Wie geeft wat hij heeft

Standard

Is waard dat hij leeft. Ofte: ons eigen kleine kerstverhaal.

Zaterdag liepen we met een hele massa volk voor SISP, voor Music for Life en Run for Life. Een stevige bries in de rug zorgde voor een snelle tijd en iedereen geraakte op tijd op de kerstmarkt. Daar stond de hamburgerkraam van mijn zusje om de hongerigen te spijzen.

Licht overschat bleef er nog wat over. 80 Diepvrieshamburgers die niet meer onder nul bewaard mogen worden. Een paar mailtjes, contactformulieren en oproepen op allerlei sociale media later, hadden we nog geen kandidaat.
De 48uren bewaartijd tikten stevig weg.

Tot vanmorgen. Het OCMW uit onze wijk mailde en belde dat zij wel kandidaathamburgervreters kenden. En of ik ze kon langsbrengen.
Jep. Met saus en broodjes inclusief!

Ik ben daar blij om. Want eten weggooien in een stad waar veel armoede heerst is je reinste onzin. En tegen de menselijkheid.
Maar dus.
Ons eigen kerstverhaal. Ha!

London deals in 2014

Standard

De kogel is door de kerk.
We willen nog een keer naar Londen, want dat was erg tof de vorige keer.
Het is echter zo dat er, wanneer een huis af te betalen valt, niet zo belachelijk veel reisbudget over blijft.
En London, dat kost.

Vorige keer gingen we dankzij de Flair voor de aardige som van 380 euro met twee drie dagen heen en weer met twee overnachtingen vlakbij het British Museum. Vonden wij tof.
Was er geld voor een musical en wat pints in de bars in Soho en hapjes in Borough Market en tea time en een dineetje in Camden. Wij moeten dus nu weer zo’n deal vinden.

Wat zijn zo de te frequenteren budgethotels in London?
Goeie couchsurfing plaatsen of Air BnB aanraders?
Of nog: hoe doe je dat van de verniet of iets dat daar niet al te ver af ligt?

Woon-werk-horror

Standard

De mannen van 37signals hebben een nieuw boek geschreven (Remote) over het wel en vooral wee van woonwerkverkeer. Dat het voor iedereen beter is om niet samen in een kantoor te zitten. Dat je productiever en gelukkiger bent wanneer dat dat niet nodig is. Omdat je dan, onder meer, niet vreselijk lang onderweg bent.
Commuting your life away, zeggen ze daar in de VS van A.

Toen ik ooit, in een vorig hoofdstuk van mijn leven, bij een grote bank in het Leuvense werkte, deed ik dat ook.
Om 6u vertrekken om om 7u aanwezig te zijn. 100km, enkele rit. ‘s Morgens een uur mits om zes vertrokken, daarna werd elke minuut later twee minuten later in aankomst.
Na de dagtaak was het zo nodig nog erger. Minstens anderhalf uur als er geen ongevallen gebeurden in Brussel of in Antwerpen. Of daartussen. Of op de weg richting Meer. Of als zelf in een ongeval verwikkeld was geraakt…

Nee, dan is het de laatste zes jaar beter. Een kwartier tot twintig minuten met de fiets. Altijd. Behalve als ik per toeval bekend volk tegenkom. Of nog even een winkel in hop. Of als ik eerst langs de gym ga.
Ik koos daar dan ook zeer bewust voor en ik zou er zo opnieuw voor kiezen.

Wonen waar je werkt, werken waar je woont.

Your shitty commute stories http://zite.to/1gWadsj

Through two counties. One highway. Two interstate freeways. Passing one downtown at rush hour x 2. 77 miles round trip. Every day. All in a white ‘99 Saturn coupe with the original seats still in it (which are completely lopsided/broken/tweaked due to the massive body builder who owned it before me). I barely get home in time for dinner and to put my three young kids to bed. I leave before my oldest goes to school in the morning. Do I feel I’m commuting my life away? Yes. Sigh, —David

Zaterdagochtend, tot in de perfectie

Standard

Uitgeslapen wakker worden, zonder wekker, om half negen. Wat rondstommelen in de keuken en al eens de eerste pagina’s van de krant omdraaien. De krant die alleen in’t weekend in de bus valt. Papieren media vragen tijd en die is er pas in’t weekend.

Een tas koffie erbij en wat lachen met foto’s in de krant. Lezen is pas voor straks.

De bakker van schuin tegenover om een brood vragen en in een adem ook maar een pakske sossies meenemen. Want broodbeleg is schaars in de frigo.
Terug naar huis, tafel dekken en nog een tas koffie. Met wat boterhammen met sossies. En een stukje chocola. Witte. Met gepofte rijst.

