Stage: terugblik

Standard

De afgelopen week liep ik stage in een middelbare school.
In theorie doet die school er niet toe, maar in de praktijk is de keuze van de school wél erg bepalend.
Bepalend voor het welbevinden van de leerkracht in spé.

Ik koos voor het Klein Seminarie in Hoogstraten.
Niet bij de deur komende vanuit de metropool, maar wel bekend terrein: Ik was er tussen 1994 en 2001 kind aan huis en vertrok met een rugzak vol bagage.
Het feit dat dit een plattelandsschool is, vond ik ook erg belangrijk.

Want verhalen die ik hoorde in de klas, die wilde ik liever niet aan de realiteit toetsen:

“Wij zijn in de eerste plaats bewakers, dan opvoeders en als er nog tijd over is, mogen we proberen de leerlingen iets bij te brengen.”

Dat kon ik er niet bij hebben.
Ik kan daar ook niet bij: dat er eens een les de mist in gaat omdat twee individuen  elkaar kopstootgewijs proberen te overklassen lijkt me gebruikelijk. Maar om dan elke les als Gendarme op te treden: no thanks.

Het Klein Seminarie in hoogstraten huisvestte alleen maar brave dutskes, tien jaar geleden.
En nu nog steeds. Waarvoor mijn opperste dank.
Ook: fijne begeleiders waar ik mijn lessen mocht geven.
Ook jullie: enorm bedankt!

Voorbereiding

Wat me wel tegensloeg, was het voorbereiden van de lessen.
Eén uur voorbereiden vroeg al snel tussen de 2 en 6 uur tijd.
Slik.
Ik had me dat eigenlijk anders voorgesteld.

En dan had ik nu nog de beschikking over goede handboeken en dito handleidingen.
Nee, het volledig uitschrijven van een les van een uur viel me niet mee.
Blijkbaar is er niemand die dat dat doet, in het echt.
Ze zouden wel zot zijn ook.

Ik leerde vorige week (elke twee weken zit ik even aan de andere kant van het schoolbankje) dat de manier van voorbereiden volledig gekozen wordt door de inrichtende macht.
Als zij bepalen dat er slechts minimale voorbereidingen gemaakt moeten worden, dan volstaat dat.
Blijkbaar. Straf ook, dat dat niet van bovenaf in regels is gegoten.

Doodgaan

De eerste drie effectieve lessen ging ik lichtjes dood.
Bibberende ledematen, hartkloppingen, zweten.
Droge mond, hoofdpijntjes.

Tot ik voor de klas stond. “Ga snel zitten, dan kunnen we beginnen. Neem je agenda en…”
Bats.
Weg stress.
Gaan en geven en een lesje leren.

De daaropvolgende lessen vielen enorm goed mee.
Plezant ook, echt.
Misschien dat ik dat wel gewoon zou kunnen worden.

En nu?

Op het einde van de maand begint mijn tweede stageperiode.
Volwassenonderwijs aan het LBC.
Ik vermoed dat dat beter gaat aansluiten bij mijn huidige leven.
Avondschool die (hopelijk) gecombineerd kan worden met de dagjob.

En daarna?
Lesgeven?
No thanks.
Ik wil eerst tijd voor mezelf.
Tijd om eens na te denken over wat komen gaat en wat er kan.

Tijd, da’s een kwestie van prioriteit.
En mijn prioriteit ligt vanaf mei op mezelf.
Nah.