De grens is klein

Standard

Ik begon aan een reactie bij Wim, maar halverwege vond ik het wel meer dan een reactie…

Ik wil het dopinggebruik zeker niet goed praten, kwestie van duidelijk te zijn.
Ik ben er echter wel van overtuigd dat sporters net als u en ik gewone mensen zijn.
Mensen die enorm hard voor hun sport leven, maar die vooral ook af en toe gewoon proberen te leven.
Veel geld en af en toe een decadent feestje verlagen de drempel naar harddrugs altijd, of het nu voor sporters, acteurs of rijke-jan-met-de-pet is.

Wat ik mis in het hele verhaal is een beetje nuance: Tom Boonen betrapt op het gebruik van cocaïne.
Is die dan op heterdaad betrapt, toen hij met een opgerold tien euro biljet in de neus boven de tafel hing?
Of hebben ze een urinestaal genomen en daarin sporen van cocaïne gevonden?
Of een bloedstaal?

In zijn urine zat een spoor van coke.
OK.
Coke maar tot 72uur na gebruik opspoorbaar?
Mon oeuil.
Als Tommeke ooit op een feestje coke genomen heeft, zullen er nog wel sporen van in zijn lichaam te vinden zijn.
Tot een half jaar, ook al gaat het om een marginale hoeveelheid.

Wat ik ook mis: de link naar harddrugs.
Hier gaat het om coke, maar dat is nog altijd een paard uit de harddrugsstal waaruit ook alcohol komt.
En wie spuit er altijd met champagne?
De grens is klein zeg ik u!

red-de-polonaise.be

Standard

Mooi initiatief dat gesteund dient!
Geen idee of het een reclamestunt of iets is, maar plezierig is het wel.

Kris Peters wil duidelijk dat er meer gepolonaised wordt.
Ik ben alvast lid.
Wie sluit zich nog aan?

Vooral de oorsprong van de polonaise (of Polonez) ind ik wel tof:

De polonaise is een dans die gebaseerd is op een Poolse dans, de Polonez. Lang geleden werd een polonaise gedanst om het bezoek het huis te laten zien.

Een glas wodka, een danske en elk bezoek wordt een feestje!
Ideaal bij goed weer…

Pavagada II

Standard

Daar het indische avontuur op zijn laatste benen loopt, werd het tijd om de lieve mensen in Pavagada nog eens te bezoeken.
Ter herinnering, dat is onder meer Swami die er het hospitaal runt. Schitterende mens.

Woensdag op het gemakje vanuit het warme en naar westerse normen hoogzomerse Goa met bus, vliegtuig en jeep tot in de outback van India getravelled. En outback, neem dat maar serieus. Er is daar niets. Behalve heel fijn volk en prachtig ruige natuur.
Toen ik er om half elf toekwam, was de dag eigenlijk al een beetje op. Aangezien ik me in dezelfde staat voelde, zijn we toen mar samen onder de wol gekropen.

Donderdag leek eerst een beetje een vervolg te breien aan het strandavontuur dat Agonda toch wel was: rustig ontbijten, tasje koffie, gazetje. Maar tegen een uur of tien kwam daar verandering in. Er was namelijk een Medical Camp georganiseerd in een van de PHC’s. Deze Primary Health Centres zijn een beetje de voorposten van het Swami Vivekananda Integrated Rural Health Centre. De PHC’s doen ook meer het basionderhoud, op medisch vlak, van de omliggende dorpen.

Maar als ik zeg dat Pavagada de outback is, dan was dit net voorbij mijn gekende vormen van beschaving. Ik was er al geweest, daar niet van, maar de toestanden  die zich nu voor mijn ogen afspeelden stonden wel heel erg in contrast met de beach lay down van twee dagen ervoor…

Het Medical Camp werd dit maal georganiseerd met het oog op gezinsplanning. Het grote probleem (een van de vele) van deze regio is de ongeletterdheid. Mensen krijgen geen onderricht. Niet in lezen en schrijven, maar ook niet naar medische termen toe. Neem daarbij een cultuur waarin seksualiteit een enorm taboe is en je krijgt een vrij gevaarlijke mix. Gevaarlijk voor jonge vrouwen: het is niet uitzonderlijk dat een moeder van drie bij de vierde bevalling het leven laat. Trouwen op je achtiende verjaardag, eerste kind een jaar later en het vierde kind tegen je vierentwintigste. Niet goed.