Wat luchtige dingen lezen op’t internet. De playlist “easy” door de boxen. Denken wat het weekend nog gaat brengen: bezoek met taart en pinten drinken en bezoeken en nog pinten drinken en pannenkoeken eten en chocoladefonduëen (chocolade fonduen?) en taart eten en zusjes doen verjaren.

En naar de markt voor een groentenpakketje van vijf euro en nog wat dingen uit het centrum. Met het fietske omdat dat kan.
Mezelf afvragen waarom er zoveel verkleinwoordjes gebruikt worden. En of ik niet aan het “Wendy Van Wanten” syndroom lijd.

Ja de zaterdagochtend, dat is hemel en melk en honing.
Gewoon. Omdat dat kan.

The Gypsy Gentlemen

Standard

Per toeval liep ik deze reeks van Marcus Kuhn, The Gypsy Gentlemen, gisteren tegen het lijf. Ik browsede door Vimeo, op zoek naar het betere werk, zocht naar “documentary” en kwam deze tegen:

Een docureeks over tattoo artists in wereldsteden.
Met allemaal hun eigen kijk en stijl, een aparte wereld, parallel met de modale maatschappij.
Redelijk cool, dat zeker.

Op de website van Marcus Kuhn, http://www.gypsygentleman.com/, kan je het project ook steunen. Mijn steun heeft ie.
Want coole projecten, die zijn er te weinig.

Pretend it’s 1986: a true story

Standard

Blast to the past, moeten de kinderen gedacht hebben. Vaderlief besloot plots, na een “besefke”, dat zijn kinderen teveel aandacht gaven aan technologie dan aan de omgeving rondom hen.
Tijd om hier wat aan te doen.
En wat is er beter dan terug te keren naar de jaren ’80?

The thing is, Blair and his girlfriend Morgan, 27, are pretending it’s 1986.

And they’re doing it because their kids – Trey, 5, and Denton, 2 – wouldn’t look up from their parents’ iPhones and iPads long enough to kick a ball around the backyard.

That’s why their house has banned any technology post-1986, the year the couple was born.

No computers, no tablets, no smart phones, no fancy coffee machines, no Internet, no cable, and – from the point of view of many tech-dependent folks – no life.

“We’re parenting our kids the same way we were parented for a year just to see what it’s like,” Blair said.

They do their banking in person instead of online. They develop rolls of film for $20 each instead of Instagramming their sons’ antics.

http://www.torontosun.com/2013/08/31/guelph-family-lives-like-its-1986

Gelezen en geblogged van op mijn tablet, over een draadloze internetverbinding, een Nespresso slurpend.
Mij zie je zo gauw niet volledig (wel muzikaal en retrogadgetgewijs) terugkeren naar de eighties.
Leve de moderne tijd!

De grote verlofshow van 2013

Standard

Het is al wat geweest dat verlof.
Vooral nog niet zo veel, hoewel anderen dat durven tegenspreken. Voor de duidelijkheid: tijdskrediet is geen verlof. Waarom niet, dat leg ik u nog wel eens uit.
Maar dus, het verlof.

We leven 1 augustus, een donderdag. In het Openluchttheater speelt The Broken Circle Bluegrass Band ten dans en wij zijn daar om ons verlof in gang te stampen. En dat is gelukt, kan ik terugblikkend vaststellen. Een dijk van een optreden, een gratis fles cava (blijkbaar standaard bij het bestellen van zes tickets) en veel vrienden en vriendinnen om ons heen.
Een paar uur dutten, een frisse duik in de douche en om half vier bolt onze Zweed de garage uit richting Ardèche.

Een gestage rit met, zo zal achteraf blijken, een snelheidsboete omdat we 1 km te snel op onze bestemming wilden zijn maar verder geen enkel oponthoud. We strijken de spreekwoordelijke zeilen in Coux, op camping Le Moulin. Ze doen daar ‘s avonds een barbecue voor veel volk en weinig geld en voor ons. Koken is voor een andere keer, met minder kilometers op de teller.
Een klein dutje later blijkt de luchtmatras vol gaten te zitten en mentaal bereiden we ons voor op wat een harde nacht zal zijn. La douche France mijne rug.

Een croissant en koffie maken ‘s morgens echter veel goed en om half tien rijden we verder naar Aubenas. OoobenAss, zoals onze medereizigers het later blijken uit te spreken. We bezoeken de markt, scoren een picknick bij elkaar en genieten van het uitzicht. En hey, ‘t is verlof!
Ons huis wordt gevonden in Sanilhac, het zwembad wordt in gezwommen en de buren kondigen aan dat ze niet van lawaai na tien uur houden. Er wordt gelachen, gespetterd en straal genegeerd. Dat laatste blijkt een kolossale inschattingsfout onzentwege te zijn, maar spijt komt net als excuses steeds te laat. Een week in dit geval.

