Twitter: stopping the flood

Standard

Twitter, hot op het internet en ver daarbuiten, heeft me de laatste week doen nadenken.
Vooral wanneer mensen aan me vragen wat dat dat nu eigenlijk is. Simpel.
Mensen vragen me vooral

a) wat het nut is van zoiets
b) wie er nu in gotsnaam geïnteresseerd is in wat er tussen een ander’s boterham plakt en
c) waar mensen de tijd vinden om met die dingen bezig te zijn.

Vraag a) lijkt me nogal moeilijk te beantwoorden. Persoonlijk volg ik twitterstreams omdat ik graag meekijk met mensen. Vooral als ik die mensen dan ook nog op een andere manier ken (school, weblogs, blogmeets,…) of als hun interesses mij ook interesseren (online, advertising, geeky shizzle).
Te www-lande zijn er tig redenen te vinden om twitter te gebruiken:

Twitter uitgelegd (sorry moeder, maar’t is in’t Engels)

Vraag b) is ook volledig gebasseerd op interesses en bezigheden. Als blogger is het fijn om af en toe snel te zien wat er nieuw is op’t internet. Krijg je plots via Twitter bericht dat Prinses Mathilde bevallen is, nog voor de traditionele media er iets over reppen.
Ook snelnieuws van BBC en CNN zijn mogelijkheden.
Het gaat dus, net als blogs, verder dan wie er wanneer koffie drinkt.
@netlash drinkt naast koffie bijvoorbeeld ook enorm graag nalu…

Met vraag c) heb ik zelf ook al gespeeld. Vooral als ik de frequentie van updates zie bij sommige mensen. Wanneer doen zij dan iets niet voor Twitter of weblog(s)?
OK, geeks spelen met nieuwe dingen zoals Pietel zegt, maar het meeste werk in deze maatschappij vereist nu eenmaal afsluiting van de (hyer)link met de buitenwereld.
Wat ik dan ook zie (denk te zien) in het ledenbestand van Twitter: de actieve mensen zijn allemaal professioneel bezig met nieuwe technologieën, communicatie of studenten.

Er zijn echter manieren om productief om te gaan met twitter (yeah right).
Net zoals er filtermethoden bestaan voor e-mails, kan je dat ook doen voor twitter.
Met of zonder Yahoo pipes. Christopher Spenn doet het met pipes.

Edoch Relativeren. Het moet af en toe gebeuren.
Want hoewel ik Twitter persoonlijk redelijk fijn vind, kan ik me voorstellen dat niet iedereen datzelfde gevoel heeft.
Als we dan zien dat de numero uno van twitterland nog geen 7000 followers heeft, denk ik dat het toch gaat om een verschijnsel in de rand van het www.

En toch, toch ben ik er van overtuigd dat het alleszins voor mezelf nog een mooie toekomst gaat zijn met Twitter, mijn naasten en het dagelijks leven.

Een paar voor mezelf interessante links: del.icio.us
Interessant gerief volgens anderen: more del.icio.us

collegae

Standard

Nadat ondertussen ex-collega TJ en other-branch-than-me-collega SB mijn webstekje hebben ontdekt, heeft ook collega BV het ding ontdekt.
En dat er precies zo weinig van’t werk op staat.
Tja.

Het bedrijfsleven en weblogs: nog niet de beste vrienden.
Het traditionele bedrijfsleven en weblogs: geen vrienden.

En dat valt ook wel op.
Het zijn veelal de internetbedrijfjes, de marketingbureaus en de reclamewereld die durven bloggen.
Of durven laten bloggen.
Want die zijn “kei viraal”.

Viraal?
Een middelvinger in uw sterretje ja.
Wannabe-viraal?
Soms.
Gefaket viraal?
Meestal.

Jammer.
Mond-aan-mond reclame is nochthans  nog steeds iets dat uitermate effectief is in “de strijd om het schab”.
En wat zijn blogs anders dan zeveraars aan deinternettoog?
Weinig verschil afgezien van het fysieke aspect.

Daarom: laat mij maar bloggen over mijn firma!
Zolang ik me er goed voel zal ik het niet in mijn hoofd halen om er negatieve vibraties over rond te strooien. Zolang ik het gevoel heb dat ik er rechtvaardig behandeld word, ben ik uitermate positief.
Allicht: wie wil een goed zitje opd e arbeidsmarkt nu kwijt door domme uitspraken?

Aan de andere kant: één negatieve blogpost kan in een mum van tijd een heel bedrijf schade toebrengen.
Maar wie zou dat willen doen?
Ik niet.

links for 2007-01-15

Standard

Viral Marketing

Standard

Meneer Willekens van Ogilvy stuurt af en toe een spambommetje rond op het internet. Als je in zijn mailinglist zit, behoor je tot de “early blog adoptors”. Ik ook.
Eerlijk?
Ik had er meer van verwacht.

Vorig jaar was er de commotie rond de Fanta World edition die dan naar verschillende A-listers werd opgestuurd. Een sterke zet? Nah.
Zeker niet als je bedenkt dat van alle mensen die op de Blogstorm van ogilvy er maar enkelen werden aangeschreven met een postpakket.

Nu ja.
Postpakketen kosten bergen geld en blikjes fanta groeien ook voor een multinationaal bureau niet aan de fantabomen.
E-mailpakketjes met een linkje erin zijn dus de oplossing.

Bij tijd en wijlen wordt er eens duchtig gespamd door de Heer Willekens, met de nodige clicks en commotie (you wish!) tot gevolg.
Want da’s de bedoeling.
Dat de ontvanger erover schrijft.
Dat ie een levendige beschrijving geeft van wat je binnenkort kan verwachten.

Vandaag is het een linkje voor Proximus.
Een stevige stoeipartij (?!) in een maïsveld die na enkele ogenblikken al gedaan is.
“Omdat het buiten even snel gaat als binnen”.

Eerlijk?
Ik had er meer van verwacht.
Als ik geschiedenis schrijf met mijn liefdesstift, haal ik normaal wel iets meer dan een half kladje. Mocht ik mijn kunnen gebruiken om een product aan te prijzen, ik zou godverdomme zeggen dat mijn vleesdolk in zijnalleen gemakkelijk een hele kruistocht zou aankunnen!
Een spotje van dertig seconden over mijn genotsknots? Voor de omtrek alleen dan ofwa?

Nee.
Ik vind het niet erg overtuigend.
En ja.
Ik kan het beter.
Wedden?