links for 2008-04-18

Standard

Bench

Standard

Wt doet een mens op de bank als er niets te doen is?
Foto’s, dEUS, niks.
En nadenken over het leven en het nut ervan.

Maar!
Misschien wordt het leven vanaf morgen weer geregeld door het echte wekleven: opdrachtje in’t verschiet voor de komende zeven wrkdagen…

Social network tool

Standard

Er werd al wat over getwitterd en plots duikt dat dan ook op: een social network bundlle tool. 8hands is de naam, groot is de belofte.

Supported networks:

Coming soon:

Wat mij altijd tegenhield om een myspace account te openen, vervliegt nu als sneeuw voor de zon.
Als het ding doet wat men zegt, groeit het binnen de kortste keren nog wel een pak. Elke social tool die kan worden beheerd vanuit één plaatsje.

Het zou helemaal mooi zijn als het nu een online applicatietje zou zijn zodat het vanop elke pc te gebruiken is…

UPDATE: 8hands reeds weggeflikkerd en vervangen door socialthing.com. Thx @scharre

Web x.0

Standard

Sinds een jaar of vier leid ik een leventje op het internet.
Eerst via een website, later via blogger en nu via wordpress.
Natuurlijk was er al IM in de vorm van MSN Messenger. Later kwam daar Skype bij.
De laatste twee jaar is er echter nog een berg aan zaken bij gekomen.
Linkedin, Facebook, Twitter, Last.fm, Flickr.
En dan ben ik nog vrij selectief in het gebruik…

En het is nog niet gedaan.
Het hele sociale web gaat volgens The Next Web nog een serieuze staart krijgen.
Het ding is eigenlijk nog maar net beginnen groeien.
De massa springt er pas sinds kort op als een vlieg op een boke met choco.

En mijn omgeving, die begrijpt dat niet.
Die vatten niet dat iemand hele dagen bezig kan zijn met zaken als Twitter, het lezen van weblogs, het netwerken van socialiteit. Hun goed recht natuurlijk.
En tijdens discussiemomenten als deze durf ik me wel eens de vraag te stellen in welke mate we met z’n allen niet van navelstaarderij aan het doen zijn.

Begrijp me niet verkeerd, maar “de mainstream” doet niet mee aan dingen als Twitter.
Mensen die daar constant mee bezig zijn, hebben vaak de hele dag een internetverbondencomputer ter beschikking. En wie zijn dat? IT’ers, bedienden, hippe vogels en studenten.
Volgens mij niet echt de doorsnede van de maatschappij.

Maar ook tijdens die discussiemomenten, bedenk ik bij tijden dat het eigenlijk wel cool is om deel uit te maken van een klein (nu ja) groepje gebruikers.
En dat alles verandert: bloggen is reeds mainstream geworden, iedereen hugged iedereen op facebook en als je niet linkedinned of naymzed ben je een professionele nul.

Jep, web 3.0 wordt een feest!

Social Skills

Standard

Waar ik de voorbije week wat twijfelde aan de persoonlijke vaardigheden van mezelf, heb ik ook dat beeld moeten bijstellen. Wereldbeelden en zelfkennis: the times are a-changing…

De afgelopen twee maanden heb ik mezelf af en toe echt vervloekt. Waarom stap ik nu niet gewoon op die en die mensen af en waarom kan ik daar geen babbeltje mee doen? Waarom komt iedereen op reis altijd de meest waanzinige personen tegen en vind ik zelfs geen lamme straathond om kerstavond mee te vieren? Vakantielief en al, schoon, maar waarom wordt mijn kathedraal van een lichaam (vijftien kilo lichter, bruingebrand en ongeschoren) niet bestormd door elk oestrogeengedreven wezen?

Ik begon me echt al ongemakkelijk te voelen. Weg zelfbeeld, weg idee van “alleen reizen is vrienden maken”. Het leek me even allemaal teveel te worden om zo volledig alleen door het reizende leven te moeten gaan. Op de koop toe is mijn rugzak ook veel te groot en stop ik dat ding dus ook boordevol en is dat dus een bakbeest waarmee gesleurd moet worden. Een mens moet zich niet ongelukkig voelen in vergelijking met de miserie die ik de afgelopen maanden heb gezien, maar ik kwam toch in de buurt…

Tot ik van uit Varkala aan de de tocht naar het noorden begon.
Eerst de lokale bus op, samen met een stuk of honderd schoolkinderen. Lachen gieren brullen met de bengels, want die gekke blanke snul met zijn grote rugzak is echt wel een beetje belachelijk. Een praatje maken en van waar ben je en waar ga je naartoe en heb je een pen voor mij. Wat verder een andere bus, andere mensen maar ook hier overvol doch gelachen geblazen: Indiers zijn echt gekke mensen met gekke gewoonen en gekke capriolen.