Daarom nu dit Medical Camp. Voorlichting en sterilisaties. Al bij al een kleine ingreep, maar op een paar uur tijd ondergingen zeventig dames de zogenaamde buttonhole operatie. Na deze operatie werden ze buiten de operatiezaal geleid (op eigen kracht of wat dacht u?) en in de gang op de grond neergevleid om te bekomen.
Op zich niet zo gek: deze mensen slapen altijd op de grond.

Cultuurschock twee was echter sterk in de maak. Het vrije en probleemloze gevoel van goanese stranden ruimde snel baan voor de chaos die zich van de gang naar mijn hoofd verplaatste. Ik was bijna vergeten hoe het er in een indisch veldhospitaal aan toe ging: chaos, roepen en tieren.
Logisch, want de caretakers (familielid dat voor de patient zorgt) horen niet binnen te zijn als de patient moet rusten. Zij die de onverwurmbare dokter toch probeerden te verschalken, werden niet licht tot de orde geroepen.

Nu, elke dame krijgt, naast de operatie, ook een sari, een voedselpakket en een handvol rupees dat voor veel mensen meer dan een maandloon is. Ik vind 15 euro per maand redelijk weinig…

Vrijdag was gelukkig wat rustiger: op het gemakje.
Een tempel bezoeken, overal goeiedag gaan zeggen, lekker eten in het ziekenhuis restaurant en wat babbeltjes doen.
‘s Avonds was er een zeer speciale eredienst voor  Ganesh, de beschermheilige  van het hospitaal.
En, aangezien mijn gastgezin op de een of andere (*hoest* opa *hoest* e-mail *hoest*) manier te weten was gekomen dat het mijn verjaardag was, werd er een feestje gedaan in eerder intieme doch zeer intense kring. Met taart en kaarsjes en nog lekkerder eten en pakjes en al. Tranen onder mijn oksels van het verschieten en het contentement.

Maar zaterdag!
Wat een dag was me dat!
Op tijd vertrokken om voedselpakketten uit te delen aan TBC patienten en heel de dag onderweg geweest. De meeste wegen waren nog duidelijk zichtbaar door enkele plekken asfalt, maar meestal was het zand en stof dat ons verder de wildernis in leidde.
Ik ben op plaatsen geweest waar het hele dorp buitenkomt omdat er een auto aan komt. Je kan je voorstelen wat een verrassing dat dat was voor deze mensen om ook eens een blanke te zien!

Toen ik vroeger klein was (nu vind ik dat nog tof, maar doe ik het minder) bouwden we kampen in het bos. Takken omhoog zetten, kleinere takken ertegen en daar dan varens en bladeren op.
Deze mensen wonen in zo’n hut.
Waar wij een  hutje maakten voor twee, maken zij dezelfde hut. Voor een hele familie!

Echt, ik ben er in een paar dagen weer met mijn neus bovenop geduwd: we hebben het in Belgie verdomme zo goed!
Als we ziek zijn, gaan we naar een dokter. Als we geen geld meer hebben, is er een sociaal vangnet met woningen, mediche hulp en bijstand op alle vlak.
Als je in India ziek wordt, ga je dood…

Goanese vakantie

Standard

Het klinkt misschien een beetje raar, maar ik heb eigenlijk tevel vakantie gehad deze week. Dat was de ontdekking die ik vanmorgen met een kreet maakte.

Ik ben me namelijk totaal niet bewust van welke dag het is, wat de huidige datum is of hoe laat het is en zou moeten zijn. Mijn gevoel voor tijd en plaats zijn volledig weg.

Op zich is dat geen ramp. Daar dient vakantioe dan ook voor, nietwaar?
En geloof me, het is beestig om op het ritme van je lichaam te leven: opstaan als je wakker bent, eten wanneer je honger hebt, zwemmen als het te heet wordt en slapen als je moe bent.

Maar als een mens vliegtuigreisjes wil maken, is er natuurlijk wel enig belang bij om op een deftig uur het tarmac te betreden. Kwestie van ergens te geraken in het leven.

En de kreet van vanmorgen werd veroorzaakt door een combinatie van bovenstaande feiten. Ik was er van overtuigd dat ik op donderdag 23 januari het vliegtuig te nemen had naar Bangalore. Paste perfect: donderdag, dus nog een halve week aan het strand!

Dag Jan. Het is op donderdag helemaal geen 23 maar 24 januari. Wat dus betekent dat mijn jet op woensdag van zijn oren maakt als ik nog op het strand lig. Ach ja, woensdag dan eh, nog een halve week min een dag. Ook goed.

