Bijna acht maanden

Standard

Truusje luusje.
Bijna acht maanden geleden, bijna acht maanden gegaan.
Het was al tof eh, tot nu?
Doorslapen en nachtbraken, veel eten en veel niet eten, spelen en spetsen in bad.
Gij wordt echt al keigroot.
En toch, ben je “nog maar” acht maanden.
Bijna, dan nog.

Nee, echt al wel groot, als je mee aan tafel zit en komkommerschijfjes molesteert. Hoewel ook dat nu veel beter gaat, met die twee vlijmscherpe tandjes van je. Nu gaat er soms een korstje brood in die mond van jou. En stukjes blauwe bes.
Drinken van een beker ZONDER TEUTJE.

Oh, en dan je gespeel.
Voor een half uur of langer mooi rechtop zittend spelen op je speelmat. Af en toe eens opkijken of we nog in de buurt zijn en dan verder spelen. En brabbelen en vertellen.Of speelgoed van je neefje afpakken. Of achter de bal aangaan. Kruipen durf ik het niet te noemen, maar je geraakt wel waar je wil zijn. En je hebt wat je wilt hebben. Zoals een baard om ‘s nachts aan te trekken.

Yo pa, hier is uwen baard.
Ik trek eraan.
Voor een uur.
Nu kan je niet slapen eh!

Jep, kleine meisjes worden groot.

En blijven ook klein.
Zeker als je zielig kweelt wanneer je snottebellen worden afgeveegd. ik snap dat je liever hebt dat die worden uitgezogen, maar daar kan de omgeving niet altijd even goed tegen. Wij wel eh.
Of die keren dat je midden in de nacht wakker werd en niet meer wilde slapen in je eigen kamer. Weet je wel, die kamer met mooi behang en een pracht van een antiek bedje. Of wanneer je in het grote bed ligt, dan ben je echt heel klein.
Gelukkig maar.

Want eerlijk, Truusje luusje potloodgat, jij bent het liefste schattigste grappigste musje van de hele wereld. Ons kleine helle musje.
Van bijna acht maanden begot.
Blijf nog maar even klein.

Den driemaander

Standard

Lieve Truus

Ineens is het zover.
Je bent officieel een driemaander.
Van weerloos, heel af en toe huilend dan wel lachend, ben je veranderd in een uiterst alert wezentje dat kraaiend van plezier de dag doorkomt.
‘s Nachts slaap je netjes door, zoals we dat graag hebben, ‘s morgens ben je de afgelopen week constant wakker nét wanneer ik moet opstaan. Perfectie is je niet vreemd.

Flessen drinken, nòg harder spetsen in bad en heel de dag door lachen. Proberen de dingen te grijpen en te begrijpen. Niets dat beweegt dat je niet gezien hebt. Een echte FoMo. Niks willen missen en bij alles bij willen zijn.
Klink bekend. Als dat betekent dat jij ook een enorm fijn gezelschap wordt later, kan ik daar alleen maar blij om zijn.

Ja, Truusje.
Het is al plezant geweest, de afgelopen maanden.
Naar zee, gaan wandelen, terrasjes doe, schaterlachen op het grote bed.
En soms ook minder plezant, maar daar heb jij niets van beseft.
Nee, geniet jij nog maar een hele tijd van je eigen coconnetje. Liefdevol opgeborgen in ons gezin.
Want dat zijn we nu. Een gezin. Voor echt.

De éénmaander

Standard

Hey lieve Truusje

Een volle maand en een dag of twee. Da’s al best lang hoor, dat je hier bent.
Je hebt al een heleboel knuffels gekregen, mensen gezien en pampers versleten. De eerste pakjes passen al niet meer, want je groeit als kool.
Je bent alerter dan de eerste week, je herkent stemmen en je wordt rustig van de draagdoek.

De Tricot Slen is al meermaals een redding geweest als je eens niet wil slapen. Want we moeten daar eerlijk in zijn: je slaapt best goed. Je bent dan ook een erg braaf meisje. Je huilt zeker niet veel en als je wakker bent, ben je bijna altijd goed gezind.

