Van twenty-something naar thirty-something

Standard

30.
Een mijlpaal voor velen.
Ook voor mezelf hoor. Van 29 naar dertig, dat is als de stap van 17 naar 18.
Gevoelsmatig.
Of van 24 naar 25.

En net als bij die laatste, ben ik nu ook weer niet thuis.
Ik werd 25 in India, in 2008. Een nieuwe periode brak aan.
Een gedeelte van mijn leven waarin ik gelukkiger was dan daaarvoor.
Ik was weg, verjaarde en was gelukkiger.

Nu niet anders.
Denk ik.
Ik ben in elk geval al weg, dat is zeker.
En verjaren is voor vandaag.
Terugkomen duurt nog twee maanden en wie weet of ik ga veranderd zijn?

We zullen zien.
Net zoals morgen: zien waar we heen gaan, zien wat we doen.
Keuzes maken, neus vooruit en gaan.
En daarna: gaan voor beter.

Mijn vrouw en ik, samen 55 jaar, samen keuzes maken.
Omdat dat kan.
Omdat wij dat kunnen.

BOOM!
Maar, euhm, serieus: 30?!
Da’s keioud eh…

Drie weken: een eerste terugblik

Standard

Gisteren konden we op ons terras even rustig terugblikken op onze eerste drie weken in India. Drie wekem die voorbij vlogen: het voelt wat onwezenlijk. We zagen al zoveel, deden al behoorlijk wat kilometers en dronken gemiddeld drie flessen water per dag.

Rondreizen

We arriveerden per vliegtuig, deden wat rondjes in taxi en riksja en vlogen daarna weer. Deze erg snelle manier verveelde de tweede keer al wel wat: en luchthaven is en blijft een luchthaven en de uren die je daar moet slijten zijn weinig meer dan lees en verveeluren.
Vanaf Chennai gingen we dan over naar de bus, het ideale vervoermiddel om ongegeneerd in het leven van alledag te stappen. Samen rechtstaan voor de komende uren schept een band…

Waar we eerst nog voor de aircovariant gingen, proefden we wat later ook van de airvariant. Zonder ramen. Wat heerlijk is. Ook om recht te staan, of gewrongen te zitten: Indische poepen zijn niet te vergelijken met de onzen…

En toen was er de trein. Een heel geregel, een lange rit, maar uiteindelijk wel dik ok.
En goedkoop. En, wat vliegvelden minder hebben: vertier van de bovenste  plank.
Het cateringcircus van de trein naar Kanyakumari die we zagen passeren zal ons nog lang heugen…
Het Indische platteland voorbij zien flitsen is ook duizendmaal interessanter dan wat lichtjes ontwaren vanuit de lucht.

Vanaf nu maken we een weldoordachte mix: af en toe een taxi of een riksja als het niet anders kan, de bus voor korte ritjes en de trein voor langere. En voor de belachelijk grote afstanden die er nog aankomen zal er toch voor de grote ijzeren vogel gekozen worden. En volgende week ook een stukje per boot. Omdat dat kan.

WC on the loose

En met ons?
Met ons gaat het goed. Beter. Best.
We hebben dan ook twee engelbewaarders mee die geregeld eens worden vastgepakt. Kwestie van alles in de hand te houden.
De zekerheid van de goede concierge in ons huis zorgt ook voor een enorme gemoedsrust…

Nu, na drie weken, zijn we echt volledig tot rust gekomen en klaar voor meer avontuur.
Het voelt in elk geval alsof we de wereld aankunnen. En laat dat nu net de bedoeling zijn.
Zoals Charlotte het gisteren bij het ontbijt (met zicht op de oceaan) zei: “Als je hier niet gelukkig kan zijn, kan je dat nergens.”

Dit is gewoon het paradijs
Hoewel een Belgisch cafe met wat familie en vrienden hier niet zou misstaan.

En nu?

Een paar dagen strand, een dertigste verjaardag vieren, Indische kooklessen, boottocht over het mooiste water van India, een wandeltocht door de theevelden, een paar dagen in een Westerse stad aka Kochi, een nachttrein naar Bangalore, op bezoek bij de Swami en zijn hospitaal en daarna weer verder plannen.
En nu: zwemmen in die oceaan!