De vlam gaat in de barbecue, de kurk van de fles en het dak van het terras. Met een grote “ssscchhttt” en “Je veux dormir!” tot gevolg. Straal negerend gaan we de eerste nacht in en komen we die met een grommende eigenares weer uit. Dat we echt wel om tien uur het bed moeten kiezen, zodat we de volgende dag goed de mooie omgeving kunnen verkennen. Dat we beter waren weggebleven en dat ze met andere gasten nooit last hebben. Dat ze liever gezinnen met kinderen hebben. Gelukkig hadden we de momenteel meest vertederende baby aller baby’s mee en legden we in ons beste koeterwaals uit dat Jetje overal doorheen had geslapen en dat de buurman er maar aan moest wennen voor deze week.

De rest van de week is samen te vatten als harmonie en chaos (wij alles in het water) overgoten met Kronenbourg (met van die draaikroonkurken) en goedkope wijn, aangevuld met pasta, paella, stokbrood, kaas in al zijn vormen, gehol en gecrossfit, gequiz, gegabber en geschmink.
Geen incidenten meer behalve de dreigende buur in de wei met zijn “fusil” in de hand. We hebben maar aangenomen dat de kerel bedoelde dat hij stond te wildplassen terwijl hij naar onze middernachtelijke samenzang luisterde. Dat hij ons liefst een schot hagel in de stembanden wilde doneren laten we vredegewijs voor wat het is.

Of dat dat plezant was?
Ja. Voor herhaling vatbaar?
Ook ja.
Daar kunnen baby’s bij, maar daar moet vooral veel goed volk bij zijn. En geen buren.

Na deze eerste week volgde een tweede.
U dacht dat Pukkelpop vermoeiend was? Think again.
Kamperen met een nieuwe luchtmatras (wederom lek, maar geplakt met ductape) op een kleine Nederlandse nederzetting in de Tarn. Denk Baarle Hertog, maar dan Hollanders in Frankrijk. Dat was onze bestemming. Met stip de mooiste camping die we al hadden, La Canal. Twaalf staanplaatsen, tabel d’hôte, ontbijt, lekker brood en, bovenal, rust. Niks. Geen lawaai, geen toeters, geen bellen.
Heerlijk.

We aten, lazen en lachten. Dronken een glas, proefden bier, genoten van niks en alles en dankt en elkaar voor het nemen tot man en vrouw. Goed gedaan van ons, goed bezig wij.
Carcassonne werd de moeite gevonden, evenals Albi en alle wegen erheen. We dronken rose wijn in Aigne en deden er een menuuke. Net als in Saint Afrique, de revelatie van de reis. Mooi, gezellig en goed volk.

Of dat dat plezant was?
Ja. Voor herhaling vatbaar?
Ook ja.
Volgende keer mag daar een wijndomein bij, op wandelafstand.
En volgende keer, dat moet niet per se een jaar op zich laten wachten.

We pakten in, keerden Frankrijk op 11,6uur de rug toe en landden veilig en wel in Antwerpen. Er werd uitegrust, gebeld en geregeld en hoppa, wij zijn klaar voor de laatste verlofstoot van augustus.
Vanaf maandag vindt u mij weer achter mijn raam, voor mijn computer.

Maar nu: verlof to the maximum!

Vlinders

Standard

Jaren gelden, in mijn jeugdjaren in Vosselaar, leefde er een vlinderstruik. Een struik met voor elke bloem twee vlinders. In alle kleuren en formaten. Ik kon daar, als vierjarige uk, uren naar gapen. Althans, zo leeft dat in mijn herinnering. Net zoals ik sinds toen, de late jaren tachtig, eigenlijk weinig vlinders bewust heb gezien.

Tot eerder deze week.
Op de kleine camping La Canal in de Tarn, viel het oog op fladderende bloemen. Alle kleuren, alle formaten. Vlinders, struiken en planten vol.
Uren kijkplezier.

En toevallig lieten de vlinders in mijn buik me exact twee jaar geleden een knieval met verstrekkende gevolgen maken.
Twee jaar.
Time flies.

image

De mop van den indiaan

Standard

For old times sake.
En omdat dit vandaag even ter sprake kwam: “as ge ze goe oepvouwt, wél”
En omdat iedereen de mop van den indiaan moet kennen.

We gon beginnen met een mop… de mop waar da we ieder week mee beginnen. namelijk de mop van den Indiaan:
Er was is nen indiaan en dien indiaan die ga naar zijn vrouw en die zegt: Wijf! zegt em (want indianen zeggen altijd wijf he…)
“Wijf! Ga veur mij es naar de winkel en heult eens 10 bizons!”