Hiiiiiiiiiiiiii!
Woensdag, da’s als het ware morgen!
En en en ik heb hier nog geen foto’s getrokken en geen restaurantjes geprobeerd (of toch nog maar drie of zo) en geen dolfijnen gezien en eigenlijk nog geen echte feestjes gevonden. Shiiiiiit.

Tja. Vanmorgen dan maar gaan wandelen met het oog op dolfijnen. Schoon, zoals die af en toe bovenkomen en weer ondergaan.
Wanneer ik door de “jungle” terugwandel, komen er drie apen over het paadje gesprongen. Wow! Mijn zucht voor wildlife wordt wel netjes ingevuld!

Als ik dan ook nog een visarend de zee zie induiken, ben ik echt tevreden.
Nu nog twee keer lekker gaan eten en ik kan met een gerust hart naar Bangalore vliegen morgen. Want een strandvakantie, die moet niet te lang duren.

Le marriage

Standard

Toen ik een tijdje geleden in Mysore Palace stond, was ik ervan overtuigd dat ik een plaatsje had gekregen in een van de sprookjes van duizend-en-een-nacht. De verkopers en opdringerige taxidrivers deden toen echter het efect ietwat teniet.

De voorbije dagen waren echter volledig als in een sprookje: volledig met prins en prinses. En eten en knappe vrouwen en plezier en interessante babbels en, gelukkig voor mezelf, mensen die van engels wel een broodje met kaas gegeten hadden.
Het huwelijk van Chandana en Ravikrishna was af. Drie dagen van rituelen en familialebandenonderhouderij, het was fijn om daar aanwezig te mogen zijn.

Het begon donderdagochtend met een reeks puja’s door de familie van de bruid. Van het nieuwe paar geen spoor, doch dat mocht de pret niet drukken. Er werd wierook gebrand, kaarsjes aangestoken, vuurke stook gedaan, ghee geofferd, bloemen gestrooid en heel veel gezongen.
Liederen in Sanskriet, Bengaal en Kannada waar ik niemendal van begreep. De diepe devotie die eruit sprak was me anderzijds wel volledig duidelijk. Deze mensen gaan volledig voor hun geloof, laat dat duidelijk zijn.

Het officiele deel speelde zich af op een soort van podium, de rest van de zaal was voorzien van (plastic tuin) stoelen voor de aanwezigen. De aanwezigen (familie, verre familie, verdere familie, verste familie en dito vrienden, kennissen en gouwgenoten) hadden echter meer belangstelling voor elkaar dan voor het bruidspaar of de algehele ceremonie. Gek eigenlijk. Hoewel: de meeste mensen zien elkaar enkel bij feestjes als dit, een keer of drie per jaar. Logisch dus dat er veel moet besproken worden.
Ik heb een tijdje gezocht naar enige gelijkenis met een westers huwelijk, maar niets van bekende riten heb ik gezien. Na een halve dag was de conclusie dan ook dat dit in geen mijlen met enige westerse vorm van huwelijk vergeleken kan worden. Het mag ook niet vergeleken worden: India is India, Belgie is Belgie. En die twee staan volledig los en naast elkaar.

De traditionele voorbereiding gaat door tot een uur of twee wanneer er een stevige lunch is voorzien. Bananenbladeren voor iedeeen, een hoopje rijst, sambal, curry, chutney, groensels (nu ja) en sweet. Ik weet niet hoe ze hun zoetigheid hier maken, maar alles is enorm veel zoeter dan suiker. Neem het zoetste snoepje dat je kent, doe dat maal tien en meng het met carrots. Dat is indisch zoet onder andere.
Niet echt m’n ding en ik ben er dan ook niet goed van. De zoetigheid in combinatie met een stroom van ghee (geklaarde boter) doet het maagsken geen goed. En dat wil iets zeggen, want ik denk dat er ondertussen een stevige eeltlaag op m’n maagwand moet staan: pepers en pepers en pepers dat het een lieve lust is, maar zoet: ho maar.

Na de lunch word ik in het hotel afgezet en doe ik een klein dutje: het is nodig, want de treinreis heeft me serieus afgemat. Als ik om zes uur wer wordt opgepikt voor de receptie en ceremoniele spirituele feestelijkheden, ben ik niet echt goed. Ik spurt terug naar m’n kamer en leg een deugddoend spauwke. Echt, geen druppel ghee meer en ook zoetigheid gaat netjes aan ‘n neus voorbij.

