent zijn zielenroerselen neer op het net.

Wie-o-wie schrijft alles neer op internet?
Sinds ik in India ben, heb ik meer pagina’s dagboek gevuld dan ik in mijn hele leventje heb gedaan. Enerzijds om als basis te dienen voor blogposts, maar anderzijds om alles van me af te kunnen schrijven. En het meeste dat in mijn papieren Moleskine staat is niet voor publicatie vatbaar. Ik zou wel gek zijn.
Mijn mening, idee en perceptie van het schouwtoneel, dat mag u allen weten. En dat zal i u ook maar wat graag vertellen. En u en u en u en al uw vrienden en kennissen erbij.
Maar mijn gevoelens? Mijn diepste roerselen van de ziel. Bol af meneer, da’s van mij. En daar heeft, buiten de intieme mensenkring van Wannesfans geen hond zaken mee.