 

Een veilige haven is goud waard

Standard

Als je meer dan driehonderd meter moet lopen, neem je beter een riksja. Of wandel je voor tien uur.
Wij kozen vanmorgen voor de tweede optie. De goede raad zei niets over drie kilometer waardoor we dan ook volledig in het zweet stonden, daar bij de havenkant in Vizhinjam.
Een klein vissershaventje dat de scheiding tussen het christelijke en het moslimgedeelte van het dorp vormt. Vroeger woonde men door elkaar en was er geregeld een ongeregeldheid. Moord en pek en veren. Vandaag leeft iedereen in vrede. En armoede.

Onderweg naar de haven biedt Mohan ons zijn gidskwaliteit aan. Ongevraagd maar wel mooi meegenomen. Het voelt alsof we in hun privacy komen.
Ooit al gaan zwemmen op een camping waar je niet verblijft? Met van die permanente stacaravans?
Dat gevoel.

We zien de vis binnenkomen en verkocht worden, delen een fles water en staan versteld van de armoe en kunstige moskee die gracieus naast elkaar bestaan. Wat verder torent de enorme kerk boven het dorp uit…

Wanneer we in de riksja huiswaarts zitten, zijn we erg blij dat we er weg kunnen. Het was er mooi en interessant, dat zeker. Maar de Golden Sands voelt voor ons meer dan ooit als thuishaven…

Honeymoon Inception

Standard

We werden deze week verwacht in Kovalam, waar we dinsdag aankwamen.
Leen regelde voor ons een kamer in Golden Sands, een resort met zwembad.
Voor niet belachelijk veel geld (19 euro, met ontbijt, wij kunnen daar mee leven).

Een restaurant op tien meter van ons terras, met het zwembad als parel ertussen.
Kokospalmen en meer oerwoud errond.
Jungle geluiden en exotische vogels.
Het strand op 200m, de zee er net aangrenzend zoals dat vaak het geval is met die combinaties.

Ik zeg u: wij beleven deze reis even als Goden in Eden…

Rough Guide, Tough Guide

Standard

We plannen onze reis van dag tot dag, zoals dat dat hoort als je rondzwerft. Als we ergens goedzitten, besluiten we of we er drie dan wel vier dagen blijven, anders zijn we er na een nacht slapen weer vandoor. In ons boekje, de Rough Guide van India, staat steeds een stukje “Verder reizen vanuit…”. Op die manier kunnen we concrete vragen stellen en komen we toch iets zekerder over. Met een verkleinde kans tot afrip als gevolg.

Deze tactiek werkte goed tot in Pondicherry.
Deze heerlijke Franse koloniale stad (Middelandse Zee steden, maar dan Indisch) hadden we na anderhalve dag helemaal gezien en we wilden verder naar het zuiden. Pondicherryi, zo stond in de Rough Guide, heeft een verbinding met Kanyakumari. Een busverbinding. Ieder uur. Terwijl we ons mentaal voorbereiden op een 13 uur durende busrit, liepen we nog snel even ter check-check dubbelcheck binnen bij de toeristische dienst. We legden ons plan voor en de man verschoot zich een bult.
Elk uur? Eentje per dag ja. En die stopt hier alleen maar als ze niet volledig volzit. En dat weet je nooit op voorhand…

Woeps.
Dat was wel een heel ruwe handleiding, eventjes.
Een koude douche vooral.
Omdat het zondag was, was het station gesloten en op dagen dat de Indische Railways gesloten zijn, is de website dat ook. En op dagen dat ze wel open zijn, is reserveren via de website alleen mogelijk buiten de openingsuren…
Straf, maar nog niet zo erg, dachten we.