De riten zijn volledig bezig en behartigen nu vooral de bruidschat. De vader van de bruid overhandigt een reeks van kleding, goud en waardevolle spullen aan de de vader van de bruidegom. Laat het duidelijk zijn dat een huwelijk hier niet iets is tussen twee mensen: het is een familie die zich inkoopt in een andere familie. Want hoewel het nieuwe paar elkaar al langer kent en graag zelf wou trouwen (met liefde en al) is het geheel toch geregeld door de vaders.

De twee families worden door dit huwelijk een grotere fmilie dan ze al zijn. En groot zijn ze zeker. En rijk ook. Het is dan ook een Brahmanenhuwelijk, een trouwpartij in de hoogste kaste. Duur en overvloedig en vanalles.
Dit is ook de reden dat bijna iedereen min of meer vlot engels spreekt: in deze kringen is geld om te studeren en om les te volgen aan engelstalige scholen en universiteiten.

Een gesprekje met een neefje van Ravikrishna maakt echter duidelijk dat er ook een heleboel omhooggevallen pipo’s tussen zitten. Hij kijkt neer op mensen die geen of weinig engels spreken, respecteert (zoals bijna alle indiers helaas) enkel mensen met geld en is overtuigd dat geld het belangrijkste is in het levensstreven van een goed mens.
Ik hoop dat zijn jeugdigheid er voor iets tussenzit, maar ik vrees ervoor: uit meerdere gesprekken blijkt een zekere conservativiteit ten opzichte van het kastenstelsel, geld en rijkdom en huwelijken.
Ik wil niet de Grote Blanke Man Die Alles Beter Weet uithangen en ideeen opdringen komt zelfs niet in me op, maar ik voel toch een zekere teleurstelling in het indische volk van de hogere klasse.

Het avondeten is wederom schitterend en sluit de eerste dag zeer fijn af. Bruid en bruidegom zijn hier samen en stralen beiden een enorm geluk uit. Het is echt mooi om zien.
Een hapje Pan (betelbladeren met ongebluste kalk) is goed vor de spijsvertering en ik kan dat dan ook niet weigeren.
Dat het de grootste oorzaak van mondkanker is in India en dat er heeldere dorpen aan verslaafd zijn, laat ik even links liggen: het is zoals een occasionele sigaret roken, denk ik maar.

Dag twee wordt ingeluid met een stevig indisch ontbijt. Idly, chutney, koffie en sweet. Ik neem van alles maar weinig want volgens Vijay belooft het een serieuze vreetdag te worden.
Als ik de ceremoniezaal binnenkom, zit Ravikrishna al volledig in prinsenkostuum op de grond in het gezelschap van een priester of drie. Volledig met tulband en staf, kleed en blemenkrans. Duizend-en-een-nacht zeg ik u.
De foto’s zeggen echter zoveel meer dan ik hier kan vertellen, zoals u ongetwijfeld zelf zal zien.

De trouw zelf, het eigenlijke in de echt verbinden van de twee duurt slechts een halve minuut. Bruid en bruidegom staan naast elkaar, groot doek ertussen als was het Blind Date (gelukkig zonder indische Ingeborg) en hoppa: bloemen en rijst smijten gelijk een stel kleine kinderen in een plonsbadje.
Schoon om zien, dat zeker wel.
De rest van de cereminie duurt nog een uur of drie langer: gestart om 11u, volledig ten einde om half vier.

Het volk heeft de zaal echter al gelaten voor wat het was: er moet gegeten worden! En ook dat is goed. Lekker en veel.
En, zoals het Indiers beaamt, snel en zonder gezellig napraten aan tafel. Het element tafelen en gezelligheid is hier niet bekend, dat wordt me redelijk hard duidelijk gemaakt.
Ook op de receptie ‘s avonds is er geen tijd voor een gezellige babbel: snel alles binnensteken en terug weg. Als ik voor een tweede keer wil aanschuiven, vindt mijn gezelschap dat geen probleem maar zelf staan ze er voor vegetarisch spek en bonen bij. Als ik uiteindelijk mijn handen ga wassen, zijn ze maar wat blij dat we weg kunnen.
Half tien en dag twee is voorbij.

Half fowking tien! Voor een  bruiloft! Dat was het avondfeest.
Had ik al gezegd dat he in niets te vergelijken was met onze feestjes?

Dag drie is eigenlijk een min of meer uitgebreide lunch met een stevig gebed voor het lekkere eten.
En lekker is het eten! Dit is met stip de beste lunch die ik ooit heb gegeten. Zoveel smaken, zoveel variatie, zo lekker.
Ik ben er nu meer dan ooit van overtuigd dat de indische keuken de rijkste keuken is die ik ken: alles is anders, alles wordt tot in het oneindige geombineerd en het is bijna nooit hetzelfde. Het is een beetje als Hilary Clinton’s broekpakken: combineetjes te over.