Sinds deze week heb je ook interesse voor de mobiel van Winnie de Pooh en de speeltjes van je speelmat. Glimmen van trots, dat doen we.
Want echt, je bent zo goed.
Niet voor niets Truusje de wereldkampioen. Roald Dahl had het gewoon mis toen hij zijn boek over die andere wereldkampioen schreef.

Onder voorbehoud

Standard

Het is zover.
Alles wat ik zeg en beloof voor de komende weken is onder voorbehoud.
Ik zet mijn leven niet stop, zeker niet.
Nee, we gaan gewoon verder. De randen van de comfortzone worden alleen niet meer overtreden.
Geen zotte dingen meer, eventjes.

Maar het gaat er de komende weken wel anders uitzien, ons leven.
Want het moment is bijna daar.
Niks Doos van Pandora, maar wel de blijde intrede van onze miniprinses.
En die gaat voor. Op alles.

Dus ook op u en de afspraken die ik met u maak.
Niks van kwaaie wil hoor en verre van iets persoonlijks.
Maar van kwajongen vader worden, daar hoort een kleine transitieperiode bij.
En die kan nu elk moment starten.
Als juffrouw De Loore er klaar voor is, dat spreekt voor zich.

Director of operations

Standard

Aka: moms.
Moeders.
Mama’s.

Ik heb er een hoopje en binnenkort zit er hier thuis ook zo eentje.
Een echte, op en top, reuzegoede moeder.
Trost is nu al mijn deel en dat gaat alleen nog maar stijgen.

De mensen bij CardStore grepen de kans aan om een fictieve vacature uit te schrijven. Een job waarin je nooit gerust bent, geen vakantie hebt en alles moet laten vallen voor “the associate”. Geen verlof en vooral: geen wedde.

Maar ge krijgt er zoveel liefde voor terug!

Brief aan Josefien

Standard

Liefste Josefien

Het is een hele tijd geleden dat ik je een brief schreef. Niet dat er niets te vertellen was, integendeel, maar omdat we zoveel met elkaar omgingen. Late babbeltjes in de nacht aangezien je al een tijdje kan horen wat er gezegd wordt, concertjes waar je erg druk van wordt en fistbumbs door de buikwand heen. Nachtelijke potjes voetbal en ‘s morgens een schouderklopje voor ik heel vroeg stillekes naar buitensluip om te gaan sporten.

Ja Josefien, wij hebben een band.
Vooral emotioneel en minder fysiek dan dat je met je mama hebt, maar wel een band. Het wordt dan ook dolle pret in mei. Of juni, hangt van je geduld af natuurlijk. De vroedvrouw vond je in elk geval al erg beweeglijk en “gezond actief”. Zo met je kopje naar beneden, kont in de lucht en voetjes daar ergens langs. Ja. Gij weet u nu al goed te leggen.

En dat zal nodig zijn als je hier in ons huisje bent, dat goed leggen. Van de box naar de verzorgingstafel naar de reiswieg naar het bedje. En vooral: veel in mijn armen. Want weet je Josefien: het is hier al bijna klaar voor jou.
Ik ga blij zijn dat je er bent.

 

Oma, vava of toefke?

Standard

Het is niet eenvoudig in onze familie.
Dat het er aan mijn zijde complex aan toegaat weet je ondertussen.
Sinds ons huwelijk is dat niet echt verbeterd, wel nòg plezanter geworden.
Want plots zijn er nog meer ouders en grootouders om namen te geven.

Het schijnt dat dat moet, namen geven.
Voor ouders is dat gemakkelijk, dat is al jaren vastgelegd.
Mama en papa (beiden tweemaal) in mijn geval, ma en pa in het andere kamp.
Grootouders: oma en opa (twee keer, een maal aan beide zijden), moemoe en vava, moeke, omama.
In gedachten ook vake, opapa en Staf.

Maar met Henk op komt staan we voor een nieuw naamgevingsdilema.
Want wees even serieus: hoeveel oma’s kan een kind aan?
En toevallig zijn alle toekomstige grootmoeders in onze nest oma’s.
De grootvaders in spé zijn niet te spreken over het delen van de lakens met een bomma.
Dus bomma en bompa is uitgesloten. Niet tegenstaande dat Bompa Boot al geclaimd werd.