Maandagochtend haast ik me naar het station om halfacht en doorloop de reservatieprocedure. Alles netjes volgens de letter ingevuld tot de man aan het loket me aankijkt en doodleuk zegt dat er geen treinverbindingf is vanuit Pondicherry naar Kanyakumari. Of naar Trivandrum, onze tweede keuze…
Wait what?
Moeten we dan echt eerst terug naar Chennai?
Of zitten we gewoon vast?

De toeristische dienst weet ons te vertellen dat we eerst naar Villupuram moeten en zegt dat ze ons in het station wel een ticket kunnen geven. Informatie over de treinen? Best via internet. Reserveren? Via de balie aan het station…

Weer terug, weer reserveren en weer een baliegesprek van korte duur: all trains are full. It’s festival season sir.
Lap.
Terug naar een internetcafe, plannen wijzigen en de trein naar Thiruvanantapuram lijkt ons een goed alternatief.
Aansachuiven, reservatieformulier invullen en weer van korte duur, dat gesprek: I first need a copy of your passport…
GNNNN! Soit. Straat over, kopiekes, de rij voorsteken en tussen drie andere handelingen van de loketbediende schuiven we 2000 roepie in zijn handen. En krijgen we onze tickets.
Juij!

Maar serieus: een halve dag om een treinkaartje te regelen?
Welcome to India!
Ook: de volhouder wint!

Feeling hot, hot, hot

Standard

Na 3 dagen in de koude was de zin groot om verder te  trekken naar het warmere en rustigere zuiden! Onze laatste dag in Delhi wordt dan ook vooral gekenmerkt door wachten. Op zich geen probleem, want wachten is een deel van de huidige cultuur. En wij proberen ons aan te passen, ah ja.
Verwar wachten trouwens niet met geduld…

Een klein bezoekje aan Jantar Mantar en Connaught Place later (gewoon weer zelf de weg gevonden en alle tuktuks afgewimpeld) is het tijd voor de laatste kop chai. Onze taxichauffeur is een half uur vroeger dan afgesproken en we vliegen naar de luchthaven. We krijgen nog een mini toeristishe rondleiding EN een grote les Reizen door Indische Contreien: zeg nooit, maar dan ook nooit dat het je eerste keer is in India. “No sir, fifth time sir.” En gij zult minder afgeript worden…

Het vliegveld van Delhi is een oase van rust en Westerse winkels en restaurants. En dat doet deugd. Delhi, het was een shock, voor ons beiden.

Als het vliegtuig drie kwartier later dan gepland in Chennai aankomt, is het er behaaglijk warm en een pak rustiger dan in Delhi. De rikshaws zijn minder opdringerig en onze taxi staat klaar. Wat een ommekeer 😉
Ravi brengt ons in een dik half uur naar ons hotel, recht tegenover het station. Muskietennet, een fles water en slapen is alles wat we nog kunnen denken.  Zo vermoeiend man, dat reizen.

Chennai is een fijne stad. Dolgedraaid verkeer, heerlijk eten EN mooi weer. Verder zagen we niet zo veel. Check vooral de foto’s van de shopping mall: ook dat is India. Hypermodern naast krot en armoe. Conceptstores naast geimproviseerde theeshops. Bedelaars zonder benen naast zakenmannen met Iphones…

De volgende dag reizen we na het ontbijt verder naar Mamallapuram, een toeristisch stadje vol beeldhouwers. En vol toeristen en bijhorende restaurants. De planning is ruim, de curry pittig en de vis vers. Klinkt als vakantie? Check, er wordt zelfs een eerste (duur) pintje gedronken.

Na de Shore Temple en het beeldhouwersdorp zit ons culturele gat weer even vol en geven we ons over aan de stroom des levens: Babbeltje hier, chai daar, een broek en een hemd en een verse gegrilde vis.
Wij, wij zijn er helemaal klaar voor!