Allee, dat wijf da teent naar de winkel en da komt terug met zo nen bruine papieren zak.
En dien Indiaan die zegt: ” Zeg wijf wa dis da hier na? Ik vraag 10 bizons en gij komt terug met zoone bruine papieren zak.
Wor zen die 10 bizons?!”
zegt da wijf: “Die zitten in die papieren zak”
“Mor da kan toch ni!!” – zegt dien Indiaan.
“ageze goe opvouwt… WEL!”- zegt da wijf
Pakt .. dien indiaan … zijn BIJL… en hij kapt zijn been af!

Jaja… wacht, wacht wacht… ier komt nog en ander mop.

Tis ook een mop van een indiaan en das van nen indiaan en dien huppelt op 1 been deur de prairie. das eigelijk nog dien indiaan van die veurige mop. En dien Indiaan dee komt nen belastingscontroleur tege. En die belastingscontroleur die zegt tege dien Indiaan:
” Eey Indiaan, weete gij… waaroem da krokodille… ni kunnen biljaare?!”
“neej” – zee dien Indiaan.
Zegt dien belastingscontroleur – “Omdat just gereegend hee”
“oe?” – zegt dien Indiaan – ” Ik hem vandemiddag toch stoofvlees gegete?”

wacht, waacht, wacht, wacht…
Pakt dien Indiaan weer zijn bijl… en kapt em zijn ander been af!
jaja…
“JAJAAH” – zegt dien belastingscontroleur – ” Alee, ier is … een kartonne doos!”

jahahajajaja… dames en heeren. Ge lacht nen beet af in de floere portomonnee.

Do the caveman!

Standard

Het leven als een oermens is niet vreemd voor mezelf.
Sinds een jaar of anderhalf heb ik er vanalles over gelezen, loop ik geregeld op blote voeten en durf ik al eens een steak voor ontbijt nemen.
Ik denk na over verwerkt voedsel (nagenoeg alles wat we in de winkel kopen) en bij tijd en wijlen wind ik me op over de belachelijke hoeveelheid suiker we binnensteken.
Basisfitheidsoefeningen zijn me niet vreemd en als ik iemand hoor vertellen over hoe fijn de zomer is, denk ik direct “Ah ja, dat is met die vitamine D!”.

Afgelopen vrijdag was het volgens mijn Twitterfeed #barefootfriday.
Ik werd er op gewezen door medecrossfitter Candy en werd wat later door Wilma aangesproken.
Een kleine foto en hoopa, onze poten staan te pronken in de galerij van de internationale blote poten dag.

Soit.
Die Wilma.
100 dagen leven als een holbewoonster.
Met de kippen op stok, veel groenten en vlees en vis.
Geen suiker en (bijna) geen elektriciteit.
Alles te voet. Alles te blote voet.

Ik kan dat niet, zo van die challenges.
Mijn sociale omgeving laat dat niet toe.
En ik zie die omgeving te graag om er voluit voor te gaan.
Maar in september wil ik nog eens proberen.

30 dagen zonder suiker en zonder gluten.
Geen verwerkte rommel.
Alleen puur.
Enorm veel groenten.
Ik vind dat nu al spannend.

Saturnus van op het Mas

Standard

Een doordeweekse donderdag en alleen thuis. Ik wandel dan al eens graag door de buurt. Onze buurt, zolang het nog kan. Binnenkort hebben we een nieuwe onze buurt, maar da’s een ander verhaal.
Onze buurt dus.
Paardenmarkt, Hessenplein, Eilandje, Mas.

Het Mas.
Een mastodont van een blok en bijna altijd open.
Een uitzicht van heb ik jou daar en roltrappen tot boven.
Niemand heeft een reden om er niet naar boven te gaan.
Behalve rolstoelgebruikers, maar die gaan sowieso nooit naar boven.
#mopkeflauwmopke

Soit.
Ik had op de Instagram van Alain dat er iets te doen was van Urania.
Mijn frank / eurocentiem viel pas toen ik effectief boven op het Mas stond.
Urania, dat zijn die mannen met grote verrekijkers en die kunnen u dan vertellen dat ge daar en daar en daar sterren en planeten kunt zien.
Hoppa!

Ik zag Saturnus.
Mét een kringetje er rond.
En gij?

Gij kunt dat ook zien.
Want die staan daar elke donderdagavond, nog tot eind augustus.

Borivitza Bouquet

Standard

Borivitza Bouquet. U onbekend? Leer maar snel bij! De Bouquet is een rode wijn. Na een glas of drie wode rijn, maar laat dat vooral de pret niet bederven.

Nee, de Borivitza Bouquet is een erg zomerse rode wijn, uit de stal van, jawel, Borovitza.

Een zomerse rode wijn, erg vol van smaken. Fris en fruitig.
Lekker quoi.

Ik hef het glas!
Schol