Leasin’ Cars
Mijn eerste job was (en is) een schot in de roos.
Werkzeker, contract voor onbepaalde duur, gezellige sector, goede job.
En: een auto.
Een deftig leasewagentje was mijn deel vorig jaar in november.
Met tankkaart en onbeperkt in de privékilometers.
Weekendje Parijs en dagjes naar de zee: geen enkel probleem!
Het leuke van leasewagens is dat ze vervangen worden bij brokken.
Toen ik in september eventjes tot de griekse autobeginselen werd gedwongen, was mijn geliefde Ford Feest plots een wrak.
Ondanks de zever en rompslomp die ik er toen twee dagen mee heb gehad, was ik vrij snel opnieuw voorzien van een bolide.
Een vervangwagen gehuurd op korte termijn.
Een maand dus.
Die maand liep vorig weekend af met als gevolg dat ik het ding moest inruilen.
Een Renault Modus werd geruild voor de grote broer, een renault Mégane.
Afgezien van het extreme futuristische uiterlijk (smaken en kleuren, pfff) en het starten met een kaart, rijdt het ding als een mes door boter.
Heerlijk!
Stabiel, optrekken en remmen, zesde versnelling voor laag verbruik en al: jummie!
Tegen het einde van deze maand zal de definitieve bak er zijn dacht de mevrouw van personeelszaken.
En of ik de Mégane dan nog wel wou ruilen.
Ruilen voor, zoals dat hoort bij juniors, een Ford Fiësta.
En dat ik daar misschien wel niet zoveel zin in zou hebben.
Maar zegt ze, je krijgt wel het nieuwe model met een 1.6TDI motortje erin.
En dat dat bijna even goed is als die Mégane.
En met een sleutel in plaats van een startknop (cfr Windows! Ik hoop mijn eerste Blue Screen nog wel even uit te stellen eigenlijk…).
Long story short: in drie maanden zal ik dus met 4 verschillende bijna nieuwe wagens gereden hebben.
En dat, dat is toch ook weer wat waard denk ik dan!