UPDATE: foto’s lijken een probleem. Het Indische internet lust niet zo graag mooie kiekjes…

 

Delhi, een koude kermis

Standard

Na een lange, fijne vlucht met Qatar Airways kwamen we uiteindelijk aan in Delhi. De hoofdstad van India wordt, samen met de rest van het Noorden, geteisterd door een koudegolf. Met een dikke trui zijn wij er vanaf, maar voor zij die op straat leven is het levensbedreigend. Gezien de ‘huisjes’ (een betonnen structuur, gedrappeerd met afval en lakens) is dat niet zo verwonderend…

Onze aankomst was op alle manieren overdonderend en tegelijk indrukwekkend. We merkten wel meteen dat alle waarschuwingen van onze Rough Guide niet uit de lucht gegrepen zijn. We zetten ze even op een rijtje:

  • bureaucratie: een ellelange rij aan de paspoortcontrole van de luchthaven. Haast en spoed zijn zelden goed, maar hier doen ze alles echt wel heel grondig (en traag en met z’n allen tesamen) . Gevolg: onze taxi naar het hotel was al weg.
  • Zwendelaars: Op naar de prepaid taxi dan maar. Vriendelijke mensen, alles netjes geregeld. Tot we in de buurt van onze bestemming komen. Het hotel lijkt onbereikbaar te zijn. No sir, road blocks sir. Al snel worden we subtiel naar een louche toeristenbureau geleid. Ze zouden wel even naar het hotel bellen om na te gaan hoe we daar konden geraken. Gelukkig waren wij al stevig op onze hoede en besluiten we het hotel zelf te bellen. Geen probleem, zo blijkt. De ontgoocheling droop van de brave mensen hun gezicht.
  • Wandelende geldzakken: Blank betekent hier stinkend rijk. Er wordt dan ook van je verwacht dat je ongelooflijk gul bent. Kan je ergens niet gepast betalen, kost het enig doorzettingsvermogen om je wisselgeld te ontvangen. Geef je een fooi, zijn mensen vaker teleurgesteld dan opgetogen over het ontvangen bedrag. Weten wij veel wat gangbaar is… (tips?)
  • Verkeer: zie de filmpjes op een later moment. Het is niet te beschrijven, maar het went wonderwel… Oversteken gaat als volgt: “You just walk. Welcome to India!”.

Maar ook: al veel coole dingen gezien! Ongelooflijk hoeveel grote mooie monumenten met perfect onderhouden parken eromheen Delhi bevat. Temidden van krottenwijken en zanderige wegen vinden we onder meer een gigantische hindoe-tempel, het rode fort, een grote moskee (plaats voor 25000 brave zieltjes), het Gandhi memorial, de kleinere versie van en voorbeeld voor de Taj Mahal, de drukke straatjes van Old Delhi en de Lotus Tempel. Na zo veel indrukken ben je dus effectief om half tien helemaal op.

Het eten is hier heerlijk en de stoelgang nog steeds vast (Eentje voor de mama’s ;-)). En vooral: straks weer het vliegtuig op richting het Zuiden en de temperaturen die wij voor ogen hadden! Joepie!

Wij zijn een groot meisje, wij

Standard

Ik had het echt zo met mezelf afgesproken dat er geen tranen gingen lopen.
Dat emotie even achterwege ging blijven en dat ik een grote jongen zou zijn, tijdens het vertrek.
Niet dus.

Tuiten vol.
Omdat ik bijna iedereen die me nauw aan het hart ligt voor een tijdje achterlaat.
Om nog eens te kijken wat er aan de andere kant van de regenboog ligt.
Om samen met zij die in mijn hart woont van op een afstand te kijken naar wat was en wat zal zijn.

Maar wij zijn een groot meisje.
Een tuit vol tranen en dat is dat.
We gaan u missen, maar dat is alleen omdat we u graag zien.

Tot in april!
Dan krijgt ge een knuffel van heb ik u daar!
Maar nu gaan wij gewoon een groot meisje zijn met ons twee.

(ik zag het twee weken geleden volledig voor me, dat vertrek. En al helemaal toen Emilia op Studio Brussel haar gezang ten gehore dreef. Dank u Studio Brussel, dank u Emilia. Ik bleitte begot van Destelbergen tot Haasdonk, op die E17…)

Digitaal dieet

Standard

De komende maanden worden een stevige breuk met de realiteit. Niet alleen zijn we drie maanden in een ander land hier erg ver vandaan, er zullen ook andere geplogenheden te pas en te onpas de kop opsteken, er zal geen smartphone gebruikt worden wegens die thuis te laten, de sauciale media worden verbannen naar een klein verdomhoekje en de computer-met-internet zal per uur gehuurd worden.

