Toen vroeg ik mijn lief om mijn vrouw te zijn

Standard

Op algemeen verzoek, integraal mijn gelofte aan mijn vrouw. Want ze is het waard.

Charlotte

De eerste keer dat wij elkaar kusten, was eerder wazig en afstandelijk. Flirt voor een nacht, of iets. De week erna was het weer van dat. Iets minder afstandelijk, en veel intenser.
Maar nog steeds vrijblijvend. Want ik ging toch naar India voor de eeuwigheid van drie maanden. Dan gaan we toch niks serieus beginnen?
Dan gaan we toch niet verliefd worden voor de paar weken die ons nog resten?

Op een bepaalde nacht van vrijblijvend geflikflooi heb ik je gezegd dat wij ooit naast elkaar zouden wakker worden. Hoongelach was toen mijn deel, maar wie laatst lacht…

Toen was ik weg en kwam ik terug en was het vuur blijven smeulen. Natuurlijk konden we wel proberen om er iets van te maken.
samen sterk, samen verder.
We spreken hier winter 2008.

Zes weken verder tijdens ons eerste weekendje weg in Honfleur liep het smeulende vuurtje uit tot een fikse brand. Eentje waar de Kalmthoutse hei een puntje aan kan zuigen.
het eerste jaar waarna er nog vele zouden volgen, was gestart.

Dat eerste jaar was meteen het hobbeligste. Een paar downs en heel veel ups zorgden voor een stijgende lijn waar de Mont Ventoux stilletjes bij verbleekt.
Het was ook daar, geheel terzijde, op die Mont Ventoux dat de verlovingsring, veilig opgeborgen in mijn rugzak, letterlijk zijn hoogtepunt bereikte.
Zijn eigenlijke taak werd echter nog wat uitgesteld.

De vier-en-een-half jaar van ons samenzijn werden gekenmerkt door een aantal zaken. We deelden onze passies voor feestjes en gezelligheid met een heleboel vrienden en vriendinnen die we al langer kenden. Jouw vriendinnen en hun lieven werden vaste waarden in mijn leven, naast de Mannen die er al sinds mensenheugenis in huizen.
We gingen naar festivals, reisden naar Frankrijk en Spanje en Londen en Holland en de kust en zeilden al eens en gingen eten in door Gault Millault goegekeurde restaurants om daarna te zeggen dat de vorige eigenaars eigenlijk toffer waren en beter konden koken.
We deelden families en gingen nog maar zelden zonder elkaar op de koffie.

We leefden samen als een koppel, maakten afspraken en verrasten elkaar van tijd eens.
We deden alles wat we zelf graag doen en laten elkaar daar van meegenieten.
Ruzies zijn op één hand te tellen, respect en liefde nemen steevast de bovenhand en stilzwijgend voerden we de beste gesprekken.

Dat zijn allemaal zaken waardoor ik vorige zomer in de Spaanse Pyreneeën struikelde en vroeg of je mijn vrouw wil worden.
Het plan en verlovingsring reisden al langer mee, maar daar in de bergen, op camping Pineta, vond ik het uitgelezen moment om alles wat al was, te verlengen naar dat wat komt.

Het moment dat ik je ten huwelijk vroeg en waar je, na een vreselijk lange minuut, ja zei. Het moment dat ik je in één zin vroeg om niet alleen de vrouw van mijn dromen te zijn, maar ook de vrouw van mijn leven te worden.
Het moment dat ik je beloofde om elke verdere dag van ons leven je nek te masseren, naar je verhalen te luisteren en samen oplossingen te bedenken voor problemen.
Dat moment, wil ik vandaag herhaald zien.

Want je was de laatste vier-en-een-half jaar al de vrouw van mijn dromen. Nu wil ik graag dat je, vanaf 1 september 2012, ook de vrouw van mijn leven wordt.
Dat jij de moeder van onze kinderen wordt, degene die ‘s nachts dicht tegen me aankruipt, mijn tafelgenote en drinkebroer, mijn nachtraaf en ochtendstond. Mijn alles.

Daartegenover wil ik graag je man worden. Je rots in de branding, je veelvraat en knuffelbeer. Je steun, toeverlaat en klankbord. Bokszak en lustobject, vader van onze kinderen en redder in nood.

Om, zoals in een sprookje, samen nog lang en gelukkig te leven.