Telefoon: Triiing.
Ik: Vrolijk Paasfeest, u spreekt met de Paashaas.
Andere kant van de lijn: Euhm….
Gedaan met bellen.
Onnozelaar? Ik?
Met stip, dank u.
Telefoon: Triiing.
Ik: Vrolijk Paasfeest, u spreekt met de Paashaas.
Andere kant van de lijn: Euhm….
Gedaan met bellen.
Onnozelaar? Ik?
Met stip, dank u.