Concreet houdt dit in dat ik ga voor volgende zaken:

  • slechts sporadisch e-mails beantwoorden
  • bloggen om mensen op de hoogte te houden in plaats van Twittergewijs elk uur een update te voorzien
  • geen rss feeds (en een cleane reader om te vertrekken, dus)
  • gsm blijft thuis en wordt in India vervangen door een eenvoudige, puur functionele goedkope tegenhanger. Met een batterijduur van enkele dagen.
  • geen laptop, internet everywhere, tablet of enige connectie.

Aanpassing?
Jep.

Gemis?
Bwoa neu.

Achteraf zal er wel weer hetzelfde gebeuren, schat ik:

  • altijd online
  • +1000 ongelezen rss artikels
  • direct antwoorden op e-mails

 

 

Run For Life 2012

Standard

Ook dit jaar lopen we nog eens een marathon.
We zijn intussen met 43 lopers, een leger masseurs en bevoorraders.
En een berg sponsors.

Maar die laatsten, die sponsors, die kunnen we nog gebruiken.
Niet echt wij natuurlijk.
We lopen namelijk voor SISP.
Een project in India, waar mijn vrouw en ik binnen 15 dagen naartoe gaan.

Had u al gesponsord?

“Kinderen Derde Wereld” – Brussel
IBAN BE57 0000 0399 9935
BIC BPOT BE B1
Mededeling: RUN FOR LIFE 2012

Want de kindjes rekenen op u.
En ook: ge kunt dat inbrengen op uw belastingen, vanaf 40 euro.

Visum aanvraag India

Standard

Vorige week vroegen we ons visum aan voor India.
In Antwerpen, want dat kon, werd er verteld.
Wij om acht uur naar de Vestingstraat 62, alle papieren in een bundel, cash geld op zak.

Geen naamplaatje.
Eén bel voor het hele appartementsblok.
Geen openingsuren of wat dan ook.
Een vergeeld papier op de raam van de eerste verdiepeing van Antwerpindians.be.

Half negen.
Geen beweging.
Kwart voo rnegen, een tweede bezoeker.
Dat het altijd wel wat verschillend kan zijn, met die uren.

Ach, hey. Een voorproefje van wat ons te wachten staat?
Ik herinner me een situatie bij de post in Bangalore waar ik even het Noorden kwijt was.

De aanvraag zelf ging van een leien dakje.
De betaling werd aanvaard en op 6 december is’t van dat.
Dan kan er, na aanschuiven tussen acht en negen (zonder rij, maar voor een gesloten deur), een reispaspoort mét visum gehaald worden.

Juij!

Het juiste adres:

Antwerp – Collection centre
62, Vestingstraat, 1st Floor
2018, Antwerp, Belgium

Submission of Application: 0830 Hrs – 1400 hrs
(Monday to Friday except Embassy Holiday)
Collections of passports: 1000 Hrs – 1200 Hrs Tuesday
1100 Hrs – 1200 Hrs Thursday

Check de website voor de correcte uren!
http://in.vfsglobal.be/contactus.html

3 maanden India, waarom doet ge dat?!

Standard

Ik kreeg van de week de vraag wat er ging gebeuren in januari en waarom ik nog niet alles had verteld.
Ik stond lichtjes versteld, want geheimen heb ik slechts zelden. Bijna nooit eigenlijk.
Ik vertel alleen niet altiijd alles.
Het moet niet altijd aan uwe neus hangen eh!

Maar dus.
Binnen minder dan 50 dagen reizen mijn vrouw en ik naar den verre.
India, voor de vrienden.
We kijken er meer dan ooit naar uit, dat kan ik u wel vertellen.

Wat we daar gaan doen?
Kijken, voelen, ruiken, proeven, horen en ervaren.
En niksdoen. En reizen met trein en bus.
En vliegtuig en boot en taxi.