Maar ook bij dit feestje is het na het eten gedaan met de pret. Handen wassen, dagdagzwaaizwaai en opkrassen.
Voor mezelf is dat redelijk logisch, ik heb een vliegtuig te halen, maar ook de rest van het volk bolt het af.

Ravikrishna en Chandana zijn enorm blij dat ik geweest ben en vragen een kopietje van de foto’s op cd-rom. Dat ik dat in januari wel zal brengen.
En of ik dan bij hen alstublief kom koffie drinken.
Leuk leuk, zo wat vriendjes maken aan het andere eind van de wereld… 🙂

En zo geschiedde…

Standard

Gisteren was er een old skool retro house feestje in de Mussenakker. Dolle pret, dat kan ik je verzekeren!

Vooral omdat een heleboel dames en heren lichtelijk gekleed gingen als volledig losgeslagen Johnny’s en Marina’s.
Foto’s van de vorige editie:

Af en toe kon er, dankzij het elfde gebod ook een jump’ken geplaceerd worden.

Energie

Standard

De laatste twee weken heb ik een onstuitbare energie.
Ik slaap maximum 5u per nacht, werk als een paard, ben sociaal qua terrasjes en feestjes, ik heb echt alles wat ik in m’n leven wil!

Of toch bijna alles, maar eigenlijk: ik ben content op het moment.
En da’s verdikke ook wat waard!

Alleen: ik wil de kip met de gouden energie-eieren vinden.

  • Is het het warme weer?
  • Heeft de nieuwe computer er iets mee uit te staan?
  • Is het de druk op het werk die alles wat smeuïger maakt?
  • Komt het omdat ik iets probeer te verdringen?

Ik heb er momenteel geen enkel idee van.
Wel weet ik dat ik steeds een helderder beeld van de toekomst krijg.
Het wordt mooi.
En vooral: plezant en energievol!

Feest

Standard

Sebiet van winterjarigenfeest.
Kwestie van alle winterse verjaardagsfeestjes gezellig samen te doen.
Moeten we maar één keer buiten komen.

Trouwens gezellig gemarkt.
De Vogelmarkt, het is altijd weer een belevenis!

En ook fijne gesprekjes:

“Excuzeej mwa, maar waar find ik de foogeltjesssmarkt?”

“Daddis wel een eindje zenne.
Mor wel hjeel gemakkelijk.
Ge draait uwen otto sebiet naar rechts. Dan komde oep den Boulevard, mej die booweme.
Daar rijde altijd rechtdoor, tunneltje onder ‘t neif zjustise palaais door en dan links aanhaawe.
Jajaa, richting Gent.
Dan den eejersten afslag en daar de pijltjes volgen.”

“Hartelijk bedankt, friendelijke Belg!.”

“Geir gedoan, meneejer den Hollander.”

Genieten, het is een hobby!

Meningsverschillen

Standard

Meningen kunnen serieus verschillen!

Vandaag nog met een collega.

De professionele toonhoogte werd bijna verbroken door een hard roepen en scherp gesis.

Gelukkig nam de professionaliteit de bovenhand en zijn we op die manier elk naar ons eigen bureautje teruggekeerd.

Uiteindelijk kwam het eruit.

Dat er meer professionalisme aan de dag moet gelegd worden en dat collega’s van andere toeleveringsbedrijven in de eerste plaats concullega’s zijn.

Dat e met die mensen weleens goed kan worden samengewerkt maar dat die niet op feestjes gevraagd kunnen worden.

Feestjes buiten de uren en al, ook zonder concullega’s.

Voor de groepssfeer.

Werken in een professionele omgeving suckt een pak als het alleen maar om geld mag draaien.

Het licht niet gunnen in andermans ogen omdat hij (m/v) per toeval voor een andere firma werkt, getuigt in mijn ogen niet van professionaliteit maar van kinderachtigheid.

Net zoals het versteld staan van het feit dat mensen wel eens naar een andere firma zouden kunnen overstappen omdat ze denken dat het daar beter is.

Djeezes.

Realiteitszin?

Werken en al is tof, maar het moet om meer draaien dan om geld alleen.

Als dat de enige motivatie is, hoeft het voor mij niet.

Dan kan ik me ook keihard opstellen.

En misschien is dat een minpunt van mezelf, maar ik ben dan wel alleen maar keihard.

Geen tussenwegen.