Er zijn boeken over geschreven, er zijn programma’s rond gemaakt en er is al veel te veel over gezegd: het huishouden.
Ik vind dat iets met twee kanten: enerzijds vind ik het fijn om in een door mij opgeruimd en onderhouden huis te wonen, anderzijds suckt het geoon stierekloten om ‘s avonds nog aan de taken des huizes te beginnen.
En toch.
Koken, winkelen, afwassen, opruimen.
Gepland om gaan met de voorraad, restjes koken: wij zijn daar goed in.
Wij, da’s twee studenten die naast hun student zijn ook nog eens werken.
Of, anders bekeken, twee werkenden die ook nog eens studeren.
Nee, echt, wij doen dat goed wij.
Strijken, wassen en plassen.
Liefst allemaal tegelijk.
Zoals gisteren: aardappelen koken voor morgen (en dus vandaag) en ondertussen samen de strijk/gewassen was doornemen.
Patatten een uur laten koken.
En dus, logisch, puree gedraaid die vanavond (dus sebiet) wordt opgesmikkeld.
Wij, wij zijn goed bezig wij.