En op bezoek bij goed volk.
En lekker eten eten.
Op straat en met onze handen.
En met diezelfde handen ons gat afkuisen.
Zonder papier.

En rondlopen in een pofbroek en met een snor.
En opgaan in de massa en er toch bovenuit steken.
Letterlijk dan.

En dat allemaal drie maanden aan één stuk.
Want het zou al te gek zijn om dat in twee keer te doen, niet?

Vanaf 3 januari zijn we dus niet meer te bereiken “in’t echt”.
Wel terug vanaf 1 april.
Maar dan anders. Of niet, dat zien we dan wel.
Online: same same but different

Reistips voor India

Standard

Bea, een kotvriendin eerst en later een gewone vriendin, gaat een verlofke doen in India. India, u weet dat, is een land hier ver vandaan.
Groot, veel volk en allesbehalve Europees.
Ja?

Nee.
Bea vroeg me wat vraagjes en ik antwoordde wat antwoordjes. En, aangezien ik een dealer ben, deel ik ze met u. Want ik ben daar ooit al eens geweest, in India. Alleen en al.

  • Er zijn overal ATM’s om geld uit de muur te trekken. Gewone bancontact volstaat.
    Roepies halen in België heeft geen zin en mag ook niet. En euromunten meezeulen kan dan misschien handig lijken, maar echt: geld haal je uit de muur wanneer dat dat nodig is. Ook in India.
  • Stopcontacten zijn Engels (wereldstekker lost alles op) en de stroom is er “gewoon”.
    Als er stroom uitkomt natuurlijk. Powercuts FTW!
  • Bikini’s op het strand vallen best wel mee. Ik heb er althans nooit last mee gehad. Voor vrouwen ligt dat alicht anders, maar toch. Op een strand is iedereen ietwat hetzelfde, nietwaar?
    Indisch vrouwelij schoon zit (zoals je zal merken) volledig in de sari verstopt: zwemmen met een badpak van een meter of zes, u liever dan ik.
    Naast het strand kan je best wat zediger lopen.
  • Verder: geen wc papier op toiletten maar dat is, na verloop van tijd een verademing.
    Zeker als je er even bij stilstaat wat een verspilling dat dat is. Emmertjes met water of, in de luxere kamer, een strontsproeier. Geweldig gerief dat.
  • op straat eten kan gemakkelijk (ik heb er nooit last van gehad)
  • de eerste dagvan de maand mag er normaal geen alcohol geschonken worden (in het zuiden, noorden weet ik niet) omdat de mannen dan hun maandelijks loon krijgen en dat anders toch maar opzuipen. ‘t Zijn zotten, die mannen.

Voor de rest: veel plezier!

en opgepast voor the ring of fire…

En toen, toen werd het stil…

Standard

Apupa (*)

Begin april , de hitte is de laatste weken meer en meer verschroeiend. Om 10 u in de morgen siddert de lucht  boven de aarde en de wegen. Alle groen heeft zijn gezonde glans verloren. Elke aktie lokt een zinderende stofwolk uit. Die lange uitputtende, verschralende hittemaanden, met temperaturen die dagelijks lijken te klimmen en geen druppel regen tot 1 juni , traditioneel het begin van monsoon. Een cycloon die enkele duizenden kilometers verder raast, laat echter in zijn staart, Kerala meegenieten.  Zegen en vloek. Met bakken valt het uit de plots loodzware hemel. In minder dan een uur staan de straten onder water en gutsende beken vormen zich langs alle wegen of herschept wegeltjes tot Ardeense stroompjes. De palmbladeren daken, of de door de termieten uitgeholde lemen muren van de huisjes en hutjes  van de armen storten half in, ze hadden hun jaarlijkse hernieuwing een jaartje overgeslagen, er waren zoveel andere onkosten. “Is de monsoon 2 maanden eerder uitgebroken ” hoort men vaak, na enkele dagen bijna ononderbroken gordijnzware regens, in winkels en bij de barbiers.