Daarna de boot van Allepy tot in Kottayam. Een veerboot die dienst doet als bus op de backwaters. Een schijntje voor uren verier en schoon beelden en al. Als ik van de boot stap, staan er twee franse toeristen, die zaten ook op de boot maar dan van voor en ik van achter, te onderhandelen met een rikshawdriver. Zij willen naar het busstation en dan naar Cochin. Ha, zeg ik, ik ook.
Plots staat er ook een taxi die we aan halve prijs kunnen hebben tot in Cochin. 200 rupees per persoon, dus da’s geen geld voor bijna 100 kilometer airco-snel-reizen.

Gezellig koppel uit Parijs en toevallig wonen ze in de buurt waar ik enkele maanden geleden met Bea was. Dolle boel als het ware. Ik probeer zelfs een mondje frans te praten wat best wel meevalt. Maar toch is het gek: twee maanden in het engels denken en praten en dan plots nog wat frans ertussen. Daar mijn hypoyhalamus mijn talenknobbel heeft buitengesmeten om zelf meer groeiruimt te hebben, kan je je voorstellen dat het echt een breinbreker was.
Zij hebben een hotel geboekt, maar ik neem de ferry naar het toeristischere schiereiland Fort Cochin.

Lang leve de tropische nachten die tegen een uur of zes heel hun duistere macht tonen. Het is dan ook bijna op de tast en met horten en stoten dat ik de steiger vind. Gelukkig loop ik een duitse vader met zijn twee dochters tegen het lijf. Zij hebben ook geen idee waar te zoeken, maar wel een vaag vermoeden. Een klein lichtje in de duisternis dus, beter dan een donker hol om in te dabben, denk ik dan. Babbeltje en hop, de boot op.

Aan de andere kant er weer af en het plan was simpel: riksha driver zoeken, hotels laten bellen en een kamer laten regelen voor 200 rupee.
Schoon plan, maar da’s dan buiten India gerekend. Geen enkele riksha, zelfs geen enkele ziel op straat. Buiten dan de drie duitsers, Wannes en een koppel andere blanken. Of zij een plan hebben. Nope, maar dat we misschien wel nederlands kunnen spreken en samen een slaapplaats zoeken. Vet!

Toffe mensen, hebben al veel gereisd, maar dit hebben ze precies nog niet meegemaak: alles lijkt volzet. Tot we worden aangesproken door een gewiekste Indier: twee kamers, 650 rupee. En proper! En in’t centrum! En goedkoop!
Beestig plan en een echt goede kamer.

We gaan samen iets eten, babbelen een kot in de nacht en zien elkaar de volgende dag weer. Ook een koppel engelsen in ons huis en dat wordt een fijne avond: Kingfishers for all! Vandaag met drie de backwatervillages gezien en samen heerlijke pizza gaan eten.
Morgen gaan ze weg, naar Goa.
Ik zaterdag naar Munnar, kamperen en olifantje rijden en de zot uithangen.

Maar de clue van het verhaal: mijn sociale vaardigheden zijn best wel in orde. Alleen die oestrogeen gedreven beestjes dienen nog wat afgericht te worden…

It’s the end of the world as I saw it

Standard

Stel je voor dat je op het einde van de wereld staat.
Niet gemakkelijk, wel?
Ik heb er iets minder last mee, eerlijk gezegd.

Een halve dag geleden stond ik ook nog op het laatste stukje wereld. Het laatste stukje voor de zuidpool.
Enkel water en zee.
Enkel water en drie (3!) zeeen.
De Arabische Zee, de Golf van Bengalen en de Indische Oceaan. De Zee van Onam wordt ook erges genoemd, maar geen idee waar die nog ligt: ik heb er maar drie gezien.

Nu ja, gezien. Ik vermoed dat het punt waar een hoopje (met miljoenensteden in het land is een paar duizend slechts een hoopje) toeristische indiers met al hun kleren (AL HUN KLEREN!) in het water staan ter ere van wie weet wat, dat daar het driezeeepunt moet zijn.

Indisvhe toeristen. Een gekke soort. Anders dan andere indiers, enders dan andere toeristen.
Drummen, duwen trekken om maar eerst op de overzetferry te zitten.
Vaders die oude vrouwtjes opzij duwen om dan vanop een vertrekkende boot naar vrouw en kinderen wuiven om hen toch maar te tonen dat ze de race gewonnen hebben. Moedertjes die gemakkelijk voor kreupele bedelaar kunnen doorgaan die plots een stevige elleboog tussen de ribben planten. Of toch naar die ribben mikken, want mezelf in verhouding tot de gemiddelde medemens hier, het is een verschil…

Echt, het leren in de rij staan hadden de engelsen hier echt mogen achterlaten. In plaats van het links rijden bijvoorbeeld.

Maar qua tourismus: Schoon. En imposant. En Gandhi. En kraampjes met plastic toerstenrommel. En lekker en goedkoop eten (40 cent voor een meer dan overvloedige maalrijd…). En zonsondergang.

Hoewel, zonsondergang. Ik had er iets meer van verwacht.
Maar de sunrise deze morgen! FOWK!
Zo graaf!
Foto’s zeggen meer denk ik.