Hoewel er ook nog alternatieven zijn:

Moesjke en Ploesj
Bobonne en tonton
Amoe en apoe
Nanny en bompi
Mimi en toefke
Omi en opi
Nana en grampa
Mima en pipa
Bomie en bopie
Beppe en pake

Serieus?
Toefke?
Dan liever bij een bomma in bed, schat ik.

De werktitel is Henk

Standard

Liefste Henk

De eerste zeven weken dat we je kenden, Henk, hadden we je nog niet gezien.
We hadden er geen idee van hoe het was, om jou gemaakt te hebben. Nu ja, gemaakt.
Niet dat we moesten knutselen of zo. Plots was je er.
Althans, plots stond er een streepje op de zwangerschapstest.
Cool, dat zeker. Euforie en blijdschap.

Vooral toen ook bleek dat er ongeveer tegelijk een neefje dan wel nichtje zou zijn.
Eentje dat ouder zal zijn.
Een week of twee.
De werktitel daar is Tilly.

Werktitels, dat is nodig, om de gesprekken makkelijk te houden.
Werktitels zijn, net als alle andere naamgeving, niets anders dan symbolische gegevens.
Wij hebben dat nodig, en zodra de werktitel jouw naam wordt, verandert er vooral iets symbolisch.
De rest (blijdschap, euforie, liefde) blijft dezelfde.
Minstens.

Negen weken

Na negen weken zagen we je plots.
Dokter ShaBAM toonde je in volle glorie.
Met een volledig ontwikkelde bloedomloop, armpjes, beentjes en beginnende vingertjes.
En met een kloppend hartje.
Wij schrokken daarvan, maar dokter ShaBAM zei doodleuk “Mannekes, dat is hier een machien dat meer kost dan een gemiddelde Bentley, het zou maar erg zijn dat je hier geen hartje van het wonderlijkste ter wereld kan horen.”

Je was helemaal in orde, zover we (vooral de gynaecoloog dan) dat konden zien, en 2,44cm groot.
Dat we binnen drie weken maar terug moeten komen, want dan is er nog meer te zien.
En binnen drie weken, dat is niet lang meer, dachten we toen.

Niks van.
Drie weken is veel te lang om niets van je te zien.
We grijpen geregeld terug naar je eerste foto.
Om aan de wereld te tonen, of om zelf nog eens te kijken.
Want echt, je bent nu al de knapste van allemaal.

 

Kempische waarheden

Standard

In de Kempen, de bakermat, wordt enorm veel wijze praat verkocht.
Voor alles is er een uitdrukking, voor alles is er een uitleg.
Wij, Kempenzonen, hangen daar aan vast.
Ons leven wordt daardoor geregeerd.

Een van de meer verspreide Kempische gezegden is het

Huisje Boompje Beesje

Eentje dat iedereen kent, eentje dat door het hele land gebruikt wordt.
Geen erg, wij van de zanderige gronden der Kempenland, wij delen graag.
Maar weet dat er aan deze zegswijze nog eentje vast hangt:

Tot aan den boom, en niet verder

Waarmee bezorgde moeders aangeven dat ge overal moogt spelen, maar niet voorbij de eerste rij bomen van het bos mag gaan.
Dat je binnen het zichtsveld moet blijven.
En die boom, dat kan evengoed een bankje of een betonnen paaltje zijn.
Een markering die voor iedereen duidelijk is.
Daar is de grens, en daar gaat gij, kleine snotter die ge zijt, niet voorbij.
Capiche?

Nu, men kan dat ook serieus anders interpreteren.
Op een eerder figuurlijke wijs.
De grens afbakenen waar je niet voorbij gaat in een gesprek.
In een discussie met je moeder, bijvoorbeeld.

Of nog, in Huisje Boompje Beestje.
Dat je wel kan gaan samenwonen, maar dat de beestjes nog maar even moeten wachten.
En dat je daar maar beter van bewust bent, als fiere Kempenzoon.

Maar even serieus?
Wat is het plezantste?
Net voorbij den boom gaan.
Letterlijk dan wel figuurlijk, natuurlijk.

Wij, wij zijn net de figuurlijke boom voorbij.
Klaar voor een volgende sprong in het diepe.
Een nieuw hoofdstuk, een nieuw feest.
Het wordt een mooie lente, een pracht van een zomer en the only way is up!