… Waarom hij die boom tegenover ons  huis had uitgekozen weet ik niet. Maandelijks passeren er tientallen Indische zwervers. Mannen en vrouwen. Meestal alleen. Je ziet ze overal langs Indische wegen. Vaak zijn het bedelaars, maar even vaak zwervende reizigers,  psychatrische patienten, licht mentaal gehandicapten, weduwenaars of weduwen(**), boete doeners, allemaal schrijnend arm en overlevend van giften meestal in voedsel , soms een hemd of broek of sari(***). Slapend langs de weg of onder het afdakje van een buurtwinkeltje. Ze slapen nooit meer dan een nacht op dezelfde plaats.
Op een morgen zag ik hem vanop ons terras ontwaken, hij had waarschijnlijk ‘s nachts hier zijn slaapplaats opgeslagen. Oud, grijs en broodmager. Hij droeg enkel een bermuda met over zijn schrale schouders  een deken geslagen en onder zijn hoofd een dichtgeknoopte doek. Zo klein, zo tenger, met zijn verrimpeld herfstappeltjes gezicht en toch een monument onder die boom aan de straatkant. Hij zette zich op zijn hurken op een droog plaatsje tussen 2 plassen, krabde zijn lederen naakte rug  en begon te sabbelen op een oude korst brood in zijn rechterhand. Een gedeukte beroette tinnen beker naast zijn voeten. Ik riep Imam om met me mee te gaan om grootvader thuis uit te nodigen. Hij weigerde vriendelijk maar kordaat, hij nam mijn briefje van 20 rupees aan ( 30 eurocent), draaide zich terug in zijn deken en legde zich neer om verder te rusten.
De boombladeren lieten een lichte zwoele nevel van fijne aflekkende druppels neerfilteren over hem.

Toen ik ‘s middags van het Centrum naar huis liep had ik Manu, één van de artisanale werkers in het centrum,  gevraagd om met me mee te lopen en grootvader  een portie rijst en curry van de schoolkeuken te geven. Werner had echter ondertussen al gezorgd dat ‘apupa” zijn rijstmaal  had en Imam had apupa  ook een plastiekzeil gegeven zag ik. Manu pakte de portie in in krantenpapier en apupa zette het opzij voor zijn avondmaal. Toen het ‘s avonds bleef stromen gieten ging ik apupa nog eens vragen om toch in ons huis te komen slapen of tenminste onder het afdakje van het winkeltje vlakbij. Zijn plastiekzeil was genoeg, zei hij, hij hield ervan in open lucht te slapen.  Toen ik de volgende morgen vanop het terras ging kijken, zat apupa vanonder zijn zeil de straat gade te slagen. Voor ik naar het werk vertrok sprak ik nog vlug met Werner  af dat Imam apupa ‘s middags zijn rijstmaal zou brengen.Ik vertelde Werner dat ik vandaag 2 uurtjes vroeger zou stoppen in het sisp centrum omdat ik nog  zoveel achterstallige emails had te beantwoorden.
Toen ik echter om 4 u op kijkafstand van ons huis kwam gewandeld, zag ik vanuit de verte de politiejeep, ambulance  en agenten aan ons hek staan. “Wat kon er nu in godsnaam gebeurd zijn” dacht ik. Je kon zien aan de manier waarop de agenten zich gedroegen dat het niet om een administratieve of  verkeerskwestie ging. Naimsha kwam op me toegelopen  en vertelde dat de winkelier rond drie u ‘s middags vond dat apupa zo lang stil bleef liggen en hem dood had aangetroffen  toen hij ging kijken.
“Een kilometer verderop naar het dorp was er nog een zwerver dood gevonden” vertelde de politieagent. “De overheidsambulance komt  de dode lichamen oppikken voor de afdeling “no names, no relatives” van het grote overheidsziekenhuis, Medical college. Na autopsie worden de lichamen nog 6 maanden bewaard in de vrieskamers voor eventuele aanspraak. Daarna worden ze gecremeerd.”  In de gietende regen werd het kleine lichaam  in een laken gehuld en in de ambulance gelegd, we stonden enkele minuten de ambulance na te kijken toen hij wegreed. Geen van ons dacht er aan een regenscherm te openen.

