De voorbije twee jaren heb ik het geluk gehad om een auto met tankkaart ter beschikking gehad te hebben (wat een klote zin!). Het is in “den IT” tegenwoordig de gewoonte om iets met leasewagens te doen, en zo was het niet anders met mijn werkgever.
Begonnen met een ford fiësta 1.4 die na iets minder dan een jaar tot schroot werd herleid door een slecht remmende nissan sunny. In de nachtmerries die volgden, veranderde de sunny in een patrol, maar verder had ik geen enkel letsel.
Een vervangwagen of drie later (renault mégane, renault gatbak en golf) was het weer de beurt aan een fiësta uit de fordstal. Een motor met iets meer vermogen en grotere cilinderinhoud. Fijne voiture, vele kilometers mee gereden en lange file mee uitgestaan.
De reis naar India brak de band-de-fiesta in stukjes en deed een beetje afbreuk aan het vrije gevoel dat een autobezitter soms heeft. Daar leerde ik echter dat je ook met de trein en de bus overal geraakt. Het gezappige tempo van de indische medemens wist ik zeer goed te appreciëren en kan ik vandaag de dag nog steeds voor de geest halen.
Toen ik in februari weer een auto onder de poep kreeg, was ik na een half uur volledig opgedraaid: wat een stress veroorzaakt een bolide bij mezelf!
Want ook al wa het een pracht van een golf, parkeerplaatsen zijn even schaars…
En nu, sinds vorige woensdag, is het uit met mobiliteit. Uit met de automobiliteit in elk geval.
Fiets in orde, buzzypas voor de laatste negen maanden ooit en het gezappige indische tempo en dito weertje.
Ik, ik ben een gelukkige stadsmus, wees daar maar zeker van!