Meester…

Standard

Morgen begint het leven van meester Wannes.
Ik ben echt zo benieuwd, ik weet echt niet wat er van gaat worden. Ik heb dan ook nog nooit lesgegeven, laat staan aan anderstaligen.

Gelukkig heb ik enkele lesjes van meester Wilem gekregen. Als ik dat er op een maand door krijg, kunnen we van een geslaagde missie spreken denk ik.
oen ik vrijdag een van de twee beschikbare computers bekeek, was de verhouding stof en leven helaas omgekeerd evenredig…

In kleine groepjes op een computer dus.
Vooral wat theorie denk ik. Maar hey, dat zijn zorgen voor morgen. Vandaag wordt er om te beginnen al wat voorbereid!

Ondertussen druppelen de foto’s ook binnen op de flickr site, dus dat is fijn voor jullie!
Misschien dat ik ze van de week wel voorzie van enig commentaar, maar dat gaat nu niet: het duurt meer dan een uur om alles online te krijgen…

South souther hottest

Standard

Als ik van de trein stap in Thiruvanantapuram (Nee Lieve, niet Thirumeni Rakapan, de man die sneller programmeert dan zijn schaduw) valter een grot wame deken van hete lucht op m’n schouders. In vergelijking met Bangalore is dit echt wel een verschrikkelijk hete stad.
Maar, ook in vergelijking met Bangalore, super kalm en proper.
Riksja richting Kovalam en ondertussen Paul proberen te bellen voor een juiste adresbeschrijving. Want dat heeft een driver nu eenmaal nodig…

No problems, no worries en na een klein half uur sta ik aan het schooltje. Er wordt druk lesgegeven en Paul verwelkomt me hartelijk. Ik heb het hier al gezien: het wordt een fijne maand!
Hanne en An zijn net engelse les aan het geven, maar An vindt toch de tijd om me naar m’n kamer te begeleiden. Die heeft ze donderdag gevonden in de buurt van het huisje waar zij wonen. Dank u wel An!

Hanne en An zijn twee belgische dames die hun stage volbrengen  in dit uiterste puntje van het mooie subcontinent India. Het zijn twee sociale assistentes in spe en hun taak ligt dan ook vooral op het werken met de social workers van SISP. Dat ze een kamer vonden voor mij maakt hen nog toffer dan ze op het eerste zicht al waren!

De mevrouw van de kamer is dolgelukkig als ik zeg dat ik waarschijnlijk een hele maand zal blijven.
Helaas zijn er andere factoren die ook een beetje meespelen.
Omdat anne en An een ander huisje aan het zoeken zijn (hun hospice doet bij ijden echt moeilijk blijkbaar) loop ik na schooltijd even mee. WAT EEN VILLA!
Een tweekamer appartement volledig bemeubeld, met zicht op een steepje jungle (lijkt op deze hier). Er blijkt ook een kamer vrij te zijn in het volgende huis en alles samen komt het neer op 120 euro. Per maand. 40 euro elk. Euhm. Ja. Goedkoop en al…

Helaas maakt de hospice van de juffrouwen een redelijk drama. Het is natuurlijk ook wel erg als je rekent op een extra inkomen voor een aantal maamden en dat dan ziet wegsmelten.
Ook mijn huisbazin is niet gediend met m’n vertrek, maar als ik haar vertel dat ik de eerste nacht gerust wil betalen, kan er nog net een glimlachje af.

Mijn kamer, zo vertelt de eigenaar, hheeft hij vorig jaar aan drie belgische kerels verhuurt. Hun namen weet hij niet meer zo goed, maar ‘t was wel enorm plezierig. Ze gaven ook les bij SISP.
Als ik wat naamsuggesties doe (Dirk Ruud Seppe) zit ik er knal op. Echt, een supervette kamer, dito uitzicht en enorm lieve mensen. Het wordt een mooie maand, wees maar gerust!

Maar hey, warm en zweten en plakken stinken: ik weet nu echt wel dat ik het kan…

Spaghetti voor India

Standard

Zaterdag wa het eindelijk zover. Het grote benefietetentje was daar. Met dank aan de mama en de papa en de rest van de familie werd er een maaltijd op tafel getoverd die de stoutste spaghettiavond overtrof: lekker, ni te doen!

En ook: een pak volk!
84 gasten die elk 8 euro betaalden zoals dat hoort.
Een glas drinken en een dessertje erbij en hoppa, de teller sprong al gauw naar duizend!

Met de vrije giften erbij, komen we op een slordige 2500 euro, voor de beide projecten. Dat maakt dus een mooie pot van 1250 euro per project.

Ik word daar warm van.

Bankkaart

Standard

Parisienne en tricolore de BelgiqueEen nieuwe foto op de bankkaart.
Dit keer echt een foto, want het vorige (caffëinne in een moleculevorm) was eerder een tekening;

Nu dus een echte foto.
Parijs in de metro, zwart-geel-rood en een onbekende niet ter zake doende Parisienne. Ik vind dat een echt mooi beeld…