Ik heb enkele jaren geleden die vrieskamers van Medical College voor het eerst leren kennen naar aanleiding van een ander overlijden. Het was een griezelige, mensonterende en erg schokkende ervaring toen voor mij. Er waren veel  stroompannes geweest in dekoelkamers de voorbije weken en de buitentemperatuur was rond de 40 graden C.

Apupa is dagen, zelfs weken in mijn gedachten gebleven, zo oud, en daarzo alleen stilletjes sterven langs de weg. Heeft onze vriendelijkheid in zijn laatste dagen hem iets van warmte gegeven. Was  hij eenzaam, apupa,of was het een bewuste keuze ?

India … zo mooi, zo zoet en … vaak zo wreed.

Paul
vizhinjam, 31 mei 2008


(*) apupa : grootvadertje
(**) vaak kiezen oudere mannen en vrouwen na het overlijden van hun partner voor een leven als zwerver, met enkel een knapzak.
(***) sari : typische vrouwenkledij, lange rond het lichaam gewikkelde doek

Ja dokter, nee dokter

Standard

Drie maanden in den vreemden laten een mens’ lichaam niet volledig onberoerd, moet ik eerlijkheidshalve wel toegeven. Het is niet allemaal ven slecht met lijf en leden, maar een kleine bodycheck bij meneer doktoor was wel van doen.

Zo is er enerzijds de lichte vrees voor beesten in het bloed. Momenteel zijn die nog volledig onzichtbaar, maar er zijn verschillende redenen om aan te nemen dat er meer dan één wormige bewoner wordt gehuisvest in de bloedbanen.
Zo is er de open wonde geweest tijdens de derde backwatertour.
Nu ben ik niet van een kleintje vevaard, maar als de hiel opengaat tijdens een boottocht door open riolen durf ik aan te nmen dat dat snel ontsmet moet worden. Wegens technische beperkingen op het moment, is dat echter niet gebeurd.
Het wondje groeit dan ook niet dicht.
Een bloedonderzoek loopt dan ook sinds gistenavond.

Anderzijds heb ik twee keer een hevige koortsaanval gehad in het verre India.
Die aanvallen werden dankzij de burcht van een lichaam elke keer na een zwetende nacht succesvol afgeweerd, maar de kans bestaat natuurlijk dat er een beetje van de virussen is blijven hangen. Dat die ergens aan de lever zitten te knagen, de pancreas proberen te verorberen of de blinde darm ziende maken met hun kleine blinkende oogjes.
Gelukkig was de dokter zo goed om het bloedonderzoeksformulier op die punten aan te vullen.

Nog een zijde durft de weerstand te belichten.
Wegens niet zo’n goede eetgewoonten van de indische medemens is die lichtelijk verdwenen. Ik ben iemand die een hele tijd op reserves kan teren, maar als ik geen vitamines doch bacillen binnenkrijg, word ik ziek.
Rijst met curry mag dan wel lekker zijn, veel voedingswaarde bevat het niet. Het aantal groenten dat het spul bevat is minimaal: twee worteltjes en een tomaat voor vijftien personen…
Gelukkig gaf de dokter een vitaminenkuur.

Dat ik ook spontan hier en daar begin open te scheuren is waarschijnlijk een samenloop van omstandigheden. Ik meende direct aan lepra te denken, ik heb nu eenmaal een maand bij lepradragende medemnsen gezeten, maar die kans is nogal klein. En dat zien we dan wel…

MAAR!
Speciaal voor de vrouwtjes!
Er is ook vreselijk goed nieuws!
De kathedraal van een lichaam is prachtig gezandstraald en heeft hier en daar een likje verf gekregen. Uit welingelichte bron (vanop de eerste rij, zowel letterlijk als figuurlijk) heb ik kunnen vernemen dat het een lichte verbetering is.
Wannes2.5 al het ware!
Helaas voor de meeste vrouwtjes: too little too late…